De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 17 april pagina 18

17 april 1926 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

18 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 5250 UIT DEN GEMEENTERAAD DOOR BARBAROSSA Teekeningen voor ,,de Groene Amsterdammer' door B. van Vlijmen "\r OORJAAR buiten en voorjaar * binnen. Veel grijze pakken. Me vrouw Tilanus is een paars, dat, vol gens kenners, het midden houdt tusschen kardinaal-rood en geheime-kamerheeren-purper. De Machtige heeft zijn haar laten knippen. Met een pleister «p zijn neus, zou hij voor een Marxistischen Mussolini door kunnen gaan. Eitje Polak heeft zijn witte sous-vest aan dat hij anders alleen bij koninklijke bezoeken zich omlegt. De Partij vindt het goed. En Motnme Rodrigues de Miranda.... ? Doch daarover straks. Het begint met de portiers bij de Tram. Deze ongetwijfeld nuttige be ambten hebben Zondagsdienst en niet mis ook. Van de 52 Zondagen per jaar zijn zij 33 in 't touw en doen dan 12 uur per dag dienst. Men wrijft zich de oogen uit. Zijn dit de zegeningen van ons ultra-democratisch bestuur? Zitten daarvoor drie rootle hèt re n bijna almach tig in 't college? Hebben wij daarvoor een volbloed wethouder, met een niet minder volbloedige commissie van bij stand? Maar in den democratischen Raad was het niet aan dooven gezegd. Hij stond ineens op zijn achterste pooten. De Machtige keek zoetjes en witjes en sprak kalmeerend. Hij zou de zaak eens bekijken en de redelijkheid .... Jawel !. . . . Of hij geen praeadvies zou geven? vroegen er een paar. Hij voelde er niets voor. Dan een voorstel ! zei Lisser en ziet: het werd aangenomen met 21 tegen 12. Na zoo'n nederlaagje is het een machtig schouwspel Wibaut .gade te slaan. Dan wordt hij een natuurverschijnsel. Zooiets als 't Noorderlicht. Hij kijkt dan even schuin naai den Burgemeester, die de cijfers voor zich heeft. Neen, geen vergissing. Het is 21 tegen 12. Dan wendt hij het hoofd naar den Raad en kijkt als een gestorven lam. Een waas van onschuldig lijden trekt over zijn aangelaat. En hij kijkt heel ver in de verte. Zijn blik raakt weg. Dan glijdt hij achterover in zijn stoel en de lijdenstrek verscherpt zich. Hij zegt een enkel woord tot den Burge meester. Het lijkt iets heel liefs. Niets oneerbiedigs over de stemmers. Dan poetst hij zijn lorgnet op en staart weer in de verte. Misschien ontwaart hij daar de komende maatschappij. Weg is nu de smartelijke trek. Er komt iets verhevens om den neus. De spieren in zijn nek verstrakken. De mond trekt zich samen en weer gaat een woord naar den Burgemeester. Hu dan ineens hoor je hem heel hard tegen Jan ter Haar zeggen: ,,neu. ..." Dit is Zeeuwsen. Waarop zijn^hoofd * H E E R E N * SCHOEISEL BERNARD ELIAS 51 LEIDSCHESTRAAT W AMSTERDAM ffi den steun van de hand zoekt en hij zich in zijn stukken verdiept. Is het minder interessant dan het Noorderlicht? Intusschen vroeg niemand waarvoor op Zondag portiers bij de Tram noodig zijn en stelde niemand voor eens te onderzoeken of deze menschen niet 52 van de 52 Zondagen thuis kunnen zijn. Maar dat komt misschien bij het pre advies. . . . Voorjaar !. . . . Het neutrale Blok aller neutraalste middenstandsbonden stond vol bloesem. Majoor Solkcsz, scheen een van die glundere poppetjes die bij onze zaadhandelaren in de etalage staan en waar van, uit de schedels, mits goed nat ge houden, de grassprietjes hoog opschieten. Want was hier geen groote dag voor de fractie? Was daar niet hun voorstel omtrent de vermakeüjkheidsbelasting en het adres dier nijvere middenstanders, dewelke ons van vleesch voorzien V Arpad Weiss had zich duchtig voorbereid en scheeu gewapend tot de tanden. Van tal van middeiistandshloemen had hij de honing gepuurd en nu zat hij op zijn cijfers en argumenten als een vlinder op een bloem, En de derde van het Blok glinsterde in de zon als een blij rietvoorntje, dat even boven het water nitwipt en nooit was er een klaverblad van drie dat er zoo als een blok van graniet uitzag, (ielukkige middenstand, die een dergelijk drietal tot vertegen woordigers heeft ! En hoe sterk stond Arpad in zijn argumenten voor tle * verlaging der abattoirtarieven. De gemeente houdt BJASPIBOMMB: BOEKBINDER KERKSTRAAT 55 AMSTB^flDAM van 't abattoir, dat een sociaal-hygi nische instelling is, een kwart milïioen over, wal op een zeer hygieiiischen toestand wijst, al schijnt het minder Miciaal. Dat kwart millioen, aliius rede neerde de lieer Blok, komt van de slagers, boort den slagers en dus.... verlaag de tarieven, zoo dat hel kwart miiliouii in de zakken der beenhouwers blijft, elie daarvan, laat ons z.'. ggen. een kwart milïioen uilgeveii voor loonsverhooging der gezellen, /oo /ijn onze middenstanders, niel U ge nsl aan de hel i tl 't bedrijf niet al te rooskleurig ga Doch zelfs in dil lokaas beet de \\etlv der niet. ,,Eonnstrijd moet buiten gemeente nm gaan", zei hij en hij .al. de 2.5 ton terug hadden, de gezellen er veel vetter van zouden worden. Waarop de heer CanJs, die soms liet nieuwe klaverblaadie is van het Blok, te verstaan gaf dat die 2.5 ton dan wel ten goede zouden komen aan den consu ment, waarop de wethouder vermoede lijk zal geantwoord hebben dat dil geen verschil maakt, want wat is de gemeente anders dan al de 700.01 M) consumenten bij elkaar? De tarieven blijven natuur lijk gehandhaafd wan I de 7üo.n:o consumenten kunnen die 2.5 ton niet missen en de voorjaarsbloenieii van het Blok verdorren voor den nachtvorst der wethouderlijke redeneering. Toen trad de heer Carels in een andere rol naar voren. Hij is de kampioen voor een der vele, te vele, nationale opera's, die onder Chris de Vos en DesiréPauwels twee veteranen, twee koppigeii, die niet ophouden niet kunnen ophouden om Amsterdam een opera te geven. Zij komen altijd geld tekort, al hebben zij geestdrift Ie over en aangezien zij gene wit voetje op het stadhuis hebben, n >ch vreeselijk kunstzinnige daden doen die niet /:ï(!(!() voor n sof nog niet te goed betaald zijn, doch met de krachten z/>o fatsoenlijk niogelnk voor den dag trachten te komen, betalen zij geregeld van hun tekorten de vermakelijkheidsbelasting. En nu geld in 't kunst potje over Carels Eaust \\et;ei;s aria van de veer het taschje v Maar de Kunst-wi schijven en het wa krijgen, liet I )e Bioscoop is belasting-object en of zij winst maakt ol niel, de belasting vloeit toch. Men lu t'l accijns van de jenever of het den vergunninghouder voor den wind gaal of niet en wie zijn hart ophaalt aan Pola, aan (iloria. aan Charley, aan TI m en Jackie gaat naar huis niet de zalige overtuiging dat hij naast de bevordering van zijn zieleheil, ook het heil der gemeente-kas bevorderd heeft. Xootlat de vermakelijkheidshelasting ei genlijk de zedelijksie aller belastingen i s.... Tot slot .... ? -V ^ V-i- ~ ^ *4/ftP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl