De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 1 mei pagina 12

1 mei 1926 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

UKUEINC AMSTERDAMMER, Nn. 2552 Sï. JANSKERK TE 's-HERTOGENBOSCH ST. MARTIN USKERK TE GRONINGEN DÉONTWIKKELINGSGESCHIEDENIS DER N E D E R L A N D S C H E 73 O U \\ 'K U \'5 J' U O O K II. I, M. \V A L E N K A Ml' C./,. Een vernissende kijk op de bouwkunst van Nederland in vervlogen eeuiven ~\T N de Gn.ene van 13 Sept. 1924 kondigden we met enthousiasme de verschijning aan der eerste afleveringen van Frans Vermeulen's Hand boek tot de Geschiedenis der Nederlandsclie Bouw kunst" 1). Gelijk we toen reeds opmerkten, is dit werk het eerste oorspronklijke en compleete, dat, na Weissman's pionnierswerk, over onze vaderlandsche archi tectuur van haren oor sprong af het licht ziet. Weissman's Werk vormde meer een be gin, een voorloopig samenvattende en daardoor eveneens uit stekende poging; dat van Vermeulen echter is veel vollediger en gaat dieper in op het Wezen der bouw kunst ; evenals op de onderscheiden over eenkomsten en ver schillen der steeds wisselende tijdperken en stijlen der verschil lende naburige lan den. Het is uitgebrei der en beter gedocu menteerd. In het groot aantal tijdschriften en oud heidkundige jaarboe ken bezaten we, gelijk we vroeger eveneens opmerkten, reeds een schat van gegevens omtrent de ontwikke lingsgeschiedenis on zer vroegere monu menten, honderden studies over die on derscheiden kunst werken en hun onderdeelen; alle zijn dit echter min of meer fragmenten of brok stukken, die 141 den man wachtten, den geest, die het vermo gen bezitten zou, dezen berg van gegevens c< rdeelkundig te schiften, saam te voegen t n tut een klaar geheel te herscheppen. Te ocrdeelen naar den op/et van bovengenoemd werk en zijn eerst verschenen afleveringen Werd in den Commies van het Rijksbureau voor de Monu mentenzorg, l:r. Vermeulen deze kracht gevonden. De thans verschenen beide derde afleveringen (een afl. tekst, een afl. platen) staan op het zelfde peil deibeide voorgaande; de veelomvattende beschouwing onzer nationale bouwkunst wordt er helder en levendig in \oi rtge/.ct met de bespreking ekr Koinaanschi b iiiwsielsels in Nederland >, n de aangrenzende rijken. De schrijver wijst er mei nadruk op, hi.c- hei. vo< r tk architectuur van dal tijdperk /.on gewichtige .,Ci'u.\ inuiii^u" (dit is: het l.atijiische kruis i,t Passie-kruis; reeds tijdens de pruto-roinaansehc periode het ken merkende plan der .Vu rdelijke rumaansche kerk gebouwen werd; en hoe het dit bleef gedurende de geheele verdere ontwikkeling de/er architectuur, liet kardinale punt in deze oin.-chepping van hel l/it ijnsclubasilikaic plan is, dat het dwarspand tut een orga nische, in het geheel , gegroeide geleding wordt. welke geleding gegrond is op de een heidsmaat, naamlijk het vierkant der krui sing, waaruit achter eenvolgens alle matei: en verhoudingen dei onderdeden van het plan afgeleid werden ,,Kn in dezen opzet . zouals hij reeds in de Karolingische abdij kerken van St. Gallen en van St. Riquiei welbewust is gevolgd.. zien wij eens vooral het groote principe uit gesproken, waardoor zich de (icrtnaansche christelijke b:mwkunst van de late Antieken en huiiik nakomelingschap zon onderscheiden : de ma thematische gebon denheid ; de abstracte wiskundige denkwijze die het kunstwerk zuiver van binnen-uii . als directe, ge.-rdeiide weergeviiii; van inner lijke aandoeningen.a's een b ^vcn-na!uurüik syinb iol van het gees tesleven siell. Dil in H. CATIIARINAKERK TE RODEN (DRENTEl

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl