Historisch Archief 1877-1940
No. 2552
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
^>
OP DEN ECONOMISCHEN
U I T K IJ K
DOOR JHR. MR. II. S.MISSAKKT
..Sümcn n<uir Innnen
TT ET is reeds eenig-e maanden g-eleden het was
??? -^ in het einde van September en het begin van
October 1025 dat ik hier in een tweetal nummers de
aandacht vestigde op de eigenaardige houding der
verschillende staten, die er maar niet toe konden
besluiten de conventie van Washington nopens den
acht-urigen arbeidsdag te ratificccren en daardoor
zich er toe te verbinden, dat hun wetten naar den
eisen dier conventie bepalingen op dat stuk zouden
inhouden. Wat weerhield hen? I !e vrees, bij elk
hunner, dat hij, die voorging, wvllieht niet of althans
niet aanstonds door anderen, door velen zou wvrdi-n
gevolgd en dat die voorgang.",' hit nadeel van dit
positie aan den lijve zou gevoelen, dit mul. dal /'///
zich beperkingen in de voort brcngnigM
had opgelegd, Welke voor anderen niet
door hij bij die anderen als coucun'cn
staan.
Men wachtte dus op elkaar. Ik teekei
tie door de woorden ,,\a l'!" cc
-c
(niet mijn vondst !), omdat het ons de staatslieden
doet zien, allen staande voor eene geopende deur en
beleefdelijk elkander uitnoodigende om binnen te
gaan, terwijl geen hunner als eerste den drempel
wil overschrijden.
Maar nu is er verandering gekomen in liet gebaar
en de beeldspraak moet worden herzien. Men heeft
begrepen, dat het w-at eentonig en ook Wel wat on
mogelijk werd. daar maar te blijven staan in beleefde,
afwachtende houding. Men weet wat er nu gebeurd is.
De heeren, eenige van de heeren, die ,,.\a U !" riepen.
hebben de hoofden bij elkaar gestoken, hebben ver
gaderd en toen tot elkaar gezegd: als wij nu eens af
spraken, dat ir//bereid zijn, allen tegelijk naar binnen
te gaan, zou dat dan niet eene oplossing zijn en tevens
het beste middel om ook anderen tot ingaan te
bewegen?
Kngeland, Krankrijk, (talie, Belgiëen Diiirsehland
zijn het daarover eens geworden . . . . vrijwel, d.w.z. zij
hebben het beginsel aanvaard, maar zij hebben
tevens zich de vrijheid voorbehouden en elkaar ele
vrijheid gegund, eik afzonden lijk naar eigen inzicht
afwijkingen van den regel te eodifieceren.
Zoo is er dus we! iets gewonnen, al is het niet
heel veel. Maar i's er inderdaad wel iets gewonnen?
Dat staat te bezien. Nu. laat ons dit dan eens even
bezien.
Vooreerst is hier nog maar een voorloopige afspraak
gemaakt, een zekere overeenstemming verkregen
tusscheii staatslieden uit de geimemde lauden. Maar
men kon niet verder gaan dan elkander beloven.
dat men in de nu vastgestelde richting een voorstel
zou doen, elk aan zijn Parlement. Kn nu blijft het
dus voorloop:'f> nog eene o pene vraag, of in elie' landen
de Parlementen zulke voorstellen zullen goedkeuren.
Indien ook maar een daarvan bezwaar maak! en het
denkbeeld afwijst, dan.... ja, dan vervalt heel de
grondslag van de afspraak, want dan gaan zij niet
allen samen en tegelijk naar binnen, maar dan hlijlt
er n of misschien meer dan een toch nog buiten
staan en dan kunnen (;u!/cn waarschijnlijk) ele anderen
/eggen, dat /ij nu ook vrij zijn en eiat zij op dien voet
niet toch over den drempel heen zullen stappen.
Want en dit moet altijd hierbij worden bedacht
wat ieder weerhoudt, is de vrees voor de mede
dinging van de anderen. Dat gevaar duikt dadelijk
weer op, als men met de voorgenomene ,,geconcer
teerde actie" niet slaagt. Die actie moet het nadeel
wegnemen. Nu dan, hoe kan men verder komen
als toch het nadeel dreigen blijft?
Doch stel, dat niemand, die de afspraak maakte,
zijn voorstel door zijn Parlement verworpen ziet.
Dit is de allergunstigste onderstelling. Is men dan
waar men we/en wil? Ij' is dan een groep, die ..binnen
gegaan" is. Maar zij, die niet aan die afspraak hebben
deelgenomen, staan nog buiten. Kn hoelang zal het
duren eer ook zij het kloeke besluit nemen? Wat.
als zij dat niet nemen? Hoe staat het dan niet het
dreigende nadeel?
Zij, die binnengegaan zullen zijn. hebben geen
enkel machtsmiddel, om hen, die buiten willen
blijven, van de dwaling huns wei gs te Kkccrcn.
Doch bovendien: het feit. dat e-enige staten tot
ratificatie van de conventie overgaan, kan voor ande
ren een sterke beweegreden zijn, om dit na te1 laten.
Nu weet ik wel, dal de1 bedoeling van deze
l'ijeei'komst in klein comitéslechts is geweest om hè'
onderling alvast eens ie worden over den modus.
dien men hoopte daarna ook vooi anderen als aan
trekkelijk te kunnen aanbevelen, maar
een wonderlijken indruk maken, indien .'M, die de;
gesteld,
weigi n /' c h t niet
'p dii n gromt-:,'. ,g :
ij, te \ 'zie-r. ('; '
modus
op gr
schijnt, aange/.ien eene ernstig Cn g,K-d 'vdoclele
poging daartoe mislukt blijkt. *?*
Ken ding is en blijft ouder eii! alles wel volkomen
duidelijk: het is, wat ik in den aanhef reeds /eiele en
in mijn vorige, beschouwingen uitvoerig in 't licht
stelde: de vrees voor beperking van voort
hrciigingsmogclijkheden, dus voor eene zwakkere positie in
de internationale' mededinging. Daarop komt men
altijd weer terug en daarin is de grond gelegen vooi
al de/e aarzeling en weifeling. Wat men voorziet en
ducht, is, dat de aan Washington zich bindende staat
door sterke begrenzing van den arbeidsduur de
productie niet op het huidig peil zal kunnen
handhandhavcn; daali de voort brengingscapaciteit, elan
wordt liet voortgebrachte tot hooger prijs gefabriceerd
en met dien hongeren prijs zal men vastloopen waai
men Ie doen heeft niet concurrenten uit andere
staten, die zich deze beperking niet hebben opgelegd.
De terughoudendheid der regeerders van zoovele
landen tegenover den ,,stap naar Washington"
geinig; zeker van hun juist inzicht in eie economische
gevolgen, in den terugslag op de volkswelvaart en men
mag het zeker in hen prijzen, elat zij, nadeeieii duch
tende, niet zwichten voor politieken drang, elie onge
twijfeld op hen zal worden gericht om ,,toch maar"
het besluit te nemen.
Maar er is te dezer zake nog wv! iets ander> in het
midden Ie brengen. Men wil niet voorgaan, omdat
n het nadeel alleen dragende, ele zwakkere
oen allen mee, elan treft het nadeel allen
het concurreiitieb, -zwaar vervallen. 1)
/ijn allen verzwakt. Kn wat beduidt elit?
Wij hebben een wereldoorlog ie doorstaan gehad
niet ontstellende algeilieeiie verarming al- nasleep.
Kn wij weten het immers: de weg tot herstel, tot
wederaanvulling van de groote tekorten is geen
andereel a n eiat wij hard werken, zuinig zijn, veel voort bivngen
\\einig verteren, in een woord: zoo economisch moge
lijk de volksh'.iishoudingen voeren. Meer elan ""it
iharel en stevig aanpakken de leus, zal de weield dezen
nood ie boxen komen. Kn terwijl elil zoo is en terwijl
de productie-beperkende, prijs-opdrijvenelc werking
xan arheidseluur-vcrkorting door alle regeerders
wordt erkend blijkens hun vrees om de eerste te
zijn in de rij van hen, die zich daartoe binden willen
/ouden elie regeerders, mits maar het
concurrciiticbezwaar door hel ,,samen naar binnen" wegviel,
be1sluiten, elat dit nu zonder schade gebeuren kan !?
Allen verzwakt. Kn dus niemand in een bevoor
rechte positie. Doordat allen in eene slechtere positie
geraakt zijn! Kan dit het laatste woord der economi
sche wijsheid van de regeerders zijn in dezen tijd?
Indien men nieenen mocht, dat de Welvaart dei wereld
niet lijdt onder een acht-urigeii arbeidsdag, mits elie
maar z.oowat-ovcral is ingevoeld, waarom zon uien
dan bij die acht uur blijven staan?
De leus ,,samen naar binnen" beteekeiit :
ge/ameiilijke verzwakking. Maar die leus is in on/e dagen
ongerijmd. Het herstel vraagt om arbeid, vee! arbeid.
Kn de wijsheid der regeerders behoede elk \olk vooi
op/ettelijke beperking van voort
brensziiigs-mogeiijkhedeii.
////a i/c/'i /I/M//, 1:1 -''-r ;-','/ .''.'I/IL; ;;<'/<// /'</. dat. c/.'- (HVC
Itct:di(/i' <!"(!! dn ;;-e i'.vf lict:i'l!dc /- /'< rei .'V-r.'.'i'.'e, run
-t'liüli'iK'i' di1/,'i/.Y///> in de yniilc i'/'.Ji/e i'<"'' i'll: iuinl /-.
.--/ii/Y// tt Mn/'/r,"//' /ir/i/vi. ",,/,- /inliet Huium/.'','/.' /ici'l
Mr/rif TI.';/,',i.'/,?', :;Y.';/"/'<'< //?'/ei1/;/:,. /?.'.?; ?,"???<' '/»e
:-: K i j-;/; K:\L\K K k L