De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 24 april pagina 13

24 april 1926 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

No. 2551 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 B I O S C O P Y DOOR L. J. JORDAAN mand CHARLES SPENCER CHAPLIN ,.The Gold Rush 7healcr Juschfnskv ER van alle film-grooten staat Charles Spencer Chaplin. Hij schept geen symphonieën in zwart-wit als Fritz Lang hij houwt geen karakters uit marmer als Emil Jannings hij is geen regie-virtuoos als Ernst Lubitsch hij weet niets van de duistere mineurtragiek van Asta Nielsen .... hij is niet niets en niet nicte vergelijken. Hij volgt geen school en hij maakt geen school de problemen der nieuwere film-kunst laten hem, den grouten filmkunste naar, onberoerd, terwijl alle pogingen om in zijn stijl te werken op mislukkingen uitloopen. Hij is eenvoudig Charlie, het goddelijk-naive kind, tusschen al die sterke, strevende figuren.... oneindig teer, oneindig grillig, oneindig bekoorlijk. Zijn stille, peinzende oogen zien den verbeten levensstrijd, de harde realiteit, slechts met de dwalende belangstelling van het kind hij houdt er fragmenten, flarden van vast enkel en alleen om ze te sublimeeren tot den heerlijk-onlogischen droom van zijn Kunst. Hij leeft zijn eigen bonte, wonderlijke leventje h'j verdiept zich telkens opnieuw in het eeuwig-wisselende licht en schaduwspel van zijn fantazie. Hij speelt als een kind met de simpele figuren van zijn verbeeldings wereld hij gelooft in ze met een heiligen, doodelijken ernst en gooit ze toch plotseling aller-oneerbiedigst door elkaar hij ondergaat alle emoties met primi tieve hevigheid en schept niettemin uit de onver wachte verwarring van tragiek en dwaasheid den subliemsten humor hij verrukt de eenvoudigen van geest en ontroert den wijze zijn kunst is de tegenspraak-zelve en toch van een superieure har monie. En temidden van al die contrasten staat de levende paradox Chaplin het wonderlijke, groteske mannetje met de zotte platvoeten, het malle hoedje, den dwazen waggel-gang.... en de stille weemoed 'van zijn tragisch masker. Ik ken in geen andere kunst een zoo aparte, zon in zichzelf volmaakte verschijning als Chaplin en ik geloof ook niet, dat in de film-kunst, wier zeer karak teristiek product hij overigens is, een figuur van die charme en originaliteit ooit weerkeereu zal. JF En nu heeft Chaplin naast zijn onvergelijkelijk ,,The Kid" een tweede meesterwerk geschapen in The Gold Rush". Het was een gevaarlijk waagstuk, de verwachtingen zoo hoog te spannen en menigeen zal gevreesd hebben voor een teleurstelling welnu het werk is van den aanvang af, als de zonderlinge goudzoeker met zijn sjaal om de schouders en de braadpan onder zijn rokspanden verschijnt tot het einde toe, wanneer hij met een onmetelijke sigaar en twee pelzen ov^r elkaar aan, een gulden toekomst tegemoet gaat van n kostelijken, voornamen humor en vooral van n boeiende originaliteit. Welk een geniale vindingrijkheid, welk een supe rieure geestigheid, welk een enorm kunnen ontwik kelt dit wonderlijke kereltje, wiens gestie op niets minder lijkt dan op die van den kunstenaar. Hoe houdt hij den toeschouwer, met de aller-eenvoudigste middelen onder den ban van zijn ongelooflijk be scheiden en ongelooflijk suggestieve persoonlijkheid. Scène na scène is een verrassing hetzij door een prachtige vondst hetzij door verrukkelijk spel. De in zijn symbolieken eenvoud grootsche aanhef van den eindeloozen stroom verdwaasden, die hun heeten gouddorst in de onmetelijke sneeuwvelden gaan stillen, wordt plotseling afgebroken door het beeld van den eenzamen wandelaar, die in sereene onbewustheid van een vervaarlijken beer, welke achter hem aankuiert, zich juist omkeert even nadat het monster in een rotsholte is verdwenen. Wanneer hij, waggelend en struikelend , maar welgemoed en vol ijver achter den bergwand verdwijnt, is men zich bewust een tooneeltje van de opperste dwaasheid te hebben meegeleefd. Zoo is het begin en dit eeuwige ,,bijna" dit jongleeren met het noodlot dit gracieuze en sublieme spelen met het onverwachte, duurt de heele film door, zonder een oogenblik van inzinking zonder een moment te verslappen. Zooals Charlie en de Beer op het moment snprême", wanneer ieder in spanning een ontmoeting verwacht, elkander lakoniek den rug toekeeren, aldus den toeschouwer, met zijn volmaakt onnoodige opeenhooping van energie, lichtelijk belachelijk achterlatend zoo wendt Charlie zich telkenmale wanneer een scène conventioneel dreigt te verloopen, met een delicate, nauw merkbare ironie af, die de goede verstaander als een fijn prikje in zijn ijdelheid voelt. En dit alles geschiedt niet een eenvoud en een natuurlijkheid, die wel zeer het kenmerk van het genie zijn. Maar boven alles staat voor mij de verbluffende originaliteit van het geval. Wanneer ik hier denk aan de scène met den beer, die de hut van de twee uitgehongerde goudzoekers komt binnenwandelen haastig retireert en van Charlie een geweerschot nagezonden krijgt - - waarop deze, zander een secmule te verliezen, ja zelfs zonder zich te overtuigen of Itij raakgeschuten tieefl, niet ktiurtsticliti^en ijver de barden gunt afvegen en klitur zetten?dan zoek ik tevergeefs naar iets, wat met deze schitterende vondst ver geleken kan worden. En nu kom ik aan een ander belangrijk punt : het groote beeldend ver mugcn, dat Chaplin als ieder waarachtig film-dichter eigen is. In een volgend num mer zal de lezer getuige kunnen zijn van een discussie over de vraag of de film een beeldende kunst is, ja dan neen. Welnu ??-- Chaplin, de man, die nergens een merkbare tendeiiz toont iu die richting, blijkt hier meer dan ooit, beeldend kunstenaar In/ intuïtie'. Wat al deze geestigheid ----- al deze vindingrijkheid a! deze oorspronkelijkheid - adelt tot superieure Kunst, is de atnosfeer, de \cr-heelilin*^ die het geheel verheft boven de zakelijke, fotografische noteering, ledereen, die van de/e film huiswaarts keert, getroffen en ontroerd, zal bij eenig nadenken moeten erkennen, dat hier, naast de inventie, hoe volmaakt ook voorgedragen nog andere factoren in het spel moeten zijn. Een smartelijke, diepmenschelijke humor van zoo voornaam gehalte wijst onverbiddelijk in de richting van Steinlen's kunst d.i. de werking van het :iri//7-inl en van de lijn. De tragische grondtoon van het werk, die niet alleen den nobelsten, maar ook den ovcrheerscheiidcii indruk vormt, wordt geschapen door de optisch-psychische werking van het beeld. De figuur-Chaplin op zich zelf is reeds een geniaal voorbeeld van navrante karikatuur kunst : iedere lijn, iedere toets in dit tragisch-komische beeld is van een zeldzame optische suggestiviteit. Eu wanneer het verloren, zielige figuurtje - - ver-ield tot een triest, nietig silhouetje - uitstaat tegen de onmetelijke sneeuwvlakte, dan voelt men het wijde mededoogen, de milde melancholie in zich neer zinken: dan is de stap van (ineedute naar Kunst gedaan. GRATIS TOEZ. maand: WON/NGGIDS. Deze film zien, beteekent een artistieke ontroering ondervinden, die wel zeer bijzonder en zeer zeldzaam is. Het werk is ongehoord kostbaar--- maar het is het waard ! En wij dienen ons met angst af te vragen, hoe het gaan moet, wanneer straks de etablisse menten, die deze superieure kunst brengen, zullen zijn uitgeroeid, omdat er niet aan een gemeentehegrooting getornd mag worden". Want het valt met eenigen grond te betwijfelen, of de kunstzinnige stads bestuurders, mitsgaders de dames en heeren, die het blinde toeval tot kunst-commissies heeft bijeengedreven, in staat zullen zijn, ons iets te bieden, dat in artisticiteit en fijnheid van geest dit ..amusement" nabij komt. . . . de Raads-debatten niet uitgezonderd^! HM*, <??***. ? CU. l CK**, l o DE GEEST VAN HOLLAND De geest van Holland '/.ij ge/oo/d. ril kreun! en krenkt een e'-itieasier . geen ui Ie lic/tl aanvaarde laster rooit Hollands geest de kroon van l hooi d ' De gees/ van l lol land ;,s /)('/ mees/ en /.ui\erst Hollandse!) deel \'an Holland: die geest mankt Holland tol een dol land. n/s l /eesten vierl in eigen geest.' De geest van Holland. \\'annl nu mei. dal de/.e uilroep zou beduiden. dal over Hollands lieve luyden nog steeds Oud-Hollands geest gebiedt! \\'anl wie in de historie lees/ van vroeger geestrijk volkskarakter. /.iel de/.e geeslkraehf thans verzwak ter. en zwijgt ontzei als voor een geest! De geest van Holland. Polemiek noeli aangeboren '/.in lol morren word l hier gemeend, noe/i \'enster/iorren. noeh splitsing.shisl. noeh politiek '. \\'anl Hollands kindren zijn l>cdeesd en \\-eten in / jnibliek te twijgen: doeh Hollands geest /s Hollands eigen. dan wijkt '/.ijn \Tees en geeft den geest! De geest van l/o/land. (_jeestig/iei(J. die s /'ransehmans lie/i/e lever kit/e/t. wordt nimmer mei den naam belileld waaraan dit /.angstuk /.s gewijd' \\ ant geestigheid. (Jat geeslesteest. is als de wijngeest. se/ierp maar vhiehlig : maar Holland weel '/.i/n geest onkluelilig dot h permanent. en krijgt den occ.s/' / Is mei de gees/. d/e gu! Ar/voor/ detor niiiver /.iehf 01 /.m i oor eenlieid. l is mei de geest, die zieh sleehls wijdt aan l geest/^f foeges/)ifs/e ivoorc/: maar l is de geest, die s/eeds /;/;/// tioeien. en vriend en \reenid lot lot beleest wan/ tl i l :s Hollands (goede) gees/. de geesl. uiiaro/i /.n lulpen hloeien

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl