De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 8 mei pagina 11

8 mei 1926 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 2553 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND It H. RAHR MUZIEKHANDEL Violen © Snaren Achter St. Pieter 4 Utrecht © Tel. 443 PIANO'S UITBREIDING OF 'RESTAURATIE VAN VOLKSFEESTEN DOOR K. VOSKUIL ER heeft zich hier te lande een commissie gevormd, bestaande uit den generaal-ma joer b d. F. de Witt Huberts, den folkli'rist IX J. v. d. Ven, den hoofdconsul van den A.N.W.B. (]. A. IJ( s, den directeur der Alg. Vereeniging voi.r Vreemdc ngenverkeer W. P. F. van Deventer, den directeur der Prov. Gelderschc Ver voer Vreemdelingenverkeer H. M. Keppel Hesseling en den directeur der Ned. Reisvereeniging A. Pieters, die zich blijkens een aan de pers toegezonden circulaire ten doel stelt hier te lande in de daartoe geschikte plaatsen de lust op te wekken tot het opvoeren van feestspelen, zooals in talrijke steden in het buitenland, vooral in Duitschland, telken jare.eenige dagen achtereen worden gegeven". Aanvankelijk wekte de circulaire bij mij eenige ongerustheid. Daar wordt n.I. ook geschreven: Be doelde spelen brengen, gedramatiseerd, in beeld een gebeurtenis uit de plaatselijke geschiedenis of een legende of sage, voortlevend in de streek waar het spel plaats grijpt en laten niet na telken jare een steeds grooter wordenden stroom reizigers te trekken naar de steden en stadjes, waar dergelijke Festspiele" werden opgevoerd". En verder was de nadere ver klaring, in een persconferentie gegeven, dat onder de daartoe geschikte plaatsen" niet gerekend worden de groote steden, wat vanzelf spreekt, doch ook niet de kleine, moeilijk bereikbare plaatsjes, weinig ge schikt om deze ongerustheid weg te nemen. Immers hier werd wel duidelijk het belang van het toerisme op den voorgrond geschoven. Op een vraag IK e de commissie zal staan tegenover bestaande plaatselijke feesten en gebruiken van folkloristische!! aard en of haar streven misschien het gevaar mee zou kunnen brengen, dat survivals van oud volksgeloof zouden worden aangetast door er van allerlei aan te verbinden, dat er vreemd aan is, werd evenwel met de meeste stelligheid geantwoord, dat niet geraakt zal worden aan dingen, die folkloristische beteekenis hebben en dat het niet de bedoeling is de folklore cp te offeren aan het belang van het vreemdelingenverkeer. De ongerustheid behoorde daardoor te zijn weggenomen en wat aangaat de bedoelingen der commissie is die dan ook wel weggenomen, maar toch blijf ik de aan wezigheid van gevaar voelen. De bevordering van het vreemdelingenverkeer is nu eenmaal op den voor grond ik zeg niet op de eerste plaats - geschoven en met alle vertrouwen in vreemdelingen geloot' ik toch, dat hun invloed op zulk kraakporselein als folkloristische gebruiken van denzelfden aard is als hun invloed op de schoone plekjes natuur waar zij verschijnen als kometen met staarten van hotels, pensions en uitzichttorens. Nu weet ik, dat dit bezwaar onmiddellijk zal worden weersproken met de opmerking, hierboven reeds aangehaald, dat de commissie alles wat folklo ristisch merkwaardig is, strikt zal eerbiedigen. Maar dan vraag ik: zal dat mogelijk zijn V Ik wijs er op, dat de commissie slechts adviseeren zal; initiatief en uitwerking van het advies zullen worden overgelaten aan de plaatselijke vereenigingen, commissies enz. Verder veronderstel ik, dat de commissie haar streven zal propageeren en dat indien zij succes heeft, uit verschillende plaatsen aanvragen zullen komen om voorlichting. Zullen die niet in de eerste plaats komen van daar waar reeds iets bestaat, hetzij een duidelijk folkloristisch merkwaardig gebruik, hetzij een feest, dat oogenschijnlijk met folklore weinig of niets heeft uit te staan, hoogstens een onbelangrijke historische gebeurtenis uitbeel'dt, doch bij nader onderzoek rudimenten en zelfs zeer belangrijke overblijfselen van volksgeloof blijkt te bevatten, zooals het beleg van Huissen? En zal de commissie nu altijd onmid dellijk zulke overblijfselen herkennen? De aanwezig heid van een scherpzinnig folklorist als de heer v. d. Ven schijnt mij hier zelfs geen afdoende vvaarbcrg te zijn. Het staat geenszins vast, dat niet hier of daar schijnbaar onbeduidende, doch voor de ver gelijkende folklore belangrijke gewoonten verloren kunnen gaan door ze te vervangen do< r of te ver binden aan nieuwe feestelijkheden, vooral wanneer die, zooals de commissie zich vo< rstelt, een historische gebeurtenis of een legende moeten doen herleven, waarmee men immers op verwant terrein komt. TABA SIGAREN ~~ ~~ ZIJN TOCH DE BESTE -~* ~> Men moet zich ook afvragen of het advies der commissie, zoo dit al rekening houdt met hetgeen men verplicht is tegenover de jonge wetenschap der folklore, wel altijd zal worden opgevolgd en of de plaatselijke vereeniging of feestcommissie, die initia tief en leiding behoudt, niet dit of dat zal elimineeren, dat de commissie zou willen behouden. Voorts is het niet onmogelijk,dat er op het voorbeeld van geadvi seerde" plaatsen in andere plaatsen gewerkt wordt zónder advies. En eindelijk: indien de commissie slaagt en dus de belangstelling voer plaatselijke, merkwaardige feesten wekt, dan zal zij niet kunnen verhinderen, dat de toeristentrek zich niet beperkt tot de door haar geïnspireerde feesten doch ook en wellicht vooral ? zich richt naar plaatsen waar nog merkwaardige dingen uit het verleden te genieten zijn, welke dan een behoorlijke kans loopen om ten gerieve der vreemdelingen verknoeid te worden. Het is dan ook mijn meening, die ik der commissie bescheidenlijk ter overweging geef, dat haar taak een andere, althans ten deele een andere zal moeten zijn dan uit het over haar voornemen gepubliceerde valt af te leiden. Inplaats van in het algemeen aan te sporen tot liet doen herleven van de herinnering aan historische feiten, vergeten sagen en legenden, waar voor ons weinig romantische volk tech niet heel veel zin zal blijken te bezitten en verder het initiatief over te laten aan de locale vereenigingen, zal zij juist omgekeerd te werk moeten gaan: voorzichtigheid betrachtende bij het opwekken in het algemeen tot het organiseeren van volksfeesten, die zoo gevaarlijk dicht het gebied der folklore naderen; en juist plaatse lijk het initiatief nemende tot behoud en zuivering van hetgeen nog over is gebleven uit een rijk verleden. Laat de commissie zijn een studiecentrum, laat zij opsporen wat er bestaat en het, na nauwgezet onder zoek trachten te ontdoen van verbasteringen en toevoegsels. Zij kan dan op eigen initiatief tevens pogen, waar dit mogelijk is, in eere te herstellen wat verloren ging. Wanneer de commissie haar taak opvat als een vereeniging tot behoud van volkscultuurmonumenten, wanneer zij dus ijverig naspeuit wat ons land nog bezit aan folkloristisch schoon, met het doel dit te restaureeren en voor ondergang te behoeden zoo mogelijk, dan zal zij liefst nol; in de plaatsen, die uit een oogpunt van vreemdelingenverkeer mindet geschikt zijn -?een schat van feestvreugde aan ons volk teruggeven, terwijl zij tegelijkertijd een werk verricht, dat voer d.' studie der vergelijkende folklore van groote beteekenis kan worden. En bovendien zal het toerisme er zeker niet minder doer gebaat zijn dan door de feesten, die de commissie zich thans voorstelt, doch waarvan JK voorloopig nog niet zoo heel veel zie komen. TOEGEPASTE KUNST DOOR OTTO VAN TUSSKMÏROKK T_T/:T wordt waarlijk hoog tijd dat er weer ee'is -*- leen volkomen geslaagd biljet verschijnt, want wat den laatsten tijd zooal wordt uitgegeven op dit gebied der toegepaste kunst kan, genieten naar de vele fraaie en nobele voorbeelden van voorheen. eigenlijk een ernstigen toets niet weerstaan. Want, tal van andere ontwerpen daargelaten welke niet eens voor bespreking in aanmerking kunnen komen, men mag toch aannemen dat het verlangen bij de teeke naren heeft voorgestaan iets te maken, waarbij naast de practische overwegingen als reclame-object, toch aan de schoonheid recht worde gedaan? Men mag toch veronderstellen dat een zeker verlangen om iets moois te geven" als ondergrond heeft gegolden aleer aan het definitief uitvoeren in druk werd gedacht?. . . . Dat voor de ,,Klgawa" (de Tentoonstelling van Klectriciteit, (jas- en Waterleiding) te Haarlem toont ten minste nog eenig begrip van bouw en evenwicht als versiering en verdeeling van het vlak, maar hoe jammerlijk alledaagsch en ledig is het ding niet de drie in cirkelvorm gecomponeerde emblemen en voor,il de letters als van een huisschilder hinderen en maken het geheel overigens zoo hard en ongevoelig als ei. n straatkei. Daarenboven is in dit biljet waarvan de teekening in zwart en blauw gedrukt werd, niet goud opgewerkt en dit doet nu op het spierwitte papier juist anders dan rijk omdat het niet als ..repoussoir" kan gelden. Het goud valt geheel wig en tnsseheii de gele tint en het wit van het papier is g_-en samen spraak, wat op crénie-kleiirig.'n ondergrond juist zoo goed kan zijn. Dal voor de Vereeniging ,,1'arkherstellingsoorden" is veel wilder, ook van kleur, l let toont een zieke op een veldhed neergestrekt onder een chncoladcboiim met groen als van klodders gekookte boerenkool. Roode letters van het soort dat alleen maar niet be hulp van een lineaal geteckeiid wordt maken het ge heel niet aantrekkelijker, en men betreurt eigenlijk ook hit.r het maagdelijk blad blank papier dat aan een derg.'lijk motief i>"otïi rd werd. Blijft ten slotte te vvniK l.leii dat de huren I.iepman Snoek en Troe (pseudo'-.u m?) dez ? ding'-n op hun geweten hebben. Het wachten blijft intusschen op de verrassing. van iets heel veel beters, dat aantoont dat allereerst verstaan wordt dat een affiche een kunstwerk van den eersten rang kan zijn. . . . Rollerdüinschf 'leii/ooiis/e/h'iiti In ,,de Distel", evenals de kunstzaal van Hasselt gevestigd aan de Schiedamsche Singel, stelt de wever /. /?'. Senu'v vele werkstukken ten tooit, die zijn naam als eveiizoo gevoelig ais degelijk practicus in liet nobele vak volkomen bevestigen. Het is een gevaar nu en dan, en dit meer in het bij/onder bij de gobelins, dat Seniey een zekeren schilders-aard niet weet te onderdrukken. Ik zou hem dan ook als den wever-luminist willen karakteriseeren. Een vliegende vogel boven de golven der zee, met links op den voorgrond groote basaltblokken en ook een zonsondergang geven blijk van zijn ver langen naar teère, fijne, diaphane tinten, maar... hij worde niet te broos ! Sterker in Seniey in heel sobere kleeden en doeken waarin het vierkant overheerscht. Men ziet het aan alles: het zoeken naar iets anders zit hemdwars, maai zonder twijfel zal het vinden van gansch eigen uiting. den strijd bekronen. En voorts prachtige houtsneden door Jozef Cantr" een enorme werker, productief als welhaast geen. .M IJ N f: l L M /:/? moei wetenschappelijk mei <Jc dictatuur iets niet in orde zijn, want nu is er a/weer ccn Spaan sche prü/essor uil zi/n ambt onl/.el t/ncl verlies van salaris) en naar liet .\\arohkaanschc eiland Chalarines verbannen, wijl hij leocn de rci>'eerint> opruiende redevoeringen luid gehouden. \u kom, In-I er voor een generaal, die de wereld meer van een tieneraa! seh dun van een universeel standpunt beziel, weinig o/> aan. of een .s/<;/< o/ wal beroemde pi-olessoren mei o/ zonder salaris o/) een \\arok kannsc/i eiland tillen een pro/c.s.ior verlie.sl i>ecn dertigduizend nnm in een koloniale earnpaijne en hel valt dus niet /.«o licht op. o: hij geschikt ol ongeschikt is voor wal in S/>an/'e meer een betrekking dun een ambl schijn! Ie zijn. f)c dictator heelt waarschijnlijk noi.li lusl. noch lijd \ oor de welenscha/ipelijke rubriek in zijn kranl. hoenel hel hew </ü<ir /oc/i gemakkelijk gcnceg gemaakt UC/Y// een paar we/enschappe/i/ke reputaties op Ie pikken en die eens c\'Cfi Ie ..plaa/sen bi] recepties <?/? zoo l.<is de generaal meer en grondiger zj/fi kranlen dun zoti liij minder Haters maken en -'i<if! (leze lastige f)ro/essoren het aanbevehnkje : ../j///*1 schonen liici' wo/incn wissenscha/tlic/ie /.elite . kunnen mrr lieven. Hadile de generaal meer van romans ge houden, dun zou nu niet in het i>uilen/an<J lilaseo Ilinncz zi/n hinderlijke pamllellen legen de monarchie s/inkeren en waarschijnlijk /.onder salaris prolessoi Asua ifexel.se/ia/) houden op hel \\arCikkaanselu eiland C'halarincs. naar de ideeën geen kwaad en [>cen goed kunnen doen en waar hel wel zoo \\arol\kaansch onaangenaam /.al /.i/n. dat de die/a tuur er /.ell s nog aanhangers kan winnen. Ofse/ioon men daar ook al \eoc/' n/e/s \an 'zeggen i\an. wan/ hoe lang houd l zoo n man hel zonder sa/aris uil en mei ideeën die ..en nnirche /.i/n J l'.n ( liafarines ligt /).'('/ xoo ver van A\a/aga. waar hel (/ruiveasap gisl. zooüls e/' zooveel g/sl o/; hef ^{hicrciland dal dooi- de geschiedenis heen zulke voor/re/le/i/ke rebel/en en zulk' voorlrellelijke penvoerders in eer, /)crsoon \ erccn. r.>;;' ? .'<?. ,ion. /..

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl