De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 24 april pagina 1

24 april 1926 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

roene Amsterdammer voor Nederland W. A. URBAN AUTOSTALLING Frankenslag 12 Handel in auto's en toebehooren SCHEVENINGEN ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren: H. BRLIGMANS, TOP NAEFF Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM Uitg.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER EN G. NOLST TRÉNIT KEIZERSGRACHT 333 AMSTERDAM Interuiovon TOE AND HEEL. Sticks OPGERICHT IN 1877 No. 25-ïl ZATERDAG 24 APRIL 1920 DE SPHINX AAN DE TIBER DEZER dagen is Mussolini door Lloyd George vergeleken met Napoleon wat meer ge beurd is; maar hij gaf er uitdrukkelijk hij te kennen, dat de Italiaansche dictator hem niet herinnerde aan den eersten, maar aan den derden Napoleon, niet aan den oom, maar aan den neef. Zou hij daarbij gedacht hebben aan de Chatiments" van Victor Hugo, aan de verzen, waarin de verbannen dichter zijn haat en zijn minachting tegen Napoléon Ie petit" uitschreeuwde? Waarschijnlijk niet; tot de vergelijking met Napo léon Ie petit" zal hij niet gekomen zijn omdat hem de verzen door het hoofd speelden (?Sonnez, sonnez toujours, clairond de la pensee"), waarin Hugo het opjieemt voor de vrijheid van denken en spreken, door Napoleon III, evenals door Mussolini, onderdrukt maar een andere bijnaam van den gekroonden avon turier" moet hem daartoe hebben verlokt: die van de Sphinx aan de Seine." Zoo heette Napoleon III in de eerste jaren van zijn keizerschap, omdat hij toen aan de geheele wereld der internationale politiek raadselen opgaf; omdat iedereen vermoedde, dat hij van zijn pas verworven gezag gebruik zou maken, en gebruik zou moeten maken, om Frankrijk's glorie en macht te verhoogen, maar niemand wist, welke wegen hij daartoe zou inslaan; omdat de onbepaaldheid zijner plannen nu eens aan dezen, dan weer aan genen Staat reden tot bezorgdheid baarde, zoodat men bijna verlangde naar zijn eerste gewelddaad in de buitenlandsche politiek, opdat er althans een einde zou komen aan de onzekerheid. Met de Sphinx aan de Tiber" is het niet anders gesteld. Ook van Mussolini verwacht men, verwachten in de eerste plaats de Italiaansche fascisten, dat hij de vol heid der macht, die zij in zijne handen hebben gelegd, zal aanwenden om Italié's heerschappij uit te breiden. Ook hij moet den tegenstand, dien het onderdrukken der vrijheid op den duur zal verwekken, bezweren door een buitenlandsche politiek, die niet alleen nati onale grootheidszucht bevredigt, maar aan de overtalrijke bevolking de gelegenheid biedt zonder emi gratie, zonder verlies van volkskracht, in eigen kolo niën een middel van bestaan te vinden. Ook hij omhult zijne plannen met geheimzinnigheid. Drie weken geleden, toen wij hier schreven over Mussolini's feestrede bij de viering van het zevenjarig bestaan der fascistische partij, hebben wij de aandacht gevestigd op de ontsluierde woorden, waarin hij groote dingen aankondigde die staan te gebeuren maar men kan slechts gissen, welke. Sedert voer hij over naar Lihye, en sprak, naar be kend voorbeeld, van de toekomst die op het water ligt" en opende perspectieven van koloriale groothe U maar waar? niet in Libye, de met groote offers in den oorlog tegen Turkije, van 1011 1912, veroverde kolonie, grootendeels een woestijn, die een last, geen aanwinst voor Italiëis geworden. Maar waarheen zal de Italiaansche vlag dan gedra gen worden, op dat zij waaie over een land, welks bezit voor het moederland economische waarde heeft? Aan de lezers van deze artikels kan het bekend zijn, dat de Turken zich ongerust maken over de nabuurschap van de Italianen, die, sinds den zooeven ge noemden oorlog, nog altijd Rhodos en naburige eilan den, tegenover de Zuidwest-kust van Klein-Azië, bezet houden en in de laatste maanden daar veel oorlogsmateriaal hebben samengebracht om zich meester te maken van een stuk van het tegenover gelegen vasteland, hetzij als bondgenoot van Engeland. wanneer dit wegens Mosoel met Turkije in strijd mocht geraken, hetzij in samenwerking met Griekenland, waar voor den dictator Pangalos gelijke reden be staat als voor Mussolini om zijn gezag te doen steunen op de basis van veroveringen? Juist in den laatsten tijd heeft de regeering te Ango ra doen blijken, dat zij zich geprikkeld voelt door de samenkomst van Mussolini en Chamberlain ,te Rapallo, in Februari 1.1., en door allerlei geruchten over onderhandelingen tusschen Italiëen Griekenland en over financieele hulp, die Engeland en Italiëaan Griekenland zouden verleenen om zijne uitrusting ten oorlog te versterken. Zij meent reden te hebben, aan een samenspanning tegen Turkije te gelooven, waarbij Engeland achter de schermen zit. Onlangs werd dan ook bericht, dat Turkije zijne legermacht had vergroot, om op alle eventualiteiten te zijn voorbereid. Zijn dit slechts spookbeelden, die de regeering te Angora verontrusten? Wanneer men enkele telegrammen van de laatste dagen leest, zou men inderdaad kunnen nieeuen. dat de Turken zich te vroeg bezorgd hebben gemaakt. Ik bedoel niet het bericht uit Athene, van 20 April I.I.. waarbij de Grieksche minister van buitenlandsche zaken laat tegenspreken, dat de Grieksch-Italiaansche entente tegen Turkije gericht zou zijn; zulke medcdeelingen worden aanvaard onder henefice van inventaris, omdat je er dadelijk bij denkt: nu ja. het tegenovergestelde, nml. dat Griekenland en Itali iets kwaads tegen Turkije brouwen, zou hij moeilijk aan de klok kunnen hangen; het eenige, dat uit het bericht niet zekerheid kan worden geconcludeerd, is: dat er in elk geval tusschen Griekenland en italiëeen entente bestaat. Maar misschien is iemand geneigd, meer waarde te hechten aan een Reutertelegram uit Konstautinopel, van denzelfden datum: volgens de bladen (de Turksche dus) wordt de algemeene toestand met meer gerustheid onder de oogen ge/ien; de alarmeerende indruk is aan het verdwijnen, want men be grijpt, dat het Italiaansche streven veeleer Somaliland en Abessyniëbetreft, dan Kleiu-Azië." Het lijkt echter een beetje verdacht, dat de Turk sche bladen, die kort geleden alarm sloegen tegen Italië, nu opeens geen vuiltje meer aan de lucht zien; misschien houden zij zich opzettelijk van den domme en hebben zij een wenk gekregen dit te doen: de nu pas te Angora hervatte onderhandelingen tusschen Engeland en Turkije, over de kwestie van Mosoel, kunnen daartoe aanleiding hebben gegeven. Intusschen, het is juist, dat er tusschen Engeland en Italiëook besprekingen worden gevoerd, die Abessyniëbetreffen; zoowel van Italiaansche als van Engelsche zijde wordt dit ons bericht. Italiëheeft namelijk in Afrika nog andere koloniën dan Libye. en wel: Erythrea en Somali-land. Erythrea, een kuststrook langs de Roode Zee, is het overschot van de eerste, maar rampzalige poging, die Italiëheeft gedaan om een uitgestrekt koloniaal bezit in Afrika te verwerven; het geraakte daarbij in oorlog met Abessyniëen leed in IH'.M» de verplette rende nederlaag bij Adoea, die vourloopig een einde maakte aan de droomen van koloniale grootheid en de Italianen noodzaakte zich te beperken tot het bezit van Erythrea. In Somali-land, aan den Indischcn Oceaan, had Italiëzich ook reeds in de vorige eeuw gevestigd: na den wereldoorlog is zijn bezit daar aanmerkelijk vergroot; in HU5, toen het aan dien oorlog ging deel nemen, verkreeg het van Engeland en Frankrijk de toezegging daartoe. DE GROENE AMSTERDAMMER P r ij s per j a a r 15 a n % f 10.?bij vooruitbetaling Per No. 25 Cent. Advertentïn ? 0.75 per regel INHOUD: Prof. Dr. G. W. Kernkamp, Dt1 ^fianx tuin d<' Tiber. Prof. Dr. J. Wille, Een Philosojienleven. Huher Noodt, Bouwstoffen maar neen huis. Joti. Braakensiek, Tnrkije's Nachtmerrie Prof. Dr. H. Brugmars, Miehiel Adruians*. ile Ruyter. L J. Jordaan, De Fatale ontmoetingAnnie Salomons, Bijkomstigheden. Dr. Jac. P. Thijsse, Voor de groote dieren. Red.Elis. M. Rogge, Voor Vrouwen. Top Naeff, Drum Kroniek Henrik Schutte, Voordracht Cli. Defresne, Kohier. .]. W. ]?'. Werumetis Buning, Kroniek run den Dans /met teeken, door W. Heskes) Joh. Luger, De Parijsehe tentoonstelling-- Con stant van Wessem, Muziek in de Hoofdstad George van Raemdonck, Moderne Jeiifid. L. J. Jordaan, Ilioseopy Knmgra X'osalis, Rijm. Paul Sabel, Financien B. van Vlijmen Intern. luwelierscon<<res. 'Charivarins. C/iarirar'a Cel 2, Tilcfoontje. Uit liet Kladsi'hri/t r. Jantje Joh. L , Mijnl-'itm. Alida /evenboom's Cro<ntante Crotjnelje^ Cornelis Veth. Weleer en Non - J. Winklei, Hen cim.feri-nlie over het liio^cooiivraa^.-nili. Dr A. Hloesser, lederen dog voel ik mij heler. Bijvoegsel: Joh. Braakensit'k, .S'.<r;<\'-ftn.s/uni/ neemt iie;it van de .\'i>oi,lpool. 3. 4. 5 6 7 9 i (V l) Erythrea. en vooral Somali-land hoewel ook de/e koloniën tot dusverre meer hebben gekust, dan opgeleverd - bieden de mogelijkheid van een gunstige economische ontwikkeling. Voor zooverre deze tot expansie moet leiden, kan die alleen geschieden ten koste van Abessynië. Dit laatste land wordt geheel ingesloten door Engelsch-, Engelsen-Egyptisch en Italiaanse!! gebied; aan Fransen Somali-land grenst het slechts met een betrekkelijk korte strook, l let is dit was althans enkele jaren geleden nog het geval het eenige land in Afrika, waar de slavernij wettelijk is toegelaten; de strooptochten van zijne slavenhaudelaars in het naburige Engclsclu- sn-bied gaven dikwijls aanleiding tot moeilijkheden met Engeland. De onderhandelingen nu, die Engekmd en Itali op dit oogcnblik voeren, heetten alleen economische concessies te betreffen, die van Abessyniëzullen wor den gevraagd; aan de souvereiniteit en de integriteit van dit land zal niet worden geraakt. De koloniale geschiedenis heeft echter aangetoond, dat de weg naar de definitieve verovering geplaveid is met econnmischc concessies." In hoeverre dit ook aan Ahessvniëbewaarheid z,il worden, moet de tijd leeren. Voorloopig kan men alleen zeggen, dat de Sphinx aan de Tiber het aantal raadselen weer heeft vergroot: zal Italiëexpansie /oeken aan den overkant van de Adriatische zee? in KIcin-Azic? of iu Abessynië? .Misschien is het voor de Sphinx zeit nog een raadsel. K KRIS KAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl