De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 17 april pagina 11

17 april 1926 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

Nó. 2550 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 LAATSTE AVONDMAAL (schilder onbekend) Voor de restauratie LAATSTE AVONDMAAL (particulier bezit) Na de restauratie HET RESTAUREEREN VAN SCHILDER IJ EN DOOR JAN D. VOSKUIL Voorzichtigheid in de keuze van den restaurateur HOEWEL men aan het restaureeren van schilde rijen over het algemeen weinig aandacht schenkt, neemt het toch in onze samenleving een belangrijke plaats in. Immers menigeen heeft wel n of meerdere schilderijen in zij'n bezit,waaraan hij in het bijzonder ge hecht is, hetzij dat hij ze mooi vindt, hetzij dat er een dierbare herinnering aan verbonden is of dat hij als familiestuk er een bijzondere waarde aan hecht. Hoe dan ook, hij zal ze in ieder geval zoo goed mogelijk PERSEUS EN ANDROMEDA Voor^de willen onderhouden. Nu kan een schilderij, al ver waarloost men het niet, nóg zoolang schoon en gaaf blijven, eenmaal komt de tijd, dat het groezelig wordt of door een beschadiging hersteld moet worden. Dan is er een der gevaarlijkste oogenhlikken in het leven van het schilderij aangebroken. Men zal het laten restaureeren! En in deze korte momenten wordt LAAT UWE CENTRALE VERWARMING EN BIJKOMENDE INSTALLATIES AANLEGGEN DOOR DEKOHFABR.F.W.BRAAT-DELFT ^N'.GE ZULT .TEVREDEN ZIJN. ' er over zijn lot beslist. Zal het een tweede jeugd tege moet gaan? Of heeft men het, door kwakzalverij, na een koortsachtige opleving, een kwaal laten op doen, waarvan het zoo goed als nooit meer genezen kan en die in de meeste gevallen ook zijn doodvonnis beteekent, al heeft de voltrekking soms na ontel bare folteringen pas jaren later plaats? Dit laatste geschiedt maar al te vaak, want in stede van zich te wenden tot een bekwaam vakman, zien de meeste menschen (wanneer ze het al niet eens zelf geprobeerd hebben!) uit naar iemand, die tegen civielen prijs het schilderstuk wil opknappen. Zoo'n amateur is meestal spoedig gevonden, want er zijn genoeg kunstschilders, antiquaren, huisschilders of lijstenmakers, die zulk een bij-verdienste niet afslaan, hoewel hun kennis en ondervinding op dit gebied in vele gevallen niet toereikend is. Zij nemen het werkje gaarne op zich en wanneer de schilderijen, schoongemaakt en op nieuw met vernis bestreken, bij den eigenaar thuis gestuurd worden, zien zij er in de meeste gevallen helder en opgeknapt uit. Doch deze frischheid is maar al te vaak schijn. Want het is geen kunst, de oude geel geworden vernis er af te nemen en te ver vangen door een nieuwe, heldere laag. Maar wel eischt het vakkennis, het vuil zóó weg te nemen, dat de oorspronkelijke verf ook maar niet het minst aan getast wordt door de reinigingsmiddelen. Immers hiervoor worden door onkundigen dikwijls veel te sterk bijtende vloeistoffen gebruikt, welke later moeilijk te verwijderen zijn en waarvan de resten, wanneer zij eenmaal onder de nieuwe vernislaag opgesloten worden, jarenlang hun vernielingswerk ongestoord in de gevoelige verfhuid kunnen voort zetten. Vooral op oude schilderijen, zooals die der 17e-eeuwers, waarvan de verflaag dikwijls zeer dun is, treft men soms stukken aan, die verteerdjzijn door de indertijd verkeerd toegepaste zuiveringsrniddelen of ook ziet men vaak gedeelten, welke door een te ruwe behandeling geheel kaal gewreven werden. Uit welk een gehavendeti toestand een schilderij doorjjj bekwame hand gered kan werden, bewijzen bijgaande reproducties, die duidelijker spreken dan^ het warmste betoog .... l |t*Er wordt tegenwoordig zooveel gesproken over den chemischen oorlog, wiens onberekenbare macht men juist den laatsten tijd zoozeer begint te vreezen, maar heeft men weieens goed overdacht, hoe reeds eeuwen lang een chemische oorlog doorloopend zijn moordend werk verricht op n der mooiste eigen dommen onzer beschaving: de oude schilderkunst V Het groote aantal totaal verknoeide schilderijen dwingt er toe dit feit onder de oogen te zien! Ontdekt men op een schilderij teekenen van bederf of verwoesting, dan is het 't beste zoo spoedig mogelijk een erkend restaurateur te raadplegen. De taak van dezen vakman is dan meestal lang niet gemakkelijk, want niet alleen dient hij het werkstuk te zuiveren van de schadelijke stoffen, welke zich in de oude verf ingebeten hebben, ook moet door hem het herstel lingswerk verricht worden, dat zoowel technisch als aesthetisch met groote moeilijkheden gepaard gaat. Want de nieuwe verf, welke de restaurateur op het doek brengt, mag natuurlijk geen verkeerden invloed op de oude hebben, waarom de eerste geprepareerd en speciaal voor dit doel geschikt moet gemaakt worden. I'as daarna kan hij met restaureeren be ginnen. Ook dit geschiedt uiterst voorzichtig, want de wijze, waarop de versche verf op de oude laag gezet wordt, kan het schilderij evenveel goed als kwaad doen. Dit alles is natuurlijk vakwerk en zal door iederen restaurateur wel weer anders gedaan worden. Want ook hier zullen, als elders, ongetwijfeld vele wegen naar Rome leiden. Maar hoe het mik zij, voor het schijnbaar eenvoudig regenereeren van een schilderij is veel vaardigheid, ondervinding en practische kennis van de werking tier verschillende mate rialen noodig. Verf en al hetgeen er mede verbanel houdt, beschouwt zelfs de vakman voortdurend met een waakzaam oog, omdat zij, net als een kwajongen. vol streken zit. Daarom h:cft hit geen zin om, zooals men bij den aanvang van dit beknopt artikel wellicht verwacht zal hebben, voorschriften te geven, volgens welke men schilderijen schoonmaken en bijwerken kan, want voor den leek blijft de verf altijd een mysterie:. hij doet dus het beste daar niet aan te raken! Niet alleen moet een goed restaurateur technisch geheel op de hoogte zijn, ook dient hij den geest van de werken uit alle tijden te verstaan. En zelfs is dit niet voldoende, wanneer hij niet van nature beschikt over een fijne intuïtie, welke, daar vaak geraden moet worden naar verdwenen kleuren en vormen, zijn verbeelding te hulp komt. Uit het bovenstaande is te lezen, dat men met restaureeren niet voorzichtig genoeg kan wezen. Menig meesterwerk werd reeds door onkunde be dorven, terwijl door vakkundige herstelling vaak mooie ontdekkingen gedaan zijn. Doch de vakman zal dan ook niet anders dan met den grootsten eerbied PERSELS EN ANDROMEDA N.t de restauratie het hem ter herstelling toevertrouwde doek ter hand nemen en zoo hij van dezen vruchtbaren ernst bezield is, daaraan de \:,-.;L:de ontlokken van een herleving '?'.: KL i i| I\C SCllOl M] lli'id . i produceerde foio> nntvingen wij gehruike van den schilderijenrestaurateur C. B. Mohemeii te 's-(iiavenhage. VAN NELLE'S TABAK KWALITEIT ALOM VERKRIJGBAAR

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl