De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 17 april pagina 12

17 april 1926 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2550 HET VOORJAAR //7cïvoor ..f/c Groene Amsterdammer door GVori*c van RU cm c/o n c/f HOE E K N VERSTANDIG EN HOE EEN ONVERSTANDIG MAN DE EERSTE VOOR (AARSDAGEN DOORBRENGT MUZIEK DOOR CONSTANT VAN WESSEM Over Mengelberg en een zijner bewonderaars 't Het gebeurt dat men enthousiast is over den dirigent Willem Mengelberg en dat men dat enthousiasme wil uiten, wil neerschrijven. Men zal dan pogen zijn bewondering te analyseeren, men zal protaeeren vast t: stellen waardoor Mengelberg tot bewondering dwingt. De een zal het zoeken in zijn standen: zie djn machtigen, plastischen linkerarm !, de ander in zijn gelaatsuitdrukking: zie de dwingend vooruit gestoken onderlip ! weer een ander zal het in de dramatische vertolking, of in het lan, of in de grandiose, hypnotiseerende crescendo's zoeken, of in het drama" dat wordt uitgebeeld". Het blijven even zoovele halve pogingen, détails, die op zichzelf geconstateerd, geen belang hebben. Een goed woord van Cocteau over Strawhisky zij jn dit verband op zijn plaats: ,,Le genie ne s'analyse pis mieux que l'électricité. On Ie posscde ou on ne ie possède pas". Hierin beslissen geen dramatische ophef noch overtolligheden. Het genie blijft ondanks dezen dramatischen ophef, ondanks deze overtollig heden (ja ondanks ook ongerechtigheden die men met de partituur zelf kan vaststellen). Daarom, al deze enthousiasten, die Mengeiberg probeeren te beschrijven, probeeren uit te leggen, te analyseeren, deelen alleen iets over hem mee. Kn in hun ijver, in hun lust naar diepzinnige verklaring deelen zij ook vaak dingen mee, die er alleen in hun fantasie zijn. Ik begrijp volkomen dat de heer A. van den Boer een geweldig en enthousiast Mengelberg-vereerder is, en dat hij, midden in dit enthousiasme, zijn boekje over ,,de psychologische beteekenis van Willem Mengeiberg als dirigent" schreef. Zoo'n boekje over Mengeiberg moet voor hem zijn attractie hebben gehad. Wij leven in den tijd van de psychologie: kinder-psychologie, waarom ook niet dirigentenpsychologieV De heer Van den Boer heeft Mengelberg op verschillende concerten bestudeerd. Hij heeft gezien hoe hij ,,deed" onder Manier, onder Bach, onder Beethoven, onder Tschaikowsky, etc. Hij heeft daaruit afgeleid hoe Mengelberg zich tot deze compo nisten en hun werk verhield. Deze constateeringen, aangevuld met eenige wijsgeerige beschouwingen van de bekende Duitsche soort uit de ll'e eeuw (er wordt veel uit zulke Duitsche boeken geciteerd) bundelde hij tot een boekje, onder een titel waarin de schrijver zich al reeds niet goed uitdrukt: want wat is nu iernand's psychologische" beteekenis? Het goed bedoelen, maar zich minder goed uitdruk ken is kenmerkend voor het geheele geschriftje. zoo als het vaak kenmerkend is voor het enthousiasme, dat vooral niet te kleine woorden wil gebruiken. Zoo nu en dan is hetgeen de heer Van den Boer schrijft totaal onleesbaar van louter enthousiasme, dan moet ge zelf maar uitvinden wat of universeele geestelijke armoe" essentieele exaltaties" zijn of wat dat er in de muziek van Mahler ook materialistische zwak heden zijn, ermaansch-abstraete vi/.ies, die de puurste wezensimicrlijkhcid dezer metaphysische muziek-essence instinctief desavoueeren" (ik doe maar een greep) nu eigenlijk wil /eggen. Mengelberg wordt ons beschreven als Katholiek (terecht), als Helleer), als Oothiker(J). Wij krijgen zelfs een in woorden gefilmde opname van Mengelberg's kijken onder zijn Mahler-directie: Hij (Mengelberg) ziet vreemd ernstig naar de orkestleden, de ontroering kruipt hen) zenuwachtig over zijn aangezicht, zijn on derlip komt groot naar voren als bij een oud man, en zoo laat hij zich maar gaan, terwijl als bij intuïtie nog altijd de wonderlijk doende hallucinatie op hem blijft inwerken. Het lijkt dan, dat elke toonvibratie hem kittelt", enz. Neen, het is bijna wreedheid door citaten nog langer te blijven bewijzen, dat de taal een onwillig voertuig is als wij er erg groote dingen mee willen zeggen, die ons nochtans niet heel h.klei' voor den geest staan. In ieder geval, na liet Ie/en van dit boekje van den heer Van den Boer weet ik van Mjngelberg's psychologische beteekenis" even veel (of even weinig) als voc.rdien. Kn ik hoef het ook niet te weten. Het laat me koud. ') De psychologische beteekenis van Willem Mengelberg als dirigent" door A. van den Boer, l-. J. Veen, Amsterdam. S C H I L D E R K U N S T DOOR A. P L AS.SC IIA K R T Kunstzaal VAN LIER Cs3 CvB naast het Postkantoor te Laren (N.-H.) G\D G\o ANTIQUITEITEN - OOSTERSCHE KUNST SCHILDERIJEN - NEGERPLASTIEK Dagelijks ook des Zondags geopend Het schijnt bij sommigen gewoonte te worden met schraler woorden te schrijven of luchthartiger over Toorop te spreken, dan inderdaad past. l let zijn van die slechte gewoonten,die op allerlei verkeerde basis rusten, en een zekere hoogmoed is er steeds in te erken nen; een onmogelijke, een hoogmoed, die geen duur in zich heeft. Het op deze wijs handelen maakt hen, die zóó handelen (en slot t e komisch eu belachelijk, want er is in Holland weinig, dat zoozeer het hart verhaast en ontroert, dan wat Toorop dikwijls maakt te midden van vet.l pijn en moeiten, lui ge moet dit goed hegrijpen; er is in de/c con.stateering geen medelijden, dat te ge makkelijk doet aanvaarden, wal anders niet zon worden aanvaard; Toornp is nooit voor mij een voor werp van medelijden maar steeds een persoonlijkheid. waarnaar mijn eerbied naat om het werk, om den man en ://';; lijfelijke IteUlliu/ti^licid. Kn die eerbied werd pas, voor de hoeveelste maal reeds? vernieuwd, door het portret, dat de teekenaar maakte van Mevrouu Kleykamp. Het portret is met alle directheid ueteekend; er is geen enkele, zelfs geen subtiele omweg gezocht om dit menschelijk wezen te karakterisceren. De teekeii'ng is recht op het wezen at', maar ze is daarom geenszins eenzijdig, geenszins armoedig; geenszins beperkt. \Vant al is de vorm klaar en eenvoudig, hij is vol sehakeering. Kr is nieis van deze vrouw ontkend; iu ha,ir verscheidenheid, in haar componenten is zij ons duidelijk gemaakt. Toorop is de psychologische teekenaar, die weet, dat al heeli haast iedereen een persoonlijkheid, die hem onder scheidt van de anderen, dat deze persoonlijkheid steeds een amalgaan is van velerlei goeds en velerlei niet-goeds, van velerlei kgcnstrijdigs, dat ons naar mate de kracht, op een dag. van die bestanddeelen. naarmate de zich schakecrende intensiteit van die bestanddeelen, beter maakt of slechter doet schijnen. (Je zonilt nog anders kunnen zeegen; in de nmraskring, die ons wezen is, breken s»nis de wilde bccMen uit hun kooien --- en vernielen, wat wij lang en vol zorgen hoedden. Ik /al niet zeggen, het ware immers onjuist, dat in dit portret de wilde beesten uit hun kooien braken, maar het is de grootheid van dit por tret van een mensen, dat er niets is ontkend en niets verzwegen, dat hier een mensch gegeven is, in klaren vorm, als een persoonlijkheid, en met alle deelen, die deze persoonlijkheid vormen. Kn wie teekent dat in Holland zóó rechtstreeks, met deze zekerheid, met deze juistheid, waarin niets is van zwakte en niets van een veroordeeling ! Kn zoo'n portret doet glimlachen om de armelijke betweters, die aan Toorop knagen, tevergeefs ! l)ce. hij A/er/\'d/n/> Ik kan niet zeggen, dat de laatste tentoonstellingen belangrijk zijn in den koninklijken kunsthandel Kley kamp. Noch J-k-fztij Brocdelet, noch Bruckmami, die achteruit ging, noch Dee hebben eenige werkelijke beteekenis. l let werk van Dee was altijd een middending tusschen een stilleven van bloemen, en een behangselpapier, met bloemen versierd. Het heeft dat gehou den, maar het is nog meer dan vroeger op werk van een juttrouw gaan lijken; ik heb het, voor elders, voluit gekarakteriseerd als de producten van een bejaarde weduwe, die ter vertroosting schildert. Het zijn dus bloemen, met banale nauwkeurigheid geteekeiid, en gekleurd; uitstekend voor reproductie op glanzend papier. Het is werk, dat een zoo totale misken n ing is van de moeiten in onzen tijd, (er is geen enkele woeling der innerlijke diepten in) dat liet niet op een tentoonstelling hoort, maar in muffe binnenkamers van lieden, die geen enkel gevoel hebben voor de schoonheid. B O E KAAN K ON DIG I N G Vertellingen uit den liijbel, duur I-'red. U'. Itappokl. Uit^. II. Meiileiüiiiff. A'iUun. In twee deelen heeft deze vrouwelijke Rcinonstrantsche predikant vertellingen uit het oude en nieuwe Testament gegeven. Zij deed een keuze, uit het O. T. zelfs een gedurfde keuze, l laar motief K daarbij zeker geweest tot de kinderen slechts dat gene te brengen, wat innerlijke waarde heeft. Al be treuren wij, dat h.v. uit het O. T. alle richkren werden weggelaten, benevens Klia, Job, Kuth, toch stemmen wij met een, nog zoo ruime, keuze van harte in. Kn de wijze waarop de verhalen weerge geven werden, Ivwijst liet paedagogisch talent van de schrijfster en haar warme liefde voor de kinderen. Zonder den minsten sehoolmeesterstoon zijn de ver halen didactisch verteld. Zonder te preeken of te moraliseeren houwt de schrijfster religieus op. Heel eenvoudig en <nniiddelliik wordt alles met religietisen zin wrtcld. Al zijn voor al te jonge kinderen gesel te juichen, vrij uitgebreide bel Jczaia, Jereinia over het ; echte kinderbijbel. De pieleit voor den Bijbel eu zijn woord doet in deze vertellingen goed. Oriëntccrende bijlagen verhoogeu nog de waarde van de/e sympa thieke boeken, die wij in vreugde hebhen ontvangen. De uitgave is royaal en zeer goed verzorgd. Wiilem l lardeillvrg illustreerde beide deelen. De gekleurde platen zullen kinderen wel mooier vinden dan ouderen. J.r /warr-dnikteekemiigeii, in nauw overleg niet de schrijfster tot stand gekomen, bekoren uel meer. Maar b.v. de Jezus-figuur vind ik nog al eens ouuelukkig. in dublieleii zin.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl