Historisch Archief 1877-1940
,No. 2550
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
15
OP DEN ECONOMISCHEN
U I T K IJ K
DOOR JHR. MR. H. SMISSAERT
Van pelroleumkache/s en nog wal
DE Minister van Arbeid heeft 13 Maart 1.1. eene
in de pers medegedeelde beschikking" gencmen,
welke waarschijnlijk weinig de aandacht heeft ge
trokken en die toch onze belangstelling wel waard
is; zij betrof de bekende strijdvraag der kacheltjes
van Jamin". Het is waar, dat die strijdvraag feitelijk
reeds eerder was opgelost, n.l. door het arrest van
den Hoogen Raad en in zooverre was de ministerieele
beschikking misschien niet meer dan formeel: Zijne
Excellentie toch kon bezwaarlijk tegen de uitspraak
van ons hoogste rechtscollege in, het door
districtsJioofden der arbeidsinspectie ingenomen standpunt
blijven deelen.
Men herinnert zich ongetwijfeld het verloop dezer
aangelegenheid. De firma Jamin, die in vele gemeen
ten van ons land winkels van suiker- en
banketbakkerswerk exploiteert, had winkels door
petroleumkacheltjes doen verwarmen. Dit nu werd door
«enige districtshoofden der arbeidsinspectie be
schouwd als niet te zijn eene behoorlijke wijze van
verwarming; zij meenden krachtens art. 59 eerste
lid onder c van het Arbeidsbesluit 1920 bevcegd te
zijn, den eisch te stellen dat eene andere, hen be
vredigende verwarmingswijze zoude worden inge
voerd. Waartegen de firma Jamin zich verzette,
ontkennende dat deze ambtenaren de bevoegdheid,
welke zij zich toekenden, in deze aangelegenheid
toezaten, ontkennende ook dat de verwarming door
petroletnnkacheltjes beneden redelijke eischen zoude
2ijn. Niet minder dan 3 districtshoofden der arbeids
inspectie hadden de kacheltjes veroordeeld en ver
vanging door ander materiaal als eisch gesteld: van
Maastricht, van Arnhem en van Groningen was het
vonnis gekomen, dat de winkels te Eindhoven,
Helmond, Nijmegen, Meppel en Sneek trof.
De Hooge Raad nu heeft 25 Januari 1920 beslist
dat art. 10 der Arbeidswet 1919\vel voor het stellen
der voorwaarden betreffende de in dat artikel ge
noemde punten verwijst naar een algemecncn maat
regel van bestuur, maar dat dit artikel niet aan liet
districtshoofd de bevoegdheid geeft eischen te stellen
en dat dus een eisch, ais bedoeld in het
bovenaangehaald art. 59 van het Arbeidsbesluit niet steunt op
.art. 10 noch op eenig ander artikel der Arbeidswet.
De zaak was hiermee afgedaan; a's vaststaat dat c!e
ambtenaar bij het stellen van eischen zijne bevoegdheid
is te buiten gegaan, ligt de gevolgtrekking vu< r de
hand; die eisch heeft geen rechtskracht, geen
bcteekenis.
Hetgeen de Minister, dit arrest van den Hot gen
Raad vermeldend, in zijne beschikking dan ook
erkent: de bestreden eischen, zoo luidt zijne slotsom,
behooren te worden vernietigd. De Minister v< egt
daaraan nog toe, dat de firma Jamin het bewijs der
ondeugdelijkheid van de betwiste verwariniiigswijze
niet geleverd achtte en dat bij eene rondvraag onder
de filiaalhoudsters geen der leden van het personeel
cenig bezwaar tegen verwarming door
petroleumkacheltjes had....
Wat nu dit laatste betreft, IK e sterk het ook
schijnen moge, afdoend is het niet. Indien inderdaad
in eene fabriek, werkplaats of winkel eenige inrichting
zou zijn beneden bij wet of bestuursmaatregel gestelde
eischen, doch de beschermden" zouden zeggen : wij
zijn er best mee tevreden, zooals het is", dan z?^ dit
toch geen grond mogen zijn, waarop de arbeids
inspectie, belast met het toezicht op de naleving van
de wet, zich van ingrijpen zou moeten onthouden.
Wel kan, dunkt mij, zoodanige tevredenheid der
beschermden" voor de arbeidsinspectie een reden
tot onthouding zijn, wanneer de maatstaf van wat
al of niet behoorlijk is, niet in wet of bestuursmaat
regel is neergelegd, doch de beoordeeling daarvan
aan het persoonlijk inzicht der inspecteerende
ambtenaren is overgelaten; dan kunnen zij m.i.
zeggen: wel, als iedereen content is, laten wij dan
niet de zaak op de spits drijven.... Doch men
BEREKENT
U zelf het voordeel, dat een Rad;o-!r.stallatie ver
schaft. Prijs, compleet met tocbeliooict: en pkuusing
onder garantie door geheel Nuclei 'and f250.
J O S. I-i AUTO G
Hoofdsteca 17 Mobe^rnr.t 23
Tel. 33-!3 Tel i !,;
R O T T E R D A M Li T R E C H T
N.B. Levering kan in verbnnj mee looj-e-.de
aanvragen niet binnen veertien dagen geschieden.
gevoelt wel, dat dit punt eigenlijk geheel buiten de
zaak om gaat, aangezien immers volgens den Hoogen
Raad de beoordeeling aan de ambtenaren der arbeids
inspectie niet toekwam.
De overweging van dit laatste, het cardinale punt
geeft mij aanleiding en daarom wijs ik op des
Hoogen Raads arrest en des Ministers beschikking
tot eene meer algemeene beschouwing over de grenzen,
aan de bevoegdheid van met toezicht belaste ambte
naren te stellen. Het is wel volkomen duidelijk dat,
indien die grenzen zeer ruim zijn en dus veel aan hun
inzicht wordt overgelaten, dus hunne macht tot
gebieden en verbieden en dwingend voorschrijven
zeer ver reikt, het persoonlijk element in de toepassing
van onze wetten een factor van bijzonder groot e
beteekenis gaat worden; het hangt er voor de aan de
wet onderworpenen dan maar van af met wien, met
wat voor ambtenaar zij te maken zullen hebben. Is
hij iemand met wien wel te praten valt", nti, dan
zal dat praten veelal tot eene bevredigende oplossing
van vragen en eene niet-hinderiijke toepassing van
de wet kunnen leiden. Wordt hij beheerscht door
zeer strenge opvattingen, wenscht hij dat zijn wil
wet is, schuift hij alle bedenkingen op zijde en is hij
ook voor ernstige bezwaren niet ontvankelijk, ja,
dan zal de oplossing van vragen veelal niet bevredi
gend en de toepassing van de wet toch wel hinderlijk
zijn. Indien het voorbeeld ligt voor 't grijpen --?
in het geval-Jamin, de districtshoofden bevoegd
waren geweest, het gebruik van petroleumkacheltjes
als onbehoorlijk te wraken en eene andere verwar
mingswijze te gelasten, terwijl toch niet bewezen
was dat die kacheltjes als warmtebronnen ondeugde
lijk waren en terwijl toch niemand, die in die winkels
dienst deed, daartegen eenig bezwaar had, zouden
dan hier niet Arbeidswet en Arbeidsbesluit zijn toe
gepast op een wijze, waartegen ons gevoel van recht
en betamelijkheid in verzet komt? In verzet, omdat
wij ons niet aan het f';rzicht van een ambtenaar willen
onderwerpen, indien niet zijn i/oorzicht blijk geeft
van redelijke opvattingen. En nu kan men wel zeggen,
dat alle met een verantwoordelijke taak belaste
ambtenaren mannen met redelijk doorzicht moeten
zijn.... maar als wat moet" nu niet de feitelijke
toestand is, wat dan?
De wet legt ons tal van verplichtingen op; /ij be
perkt langs allerlei wegen onze vrijheid van doen en
laten; wij kunnen daarmede vn.de hebhen, omdat de
vaststelling van die dwingende wel berust bij de
Regecring en de Staten-Gein, raal, welk laatste college
is de volksvertegenwoordiging, <>p welker samen
stelling wij als kiezers invloed kunnen oefenen, \\ordt
eene wetsvoc rdracht ingediend, die t ns oiigcwc nsclit
schijnt, wij hebben het recht van petitie" en kiiniun
onze bezw,- ivn kenbaar maken. Word l daarmede
niet of onvoldoende rekening gehi ude n, uu, \\ ij hcbl\ n
toch ons woord kunnen spreken: Regeering en Parle
ment bleken het niet met ons eens: wij zullen dat
betreuren, maar ti ch het gezag der wet erkennen en
ons daaraan onderwerpen.
Maar het moei dan ook eene in/ zijn, elie ons ver
plichtingen oplegt, onze vrijheid beperkt. Wat zien
wij echte-r reeds sedert tientallen van ja n. n mee r en
meer gebeuren? De wetgever, in zijn steeds verder
gaande zucht tot afdalen in bijzonderheden van
regeling, ziet geen kans meer in de M'it ~cli zooelanige
gedetailleerde regeling nee r te leggen. Dus stelt hij
eenige algemeene bepalingen vast en laat de uitwer
king daarvan over aan tal van hesttinrsmaat i\gelen.
Op den inhoud van die uitvoeringsbepalingen ver
mogen wij, de aan de wet onderwi rpeiien, geen
invloed te oefenen; /ij verschijnen op zeke i'e n dag en
zijn geldig. . . . en daarmee is alles gezegd.
Zulk een (thans algemeen gebruikelijke) trant van
wetgeving schept groote onzekerheid. Wat wij in de
wet lezen, maakt ons niet veel wij/er: de
beStunrsmaatregel, daarop zal het aankomen. Doch wat
diezal decreteereti, hebbeu wij af te wachten.
En wanneer nu de bestuursmaatregel op zijne
beurt de beoordeeling- van wat al of niet behoor.ijk
zal zijn, overlaat aan het inzicht van den ambtenaar.
dan staan wij tegenover den enkele-u man, die ons zal
voorschrijven wat wij hebben te doen en te laten.
Reeds vele jaren geleden heb ik op dit euvel
want het is een euvel - gewezen en dit genoemd:
wetgeving door het uitvoerend gezag". Maar ik
vrees, dat wij van deze verkeerde methode niet zoo
spoedig bevrijd zullen worden. De wetgever wil nu
eenmaal alles en allerlei geregeld zien ; het Parlement
beseft wel, dat liet niet over al die details kan mee
praten, schuift dus zijn aansprakelijkheid daarvoor
op zij, laat dit kleinere werk" over aan den Minister,
den bestuursmaatregel, den ambtenaar, terwijl juist
iu die regeling van details, in die eigenlijke bepaling
van wat (binnen het ruime kader der wet zei t)
mag" e u ,,u ie t mag", de mate van v rij IK idsbepcrking,
van hinderlijke of Soepele toepassing, van vcxatoirc
of schappelijke voorschriften opgesloten ligt.
Nu zien wij in ele laatste jaren in bniten-ambielijke
kringen den wensen levendig worden, dat, binnen
een ruim door de wet getrokken kader, de nadere
regeling en ook het toezicht op de naleving worden
opgedragen aan »ri'pj;iijijM'i-n/p f
natuurlijk eene oplossing is. Do
niet vrij van bezwaren toe schijnt.
moeten wij nu wel buiten bi schi
wilde hier slechts naar aanleiding d
Jamin iets zeggen over ele wet^eviii;
rend gezag".
DIERSTUDIE: KERKUIL
Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer
door H. Versdjnen
DE VOLKSHELD MET VERHOOGD PRESTIGE
Een vreemde, zwakzinnige dame,
Geen jonge, maar wel een vo< manie,
Schoot me r.et c!our mijn neus;
't Was geen plaatslijke keus.
Maar voor mij is 't een prima reclame.
B O E K B E S P R E K I N C)
De leeeis omvangrijke literatuur muiren! lui
\ceierlandsch-Bcigisch verdrag is met de/e brochure
van mr. E. Eukker verrijkt, want wat hief ix
scheidcniijk als ,, Kant u cke uu gen" wordt geluiden, iv
inderdaad eene met ovcriulging gestelde en goed
ge eiocunic n l ee rele hestrijelmg op de hclangrijksie
punten van het straks door ons Parlement te
hchanelelen Iraetaat. Scili". behandelt eerst de overeen
komst, aan welker worelhig\!;cschicdems liij herinnert
en betoogt daarbij, dat ele Wielingen-kwestie of in de
re ge l i n g had moeien lx-grepen zijn "f vooraf, desimneN
eloor arbitrage, had opgelost moeten /ijn, elat te meer
omdat dit iractaat, gelijk hij in het licht stelt, die
kwestie acuut maakt, immers juist ten aau/ieii van
die upen" blijvende vraag onvermijdelijk tot
practische moeilijkheden zal leiden. Doch al ware de/e
aangelegenheid geregeld, dan nog zou schr. dit
verdrag voor ons onaannemelijk achten, liet
Schelderegiem verzekert onze souvereine rechten niet: hei
ontneemt aan onze autoriteiten de haar toekomende
bevoegdheden; boveneüeii : het legt ons uiterst
zware geldelijke verplichtingen op, vrijwel onbeperkte
,,en dat alleen en uitsluitend ten behoeve van de
Belgische haven .Antwerpen", l'.e instelling van de
Commissie van Beheer last op vel schillende wijzen
onze sonvcreiniteitsrechteii aan: ind'eii geschilpunten
eloor arbitrage beslecht moeten worden, zu l.'ii arbiters
de overwegend-sterke positie, aan Belgiëtoegekend,
niet kunnen voorbijzien. Waartoe dit alles? Het
stelsel van 1839 heeft Antwerpen niet belet de mede
dinger van Rotterdam en Hamburg te worden.
In het tweede eleel zijner brochure oefent schr. een
scherpe doch scherp/innige en rake kritiek op ele
Memorie van Toelichting, welke als authentieke
interpretatie van !n-i verdrag moet geleien. Op lal
van punten gaal elie M. v. T. verder dan ele tekst van
hel verdrag of stelt zij wat duideliik ^cheen twijfel
achtig, geelt grond voor dubbelzinnige opvattingen.
bevat bedenkelijke uitbreiding.
Dit helder, l'orsch en klemmend betoog moge in
gang vinden bij allen, elie in deze Mangelt geilheid
belang stellen. En waai zoo groote nationale belangen
op het spel staan, kan geen onzer zeggen, elat hem
eleze zaak niet raakt, ,.1'iia rcs agitur" geldt hier
voor ons allen. l I. X
NederSandsche Munt
Holland's beste 10 cents sigaar