De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 10 april pagina 16

10 april 1926 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

16 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2549 PROBLEMEN EENER FILMAESTHETIEK ') DOOR MENNO TER BRAAK f~\ AT de film als kunstuiting geen wicgekind meer ?'?' kan heeten, blijkt wel uit de overal ontwakende belangstelling voor de theoretische problemen, diezijn positie in het escadron der km.sten met .zich meebrengt. Theoretische problemen: want 'n de practis'che, technische vraagstukken, de trucs, de huwelijken der acteurs en acirias en de glycerine-traiien heeft het publiek van ouds een levendig interesse betoond, dat niet hoogjr te schatten is dan als een aangeboren instinct voor het anecdotisch.-. Ook de litteratuur, die zich niet de film bezig heeft gehouden, bepaalt zich voor een groot deel tot dez_> elementen, die met ha a.sih.tioch effect niets te maken hebben. Immers, men kan een volslagen analphabeet" zijn achter de schermen van de studio's en toch van een veel beter inzicht in de brandende problemen der filmkunst bliJKgeven dan de technisch volledig ingewijde. 1-ïlina.sUKtiek is een zaak van resultaat; de acsthetische beoordeelh.g van een film staat geheel los van de wijzj van ontstaan. Den criticus van dit blad, de heer Jordaan, komt de verdienste toe, althans in Nederland ha eerst op het bestaan van dergelijke problemen te hebben gewezen. Hoewel hij hoofdzakelijk op den voorgrond trad als martiaal strijder en als wegbereider, h_cfe hij niet nag'laten herhaaldelijk op principes van zuiver aesthetischen aard te wijzen en daardoor den vlotten journalistieken betoogtrant van zijn artikelen een algemeener relief g.geven. Voor zoover ik weet, is de heer Jordaan er nooit toe overgegaan deze overwe gingen samen te vatten in een theoretische inleiding tot filmaesthetiek; een dergelijk boekje zou z^ker geen overbodige luxe zijn. De ontstellende chaos van opvattingen, die door de ,,Stem"-enquête plotseling losbrak, is ongetwijfeld voor een deel toe te schrijven aan het ontbreken van een principieele orië.iteering op dit g bied. Beter nog een eenzijdige, dan g.en oriënteering. Wanneer ik hier dan ook eenigc thesen van den heer Jordaan ten stelligste wil bestrijden, K gin ik met deze lacune: het ontbreken van een gesloten theoretische beschouwing, te betreuren. Zij.i lezing, die een samenvatting bracht, is uiteraard beperkt gebleven tot een klein publiek en biedt tenslotte evenmin de zekere aanknoopingspunten, die een boek zou kunnen opleveren. Toch meen ik .i uit deze lezing i uit de geregelde lectuur van zij.i filmkronieken eenigj conclusies te mog.Mi trekken, die een commentaar rechtvaardigen. Vooral waar de heer Jordaan de wjk.lijksche voorlichter is van tallooze heilsbegi'erig'n, kan het misschien geen kwaad enkele punten van zij i zienswijze aan critiek te onderwerpen. Misschien kan uit deze these en antithese een synth.se groeien. Een eerste inwendige tegenspraak bevatten twee steunpilaren van den critischen arb.id van den h.er Jordaan. Immers, terwijl hij de sceptische of z. Ifs afwijzende houding van het ,,intell'. c;" (terecht) steeds heeft g roniseerd, verwacht h^ alles van de paedagogische (J.i. democratische) vXfcirde van de filmkunst. Contradictio in tertninio - democratie en kunst! Er is tusschen deze twee feiten een verband te leggen dat de houding van het intellect" volstrekt niet zoo onbegrijpelijk maakt! Zijn wij zelf niet getuige van het moeizame ontwikkelingsproces van filmproduct tot film kunst? En wijst dat proces niet op alles eerder dan op een groeiende artistieke belangstelling bij de massa?.... Er is geen sprake van, dat de film een tendenz naar de gemeenschapskunst" zou vertoonen. SPAREN WIL ZEGGEN GOEDE MEUBELEN VOORDEELIG KOOPEN DIT KUNT U BIJ Integendeel, iedere artistieke poging dwaalt volslagen anorganisch op de golven van lul succes. De massa (de voikszicl", zooals de heer Jordaan het uit druk.) hef. de f.lm aai gegrepen" ais een i.ieuw door on g. k nde spam.it gei. v, rra.scnd sensatiemiddtl; zij h eft, door haar hoi gg roemde belai gstellii g, de film in de diepste afgronden van indusirieile ontaardii.g gesleurd. I\> bioscoop heeft zich Lxgunsiigd juist door de ph.illische driften der massa, g prostiuieerd op een wijze, die de go. eie k_r,i bij..a onher kenbaar niaaku .... L£r is, h d reiuad, reeds lai g een Ve randen, g ten goede waan e e inbaar. Sedert kunstenaars a,s \V> g i.er, La-, p, Janniügs, urn maar een enkelen t.aam te i oenten, zich aan de film g g v,i> hebben, is de kei.Urhg een volJong'.'ii feii. M'iar wat vii elt daarvan weerklank in de ,,volk.,zie 1"V Niets; zij blijft ii.ert in haar waardeerii.g n en een voortdi.Ki.de factor van w.erstai d. Wat zich ais kunstiKment in de f.lm onlwikk.lt, ontwikk It zich oi.verbiildi.lijk van de massa af; dez: t-1. Kert de experimenten, voor zoi.v. r zij de spannii g niet sehaJen. Terwijl h.t irt.lkct" iets in de film ziet om de primitieve krach, der oi.bJeinmerde haieulhg, ziet de massa a.leen die primitieve kracht z If, die directe Se-ntimin.aiitcit en klevaige erotiek lx u r e'a.i elders vermag te sngge recren. Dit is g en depredacie van de ,,volksziel", maar een cons.atcereii van haar eeuw.g tekortschieten, wanneer het kunstwaardeerii g betref-. De verwach'.irg-Mi van den heer Joruaan op dit terrein, zijl democratische opvi e Jh.gsid» alen, kan ik elan ook t;iet anders dan geheel speculatief i oemen. De massa, qua talis, is immers onkunstzinnig en vindt het simp.isiiscn schema hare r zielsconflicten in de pastorale van de amerikaai.sche product ion volkonun b.vredigj. E.-n onafhankelijke filmaesthe tiek z il zich van de paedagogische illusie geheel los hebben te maken. Een andere stelling, die de heer Jordaan in zijn kroniek.-n h. rhaaldelijk heeft toegelicht en in zijn lezing nog eens seh.rp geformuleerd, luidt: de jitm is beeldende kunst. Hoe aantrekkelijk en relatief waar dezj th.se er ook uit moge zien, zij is onhoudbaar. Psychologisch is zij natuurlijk volkomen te verklaren; een teekeiiaar zal in de eerste plaats in een verwante kunst de vi rwante elementen ontdekken en analy seeren.... ja zjfs primair stellen, waar zij het niet zijl. Het blijft echter een fout, dezj begrijpelijke voorkeur als grondslag te aanvaarden voor een aesth.'tische indeelirg. Voor een dergjijke indeeling kan de eenige maatstaf zijn het essentieele moment en dit is voor de filmkunst niet het beeldende, maar het ttranwtisclie. Veel/.-. gg-.-nder argument dan welk theoretisch b.wijs ook kvefele hiervoor de Amsterdamsche brandweer, die den heer Jordaan Verboden had zijl lezi:g niet bewegende filn fragmenten te illustreeren, zoodat hij zich met staiiselu lichtbeelden tevreden moest stellen, liet grootsche- Nibjui.gen epos viel nu uiteen in wat decoratieve, voortreffelijk geslylee reit , maar g heel kunsiloos re proelucee rende fotografie e'.i. Het beeldende ontlinkie zich genadeloos als (hoe w, l onmisbare en z.-e r b langrijke) bijzaak; het schreeuwde om bewegiig. Het woord ,,cinema.ographie" is niet welluidend, maar hel b. rgi de waarheid, dat zonder de ,'nirj,/;;.!; geen filmkunst detikba.ir is. En lx Weging, als kunst vorm, is dramatiek. De f.lmkui.st is Zelfstandige kunst, juist omdat zij dramatisch is opeen andere1 wijz1 dan het tooneel. Aan eten acteur (..et is zelfs m< geluk dei fiimsp Ier los te d nk n vanee.i n.ei sc.i, dus zui.'er als b weg-nd vlak") geeft zij w zenlijknieuwe mogelijkh den, aan eien beeldeiiden kunstenaar niet. Den h er Ji rdaan zij toegegeven, dat werken als ,,Dr. Caligarl" en De Nilx.u gen" als complex vóór alles een regisseur met een schildersoog vereischen; maar niettemin, de bron der ontroeringen, het moment waarin de sche pph.g tragisch wordt, btijft bij We nier Kratiss of Margareihe Schö.i. De /./m is dramatische kun^t. Deze stelling bedoelt geen minachting voor de aandacht, die de heer Jordaan steeds aan de verzorging van het beeldvlak h eft g. schonken; want dit is inderdaad van niet te overschatten waarde. Zij bedoelt alleen: fihndramatiek is een nieuwe, zelfstandige kunstvorm, terwijl film -- heel Jende kunst toch maar een zinnelooze repn ductie zou blijven. Ui. c'eze v rliggh g van het essentieele punt volgt, dat ik mij niet kan Vereenigen met de door den h.er Jordaan uitgesproken verwachting, als zon de film eens de beg leidende muziek geheel kunnen missen. Dit is inderdaad denkbaar voor lx m, die van een beeldvlak, d.i. een visueel abstractum, uitgaat. Voor het genieten van een schilderij is muziek overbodig. Maar wie de dramatische bewogenheid als eerste oor zaak van alle ftlmschoeinheid beschouwt, zal niet naar elimineering, maar naar veredeling van de onafhan kelijke en toch afhankelijke gelnidgolven streven. . . . Verdere detailleering van verschilpunten op dit nog zoo precaire terrein zou mij buiten de beschikbare plaatsruimte doen gaan. Maar misschien raakt dit misschien reeds eenige problemen, die voor een film aesthetiek van belang kunnen zijn. HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE 5\V .. ... ., .. " N. V. Gerard A. v. d. Stcur's :-: KLEERMAKERIJ :-. l laarlem, Kruisstraat 7 Telrionn l 07." O U 1 1 sluitend l c k wal. Knaelsche Stoitt n V ra a a1 1 voorwaarden v ooi' alionnrinrn l 1) Naar aanleiding van il c le;in<^ ,,Van I-'ilm tot Filmkunst", gelwuden door den lieer L. J. Jordatin, 23 Maart ?./., vuur de Anist. Stnd. Vereen, vuur Sui. Lezingen en Soc. Studie. N I E U W E DRUKKE N Ons Speeliiiir, l. Theoretiseh-practiseh Handboek bij de leiding van het Opcnluchtspel op de lagere school en ten dienste van hen, die stndeeren vont het examen, genoemd onder letter J (lichamelijke oefening) der Lageronderwijswet H)2(), door de Techn. Comm. van den Nederl. Uond voor Lichamel. Opvoeding. (Kïilustreerd en met 2 uitslaande tabellen. in linnen. 2e druk. Uitgave van J. H. Wolters. Dr. C. (i. N. DI: Voovs, |. H. VAN DI-.N BOSCH en Dr. D. C. TINBLI<(;I-:N, Letterkundig leesboek vuai H.H.S., (irninasia en l\\\:cekscliulen. Iverste deelVan de Middeleeuwen tot einde 18e eeuw, bewerkl door ). H. VAN DI:N BOSCH en Dr. C. ei. N. n t, Voov> . 2e druk. Uitgave van J. B. Weilters.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl