De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 10 april pagina 2

10 april 1926 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2549 BALATA-BLEEDERS BRIEVEN UIT SURINAME DOOR J. O. SPAKLER JAVANEN EN BRITSCH-INDIERS AAN HET WERK Nieuw Niche r ie. Q Maart, /<)2ó. T 1 ET is wel merkwaardig dat tezelfder tijd, *?*? dat Nederland, Belgiëen Frankrijk door over stroomingen geteisterd worden, vrijwef geheel ZuidAmerika zwaar te lijden heeft van een ontzaggelijke droogte. Suriname heeft zoo'n periode niet meer meegemaakt sedert 1912, ofschoon de toen heerschende droogte lang niet zoo ernstig was als de tegenwoordige. De z.g. kleine regenperiode begint ongeveer half December, en behoort te eindigen ongeveer half . Februari. Ditmaal heeft het echter, behalve een paar kleine, motregentjes van slechts enkele minuten, gedurende die periode in het geheel niet geregend; de gevolgen daarvan zijn verschrikkelijk en thans nog niet geheel te overzien. In Paramaribo hebben verschillende huizen, doch lang niet alle, putten; hier in Nieuw Nickerie zijn er slechts drie putten, en voor drinkwater is men geheel aangewezen op regenwater, dat in tonnen, tanks e.d. opgevangen wordt, en ai deze tonnen en tanks zijn al sinds eind December leeg. Voor waschwater is men aangewezen op regenwater en op zoet water uit de savannahs doch ook de savannahs zijn alle kurkdroog, zoodat thans al het benoodigde water verkregen' moet worden uit de drie bovengenoemde putten, waarvan er bovendien een onklaar is geraakt. Een benzineblik regenwater kost momenteel al circa 50 cents, en een blik putwater 35 tot 40 cents. Tengevolge van die droogte is het geheel balatabedrijf tot stilstand gedoemd, want niet alleen dal de boomen geen balata geven, maar ook de rivieren in de binnenlanden zijn vrijwel onbevaarbaar. De groote landbouw heeft al evenzeer te lijden; het suikerriet verdroogt in de velden, terwijl er geen water is om het naar de fabrieken te transporteeren; de koffiebessen verdrongen aan de boomen, en de jonge cacaoaanplantingen zijn al afgestorven, terwijl de oudere cacaoboomen het ook niet lang meer zullen uithouden. Ook de kleine landbouwers zijn er erg aan toe. daar natuurlijk van de oogst van hun perceelen, die in vele gevallen niet meer dan kostgrondjcs zijn, geheel mislukt is. In Paramaribo zijn bij de Hollandsc'ne boeren reeds verscheidene koeien door de droogte omgekomen. Ook onze katoenaanplant is natuurlijk voor het overgroote deel geheel mislukt, en al moet men na tuurlijk bij den opzet van een groot landbouwbedrijf als het onze van te voren rekening houden met inisoogsten, het is en blijft natuurlijkspijtig als zoo'n misoogst voorkomt. Toch heeft die droogte voor uns nog wel een voordeel, want onder deze omstandig heden kunnen met verschillende werkzaamheden, met name inpolderen e.d., veel vlugger opgeschoten worden dan onder normale onstandigheden. Zoo zijn wij op het oogenblik bezig met het inpol deren van een savannah, waar onder normale om standigheden 3 a 4 voet water staat, terwijl men thans 5 voet graven moet aleer men water bereikt, en het hoeft wel geen betoog dat het maken van dammen en dijken en het graven van trenzen in deze abnormaal-droogen tijd veel vlugger en gemakkelijker gaat dan onder normale omstandigheden. En uiteraard is er thans een overvloed van aanbod van arbeidskrachten zoodat wij thans in de ge legenheid zijn de beste arbeiders uit te zoeken. Sedert ik het laatst schreef is het aantal van mijn sociale functies weer met een vermeerderd, ik ben nml. peet geworden. Dat peetschap houdt niet in, dat het peetekind den naam krijgt van den peetvader of de peetmoeder, maar wel dat de peet deel neemt, aan en advies geeft in zake de opvoeding van het peetekind, en bovendien gecenseerd wordt en dat is wel het voornaamste - daarbij zoo noodig geldelijken bijstand te verleenen. En dit laatste zal dan ook wel den doorslag gegeven hebben, waarom onze eerste opzichter, een echte Surinamer, mij piet gemaakt heeft over zijn jongste spruit. Mijn eerste plicht als peet was om tegenwoordig te zijn bij den doop van het kind, en deze plechtigheid bracht al dadelijk zijn eigenaardige moeilijkheden met zich mede. Vader en moeder zijn nml. beiden Hernhutters, doch om bepaalde redenen werd het kind niet in de Hernhutterkerk gedoopt. Welke die redenen zijn weet ik niet, doch vermoedelijk zullen zij wel hun contri butie gedurende den laatsten tijd niet betaald hebben en vreesden zij derhalve moeilijkheden of bezwaren van de zijde van den leriman (dat is de Surinaainsche naam voor de voorgangers van de Henirmtterskerken). Kn daar de ouders wisten dat ik geen katho liek ben, en evenmin behoorde tot de African Metho dist Church, de eigenlijke negerkerk, zou de doop GEMODERNISEERDE INDIANEN VROl'WEN plaats vinden in de Hervormde kerk, waarbij de domine, een goed vriend van mij. om mijnen!wille een oogje dicht deed. Den volgenden dag stuurde ik het kind een spaarbankboekje, waarbij het kind echter ingeschreven werd op den naam van zijn moeder. Alhoewel mijn peet reeds de dertle spruit is, hebben de vader en moeder nog geen wettig huwelijk gesloten, en de heide eerste kinderen werden dadelijk bij de aangifte van de geboorte door den vader erkend. Daar de ouders echter liet plan hebben binnen kort inderdaad een wettig huwelijk te sluiten, waarbij alle kinderen automatisch geccht worden had de vader het ditmaal bij de aangifte van de geboorte niet noodig gevonden het kind te erkennen, en draagt het kind dus thans nog den naam van zijn moeder. Dat zijn zoo Surinaainsche opvattingen, die heel gewoon zijn. Blankeiistcyn schrijft er al over in zijn boek ..Suriname", een boek, dat ik eiken belangstel lende in Suriname zeer ter lezing kan aanbevelen. Onlangs werd in Paramaribo een huwelijk ingezegend. bij welke plechtigheid de mulste, zeventienjarige zoon \ an het ..bruidspaar" tegenwoordig was! En de wettige vrouw van den voorzitter van den l lervormdeii kerkeraad in Nieuw Nickerie woont met haar eigen kinderen in Demeiara, terwijl de man hier leef! me' een ,,buitenvrouw" (zooals hier de gangbare tenr, luidt), waarbij hij ook een aantal kinderen heef' Overigens is de man een goed voorzitter van der. kerkeraad. Een typisch gebruik bij het huwelijksfeest is de z.g. trouwkoekoe, een gebruik dat bij de minder.' creolen en bij de negers nog geregeld voorkomt Er worden nml. geen huwelijksgeschenken gegeven. doch bij het feestmaal dat volgt op de huwelijksplechtigheid mag iedere gast van een groote en fraai versierde koek een klein of groot stuk afsnijden er consumeercn. Dit stuk koek wordt echter, al naa: gelang van de grootte en de financieele draagkraclr van den gast, contant betaald, zoodat dus de jonggehiiwden een zeker bedrag aan cash money in bande:' krijgen, waarvoor zij dan koopen kunnen wat /:' noodig hebben. Is dit geen practische gewoonte0 Eenigen tijd geleden werd mij een schildpad iy offreerd en niet goed wetende wat niet het Ive^' te doen, vroeg ik mijn hospita, een zeer licht gekleurtU Creoolschc. het beest voor mij te bereiden ir, der vorm van schildpadsoep of iets dergelijks. Dit weigerde zij echter pertinent onder mededeeling, dat schildpad haar t reef was. Dat geloof aan een treet' is ook ie!specifieks Surinaamse!), al schijnt het ourspronkelnk met de negers uit Afrika gekomen te zijn. l).\\.f. het geloof aan een treef is met de negers uit Aïrik.i gekomen, het woord /elf is afgeleid van het Hcbreeiiwsche woord tereefa (. \msterdamsch Joodsch dialec' treife)en hjteekent ; verboden spijs. Hel begrip tree' kan men het best omschrijven als volgt: treef i.- eei voedingsmiddel, welks gebruik den consumen' ir het algemeen ongeluk aanbrengt; het gebruik \ai' treef zou bijv. leiden tot leprco/e aandoeningen e ?! Bij de geboorte van een kind wordt de treef aan eer bloedverwant ot wel een goede kennis, doe!) mee>t.i' van het vrouwelhk geslacht, op mysterieuze whze in een droom geopenbaard, en indien die tree! m. bijv. bacoven is. mag die bepaalde persoon gedorend' zijn gch'.'cle leven, onder welke omstandigheden o' ir welken vorm, ook geen haco\cn eten. L.'ttcrlnlalles kan treet' zijn; vlce>ch. vi<ch.. groente. vrnchtei' of wat dan ook. Soms maak! men fijne ondei^cheidingen, xoo kan bijv. een witte kip treef zijn. tl iel' een bruine kip niet, enz. liet i> merkwaardig, z.maleilen. die het gcbrmkei U de lepra. De echt.1 looft hier vast aan zelfs ontwikkelde Surinamer van treef vasthouden. Een van de voornaamste 011 van treef kan veroorzaken, Siirinaamsche bevolking sj en gelooft tevens, dat dit de eenige wijze is, waardon men melaatsen wordt, terwijl volgens ben besmet l in: door contact met andere leprenzc personen niet m ige lijk is, en de/e opvatting wijst vanzelf uit. hoe vei ba/end moei'-il,- de bestrijding van de lepra in ^o" name i-, Kon. Meubeltransport-Maatschappij DE GRLIYTER 6 Co. <x> GV> CAS DEN HAAG ^ <? &V) AMSTERDAM - ARNHEM Bewaarplaatsen voor Inboedels

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl