Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2552
BOEKBESPREKING
C. M. van Hille-Gaerthé, Het verstopte
huuske,Rotterdam, Nijgh en Van
Ditmar's Uitg. M. 1925.
Marie van Zeggelen, Marianne Hoogland,
Amsterdam. Scheltema en Holkema's
boekh., zonder jaar.
J. P. Zoomers- Vermeer, Als het leven
ontluikt, Amsterdam, Van Holkema en
Warendorj, zonder jaar.
Ik geloof, dat deze drie vrouwelijke auteurs noch
ieder afzonderlijk, noch tezamen en in vereeniging
- er in slagen zullen de vaderlandsche romankunst met
dit haar werk ook maar een halven palm hooger op
te stooten in de welbekende vaart der volken. Toch
zullen za haar weg wel vinden"; ik twijfel er geen
oogenblik aan. Er bestaat nu eenmaal, in de
dameswereld vooral, voortdurend vraag naar der
gelijke versche lectuur; er moet steeds nieuw mate
riaal zijn voor de portefeuilles, leesmusea etc.; en
van dit nederig standpunt gezien, bieden inderdaad
alle drie voedzame, gezonde, smakelijke spijs.
Het werk van Mevrouw Hille-Gaerthélijkt me
meer in het bijzonder een boek voor opgeschoten
bakvissch.nl; het heeft opvoedkundige tendenzen,
maar niet hinderlijk. Dit klinkt een beetje strak en
koel, en toch ben ik eerlijk gezeid enthousiast over
dit huuske; maar ik geneer er me een beetje voor te
bekennen, dat het me heusch heel sterk getroffen
heeft als een mooi, eenvoudig, hartelijk boek, een
boek, dat je zoo ouderwetsch heelemaal vasthoudt.
Het is van een meisje, dat opgroeit in de leege
weelde van haar thuis; walgt van het suffe, hartelooze
van haar omgeving; teert op een herinnering van
haar twaalfde jaar van buiten in het eenzame bosch,
waar ze een dag doorbracht met haar ouders bij een
nicht, waar lachende vreugde, hart en liefde was.
,,En in die wijde stilte, welker heerlijkheid ze zich
voor 't eerst bewust werd, had ze toen nicht Christicn
hooren zeggen: Een nieuw gebod geef ik u, dat gij
elkander liefhebt". En dat had ze onthouden, heel
dien dag, die toen al te spoedig geëindigd was".
Dat verstopte huuske erft ze en ze trekt er alleen
heen; ze gaat er wonen en, natuurlijk, de idylle valt
aanvankelijk nog al tegen. Ze moet zich door heel
wat moeilijkheden heenslaan om met zich /.elf tot
klaarheid te komen, voor zoover dit dan mogelijk is,
om te leeren zich met liefde voor anderen in allen
eenvoud op te offeren. Ze gaat haar Dven van liefde
bouwen en ze doet het moedig en met blijden zin.
Dit leert zij: ,,lk weet het niet, waar het in tie wereld
eigenlijk op aan komt; ik geloof, dat er veel meer
moogl ij kneden zijn, dan we nog doorzien. Ik weet
alleen, dat er gewerkt moet worden en dat ik dat
goed kan doen, als ik mijn hart kan geven aan mijn
werk en aan de menscheii voor wie ik werk". Het
geval is misschien wel wat geïdealiseerd; er gebeuren
ook eenige erg casueele dingen; maar dat kan geen
kwaad bij het goede doel. Het is een warm, levend
boek met een rijk en gelukkig gevoel.
HHille-Gaürthéweet den indruk te wekken, dat het
hart haar tot schrijven drong, en dit is ook wel zoo.
Zij heeft natuurlijke losheid; 't is of ze er maar zoo
onbezorgd op toe vertelt, net zoo als het toevallig
gebeurde, of ze haar roman" heelemaal niet bedacht
heeft. Mevrouw Van Zeggelen is meer de schrijfster
van beroep, van zekeren naam in zekeren kring, die
maar weer eens een roman" op stapel heeft gezet,
en het wordt goed werk, vlot geschreven, maar toch
met overleg en zekere kennis van het vak, precies
wat het zijn moet voor het publiek, dat zulke dingen
graag leest.
.Het is jammer, dat ze ook hier weer haar eigen
prentjes erbij geeft; dat is duf, wezenloos
dilettantenwerk, zonder eenige persoonlijkheid.
En haar litteratuur, ik vrees, dat ze geen groote
toekomst heeft, 't Zal er mee gaan, als met het werk
van een Du Chattel en Apol. Een veertig jaar
geleden waren dat meesters van eenige beteekenis;
een oud kasteeltje aan een oude wetering en wat oude
boomen er om. een stukje bosch met sneeuw er op,
het vond altijd wel zijn plaats. Nu wil niemand,
die levende kunst voelt, die dingen meer in zijn huis
hebban. Toch kan het je wel, op een verkooping b.v.,
o verkomen, da t je, voor een Du C ha 11 el ten minste,kom t
te staan, waar nog geest en t'rischheid in zit, die je
doet betuigen: de kerel kon toch wel wat. Laten we
hopen, dat het met Mevrouw van Zeggelen over een
halve eeuw ook zoo zal gaan.
Maar ik vrees. In dezjn tijd, die het voorjaar
verried, werd het middagmaal gebruikt zonder
kunstlicht". Wie een beetje fijn proeft, kent al wel
den toon van dit boek in dit ne zinnetje. Verried,
middagmaal gebruiken, kunstlicht.
De Beweging van '80 wordt hier wel wat naïef en
onbenullig voorgesteld. Hoor slechts, hoe de mede
werkers onder elkaar converseeren; toch wel erge
broekjes: Och, dat niet alleen, het is omdat mijn
vader zóó is; als ie anders was, als ie heusch 'n ouwe
sok was, of 'n verwaande gek, maar hij is goed. Bas.
hij is een mensen die oprecht meent wat ie zegt. Hij
is eigenlijk een groot meiisch. ..."
Ho! ho !. . . . groot, hoe kan iemand uit dezen
tijd, die gedichten maakt van water en melk...."
Hou je mond. Dat kan je niet bcoordcclen. Hij
i? groot en goed
..Ik ken IK in niet en daarom beoordeel ik zijn
Binnenkort zal verschijnen:
Tijdschrift voor het Reizen in Nederland, Indiëen het Buitenland
tevens Officieel Orgaan van de
/xlgemeene l > ederlandsche Vereeniging voor V reemdelingem erkcer
onder leiding van ]. Moorman.
Nederland, Indiëen het Buitenland: plaatsbeschrijving,
natuurschoon, industrie, handel, scheepvaart, bouwkunst, kunstverzame
lingen, his.orische en natuurmonumenten, folklore, enz.
Middelen van verkeer: spoorwegen, stoomvaartlijnen, wegen en
verkeerstechniek, luchtvaart, enz.
Reissport: auto-, rijwiel- en watertoerisme, wandelsport.
Reistechniekt reisplannen, uitrusting, gezelschapsreizen,
reisverecnigingen, reisgidsen, reisbureau's, enz,
Hotelwezen: beheer, inrichting, aankleeding, amusementen, enz.
Reisbeschrijvingen v?.u actueelen en historischen aard.
Nieuwsberichten, feuilletons, foto's, teekeningen, adviezen, enz.
Medewerkers gevraagd voor alle rubrieken»
Aanbiedingen schril Lelijk, ;injt pfoi.'Kiriike]. L;Cin
Moorman's Periodieke Pers,
Amalia van Solmsstraat 2, Den Haag ~ Telefoon 71620
persoon niet, wel zijn geest. Jij laat je nu mee voeren
door lagere gevoelens, famiiieliefde, bewondering
voor eigen omgeving, en dat moet je los kunnen
laten. \Yc moeten objectief zien, precies zooals ie 'l
zelf gezegd hebt in je stuk; of 't je vader is of een
ander die prullewerk schrijft, dat is 't zelfde: tegen
't prullewerk strijden we, voor 't groote, 't iiiunie,
't geweldige; als je dat doet, echt doet, moet je het
eene aan 't andere opofferen, 't kleine aan 't groote...."
Juist, dat dacht ik ook, daarnet toen ik je tegen
kwam, maar wat is 't groote V Als je mijn vader had
hooren praten vanavond, dan zou je ook vragen:
wat is het groote, wat 't kleine? Wat is de moeite
waard, wal is het offer waard?"
Je overtuiging is het offer waard. Je overtuiging '
Ken ander zal die overtuiging uit den hooze vinden,
gemeen, leelijk. 't Komt er niet op aan. Jij hebt je
overtuiging en daarvoor moet je willen sterven".
We krijgen hier over het algemeen z.-er leesbare,
ietwat tamme teekening van aardig familieleven, een
familie die heelemaal in de kunst opgaat. Daar is de
vader, de dichtende dominee van de oude garde.
de zoon, de litteraire nieuwlichter, dien we daar
even hoorden en die later bij het tooneel gaat, na eerst
cum lande meester in de rechten geworden te zijn,
overigens een heel nette jongen. Zijn pa vindt het
dan ook verschrikkelijk. Dan is er een schilderende
ma; z.'lf de oma's doen aan ouderwetsche knipkunst.
De kleine meid Marianne, de heldin dan. begint in
haar kinderjaren met een drama en later wordt ze
schilderes. Het is een gezellig ensemble, dat vele
lezers wel interessant en artistiek /.uilen vinden.
Het boek van Mevrouw Zoomers-Vermeer belooit
misschien het meest voor de toekomst. Ik verwacht
van haar uit dit drietal als zuiver litterair artistc
het meest. Zij bestudeert ernstig haar métier; /ij
neemt scherp en juist waar; /.ij teekent levendig en
geestig de gewone werkelijkheid in de kringetjes van
de kleine burgerij, soms iets te gewild geestig. Als /.?
eenmaal een aanlig idee Ie pakken heeït, wee! z ?
zich niet te beperken. Zoo b.v. die Platonische l'elii.
van Fieii, de weeshuisjnl l'i MUW : Ze had een hoogui
rug en een kippen hors l. n u k'i i;ie, magen', g. diou-.y:;
gestalte, een ingevalkn g< 'u::! en ei n pi uikie ha.;:
als van een kind van der'ui; d,ii ei pa- n-n pa.u
spelden doorgestoken heeft", l .u dan ? . A'r"< i'.ei i! ui
ze niet veel aan haar leven gehad, in haar jeugd was
niet veel moois geweest, maar sinds Stina en Antoon
hier in de stad waren komen wonen, uas dat anders
geworden. Zij had er in haar Vlijen tijd o\vr huis
kunnen komen. \\at zij gaarne deed: en sinds zij
Antoon goed had leeren kennen, was er werkelijk
een lu-mel op aarde voor haar aangebroken. Zij «as
zoo erg bang geweest \ooi' de liefde, maar mi had /.i|
dan werkelijk lief en zie je. het «'as een liefde waar
ze geen kwaad bij kon. waar geen trouwen uit
vooiikwam, waarvoor ze zoo hevig bevreesd was. Hij was
getrouwd, had een vrouw en zoon. liet liefhebben
was dus zeker ui zonder gevaar voor haar, want
nooit zou hij die twee verlaten.... en :ij zou dat
ook niet «illen, zie je, daar hield ze nou niks van om
de schuld van een treurspel te zijn".
Aan de karakteriseering dezer intieme liefhebberij
van l:ien geeft de schrijfster een pagina of tien; er
komen zulke rare excessen bij te pas, dat l-'ien ten
slotte eenvoudig een dolle karikatuur wordt, als
hoedanig zij vermoedelijk toch niet bedoeld is.
Mevrouw Zoomers kan een goeden, pittigen dialoog
schrijven, vooral het korte, fijne, meppende van
pijnlijke vrag.'ii en antwoorden lijkt haar kracht.
De hoofdfiguren, waarin bet leven ontluikt, zijn de
gevoelig.-, teere, schuchtere Agniet van den bakker
en de brute, zinnelijke Marius van den
bockhoudcrbrandmee.stu ui mn hen heen heel het zure leven in
de vormen \an de kleine burg.-rii. de afgunst en haat,
het g.'Zetir en g-draai en g-konkel, het nijdig onbe
redeneerd gekef'. De beide vaders zijn toonbare kerels.
maar de ma's zijn tuig. Als de jonge Marins al vroeg
zwaar door het leven gestraft is, opent de schrijfster
\oor hun een lachend verschiet in de reine, zuivere
liefde van de dochter van den hakkel'. Voor zoover
ik dien Marius ais een plompen, oppervlakkig-n,
ruwen, suisuccien vkgc! hi-b leeieii kennen, zie ik
daar nooit ii-;s werkelijk hlnvends en moois uit groeien.
Ik geloof niet in de ook zedelijke en geestelijke
beterschap van drzcii ionsyu man. kal daar/il de
z\\,'iki-.e ziide in hel wu'k \a.n Mevrouw Zoom-.rs: In
de Ilileriljke t cckellili!1, el! il! del! dialoog h,-reikt Zli
s" nis \ oo n re Mei u ke dingen : maar 'laar p> vcliologi... c h
in/.ici:' m haar kar.il-'er- i-, nj-t diep. Mij iie-.il /u
!e:: minste e.-n iviuv '-ek m.-t -oor Marius ui-.-!
'.üinuueliik g.-maakt. , |1U|N>KN < K/.