Historisch Archief 1877-1940
No. 2549
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONEERLIJKE
AMBTENAREN
DOOR MR. G. II. ARNHARDT JR
Z.ÏZ toe, aan wien gij uw vertrouwen geeft
NU en dan wordt de burgerij (brave burgerij ware
een pleonasme) opgeschrikt door ontdekking van
fraude door ambtenaren.
Eendrachtig is de verontwaardiging in de, liefst
geïllustreerde, pers, desnoods dezelfde pers die
ambtenaren omkoopt om geheime dienststukken te
kunnen publiceercn, en ook diegenen onder de bur
gerij in wier kasboeken de oinkoopsomnien onder
valsche hoofden keurig staan geboekt, bulken van
huichelachtigen afschuw. Alsof omkooping van amb
tenaren en handelspersoneel door handeldrijvendc
groot-, klein- en onmachten alleen ergens in zwarte
republiekjes, veraf, b stond! Het overvloedig en haas
tig werpen van steenen kan wel eens moeten dienen
om den beul den schijn te geven, zonder zonden te
wezen....
En toch: de verguizing van den ontrouwen ambte
naar, hoe hard ook, hoe ook uit troebelen bron, ze is
gerechtvaardigd.
Dat de heler zoo sljcht is als de steler, de omkooper
als de omgekochte, moge in het algemeen waar zijn,
de omgekochte ambtenaar is schuldiger dan de om
kooper, en h:m treft dus sterker blaam.
Dat bijv. in handel en industrie de moraal geen
klein beetje in het gedrang komt (dat zou je uit
congresverslagen niet licht opmaken !) moge verkeerd
zijn, de strijd om het bestaan tegen concurrenten en
belagers is te fel dan dat absolute eerlijkheid veel
kans van bjstaan heeft. Wie niet zeker is van zijn
broodwinning, komt licht tot minder zuivere midde
len om zich te handhaven. Ik praat dit niet goed,
maar zeg alleen dat tout savoir hier tot het vergeven
van veel kan leiden.
Ambtenaren behooren tot de weinige categorieën
die naar buiten eerlijk moeten wezen, reeds omdat
zij het kunnen zijn.
Zeker, hun salaris is veelal sober en zeer vaak
beneden dat van ebenbürtigen of minden, n uit het
vrije bedrijf, maar zij missen de angst en de beklem
ming die vele anderen hebben, die bestaanszekerheid
missen.
Het ontbreken van de zorg voor het dagelijksch
brood geeft den ambtenaar een grootcn voorsprong.
Een particulier, ook al werkt hij hard, is niet zeker
van inkomsten en nog minder zeker van het behoud
daarvan. Dit wordt door ambtenaren maar al te
vaak vergeten. Zeker, de overheid heeft voor kort
met alle middelen rechtens en onrechtens de positie
van vele ambtenaren onredelijk en onzedelijk geknot,
en menigeen is uit den dienst afgevloeid. Maar dit
zijn decadentie-verschijnselen van den na-oorlogscnen
tijd, passend in het kader van lijkgroene etalage
poppen, vlampijpvormige vrouwergtstalten,
jasz.bandeloosheid en bicepsvergoding. Q i passé.
De bestaansonzekerheid die zooveel kwade dingen
?uitlokt, bedreigt den ambtenaar niet; te erger dus
als hij zich toch laat verleiden tot ontrouw. Hierbij
valt op te merken, dat onze schoolopvoeding, n'en d
plaise velerlei fraaie stelsels, allermiserabeist is. Het
gezin, eerste leerschool voor staatsburgerschap,
heeft kunstmatig niet meer die afmetingen die tot
offering bereid leeren zijn; de lagere school en de
H.B.S. leiden op voor den strijd van het uiterlijk
bestaan en negeeren voor een groot deel het innerlijk
bestaan. Het geloof, indien nog aanwezig, kweekt
maar al te vaak den breeden blik van kikkers die
in een put zijn geboren en van het daarbuiten niets
kennen. Zoo iets als opleiding voor staatsburgerschap
?ontbreekt zelfs geheel voor hen die lanüen volk
moeten leiden naar honger ! Ieder tast zoo'n beetje
op goed g!eluk, toch komt het vaak goed uit, omdat
er velen zijn die zich tot een ambt voelen aangetrokken
door innerlijken aandrang.
Maar de overheidsbemoeiing is in de laatste jaren
enorm toegenomen, allicht veel meer dan in pro
centen liet aantal personen dat de eigenschappen
bezit om een trouw ambtenaar te zijn. l ie kans op
k?f onder het koren is gestegen nu de gecultiveerde
families zich zjlf zoo grondig hebben beperkt, dat zij
de vereischte aantallen ambtenaren steeds moeilijker
kunnen leveren. De drag/Ts van het gezag dreigen
uit steeds primitiever milieus te komen, met al de
gevolgen van dien.
Nu spreek ik nog niet eens over het personeel van
overheidsbedrijven en dergelijkcn, dat eigenlijk geen
ambtenaren zijn. noch van de categorieën van lager
personeel die zich alleen in naam onderscheiden v:m
personeel uit de vrij? maatschappij. Het ambtelijke
van een kantoorlooper. een gewone typiste ei'/, is
niet veel meer dan schijn en zij zouden met evenveel
reent en genoegen hun werk doen in dienst van een
loterijondernemer of een negociant in vischlever.
.Men tracht wel eens in plaats van de ambtenaren
cultureel voor te bereiden vimr hun taak. hei uit
oefenen van scherpe controle aan te bevelen. Achter
eiken klerk een hoofdklerk, achter eiken kassier een
accountant, achter eiken agent een briga.dk r. 't Is
alleen moeilijk te zeggen wie elan de dwarskijkers
weer in de g Ucii moet houden.
lenige controle is zeker goed. maar het moet niet
DE FISCALE WETTEN IN FRANKRIJK AANGENOMEN
Teehening voor ,,de Groene Amsterdammer door Joh. B raakensiek
MARIANNK'S PA ASCI l YKKRASSIN G
de ihrarskijlcer zijn die den ambtenaar in goede
banen houdt, nog afgezien van het feilbare en kost
bare van alle mogelijke (en onmogelijke) controle.
Het gemis aan controle is 'n dankbaar, maar waarde
loos argument van den advocaat in strafzaken.
Men ziel in den ambtenaar te veel den bediende in
een zaak, den gewantronwden aspirant-koopman in
het milieu van .strijJ om de winst en strijd om het
bestaan.
Men tracht arbeidsconlractsvcrhoudingeii (in het
vrije bedrijf zeer zeker noodig) in ambtelijke omstan
digheden toe te passen.
Men vergeet daarbij dat het si.laris van een ambtenaar
geen loon is, geen betaling vtmr uvr/i, geen
cuntrapraestatie, maar een /iiider/ioiidssom die de gemeen
schap betaalt aan hem ttie haar u il dienen, om hem
te ontheffen van materieele ;orgen, al naar :ijn positie.
De ambtenaarstaat buiten (doch mag niet onbekend
zijn met) het slaggcwoel der strijdende, vechtende,
vaak knoeiende menigte: hij kan, omdat zijn bestaan
is verzekerd, onbesmet en onberoerd blijven door wat
buiten geschiedt. Hij kan, dus hij moet eerlijk blijven.
waar dit den man in 't vrije leven onmogelijk wordt.
Hij kan, dus hij moet voor de verleiding een glimlach
hebben, niet eens een snauw; hij mag zich verwonderen
over de naïviteit van iemand die hem wil omkoopeti,
hij mag er innerlijk niet eens kwaad om worden.
Hij kan, hij moet zijn: Saevis tranquülus in nndis:
rustig Ie midelen tier barnenele baren.
Xooals de priester, staat hij aan den kant van het
geven, niet van liet nemen, het offeren, niet hel ver
werven. \\ie- dat niet begrijpt, is niet geheel rijp
voor het ambt, /on il; nu enen.
En een overheid die toestaat dat een ambtenaar
anders dan in speciale wen-ehe lijke gevallen, betaald
werk verricht voor particulieren, schiet reeels daar
om te kort, omdat zij haar personeel te rnghi eng!
in ele sfeer van ge-idslave n.ii, die zeer v.uUriilijk.
doch voor part iculie ren nog on v e nnijete luk is. Na Ji maal
de ovvrheid vaak bestaat uil alles/ins e eskiu et gel',
valt haar alleen te' ven', iiten dat /ij uitspraken ei"ci
/onder kennis van zaken.
(i ie ambtenaar die werk
overspannen raakt, pleegt bo\
i ie ambtenaar die '-.neeiliik is. onvi v-e'v.lii-. ;?{ ?:>'
een accoimtanl (een dei algnden \au di.ze:, :;:d \.in
niterliiLen d v, ai g) achh i iu ??. *iond, i-. '< < \ i.-. ;.i.,i,:i'.
juist omdat het exeia;-. v.t; bestaa:.M>i /^-a'tuid
hem ontbreekt, /.ij'! \\ ront i i'.nldigi: g k.i:. /.iit; dat
niemand hem heit! opgevoed en ondel richt in/,.ke
het /ijn \an ambtenaar, En een tweede \eiontMhul
diging is dat /ij die regeereii niet zelden zelf de nauwste
relaties onderhouden met het ..vrije" bedrijf.
Oat de regent en ele magistraat los en vrij moeten
staan tegenover de wereld-van-geldslavcrnij, wordt
maar al te weinig erkend. En zooals de regenten zijn,
zoo zullen de ambtenaren zijn (of worden). En zooals
liet gezag is. is het volk.
liet offer is zoo moeilijk daarom zijn er zoo
weinig aristocraten. \Yie aan de zijde van dienst,
van offer staat en wie-n deswege bestaanszekerheid
wordt gegeven, hij moge priester zijn of ambtenaai,
in geval van ontrouw is hij slechter dan zijn verleider,
omdat /ui "/' feu hooier plan ."'toncl: wie hoog staat,
kan die]) vallen.
Ik meen dat dit onbewust door de burgerij woidf ge
voelden il.it dit gevoel niet berust op minachting voor
het ge/ag. maar, diep in, op eerbied en liefde voor
het u\ire gezag. In ieder inensch leeft bewondering
vonr wat goed en verheven is, en de inbreuken
hierop worden dus te feller gegeeseld.
liet vrije bedrijf staat nog uiterst ver af van ,,dienen
van de gemeenschap", hel ambtenaarschap staat daar
veel dichter bij. l {r worden dus hooge eischeii aan
gesteld en terecht.
Misschien laten partijstrijd en kliekgeest nog eens
een ooievnblik vrij om doelbewust te ai beiden
aan het cnltivceren van de geesteshouding van hen
die eens /uilen medewerken aan de leiding van de
genieenschap.
Voor hel kiezen \an ambtenaren
Duitsciie spreekwoord : ..Schau
tue aan uien ge n\\ \entao.i\\e
/e.lelijke "'?"? leding Hkei u aa
ei-n : róle. ?.? ? . - .ikler meer d
CRETONNE
» PER MTH
BREEDTE O.BO c.W.