De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 1 mei pagina 4

1 mei 1926 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2552 HET ZIEKE PARLEMENTARISME ^ DOOR J. Z. KANNEGIETER Hel oude slelse/ T_T ET is in den na-oorlogstijd langzamerhand een ?*? * gemeenplaats geworden: de parlementaire regeeringsvorm is ziek, dood-ziek, ja: dood, en men solt nu met het lijk. De een zegt het den ander na en zoo ontstaat de communis opinio. Dit napraten we zullen er nu maar over zwijgen, of het wel altijd begrepen-napraten is heeft een gevaarlijken kant. Het maakt de baan vrij voor de excessen van het communisme en het fascisme. We zullen eens nagaan, in hoeverre het parlementarisme ziek is en of genezing volstrekt buiten gesloten is. De ontwikkeling van den parlementairen regee ringsvorm, zooals die thans in alle geciviliseerde staten bestaat, laat zich het best volgen in Engeland. Van den 15den Juni 1215 af, den dag, waarop Jan zonder Land op het veld te Runnymede gedwongen werd de z. g. Magna Charta te schenken, kunnen we de evoluties van het stelsel, dat ons thans bezig houdt, met groote nauwkeurigheid nagaan. We zien zich dan vormen een systeem, waarin aanvankelijk de koning nog bijna onbeperkte macht behoudt. In onze verbeelding doet het zich voor als een kegel, waarvan de vorst den top vormt. Onder hem staan de van hem afhankelijke ministers en in steeds wijder uitloopende lijnen volgt de geheele rijksadministratie, met de landsverdediging incluis. Het is een geweldige kegel, want de top reikt inderdaad in den hemel, waar de vorst troont als de vertegenwoordiger Gods. Daarnaast ligt, in den beginne als een nietswaardig vierkant, later als een meer tastbare en massieve kubus, het Parlement, dat het gewriemel en ge wroet in het lichaam van den kegel argwanend gade slaat, en daarop steeds meer invloed weet te krijgen. Totdat de top van den kegel wordt afgezaagd, veilig in een reliquieschrijn wordt opgeborgen als een rest van Oostersch bijgeloof, en het Parlement zelf den verheven post gaat innemen. Men formuleerde deze evolutie in het staatsrecht aldus: de Koning is onschendbaar gemaakt, de ministers zijn verant woordelijk geworden, d.w.z. aan de Volksvertegen woordiging. Wel behoudt het staatshoofd nog eenige praerogatieven, waarvan het voornaamste is, dat hij de eerste dienaren der Kroon" blijft benoemen en ontslaan. * * Een tweeslachtige toestand ontstond dus, waarbij de ministers formeel bleven afhangen van den afgezetten Koning, maar niettemin voor al hun regeeringsdaden verantwoordelijk waren aan het Parle ment. Die tweeslachtige toestand bestaat thans overal, waar de parlementaire regeeringsvorm is aanvaard, zelfs in republieken. Waar een grondwet is, staat het zwart op wit; in Engeland is het gewoonte recht. Het is een van de laatste resten van het abso lutisme, doch in werkelijkheid een vorm zonder inhoud. Overal waar het staatshoofd onschendbaar is verklaard, wordt de kleur van het kabinet door de Vertegenwoordiging bepaald. Een kabinet, dat ge desavoueerd wurdt door het Parlement, heeft geen lang leven. De onschendbaarverklaring des Konings bracht dus noodwendig mede: een parlementair kabinet", en de meeste vorsten waren wel zoo ver standig, zulke eerste dienaren te benoemen, die het vertrouwen zouden genieten van het Parlement. Dat de Engelsche koning het besproken praerogatief heeft kunnen behouden, kan niemand ver wonderen. In dat land van tradities, waar de rechter lijke macht gepruikt een hittegolf moet trotseeren, waar zelfs socialisten kortgebroekt ten hove ver schijnen, heeft men meer eerbiedwaardige doch vol komen leege levensvormen. Dat de Duitsche vorsten het behielden, is ook verklaarbaar. De grondwetten, die men hun in den loop der 19de eeuw afperste, waren contracten tusschen den vertegenwoordiger Gods op aarde en het volk. En werd de benoemingswijze der ministers niet nadrukkelijk in de grond wetten aan de vorsten voorbehouden, dan maakten zij toch aanspraak op het benoemingsrecht volgens de eenvoudige redeneering, dat al wat niet opgeteekend was, vorstelijk praerogatief Was en bleef. In ons land, waar men in 1813 en 1814 voor een tabula rasa stond, kon men toen niet anders doen, dan de gewoonte overnemen, daar men van onschend baarheid des Konings en ministerieele verantwoor delijkheid nog niet veel kon of wilde begrijpen. Maar het is de fout van 1848 geweest, dat men ook in dit opzicht ons staatsrecht niet in overeenstemming heeft gebracht met de straks komende practijk. Men VANNELLE'STABAK KWAÜITEIT ALOM VERKRIJGBAAR zat"*hier nog^niet aan eeuwenoude tradities vast. De traditie was zelfs onze roemrijke Republiek, waar de gewestelijke Statencolleges op den administratietop hadden geleefd. Waarom niet de benoeming der ministers aan de Tweede Kamer gebracht, zooals ook de wethouders door de gemeenteraden worden ver kozen? En zooals elk bestuur door een vergadering wordt gekozen en er niet van buiten af wordt aan gebracht? Men heeft er eenvoudig niet aan gedacht, zoo diep had de oude conceptie wortel geschoten. En al had men er aan gedacht, te veel kon men in 1848 ook nog niet wegsnijden: de Eerste Kamer bleef immers gehandhaafd. Wat is nu het gevolg van liet traditioneele systeem? Zoolang er twee staatspartijen zijn, is het voor een Koning kinderspel een kabinetsformateur aan te wijzen. De meest regelmatige handelwijze is, dat hij den leider der meerderheids partij daartoe uitkiest, en de rest loopt vanzelf. Moeilijker wordt het, wanneer er meer partijen ont staan, waarvan dikwijls geen enkele de meerderheid kan halen. Feitelijk is dan reeds het parlementaire systeem ziek. Een geneesmiddel is dan: coalitie vorming, waarbij de zich aaneensluitende partijen slechts hun gemeenschappelijke idealen kunnen ver wezenlijken. Nog ernstiger wordt het, wanneer het individualisme van een volk zoo sterk zich uit, en zich kan uiten door het algemeen kiesrecht en de evenredige vertegenwoordiging, dat het aantal par tijen en partijtjes zoo groot wordt, dat een meerder heid van n groep ten eenenmale buitengesloten is. En als dan nog, om welke reden ook, coalitievorming uitblijft, dan is het staatsorganisme hopeloos ziek. Dit geval deed zich ten onzent voor in de laatste crisis. De Kroon, voorgelicht door de verschillende partijleiders, probeerde eerst, of er niet tot nieuwe groepeering was te komen. Daarna, toen dit niet gelukte, en blijkbaar tot de meening gekomen, dat de aanhangers van het vroegere verbond nog niet wanhoopten aan een herstel, benoemde zij een formateur, die weken bezig was, het gebrokene te herstellen, doch met negatief resultaat. Al dit peilen van de vertegenwoordiging kostte tijd, een zee van Kostbaren tijd. Men moet niet vragen, hoeveel belan gen in die maanden geschonden zijn. Grondwet en wet toch hebben in handen van het Parlement ver schillende bevoegdheden gelegd, die met politiek of verwezenlijking van groote beginselen niets uitstaande hebben. Men denke slechts aan het onteigeningsrecht, het vennootschapsrecht, het waterstaatsrecht, en andere groote complexen. Staat nu de Kamer bij elke crisis, zooals ook de gemeenteraden, voor de noodzakelijkheid het college te verkiezen, dat meer in het bijzonder met de uit voering" en de voorbereiding is belast, dan kan de stoornis in het staatsmechanisme slechts enkele dagen duren inplaats van weken of maanden. Natuurlijk, in de gegeven omstandigheden, kan coalitievorming, helaas, ook dan niet achterwege blijven. Men zal er zelfs toe moeten overgaan, wil men bij elke keuze een volstrekte meerderheid van stemmen erlangen. Maar een kabinet komt er, en spoedig ook. Men zal zeggen, dat bij vrijwillige coalitievorming dit systeem hetzelfde resultaat zal hebben als het oude. Dit is inderdaad zoo, met dit verschil, dat men zich moreel meer verbonden zal gevoelen aan een zelfgekozen ministerie dan aan een, dat den eed in 's Konings handen heeft afgelegd. Een dergelijk minis terie zal men zelfs niet zoo spoedig ten val brengen. Men lette slechts op den respectabelen diensttijd van sommige wethouders. En bii niet-vrijwillige coalitie vorming staat een Kamer toch nog heel anders tegenover haar alsdan verkregen kabinet als tegen over de zakenkabinetten, die tot nu toe in zoo'n geval plegen op te treden. En, nogmaals, de 7.00 kostbare nationale tijd Wordt niet meer verknoeid. Ik weet, wat men hier tegen in zal brengen. Men zal zeggen, dat dit betoog van de verkeerde grond stelling uitgegaan is, dat bij de inauguratie van de koninklijke onschendbaarheid het Parlement niet de plaats aan den top heeft ingenomen, maar het ministerie. Inderdaad, in de theorie is dit juist, maar niet in de practijk. Feitelijk heeft de Kamer in den strijd met de vorstelijke macht zooveel invloed weten te verwerven, dat geen regeeringsdaad meer tot stand komt zonder de instemming van de Ver tegenwoordiging. Wijlen prof. Struyckcn heeft het meer dan eens met talent verdedigd, dat het oude dualisme, administratie en vertegenwoordiging, wij zouden zeggen: kegel en kubus, bij ons te lande althans, geheel verdwenen is, en hij betoogde op grond hiervan zelfs, dat ons land deswege een onaf hankelijke administratieve rechtspraak geheel kon ontberen. Zijn schrijven is niet zonder gevolg ge bleven. De ontWerpen-Loeff liggen nog maagdelijk te sluimeren in het kabinet van den minister van justitie. Daaruit zou men kunnen afleiden, dat de meesten tegenwoordig wel van de waarheid zijner stelling overtuigd zijn. Een nadeel van het door mij verdedigde stelsel zal menigeen vinden, dat een op die wijze verkregen ministerie kracht en ruggegraat /.al missen, dat er te weinig bestuurskracht van uit zal gaan, dat /.ijn leden zullen gaan gelijken op ambtenaren. Veel zal hierbij, vanzelf-sprekend, afhangen van de personen, die men kiest. En het laatste bezwaar doet zich ook GOEDKOOPE MEUBELS MOETEN JUIST SOLIDE ZIJN. WIJ MAKEN NU O.M. EEN HUISKAMER BESTAANDE UIT TAFEL, 4 STOELEN, 2 ARM- f Q1Q STOELEN EN BUFFET . . . . ? *??** ZITKAMER BEST. UIT TAFELTJE, 3 ARMSTOELEN, 2 STOELEN, f 1QQ THEEKAST EN BOEKENKASTJE ' I3 SLAAPKAMEReEST.uiTSPiEOEL. KAST, LITS JUMEAUX.2NACHT. f OOI KASTJES, 2 STOELEN EN TAFEL ' wOl TOILETTAFEL f 57 ALLES GEMAAKTVAN MOOI EIKENHOUT EN ONTWORPEN DOOR CO R N. o» S LU YS DEN HAAG - NOORDEINDE 162A thans reeds gevoelen. Meerdere malen is het kabinet' Ruys een ambtenarenministerie genoemd. Het zou mooi wezen, wanneer ons land aan de beschaafde wereld eens het voorbeeld gaf. Reeds is ons staatsrecht het Engelsche model over het hoofd gegroeid. De tijden zijn rijp, om zelfs dit voorname vorstelijk praerogatief over boord te werpen. Nog altijd zal er in ons land voor Oranje een taak over blijven. En eerst dan zouden we de directe aansluiting hebben bij het zeventiende-eeuwsche systeem, zooals zich dat manifesteerde in het bijzonder in de Statencolleges. Nog maar al te veel beschouwt men de staatsinrichting der Republiek als een abnormaliteit, omdat de administratie-top er verdwenen was. Die visie heeft haar nut gehad, vooral om de Republiek te leeren kennen. Maar thans ziet men toch weer, dat het in 1581 occasioneel aanvaarde stelsel een natuurlijk stelsel is, dat men eerlang gedwongen zal zijn weer in te voeren 1). 1) Tot recht begrip diene, dut mijn lojzang up ons rcpublikeinscli staatsrecht niet alle onderdeelen geldt. Natuurlijk was de stedelijke en gewestelijke souvereiniteit een verderfelijk iets. Ik bedoel hier slechts de toen ook lieersctiende incensmelting van wetgevende ? en uitvoerende functie". BOEKAANKONDIG ING Dr. C. U. Ariens Kappers, Zielsinzicht en Levensopboinr, il. J. Paris, Amsterdam. Dit is de tweede druk van een bekend geworden boek, dat den lezer dient tot religieuse bewust wording. Aan de hoofdstukken van den eersten druk o.a. over Psychanalyse en religie", intuïtie", geloof", wetenschap, wijsbegeerte en religie" is hier een laatste verhandeling toegevoegd over De plaats van het denken in de organische ontwikkeling", die niet een van de gemakkelijkste is. Hier maar ook elders in het boek, blijkt dat de schrijver directeur van het Centraal Instituut voor Hersenonderzoek is. Dit verhoogt de waarde van 't geen gezegd wordt, niet weinig. Maar hij is filosoof en religieus mensen tevens. W. M. ©©©©©©©©©O©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©© TRANSPORT Mij, .HOLLAND"! fWeesperzijde 94 AMSTERDAM! © © Telefoon 51271 Tel.-Adres ,,Transport" < Verhuizingen, door geheel Europa per meu- © belwagen en gesloten spoorwegwagons, |> binnenlands ook per gesloten autoverhuis- © wagens met aanhangwagen. Binnen een © rayon v. 80 K.M. bespaart men Hotelkosten BEWAARPLAATSEN VOOR EHEELE EN© GEDEELTELIJKE INBOEDELS ©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl