Historisch Archief 1877-1940
,No. 2550
BE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKEND VOOR, NEDERLAND
UIT DENEDERLANDSCHE
WIJSGEERIGE
BEWEGING
DOOR DR. S. A. VAN LUNÏEREN
D E S C H O K
Tcckening voor ,,de Groene Amsterdammer door L. J. Jordaan .
T N mijn artikel in dit blad 1) over den wijsgeer
'?* Messing schreef ik, dat we met verlangen de ver
schijning van zijn bock: Zelfbewustwording des
Oeestes" tegemoet zagen. Thans is dit verlangen
voor een deel bevredigd, daar het eerste gedeelte van
genoemd werk, na eerst in De Idee" van 1925
gepubliceerd te zijn, afzonderlijk als boek is uit
gegeven 2).
Het verschenen eerste gedeelte heet Voorberei
ding"; wie echter mocht meenen, dat hij hier dus
eene gemakkelijk leesbare inleiding tot het wellicht
zelf wat moeilijkere boek voor zich heeft, zal al spoedig
bemerken, dat het tot de zwaarste" lectuur behoort,
die men zich denken kan. Want deze voorbereiding"
bedoelt niet met vriendelijke praatjes eene welwil
lende stemming op te wekken tot het lezen van een
.aangenaam, zoogenaamd wijsgeerig betoog. Messing
maakt namelijk direct diepen ernst van de zaak,
welke waarheid heet; deze voorbereiding is zelf
al meteen philosophie in den waren zin des woords.
Messing doet naar wat hij zelf zegt: De wijsbegeerte
is dadelijk, zelfs als inleiding en voorbereiding, het
zelfbewuste voortbrengen en dus ook van zelf het
waar maken, n van haren inhoud en van hare
methode".
De eerste 35 bladzijden laten zich betrekkelijk
gemakkelijk lezen, maar van bldz. 35 af tot het slot
worden van den lezer dezelfde onverzwakte spanning
en overgave aan de zaak geëischt, als bij het
bestudeeren bijv. van een wiskundig betoog noodig zijn.
Meedoogenloos laat Messing het denken zich zelf
nagaan; deze absolute zelfkritiek des geestes zal
alleen door de sterken van geest, alleen door hen
die de spanning kunnen en willen uithouden, ver
dragen kunnen worden.
De kunstzinnige wijsgeer W. L. Thieme heeft
in De Idee 3) op de hem eigen fijne en rake wijze de
manier van schrijven van Hessing uitnemend ge
karakteriseerd; ik wil een enkele alinea uit zijn
bespreking hier aanhalen:
Langzaam, voorzichtig, maar met
onwrikbarezekerheid, zich aldoor herhalend, verbeterend, recht
vaardigend, schrijdt de gedachte voort in lange,
welbepeinsde, veelvuldig gelede perioden, die niets
spontaans, niets onverwachts hebben, producten als
zij zijn van lang-bezonken, diep en rustig oordeel,
maar dan ook tevens spannend geladen van inhoud.
Geen zin, geen woord lijkt hier overdadig in dezen
compacten taaibouw, waarin het rhytme klopt
van het arbeidend bewustzijn, hardnekkig en onver
zettelijk, zóó, dat het wel bijna ntoonig zou worden,
indien niet daarin levens een gestadig stijgend
crescendo heerschte. Zonder schokken of stooten,
zonder oponthoud of verpoozing, zonder verrassing,
zonder Schwung" baant zich de geest den
moeizamen weg naar zijne zelfverhcldering en bewust
wording.
Zoo is dan dit werk niet geworden een betoog over
de zelfbewustwording des geestes, het i's die bewust
wording zelve in den levenden lijve van niemand
anders dan Hessing, en zoo werd het, met al zijne
beheersching en onderdrukking van beperkte en
beperkende voorkeur, zijne passielooze zelf-didactiek,
zijne onverbiddelijke zelftucht, zijne absoluut on
zijdige al-zijdigheid, tevens de allerpersoonlijkste
demonstratie van Hessing's merkwaardig helderen
kritischen geest".
En toch, volgens Hessing zelf is deze voorbereiding
nog maar eene vóórbereiding", en waar hij deze
wijdt aan enkele onderwerpen, om daaraan het begrip
alvast eenigszins te wekken en allerlei misverstand
en wanbegrip op te heffen , daar heeft dit inleidende
deel in zijn geheel genomen nog niet de noodwendige
strengheid van den zuiver methodischen gang, dien
het boek, dat nog heeft te volgen, zal vertoonen.
De cardinale onderwerpen, die elk voor zich zuiver
ontwikkeld worden, hebben in deze voorbereiding
namelijk nog niet den ouderlingen samenhang,
waarfn ze in het boek zelf zullen tenigkeeren.
De in deze inleiding behandelde punten van be
spreking betreffen hoofdzakelijk: het wezen van het
bewustzijn, de onhoudbaarheid van het empirisme,
de begrippen: zijn, schijn, gelden, subjectiviteit en
objectiviteit, begrip en idee, en 'als hoofdthema het
begrip van de ervaring en hare momenten: waar
nemen en denken, om hiermede Kantiaansche
vooroordeelen op te heffen.
s Hessing's begripsontwikkeling in deze voor
bereiding" reeds zoo zuiver als in binnen- en buiten
land slechts zelden het geval is, het ware komt eerst
in het te volgen boek zelf; dit zegt hij zéif aan het
slot: Alzoo: te beginnen met het tweede deel van
dit werk, d.i. met het eerste deel der stelselmatige
zelfontwikkeling des bewustzijns, ten bewij~c".
Wat zal het boek zelf dan brengen? Volledige
zelfbewustheid, begrip van begrip, waarheid, of
hoe men het maar noemen wil. Met Hcgcl kunnen
we het noemen : het absolute weten": dit beteekcnt
niet alles" weten, doch het denken dat volledig en
<£&>, V \ : I } i
--t %W ^ V./'"W ? ?3%A.
MUSSOLIM XET DEN \ OET OI' Al-'RlKAANSCIIEN HODK.M
zuiver zich zelf denkt. Met het absolute weten van
Hegel is het einde van de ontwikkeling der philo
sophie bereikt. Dit einde ligt neergeslagen in zijn
werken, waarvan de letter. .. .doodt. Levend is het
woord alleen, wanneer het zich levend maakt, dus
wanneer het begiip zich zelf aan Hegel's woord ont
steekt. Dan zijn z'n werken, als het einde, tevens
het begin voor alle latere philosophie, die met begrip
van btgrip wil spreken.
Men verbeeldt zich vaak op eigen houtje met eigen
systeempjes of eigen originaliteitjes de waarheid te
kunnen verschalken, in welke ijdelheid men gelooft
het den wereldgeest, die eeuwen en eeuwen mmiliji
gehad heeft om tot bewustzijn van zich zelf te komen,
te kunnen verbeteren.
Zeker, men kan langs velerlei wegen tot begrip
komen, en aan alles laat zich het begrip wekken maar
daarmede heeft het zich nog niet verantwoord. In
waarheid is er maar n zuivere weg tot de zuivere
waarheid: meedoogenlooze zelfkritiek van het zichzelf
nagaande bewustzijn. Kant heeft de eerste ernstige
poging gedaan, die echter door gebrek aan conse
quentie eene halfheid is gebleven, waardoor het
criticisme van onbewust dogmatisme vervuld is.
L;crst Hegel heeft in zijn I'haenomenologie des
Oeistes" de zelfkritiek consequent doorgevoerd, en
is '/DO door de /elfverUvijfeling van den twijfel tot
de daardoor eerst verantwoorde zekerheid van weten
gekomen.
Kchter, zijn magistrale werk is in zijn tijdclooze
geldigheid tevens product van den Keest van zijn tijd.
Terecht zegt Richard Kronei' in zijn uitmuntend boek
Von Kant bis Hegel": ,,\\'a> Iligcl in der
l'hanoincnologie wollte, war bis dahin noch niemals umi
ist seitdem nicht mehr uriternommen worden", maar
Hotel Duin en Daal" - Bloemendaal
Str. koud en warm water op alle kamers
PRIVÉBADKAMERS - Telefoon 22223
tevens schrijft hij: ,,Aus der Aufgabe. wie Hcgti
selbst sie taszt, ergibt sich, uasz jnle (ligenwart
sie neii zu stellen und neueii Lösungen
eutgegeiuufiihren hat".
Voor ónze .,(kgenwart" geeft nu het boek var,
Hessirg e\e verantwoording, welke liet denkeu van
zich zelf, door zich zelf en aan zich zelf heeft af te
leggen, wil het waar mogen heeten. Wie werkelijk
tot volledig xeliin u nstzijn, tot begrip van zich zeli
wil komen, wie i-; alles voor over heeft en wie de
.spanning kan uithouden, hierin Hessing's boek vindt
hij den wig aangewezen en het bewijs gegeven.
Te volgen is dan echter Hessing's voorbeeld, die zeli
volledig aan Hegel's eisch, reeds in l Kil l door dezeii
geuit, heeft voldaan: ,,Das Wescn der Philosophie ist
gerade bodeiilos fiir Kigent hümliclikeiten, und uni
zu ihr zu gelangeti, i M es uolluveudig sich a corps
pcrdn hinei nznst iirzen.
1) .Vu. 24i>2, (/dl» '2','. .u/;;. l<il!4.
2) l '//-Kir fan H'. \ cr>//;i ?-' /'//;;. A,'//., .\intterdtin;.
l'.'^fi (JMS /;/,/:.): verfilmd i-- "/' /:./ titeil'lad aan
cjcrc;.', dat hel vertellenen --'/i,'/, (,, l «m hei'i idiii'^") liet
cc;.s/r gedeelte /?? i'an In't v-.'eil:, irai!rn:> de ei'^enlijkt
nnt\vil;l;elin^ Vtin l:el ;c///)C!n;~,';//;; n-i^ a: ,'inr (/cc/c/.
:ul rullen.
,-!) ,\//,Tc/7'i- /. /c'.»- l\' <.\h,a:t i'.'liii), l'la:.
-V) r/-.