De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 8 mei pagina 10

8 mei 1926 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2553 DRAMATISCHE KRONIEK DOOR TOP NAEFF Casfspiel Alexander Moi'ssi. Ein Sp/el von Tod und Liebe von Romain Rolland T^\E litteraire figuur van Romain Rolland staat in *-J het midden van het jong Europeesch idealisme, en dat hij, humanist van hooge beschaving, voer zijn levenswerk den dramatischen vorm koes, mag hen, die in het tooneel gelooven, verblijden, ook al blijft daarnaast de twijfel of zijn talenten nu juist in de richting van het drama heenwijzen. Als zijn levens werk beschouwt Rolland het polyptiek" van, naar hij zich voorstelt, twaalf paneelen, die alle het licht doen vallen op een meer of minder verdicht brok uit de Fransche Revolutie, dien geweldigen tijd ,,de douleur et de puissance surhunuin.-", en met elkander moeten vormen de Ilias" van het Fransche volk. Zijn epische arbeid, de Jean-Cliristophe-cyclns in cluis, schijnt hem verpoozing ten opzichte van deze taak en de aangrijpende stof, we:ke hem nu al vijfen twintig jaren bezit en tot op zekere hoogte bezielt. Van deze idealen vertelt ons de ietwat opzichtige Voorrede" van ,,Le jeu de Pamour et de la mort", opgedragen aan den vriend uit het bestreden land: Stefan Zweig, en wij krijgen bij de lezing der mede aan dit werk voorafgaande, voortreffelijke theore tische beschouwingen omtrent de eisenen die het drama den auteur in het algemeen stelt, eenigszins den indruk alsof Rolland de hooge bedoeling alreeds in den uitslag zag bekroond. Zóó optimistisch staan wij er nu niet voor.... In elk geval is het een stof, die ook om haar te hanteeren, het bovenmenschelijke vergt. Wij mogen de verpletterende schim van Shakespeare laten rusten, sterkere werken ook uit tusschenpericden dringen zich aan ons op, in de eerste plaats George Büchner's hartstochtelijk revolutiedrama Danton's Tod", waarnaast het ongeveer gelijknamig werk van Romain Rolland wel zeer verbleekt; en ten slofte, geloof ik niet ver mis te tasten, wanneer wij dezen dramaturg een zwakken, doch gesublimeerden Sardou noemen. Bij beiden lijkt ons de inspiratie uit dezelfde bron nen te zijn voortgekomen, voornamelijk uit het oeuvre van den populairen geschiedschrijver Lenótre, welke de Fransche revolutie met zooveel dramatische verve beschreef, dat de bedrijven als het ware kant en klaar liggen, en ieder er het zijne aan romantiek en menschelijkheid aan toe kan voegen. Naar dit laatste heeft vooral Rolland, die er onzen eigen tijd,chaotisch, in weerspiegeld zag, getracht, doch in het arrange ment" dat hij treffen meest, ging van dit diepere, bewuste leven, dit modern menschelijke, veel ver loren, terwijl aan den anderen kant het romantisch exposéweder dot r de psychologie gestremd werd. Met Le jeu de Pamour et de la nitrt", dot,r liet gezelschap Meissi in Nederland gebracht, onder den, het zwaartepunt dezer beide machten verplaatsenden titel: Een spiel von Tcd und Liebe" heeft hij intusschen een bescheidener greep gedaan dan met de bekende trilogie: Les loups", Le Iriomphe de la Raison",,, Danton", welke hij voornemens is met een Robespierre" te cempleteercn ; de grootc gestalten blijven hier op den brandenden achtergrond, wij voelen hoe de hand van Robcspierre ook dit spel, waarin inderdaad de dood den voorrang boxen de liefde toekomt, beweegt, doch wij zien hem niet in persoon. Dit werkje bevat feitelijk niet anders dan een alledaagsch familie-conflict, in romantischen vorm en gedragen op den adem van den tijd, zoodat de afmetingen ons grooter voorkomen en de gevoelens hooger vlucht schijnen te nemen dan wanneer het zelfde zich afspeelde in onze dagen naast on/.e deur. Hier zijn wij ten huize van een bekend patriot, Jéröme de Courvoisier, een fictieve figuur, in wien wij de trekken terugvinden van den beroemden chemist Lavoisier, maar bovenal die van de Condoreet l'homme au front de vainqueur et a la bouche de vaincai", die vóór hij stierf zijn J'accuse"... de Wereld inshngerde. . . . Met het recht van den dichter nam Rolland, zonder zich cm de geschiedkundige overlevering te bekommeren, wat hem van deze beide gestalten goed dacht en maakte er een middelfiguur van in de branding van het schrikbewind. Een geleerde van rijpen leeftijd, wiens overtuiging", tot dusver onwankelbaar revolutionnaire, het aflegt tegen zijn gevoel van menschelijkheid, hoe meer hij de ver dwazing alom aanschouwt, waarin de wenschen elkaar als wilde dieren te lijf gaan en elk redelijk woord dooft in het tumult. Het verraad van liefde en vriendschap, de onbetrouwbaarheid, waar tegenover hij zijn eigen goede trouw mag stellen, ondergraven zijn krachten. Een jonge man, hier Claude Vallée geheeten het verhaal is ontleend aan de mémoires van Louvet en bevat onder andere namen een ware gebeurtenis om politieke beginselen vogelvrij ver klaard en reeds dood gewaand, waagt zijn hoofd om n kus te mogen drukken op de lippen zijner heimelijk beminde.... Sophie de Convoisier, de vijfentwintig jaar jongere echtgenoote van Jéróme. Een marsch van vijf dagen, zonder paspotrt, in onbeschrijfelijke ellende en vo< rtdurend doodsgevaar volbrengt hij. . . . met het geliefd beeld vóór 01 gen. Het eerste bedrijf heeft ons den gespannen toestand geschilderd. Koude, h< nger, do<dsangst, en de be vrijding die uit de doodsgedachte voi rtkonit, de losbandigheid, die er het gevolg van is. Wij wonen Teckemng voor ,,de Groene Amsterdammer ' door B. van Vlijmen ALKXANDKK MG l SS I dan het oegctiblik bij, waarop S ;phic een teedere vrouwenfiguur, alom hooggeacht - terloops het bericht verneemt van den dood van Vallée, dien ook zij in stilte beminde, om in het Volgend tafereel er zijn er tien -?mede de verrassing te beleven van zijn terugkomst. De verbijsterende vreugde van dit onverhoopt weerzien, verdringt VIK r het moment eik ander besef, zij kunnen niet anders meer dan elkaar hun liefde belijden, op straffe van onteering en dood. Deze tafereelen zijn het voorspel, de waardige houding van Jéróme de Courvoisier. die, vertwijfeld uit de Conventie thuiskomend, Voelt wat er in zijn huis, dat den banneling herbergt, (ingaat, is liet eigenlijke drama. Hij vindt, man vaji groot en edel verstand, de kracht afstand te doen, /.onder zelfs liet offer te doen blijken. Wat men voi r 't geluk van een geliefd we/en doet, kan, volgens hem, geen offer zijn. Bovendien, hij is dit leven nu e en de dood li kt hem, als een verlossing. De twee paspoc rlen, hem door een vriend verstrekt om zich met zijn vrouw te redden vóór de dreigende huiszoeking hen met den gehuisvesten balling overlevert, staat hij aan de beide anderen af. l lij zegt tot Valiée : Mijn vrouw moet om gezondheidsredenen voor enkele maanden het land verlaten, ik zelf kan haar niet begeleiden, ik draag u de y.org voor haar op". Deze houding brengt de ongelukkige vrouw tot bezinning en roept - een zegen de/.er op de moraal gespitste romantiek - de boven den hartstocht van het oogenblik verheven gevoelen van trouw en ge hechtheid, van naasten-liefde, weder in haar op. De jonge Vallée, voor de keuze gesteld met haar en haar echtgenoot aanstonds in handen der Sans-eulot ten" te vallen of, gebruik makend van het paspoi rt, alleen de vlucht te ondernemen, Kiest het laatste het leven overwint in hem, het is sterker dan de liefde sinds hij, naar hij tot zijn verontschuldiging inbrengt, dóór de liefde weder voor het leven, waarvan hij al afscheid genomen had, gewonnen werd. Rolland houdt er veel \an zijn nienschen met edelaardige motieven vrij te pleiten en di et dit vaak te onpas, zoodat liet persoonliik karakter in het geïdealiseerd beeld verlt ren gaat. Hand in hand blijven de echtgenooten achter, hereenigd, en tot den dood bereid. Zij weten, dat zij verraden en geconfisqueerd zijn en wenschen zich aan liet \'i nnis niet te onttrekken, /.ij spreken van het verleden, van hun lange gehechtheid, kameraden t< t in den dood. van strijd en druk hcxrijd. De deur gaat i pen, /ij bemerken r.et nauw, de pa in uillc treedt himun, in Mei di e k \alt. Dit laais'e t<» neel ademt diu' iiei gen en miiden geest, okn Ri.lk ml ongetwijfeld in /K il heeft o< k daar, waar zijn krachten te kirt schuin om alles wat l'ij wilde ten uitvoer te brengen. De regie maakte daar een muziekje bij, Sophie zetu zich aan liet spinct, en de CoiiVi isier sli eg er zelfs de maat bij, als om in dit hachelijk nogcnbUk zijn sangfroid extra te sonügiieeren. Met de/e melodie: lm Monal Mai" of daaromtremt, is tevens de ver tooning gekarakteriseerd: romantiek van den aangcIcngdcn Sardou, waar de zachte stem van den inniger schrijver van jean-Christophe niet tegenop kon. i let ,,luisteren" werd ons dm r den overvloed van kieitu effecten en overbodige gebaren haast onmogelijk gemaakt, en hoe gespitst moeten on/e m ren zijn wil de bezonken, gevoelige taal relief geven aan het zwak scenario! l let menschelijk karakter van de Co n r v o isier de nioreele moed het leven in de o< gen te zien en trouw te blijven aan zichzelf boven alles, lig! we! in il e lijn \an Moissi's litteraire aspiraties, het kwam mis liaan m begrijpelijk voor. dat hij voor zijn debuut deze oudere rol, waarvoor hij noch de gestalte, iii.ch de autoriteit van het gerijpt verstand, noch hel beeldend vermogen bezit, verkozen heeft boven di ove-rwegenel lyrische rol van den jongen Vallée welke hem ongetwijfeld beter ligt. Zou kregen wij een onstuimigen, ner\eiisende Courvoisier, wiens houding meer verraste dan ontroerde en nauwelijks geloof waardig scheen bij dit temperament. Flarden van scherpe gevoeligheid, onderbroken door reminscencen aan sommige zijner vorige, ook in Nederland terecht zoo beminde scheppingen, die hier echter hinderlijk Werkten, opgelegd en onwaarachtig. Waar hij een voudig en zuiver uit zijn hart sprak, herinnerden \\ e ons met vreugde, dat de p> tische kunstenaar ook ditmaal nog andere rollen op zijn repertoiie heeft dan van de/en intcilectueelcn revnlutionnair op hel einde zijner dagen. Moissi weid matig gesecondeerd. Door Krika Wagner (S.'p o ie) een edele verschijning, die een e n kek maai ook den tm n trof. o.a. daar, waar ze gewin n menschelijk tot Val'ée /ei: ,,Mijn man is van on/e lieUK op de hoi gte", maar ook veel bedierf door een patlietiek, waarti e Rolland weliswaar aanleiding geeft maar die men, om hem een dienst te bewijzen, niet geil! eg kan temperen. Den besten vond ik Claude Val'ée" van Otto S.'ltau: hier was warme nxeigavc z.' mier dat de acteur zich at'vn eg In e het publiek het v< nel. Dat hij den pijnlijken aftocht niet wis; u redden lag meer aan den auteur il a n aan den vertolker Was ei' in den ^f.i'sschouwburg geen heter mcühi'ee-i beschikbaar vo, r deze opvoering, waarin een ?clirijvu en een loonee'spe'ir van Eun pee.-ene wru:aanil:eiil zich di en kennen V Eeu mineer iienehavio e m< n; ei ring i i k wat de ^ os uur s biitvlt / >.. hei WeiK al dadelijk i pceiivi i niMi.er plan brengen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl