De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 1 mei pagina 15

1 mei 1926 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2552 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 MLLE ZAMBELLI KRONIEK VAN DEN DANS DOOR T. W. F. W E R U M E U S B U N I N G XXVI. Hel Parijsche Opera-hallcf. Drama tische en lyrische dansvormen HET ballet der Parijsche Opera schijnt, te oordeelen naar de zes opvoeringen die het te Rot terdam en den Haag gaf, een plaats in te nemen tusschen de Russische Diaghilew-groep en het Zweedsche ballet. Tenminste als men oordeelt naar de eigenlijke danspraestaties en het technisch meester schap. De Zweden bezaten behalve Carina Ari en, in mindere mate, Jean Borlin, geen bijzondere dansers, Parijs overtreft hen daarin verre met Olga Spessivtzewa, Miles Zambelli, De Craponne, Anna Johnson, Lorcia c.s. al moet men in het oog houden dat de Zweden niet in de eerste plaats balletdans als uitings middel kozen. Wat de eigenlijke balletvorm betreft hebben zij echter in Les Mariés de la Tour luifel". Skating Rink" e.a. veel vooruitstrevender en be langrijker werk gebracht dan het Parijsche Operaballet, waarvan ons hier slechts La Pen" en Lts Abeilles" als moderner dansvorm bekend werden. Het laat zich aanzien dat M. Leo Staats als choreo graaf het klassieke in zijn eigen vorm niet meer durft te brengen en dat hij het moderne nog niet recht wil aanvaarden; men bespeurt in zijn balletten meermalen een gebrek aan eenheid, een zekere twee slachtigheid in de gekozen middelen. De ballet meesters en choreografen werden schaars; ook het Parijsche ballet schijnt dat te gevoelen. ,,Sy!via" en Les Deux Pigeons" hehooreii tut het oude romantische repertoire. De grootc tijd van Taglioni. Fanny Hlsslcr, Carlotta (Jrisi, de bloei der romantiek was voorbij, Dclibes schreef Sylvia" voor Rita Sangalli, het eerste nieuwe ballet dat men in 1876 in (jarnier's opera zag. Tien jaar later gaf uu-u ,,Les Deux Pigeons" en ook hier was L. Mcrantc de choreografische leider. Het zal weinig schelen of Mlle Zambelli, thans de eerste danseres in beide balletten, was tien reeds een der meest gracieuze leerlingen der balletklasse, die zij nu leidt. Heide balletten hebben overeenkomst: een mythologische of romantische geschiedenis avonturen van een herder en nimfen of hoereiulochters en zigeuners wordt half als pantomime, Iialt' als dans afgespeeld en ze is zoo ingericht, dat er van tijd t >t tijd gelegen heid voor de eerste danseressen is om een ..variatiou' ten beste ;e geven. Wat Staats en Aveline van Mérantes werk be houden hebben is mij niet bekend, maar over het geheel za laan dezen balletvorm weinig veranderd zijn Ze doet ons, waar de dans niet door eigen kracht boeit en afleidt, sterk verouderd aan, al valt ze nog te prefereeren boven l'aust". waar meer gedanst wordt, maar waar aankleeding en spanning van ge beuren al zeer weinig waarde bezitten. Wat ons thans in deze balletten nog treffen kan. zijn enkele groote,,entrees" van tv. t corps de ballet, b.v. het prachtig opkomen en de dans der nimfen en de snelle dans van het landvolk in Sylvia", de zigeunerdansen in Les Deux Pigeons"; en enkele vaiiations" voor Zambelii, De Craponne, Lnrcia. die /nik een historie afwisselen niet zuivere dansvarianlen. De tweespalt tnsschcn de elementen van panto mime en dans is groot oud gevaar van den ballet vorm waartegen Noverrc al zoo fel te velde trok. Afge scheiden van deze tweeslachtigheid boeit ons de historie niet meer, die in dezen vorm verteld wordt; de beteekenis der muziek overheerscht. Een modern ballet als b.v. ,,Petrouchka" staat onvergelijkelijk ver boven dit oude genre, dat trou wens betere dingen heeft opgeleverd. Van ,,Petrouchka" herinnert men zich de eenheid van vorm in dans en spel: de dans is nergens opzettelijk, de pantomime niet rethorisch, het een gaat ongeu.erki in het ander over en stelt ons niet voor de onaangename sensatie. dat de balletmachine even stop wordt gezet voor een scènetje mimeeren om dan, met een plotselinge schok, voort te draaien. Wil men Leon Bakst's Nuit Lïnsorcclée" tot dezen balletvorm rekenen, dan is ze er een moderner voor beeld van. Poppenhistories passen altijd wel vrij goed bij het ballet, omdat het de mechanische be weging der pop van nature bezit; maar meer als ee-, aardig populair fantasietje is dit niet. Het va!l 0| , dat de pantomime hier, in recenter werk, al weer veel beter verwerkt is; de spelbreker Paganiui danst meestal zijn karakter, de typische tantes hebben alleen decoratief werk te doen. Als de schoone fee echter uit een daiisfiginir eensklaps mimisch gebaren spel gaat maken, breekt er weer op dezelfde plaats een snaar in onze bespeelde fantasie, de genre's raken in de war; het klinkt valsch. Neemt men nu La Péri" en Les Abeilles" dan is men op ander gebied. In het eerste geval is alles ongeveer gedanste mimiek: choreografisch beteekent dit poème dansé" ongeveer niets. In het andere geval staan wij voor het beste stuk werk, qua ballet vorm, dat Staats ons bracht. Dit echter is geen dramatisch ballet, maar een zuiver bewegingsballet: het mimisch element ontbreekt geheel, de dansfiguur is het eenige uitingsmiddel. In dien vorm zag men bij de Russen Les Sylphides", bij de Zweden Skating Rink" al mogen zij nog zoozeer verschillen. In dien zin ontwikkelt zich in de laatste jaren de groepsdans meer en meer, al is de andere richting, die van de gedanste en gespeelde dramatische balletten even eens van belang gebleven. X \ Men vindt in de/e onderscheiding van d i.-n ball vorm in (wee grooie genre's dezelfde houvast als de onderscheiding van dansgeiires in gestalte" beweging". Men mag dan ook evenzeer \an d matische en lyrische dansvormen spreken en er iii maals aan herinneren dat de genre's zich in h hoogsten vorm kunnen vcreeiiigen tot een absol danskunst, /.ooals b.v. de Javaanschc tooneckla waar gestalte en beweging zich vereeriigen. Zooals men hier, bij het ballet der opera, zij l in een lagere sfeer b.v. bij de entree der Nymp chasseresses" en het landvolk in Sylvia". bij hoogtepunten van les Abeilles" waar Spe-.si\ t /.e als biieiikoningin zwevend wnrdt in de armen 'naar danser, minnentcii vmid van. die zui\vi\ da kunst. waarin de balletfiguren tut hyn>g!iet wor en tegelijkertijd levende gestalte, geheimzinnige bel kenis en ahslraetc lijn /nn. On/e kennismaking mei hè' l'.ü'ij-clie baik-; K-Veide dus meer Ivwondt rille, \.-nr enkele dan.-et'es-cii en in/iclU in hun dansiecliniek "P dan waardeevine, \>.T den vorm de/er balletten. <>\i; die daiiseie^seii en die techniek een ander ma,h DE BALLETSCHOOL DER OPERA SCHILDERKUNST DOOR A. PLASSCHAERT Sint /.deus te .\insterdain. \»ttties Wanneer ik in deze korte notities eenige namen te noemen heb, dan zijn zeker die van Monnickeiidam en van Reus (portret van zijn zuster) daarbij. Het zijn twee totaal verschillende werken als aard, dus als schilderkunst. Het schilderij van M. Monnickcntlarn is zonder twijfel een zijner goede werken. Het is een groot stilleven, met de actie van twee figuren er in, van den schilder als kok, en van een blonde vrouw op den voorgrond, liet is een Monnickendamsche combinatie van overdadig stilleven niet figuur; het vertoont niet alleen kunnen, maar ook in de kleur is een bepaalde zuiverheid een ge noegen, dat, niet altijd bij Monnickeiidam gevonden, hier kan worden ervaren: hel is voor .Monnickeiidam werkelijk een goed schilderij! Het portret van llcus' '.uster dnor den Dordtenaar Reus is een werk, dat in het museum te Dordt sinds lang behoorde te 'langen, i Iet is een impressionistisch werk, stout moedig geschilderd in een /.waar-neergezette verf; hel is een realisme zonder schroom, maar niet zonder gein geilheid van een schilder, die, wanneer hij Dordt uitgetrokken was, /onder twijfel rustiger gegroeid zou zijn en tol grootrr, tl. j. ng.'lmaiiger hoedanigheid gekunieii. l.iz/.y Ansingli is heter in haar vergetelheid met de vele figuren, dan in het werk, dat uit een iiiel geiioteg-gehimdcn tweetal bestaat, liet straatje van U.istert (.\o. li) is een der Klere, meer afzon derlijke werkjes, waai' niet de kleur di or te m'oou.1 hreetlhud van vormen \\-r-iild w\ul. Iven stilleven van IJiiot (]f>) is iets dat te zien is, ook omdat het apart is; v,m 'irauss noem ik tien Niger. Mei. M. van Hasselt schildert in den trant de r (otters: \an llnishott Pol is tle Vecnstreek bijblijvend. Jurres Olitanieit" is een goed \oorlieelil \an zijn werk: de jonue Omies maakte heter--'. I.nhr is vrij tijn, maai bindt niet bijeen: mei. Maekeii/ie heeft be weging in tle kleur, l ie overige Jutters schilderden "P hun normale kracht; tel' YVceiiie (Th.) is in de Onde Man" hurgerbjk-hmig. lir zijn naast deze schilder-- en schilderessen en schilderijen nog \ele schilderijen \an schiltlei's en schilderessen. Ze maken tien ommegang echter nooit aangenaam tl i-u bizontlere verrassing; /.e ziin, inligendeel. - ?'?' - \ eleurstellend: dnen "Vcrschaltmuen erken;!; n i l te groute gel.ikmatigheid in het voortbrengen van oppervlakkig werken , <'/' /^i'i'il \'ihin ///('<'/" /;; l.i/i'ii-*; de "s, die ileil ploeg moet trekken en tle Miivn in het iantl kantelend moet doen ontsta.m. i- tot tle jarui gekomen tier \crni"eidheiti. Ik /ie geen prikkel meel', die in m ophitst1 tol lel'ei' arbeid; 'o| dieper snee in het te hearbeideii Iantl. Kunstzaal VAN LIER 170 \s nnast het Postkantoor te Luren (N.-H.) G-??) G", ANTIQUITEITEN OOSTERSCHE KUNST SCHILDERIJEN - NEGERPLASTIEK Dagelijks ook des Zondags geopend

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl