De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 17 april pagina 19

17 april 1926 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

.No. 2550 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 FEUILLETON D E: SLANG DOOR S. D. LE FEBRE T T IJ was een baartje" een ?'??'? orang baroe een nieuwmensch, kersversch uit Holland geïmporteerd. Met groote oogen zat ie rond te staren inde wond're warme wereld. Het was dus alles waar wat ze 'm er van hadden verteld. En ook de boeken hadden niet gelogen. De beelden, die z'n scheppende hersenen uit al die gegevens hadden opgebouwd, bestonden; ze waren werke lijkheid geworden; ze leefden en bewogen! Vlak in zijn nabijheid was de kebon" bezig de potplanten te begieten. Een wezenlijke oppas" slenterde in blauwe uniform met gele biezen vreemd afstekend tegen 't bruine apengezicht parmantig rond. Een badjing wipte tin telend van levenslust over 't palmenblad, en voerde in zijn dollen sprong het sie, lijk pluimpje wuivend met zich mee. Het groote, indrukwekkende park, de roerlooze palmen, de grijze, witgedakte gebouwen, de trillende atmosfeer, de geruischloos loopende bediende en de felle, bijtende stralen daar omhoog, dat alles was prettig vreemd, echt Indisch !.. .. Het was 't uur van de middagrust. Al wat Hollander was, had de koele binnenvertrekken opgezocht om liet brandend oog van den dag te ontvlieden. Alleen onze baar" had nog te veel Hollandsche kou" bij zich om midden op den dag te kunnen slapen. Hij zat in de voorgalerij van het gebouwtje, dat hem ais woning was aangewezen. Toewan Jansen, de administrateur der onderneming, had te midden van tamarinden en ketapanboomen een aar dig schooltje met gouverneurswoning laten bouwen, opdat zijn kinderen ver van een groote plaats -- toch goed onderwijs konden genieten. Daarop had ie uit het moederland een versch afgestudeerd, waschecht schoolmeestertje laten komen, en dat ventje zat nu tijdens 't rustuurtje z'n omgeving en zichzelve in z'n wonder lijke Indische kleedij te bekijken ! Toen ie daarmee gereed was, haalde hij schrijf gereedschap voor den dag om z'n over denkingen toe te vertrouwen aan 't blanke papier, dat over een maand hen, die hij achterliet aan lauwe Westerstranden" deelgenoot te maken van zijn wedervaren. De hitte was intens. Trillcndheete luchtgolven stegen op van 't geblakerde grint in de paden; het cement van den grond schroeide den voetzool, 't Ge bladerte hing in onmacht neer. De musschen, die zich ook hier familjaarweg hadden ingedrongen, zaten amechtig hijgend in de schaduw der daken. De koetilang (geelstuitlijster) had zich ver borgen; de krekel zweeg. Maar onze blanke vriend stoorde zich aan geen warmte: de kleeding was er immers op ingericht? En bovendien wanneer alles nieuw is en vreemd, ziet men 'n luttele 100 gr. Fahrenheit licht over 't hoofd ! Daar nadert een man een Javaan, met den eigenaardig wiegenden schuifpas der inlanders: de knieën bevallig naar buiten gebogen. Voor den blanda hurkt hij neer en maakt eerbiedig densembah (handgroel). Daarna begint hij een omslachtig ver haal waarvan de inhoud onzen baar ontgaat om de eenvoudige reden dat hij nog geen maleisch verstaat. Toch treft uit den chat s van klanken eenige malen het woord: ocler z'n oor en de gereed liggende woordentolk vertaalt hem dit als : slang ! Dadelijk flitst er door zijn scherpzinnig brein de volgende reeks gedachten: Er is een gevaarlijke slang in het park. En nu alles slaapt, komt deze brave man in z'n angst en verlegen heid naar mij - den nietiwgekomene om hulp en redding te vragen in den nood ! Nog nooit hebben ongelukkigen of zwakken tevergeefs een beroep gedaan op mijn offervaardigheid en moed ! Bruine broeder, ik ben gereed om het menschdom van dat monster te verlossen. Let slechts op mijn daden !" En hij stond op om zijn geweer te halen, dat men moet in Indiëop alle gebeurlijkheden zijn voorbereid steeds geladen hing aan het hoofdeinde van zijn ledikant. Maar bedachtzaamheid is even noodzakelijk als heldenmoed en daarom greep hij opnieuw naar het woordenboek om den man nog ne vraag te stellen: ,,Is ie vergiftig die slang?" O ja meneer ! Erg vergiftig ! Het is de gevaarlijkste van alle slangen ! Hij heeft het goed gehoord ! Alle weifeling is weggebannen. Vastberaden omklemt hij de kolf van zijn geweer en volgt nu met spiedend oog den braven inlander, die verheugd voor hem uit schrijdt. Achter eenig struikgewas verscholen, niet zoo heel ver van de Roemah besar, het groote huis, bevindt zich een put. Naar dien put begeven zich in 't middaguur de bedienden, om, beschermd door 't lichte bamboe-loof, de hitte en 't stof van de bruine leden te spoelen. Met een siraman een gesteeld vat scheppen ze water uit den bak, en laten 't verkoelend nat behaaglijk over hoofd en schouders stroomen. En in het struikgewas rond dien put, waar de bloote voeten spelen met de zonneplekken op den grond, heeft zich nu o schrik het ondier genesteld ! Begrijp eens, welk een vreeselijk onheil hier had kunnen gebeuren; vele menschenlevens waren in gevaar ! Hoe ge lukkig dat het scherpziend oog van den Javaan het monster heeft ontdekt ! Geen nood, een welgemikt schot en de onderneming is voor dergelijke ram pen bewaard ! Zeg op dan, vriend,waar zit je slang?" Nah, itoe toewan!" Hij kijkt.... Inderdaad. Daar glijdt kronkelend een geringd glad lichaam langzaam over den beschaduwden grond. Men onderscheidt duidelijk den driehoekigen kop met de gitten star-oogjes en het venijnigwippend tongetje. Halt, booswicht -- met uw gluiperig moorden is 't gedaan ! Nog eenige seconden en 't vliegend lood maakt een eind aan uw misdadig leven. De blanke gaat een paar schreden achteruit ; de inlanders slaan hem vol belangstelling gade; zien hoe zorgvuldig hij aanlegt .... wachten ademloos het schot.... staren dan weer naar de slang, die onkundig met haar lof, langzaam voortglijdt.... Pang ! Een harde slag, zóó hard, dat de ocren suizen ! Toewan Mester, zooals hij door de bedienden wordt genoemd, neemt het geweer van de \\ang en bekijkt weivoldaan de uitwerking van het schot. De hagelkorrels hebben op dien korten afstand den kop letterlijk weggerukt. Het lange lichaam ligt nog in domme kronke lingen trekkend, schuivend, knoopen vormend ter neer. Ajo ! kenóh; kenóh ! jubelen de Javanen, Raak ! Raak ! En vol bewondering en ontzag kijken ze beurtelings naar 't slachtoffer, dat zoo raar doet, en naar den blanke, wiens vuurwapen zoo'n geweldige uitwerking heeft. Maar lang duurt hun vreugde niet ! De deur van de administrateurswoning wordt geopend en de bewoners komen in groote ontzetting naar buiten gehold ! De overmoedige, vrooiiike houding der bedienden heeft plaats gemaakt voor een gedweeëen onderdanige - en de een voor, de ander na sluipt heimelijk heen. En wanneer de familie de plaats des onheus heeft bereikt, vinden ze Toewan Mester alleen, (rotseli neerblikkend op zijn eersten jachtbuit. I let schot heeft nog iets anders uit gewerkt, dan den dood van het reptiel ! - Stel u voor: het dolce far niente in een deftig Indisch huis ! - Mevrouw die zoo ontzettend lijdende is aan den afschuwelijke migraine heeft een wijle vergetelheid van haar lijden gevonden in zoeten slaap ! Meneer, die razend veel aan z'n hoofd heeft, en behalve de soesah aan de fabriek ook het slechte humeur van Mevrouw en de wildheid der kinderen heeft te verduren - - meneer is tegen z'n gewoonte ingeslapen. l/ EEN DAtfLUK/CH TE OOfTEBBEEK DE VERZORGING OP. AUG. KAUPMANN P. C. Hooftstraat 113, Amsterdam - Telefoon 23308 Speciale Aanbieding ZUIVER LINNEN TAFELGOED Servet 98 cent, Tafellaken 130 165 c.M. f 5.50 Zuiver linnen handdoek 75 cent = Koldewey 6 Corbière Leidschestraat 30 - Amsterdam Specialiteit in: WIT LACQUE MEUBELEN VOOR SLAAP-. LOGEER- EN KINDERKAMER De grootsten: Zus en Joop zijn na 't lezen in de jachtverhalen van Hereklanw, den scalp jager.... ingedut. En de kleintjes - het plagen der bahi e moe zijn evenals de kindermcid zelf in slaap gevallen. Niets is er, in 't gatKche huis dat beweegt, dan de arm van den midi n Tiwon. die met een waaier de muskicten verre houdt van de bloute beencn van zijn slapenden heer ! Daar valt plotseling dichtbij een \clint ! Wat zi u het zijn? Ami k? Ol zijn de fabrieksarbeiders aan 't muilen gcsIaiMi? Of is 't een tijger, waan.p men schiet'' Aieiieer springt wild op loopt den knikkeliollcildeil oude mnxer en ijlt de deur uit. Mevrouw snelt hem Billend achterna. De iirooten" hollen \ersclirikt het park in; de kleintjes alleen juichen: ,,hi erah: ze schieten." l )at speelt ,,pan". Daar staan ze nu met ontdane ge zichten n nd TI ewan Mester, die ken vergeili egd aanblikt niet de zell'Voldaanlieid van iemand, die zijn tijd welbesteed weet ! Maar mijn hemel, mijnheer, wat richt l." daar toch uit ';" De paedagoog antwoordt niet, doch wijst met gruotsch gebaar en breeden glimlach op den n.uip van tic slang die nog steeds kn nkelt en trekt. MeM'otiws gezicht klaart op een zucht van verlichting i ntsnapt haar b.rst. De gi'ooten" roepen: ,,hè, hoe jammer !" De kleintjes dansen er omheen: ,,hij leeft nog,/i nder kop; kijk t och, h. eyck!" Meneer w. rdt m g nijdiger dan ie al is ! Hebt U dat beest doodgesch. ten? Waar. m? Onze baar weet niet In e hij 't heeft .' In plaats van biij te /.ijn en hem met gul gebaar de hand t. e te steken: Kerel ik dank je wel i u waak zaamheid als i rang bar e is b .ven allen lof verheven" w rdt hem t egiliden : waan m?" Ietwat st tierend en met een zweem gekwetste ijdelheid in zijn stem zeyt ie: Maar meneer Jansen, ik dacht dat zoo'n vergiftige slang h. e eer h. e beter Vergiftig? Wie zegt l' dat dit elier vergiftig is? Wel, meneer, een van uwe bedien den : de stal j. ngen. Pc/i? Kom es hier l'elo ' Maar l'elo heeft de hui zien aankomen en is nergens te vinden ! Wil ik u eens wat vertellen? ver volgt de lieer Jansen Ze hebben l' lee ijkte pakken gehad! Wc honden dit dier al jaren op diondci neming ! /e maakte ijverig jacht op mui/en en ratten, waarvan we hier veel last hebben ! AIS n wat langer bi.i ons waart geweest, had u kunnen zien. hi e de kleine b dia's (Javaansche kin dertjes) er zich mee vermaakten! Zi w. uden het beest al spelend om armen en ha,s en nu it z n het ze bijten l l let is erg jammer dat l 't doodgeschoten hebt ! \u is de reddende held van daa: str.iks een !)>i: <>.ncl:"t i;cw rdeil ! Tevcri;eels ziet hij mt na.' r een schuilplaats waar ie zich berden kan \mr z mvecl sp( tiende m ^cn ! 11..i r eens. mineer. ZCL.I Mevr uw, die medelijden krijgt met de Ver.eueiilieid van het h.i.art je": Javanen ?zijn net ufo. te kinderen ! Ze zijn Verzat op vuurwerk en schieten en hebhen eens wi..en zien, h. e handig l: mei een geweer kunt i myaan ! L' is thans ge waarschuwd, eu /u'! u nel niet /ou emakkc.ijk weer l'.ten heil tten ! K m. kinderen, 'l is pas drie uur we «aan n g even rusten ! Mag ik 'm meenemen, Ma ? l lij d' et n u niets meer" vraagt het eene kleintje. En 't andere, met indenkend dreigend vingert je : () Ma, nu ni' et meneer zei! de muizen en ratten vanden. l;c? \'m,r zijn s t r, 11.' ! , ;: " geiibük later is de i list in het p.ii k t .-i uitgekeerd. De deur van de b' enuh-bex' r heeft zich achter zijn beu. tui- ^es.oten; t. ewan mester .... sei.Hilt ei' is sto.' te over ! De leidende positie, die de CADILLAC }{. LANDEWEER - UTRECHT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl