De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 1 mei pagina 9

1 mei 1926 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 2552 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DRAMATISCHE KRONIEK DOOR TOP NAEFF Hel Rotferdamsch Hofstadlooncel. Voorbij, door Jcan-Jacques Bernard. Hun ccrsfc thuis, door Frans Mijnssen ~\7 OLOENS den Engelschen tooneelcriticus John * Palmer staat het Fransche tooneel thans weder aan de spits der internationale tooneelkunst, en uit de namen, die hij in dit verband noemt, blijkt ons, dat hij deze eenzijdige uitspraak voornamelijk baz.ccrt op de moderne kamerknnst (psychologisch verdiept, gezuiverd, en mede dank zij het spel vaak gesubli meerd realisme) die het grove Boulevard-repertoire verdringt. Van deze kamerkunst zagen wij in de laat ste week n sterk en n zwak voorbeeld: Robert et Marianne", en ,,Le printemps des autres" dat hier onder den, ten opzichte van den geest van dit werk geheel mistastenden titel Voorbij !" wordt opgevoerd. En het opmerkelijke daarbij is nu, dat tusschen deze Fransche bedrijven van gelijken aard, plotseling een klein Nederlandsen werk aan den dag kwam, dat bewees, hoe twaalf jaar geleden (het stukje dateert van 1914) ons eigen land reeds in het gelukkig bezit was van een auteur, die in dit thans zoo inter nationaal toegejuicht genre tot de meesters behoort. Het geval Frans Mijnssen is inderdaad ,,een geval" en staat in Nederland geheel op zich zelf. Wij kunnen niet zeggen, dat deze auteur van een geheele reeks van n-bedrijvige tooneelspelen, die hij bescheiden lijk studies" noemde, miskend is geworden; er is wel niemand in de letteren, die den gedistingeerden collega niet respecteert, maar ook in dien beperkt litterairen kring bleef zijn roem altijd onvolledig, want niemand dezer oprechte vrienden van zijn werk zag het ooit tot zijn bestemming en tot zijn recht gebracht, eenvoudig omdat de gelegenheid daartoe ontbrak. Meer dan eenig ander auteur is, dunkt mij, Frans Mijnssen in zijn bloeiperiode de dupe geweest van de omstandigheid dat hier, naast de spelers uit de oude school, die dit werk min of meer dood-drukken zouden, in die jaren geen geslacht van fijn-geschoolde jongeren gereed stond, en geen gezelschap het feite lijk mocht wagen met de zeer heterogene krach ten waarover het kon beschikken, dit teere maar volstrekt niet zwakke werk -- dat allen deco ratieven steun mist en zonder de gebondenheid van rijmof maat, welke den spelers vele voordeelen biedt, nochtans den eisen stelt van poëzie te ondernemen. Te minder, waar ook het publiek, dat voor dergelijke, van elk beproefd theatraal effect huiverige kunst ontvankelijk is, altijd klein bleef, en een paar vluch tige pogingen (Heyermans gaf er een litteraire mati nee" aan) niet het gewenscht succes brachten. Zoo moest langzamerhand wel het misverstand ge dijen, dat deze intieme dialogen louter voor de li teratuur" geschreven waren, dat zij, naar de vakterm luidt: niet over het voetlicht kwamen, kortom, niet wel speelbaar waren. En zoowel de schrijver als alle overige belanghebbenden schenen daar nu maar in te berusten. Doch ziet, de Fransche mode, waaraan we van top tot teen veel te danken hebben, ontfermde zich ten langen leste ook over Frans Mijnssen. Zij keerde den tooneelblik naar binnen en vond in dat land van voortreffelijk tooneelonderwijs de streng geschoolde en voor discipline vatbare jonge talenten, die de geladenheid van het geschreven woord voelden en in beeld wisten te brengen. Fransche gezelschappen toonden ons het begon met Le paquebot", met Martine" hoe het, naar de aanwijzingen van een Copeau, Dullin, en in het bijzonder Gaston Baty, gespeeld moet worden, en deze voorbeelden het is bij de opvoering van Hun eigen thuis" ge bleken hebben invloed uitgeoefend .... ter rehabili tatie onzer eigen verwaarloosde tooneelkunst. Zoo zagen wij dit dan, niet als een toevallig nastukje", maar als een in de evolutie van ons tooneel natuurlijken beteekenisvol verschijnsel; betcckenisvol omdat alles erop wijst, dat de dramatische kunst zich zoetjes-aan met eerlijke middelen verdedigen gaat tegen de trilbeelden-vervlakking en sensatie-behoefte waarvan het einde verloren scheen. Zoo debuteerde" dan eindelijk Frans Mijnssen als voorlooper van een genre, dat ongetwijfeld toekomst" heeft, met het eerste der vier kleine, maar voldragen tooneelspelen, die zijn Derde bundel dramatische studies" vormen. En deze samenwerking van schrijver, regisseiir(Cor van der Lugt) en spelers (Lily Bouwmeester en Jan van Fes) leidde waarlijk tot een nagenoeg volmaakt half uur tooneelkunst. Het was niets" en het was alles". Twee jonge meiischen, die elkaar liefhebben, Robert en Marianne" in zakformaat, en niet weten wat ze doen zullen om elkaar rog liever te hebben, dichter en bewuster te naderen, de bedreiging, die elk groot geluk inhoudt, af te wenden, en intnsschen de klippen te vinden en te benutten om zich des te inniger aan elkaar te klampen. Hun eerste thuis: de wereld onder een rose lampekap. De man en de vrouw, toi et moi", moi et tui". Nous tions nes l'un pour Fautre. Mais pcnse a ce qu'il dut falloir de chances, de concours, de causes, de coïncidences, pour réaliscr ga, notre aniour !" Hun eerste thuis" bevat zulk een liefdetje, dat op zijn beurt alle groote liefdes inhoudt, een poëem van jonge innigheid. .Lily Bouwmeester was het vrouwtje, glaszuiver en ontroerend, men zou zeggen met niemendal; haar Enuna" behoort tot het mooiste wat ik van tooncelspel dezen winter mocht genieten. FJI ook Jan van Ees was in de rol van Hans" -?- het zijn allermoeilijk ste rolletjes! -? uitmuntend, mannelijk-teeder en juist zoo superieur" als de ontluikende vrouw hem hebben wil. De regie had het paartje in een droomsfeer gezet, men hield den adem in uit vrees voor een détonnatie in zóó broze stemming, maar geen enkel incident gebeurde. Het was allerliefst. Opmerkelijk hoeveel minder deze zelfde spelers nu den weg vonden in het trouwens veel zwakker en minder geslaagd werk van Jean-Jacques Bernard, dat toch van dezelfde geaardheid is. Le printemps des autres" is den jongen schrijver van Martine" als gegeven te machtig geweest. Hij moest zichzelf en de situatie met middelen forceereii, waarvan hij, naar zijn eigen getuigenis, afkeerig is, en die hij boven dien niet beheerscht. Maar er is dan ook haast geen gegeven te vinden, dat zulke pijnlijke dingen bloot legt, en zulk een kiesch meesterschap vereischt om ze op het tooneel - in een roman is liet wat anders --- acceptabel te maken. Hoe beangstigend dreigt hier de consequentie van den modernen tijd, waarin de vrouw niet meer oud wil worden, het zinneleveii niet tot rust wil komen, de vrouwelijke zelfzucht gretig blijft. De moeder, die zich de gelijke harer dochter voelt en met alle middelen der kunst grijpt naar wat de jeugd van nature toevalt. Moeder en dochter rivalen.... de klassieke tragedie vond geen gruwelijker conflict. Mevrouw Clarisse". te vroeg weduwe, onbevre digd reizend van de eene mondaine plaats naar de andere, in gezelschap van haar eenig kind, dat haar, bij veel vertoon van moederliefde, niet meer dan voorwendsel is. Zóó ontvankelijk - om een zacht woord te gebruiken voor den jongen man, die om de hand dezer dochter komt, zóó verteerd door jaloezie ten slofte op het wreed jong huwelijksgeluk in haar onmiddellijke nabijheid, dat ze in haar hart niets liever wenscht dan hit ongeluk van haar eigen kind, de kleine oneenigheden tusschen de echtgenooten uitbuit, niet bijna onnaspeurbare trucs een breuk tracht te bevorderen. Haast onbewust gaat zij uwerk, men zon zeggen: te goeder trouw. Tot, op hei oogenblik, dat haar fatale zelfzucht schijnt te triomfeeren en zij in haar nanw-verborgen vreugde ilberte een toevlucht" aanbiedt in haar huis, de jonge vrouw plotseling de ooge.ii opengaan en deze, verlost uit het warnet der bedrieglijke moederliefde. begrijpt welk een gevaarlijk wezen zij in haar naaste bloed heeft bemind. Clarisse, a! wordt haar het harde woord bespaard, weet thans het spel verloren k hebben, zij trekt zich terug van de plaats, die haar, hai: zij met de tweede plaats tevreden kunnen zijn, zoo gaarne gegund zou zijn geweest, en gaat alleen "p reis. Neen, Jean-Jacques Bernard heeft het stille spinuc;; dezer wreede. alledaagsche dingen, die zooveel ver borgen heldhaftigheid vragen, in de verste verte nie: aangekund. Zijn soberheid was leegte, het drijven der moeder scheen ons eer pathologisch dan, wat hei zijn moest, uit een gezonde, maar onbeheerschte natuur voortkomend --- aan Ie Secret" van BernsUin dachten we herhaaldelijk en hoeveel zwakker waren dan hier de scènes-a-faire waartoe de schrijver. zijns ondanks, zijn toevlucht nam ! De vertooning heeft het in deze richting nog veel verder gedreven m is dan ook voor een groot deel mede verantwoor delijk dat het stukje niet slaagde, maar de gewoonte van dezen auteur om zijn werk feitelijk door de spilers te laten maken", heeft toch ook haar grenzen en hier werd van de vertolkers haast het onmogelijke gevergd. Intnsschen, mevrouw Tartancl in de moederrol -in den Haag verleden jaar door Snsamie Despres gespeeld - domineerde, en h.'t mocht niet verwondiren, dat zij, wier sterk talent juist in het tegenover gestelde genre, in liet Boulcvard-n. re.'ioirc, zoovei; triomfen heeft behaald, zich aan dezen stijl nie' geheel kon aanpassen en in doen" zocht, wat alleer. door nalaten" verkregen kon worden. Haar spel miste daarbij hel navrante en seisneele; Claris.-e scheen ons in koelen bloede te handelen en wek',t eerst in het laatste bedrijf, daar wist mevrouw Tartaud zich boven dei zwakken tekst te verheffen, onze deernis. Ook Lily Boiiwnieesti r((iilherte) vond eerst in III. in haar verbijsterirg a's dj waarheid tot haar doordrirgt, g.'ligcnh.id haar spel zoodan'g (e verdiepen. dat we lx grepen, welke afgronden de ^ehrijxei bedoelde te openen onder het a'in de oppervlakte schrijnend conflict. Fn Jan van Fes bliefden gcheclii'. avond aarzelend en mal, te weii is; ,,de man" in lu t spel. hetgeen bij vermijding van het luide in opdrin gende, toch duidelijk moet blijken. .Niettemin toonden nok hier deze beide jonge speleis voor di; soort werk bepaalden aanlig. Fe ngii- h;'d bij e'e/.eii printemps des autres." zich eenig<zins in de th.'j.lrale palhetiek van Voorbij!" verloren; stille en stemming bleken voor het nastukje, voor het wu'k van liger; bodem, bewaard. A quelque choie malheur ist hor. Het publiek voelde 1reffei:d op dezen avond lx-verschil in qualiteil. Drie bundels ,,Dr;m a i-ihe studies" van dit gehalte liggen HOL; lei' vertuoi iilL1 gereed, dat men het i iet weer vergite! niette (xt ter, niet te zoet, niet te vet?juist 'DE cfioco(xtad ais düeirie Vcrsnapema: ij deTfiee, op ckAVan<k{mcj,&ij Sport,cnz. Zoo juist PRACTISCHE SOCI OLOGI E duor J. H. F. KOHLBRUGGE DFFI. l II : DE ZORG VOOR HET ABNORMALE KIND Prijs, gebonden .... 3,90 Uik].i\e van ]. 15. WOLTFRS Groningen Den Haau

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl