De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 24 april pagina 19

24 april 1926 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No. 2551 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 WELEER EN NOU door, en me/ /tekeningen voor ,,d e Groene Amsterdammer' van C o r n c l i s V c l h V. DE BOER ,-v' ? ?V*w>>*i*'" .? Hij heef! gezaaid, zooals zijn vader zaaide. Hii heeft gemaaid, 7.ooa/s zijn vader maaide. Zi/n kop gebruind, verbrand, gerimpeld en verweerd Weel enkel wal ervaring heef/ geleerd. Zelden verlaat liij zi/n po/der, zijn dijk. Zo-1 wordt hij kalm weg oud, en domweg' rijk. Meneer de student mei zijn huiskfimerkleur (..ïrasduint in zijn boeken. Ie kust en >e keur. Aenl rille soorten kunstmest uit clküttr. De deugden van elk veevoer op «v> haar. \\aar naar zijn land kijk! hij alleen door l mant. \\ anl dicht bij riekt hel zoo onaangenaam. EEN KONFERENTIE OVER HET BIOSKOOPV R A A G S T U K DOOR 1OHAN WINKLKK "P EN prijzenswaardig initiatief werd genomen door ?*-? de besturen van Vrijz. Christelijker! Jongerenhond en Vrijz. Christ. Stndentenhond, die onlangs in het Oolgaardthuis hij Arnhem een conferentie inzake het bioskoop-vraagstuk hadden bijeenge roepen. Een dertigtal belangstellenden in het filinprobleem was daar een drietal dagen bijeen; vogels van diverse pluimage, wien het brandend maat schappelijk en kultnreel probleem, de bioskoop, allen evenzeer ter harte ging. Hebben wij het hij het rechte eind, dan was het de eerste bijeenkomst van dezen aard, die in Nederland werd gehouden. Dezelfde belangstelling bracht hier een dertigtal menschen samen, die in Amerika den Film Arts Guild en in Engeland de Film Society deed ontstaan. De leiding der conferentie had acht deskundige sprekers uitgenoodigd, die elk van eigen standpunt een zijde van het bioskoop-vraagstuk behandelden. In de dagbladpers is aan deze konferentie geen algetneeiie aandacht gewijd. Wij meeneti daarom goed te doen in het kort hier een overzicht te geven. Daar was allereerst de directeur der Haarlemsche Kunstnijverheidsschool, de heer H. C. Vcrkrnyscn, bekend als de schrijver van een belangwekkend boekje over de knltureele beteekenis van het film beeld. Bioskoop is volgens den heer Verkrnysen als elke uitvinding in hoofdzaak arbeidsresultaat van het verstand en staat daarmee aan den lageren" kant des levens. De hoogere" dingen des levens, als kunst en leligie worden niet uitgevonden. BiosVAN NELLE'STABAK KWALITEIT ALOM VERKRUGBA AR koop dient te blijven op haar eigen terrein, dat der verstandelijke wetenschappelijkheid. Nooit echter ga zij dit terrein te buiten, de betere, hoogere werke lijkheid kan door middel van fotografie nimmer uit gebeeld worden. Geheel anders sprak den tweeden dag de heer LUC. Willink, de schrijver van Film". Een warm pleitbezorger van filmkunst als eigen, onafhankelijke, jonge, visueele kunst. En een fel hekelaar van hen die, onbekend met filmprodukten van den laatsteu tijd, bij hun afwijzend standpunt ten opzichte der cinematografie blijven volharden ! Een even warm advokaat der achtste muze bleek de heer M. Franken, filmkritikus te Parijs, te zijn. De heer Franken had uit Frankrijk een aantal uiterst belangwekkende films meegebracht, werk der hier te lande nog te weinig of in het geheel niet bekende jonge, enthou siaste Fransche cinéastes". Deo koul'erentiebe/.oekcis werden fragmenten getoond van Feyder's ,,L'image", van ,,Le roi des Mongoles", van Visages d'enfants" en van een zeer aangrijpend, met geringe hulpmiddelen en kosten samengesteld filmstuk Ménilmontant". De heer /. Klootsema, directeur van het Rijksopvoedingsgesticht ,,De Kruisberg", sprak over den invloed der bioskoop op de jeugd. Hij achtte den rechtstreekschen invloed van het bioskoopbezoek minder erg dan wel beweerd wordt, de visueele emotie wordt immers spoedig vergeten. Erger dan de geestelijke gevaren waaraan zij in de bioskoop blootgesteld zijn, zijn de physiologische gevaren, het rooken en het sexueel vergrijp, die de jongeren be dreigen. Als vertegenwoordiger der filmindustrie heeft ter konferentie de heer /i. i). Ochsf, direkteur van Polygoon", gesproken. In 's heeren Oehse's referaat werd vooral de Amerikaansche suprematie uitvoerig behandeld. Reeds thans beUeerscht Amerika V der wereldfilmmarkt. Amerika's invloed zal op de Europeesche filmmarkt danig toenemen, maar Europa zal harerzijds daartegenover eisenen gaan stellen: de tijd der ergste Amerikaansche filmdraken is hier onherroepelijk voorbij. Als voorstander resp. tegenstandster van de bioskoop in het algemeen gingen den derden dag der konferen tie de heer (icrurd van Dnyn uit den Haag en mej. K. C. Knappert, directrice der school voor Maat schappelijk werk te Amsterdam, een debat aan over gevaren en toekomstmogelijkheden der bioskoop". De heer van Duyn verdedigde op psycho-aualytische gronden de maatschappclijk-psycliologische functie der z.g. populaire film als energiebedding (in de cowboy-film viert men zijn opgehoopten drang naar verplaatsing en avontuur bot) en als wenschverROOTMOTOREN - MOTORBOOTEN Bingham & Lugt - Slepersvest I - Rotterdam vuiler (de soeiety-film, symbool van maatschappelijk succes), l'il betoog I<ikto vrij veel tegenspraak uit, in de eerste plaats wel van de tegenstandster, mej. Knappert, die de bioskoop zag als een bedenkelijk produkt onzer industrieele maatschappij, waarin het vraagstuk der eentonigheid van den arbeid akuut geworden is. Bioskoop is een vorm van vermaak, die past bij ons stelsel van massaproduktie; zij is een passief ontspanningsmiddel, waaraan alle ver heffende zelfwerkzaamheid ontbreekt. Als laatste spreker trad op de heer C', run den Berg, >ecretaris van de Vereeniging van Ncderlandsche ge meenten en van de Vercenigiiig voor Onderwijs- en Ontwikkclingsfilnis (V.O.O.F.), die naging welke middelen en mogelijkheden lot bioskoophervorming aanwezig zijn. De konterenlii- heeft den deelnemers veel ver heldering van inzicht gebracht, /.ij heeft hen voor alles overtuigd van de noodzakelijkheid van blijvende belangstelling van den intellektueelen Nederlander in het bioskoopvraagstuk, als belangrijk en brandend probleem van kultureelen en niet minder van maatschappelijken aard. PAST STALEN RAMEN TOE VAN DE KON.FABR.F.W.BRAAT-DELFT ^ÉciALiWiT^ERZiNK!*- STAlM ftAMEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl