De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 8 mei pagina 13

8 mei 1926 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

No. 25 53 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 NIEUWE FRANSCHE BOEKEN DOOR DR. JOIIANNES IELROOY eorges Dn/iamel, La pierre ci'Hi>ret>, roman, Mercure, 9 f r. Dit is een van de talrijke gedegen, goed gerijpte boeken die het ceuvre van den rustig en bedachtzaam doorwerkenden Diihamcl tenslotte zullen vormen. Onderling ongelijk, zullen zij tezamen de belangrijke daad van een goed en bekwaam man zijn. Dezen keer heeft Duhamel het een en ander uit de herinneringen aan zijn studententijd (ongeveer 1903) bijeengebracht en tot een nieuw geheel verwerkt. Men vertoeft met den schrijver in de snijkamer, zonder dat men evenwel van al te plastische beschrijving behoeft te griezelen, maar ook zonder te vragen: hoe ziet liet er daar eigenlijk uit? Men leeft in de kamers der jonge studenten, men hoort de Russen onder dezen. de toekomstige Trotski's, sociologische verhandelingen houden, men aanschouwt de Franschen, beschaafder, meer litterair en.... meer verliefd van aard. Als altijd is de schrijver goedgeefsch met zijn inzicht en menschenkennis, zijn glimlachende wijsheid en humor. Soms vraagt men wel even: ligt het belang nu alleen 5n die milieu-schildering, in de teekening van wat jeugd, wat mannelijke jeugd is, en dan natuurlijk in die persoonlijke deugden van Duhamel zelf? Is er niets anders? (Niet dat 't niet genoeg zou wezen, maar toch....). Iets anders is er echter wel.Tenslotte is men toch twee keer echt ontroerd geweest, als men aan het eind is gekomen, en wel door iets dat in het boek essen tieel was. Beide keeren stond het in verband met Anne. Anne is een figuur die ik voortaan zal onthou den. Verneem ik ooit weer van een jonge, argelooze, stille vrouwenliefde, een alles verdragende, een on uitroeibare, een woordelooze en een wanhopige liefde, ik zal zeggen: als die van Anne. Voor de figuur van Anne zou ik heel wat van de opgenoemde eigenschap pen in het boek willen missen. Waarmee niet gezegd is dat ze misstaan. Integendeel. Jules Romains, Cromedeyre-le- Vieil (her druk) en Amédée, '2 tnoneelst. in n deel, N. R. /?'., 9 /r. Het al eenige jaren geleden opgevoerde Aniédée, dat aardig en zinrijk stukje, is nu in druk verschenen. Men zal er hoofdzakelijk een illustratie in moeten zien van een der voornaamste gedachten waardoor Jules Romains zijn werken worden ingegeven: een wille keurig aantal willekeurige menschen kunnen zich tot een groep kristalliseeren als n persoon het erop gezet heeft, of n gebeurtenis er aanleiding toe wordt, Fr zijn individuen, er is een agens; als die agens werkt «p die individuen, vormt zich de groep. Dat ditmaal de groep door minnenijd ontstaat is niet bij/onder aan trekkelijk, het zou wat banaal kunnen zijn, liet zou niet meer dan een kleurloos, onbetcekenend voorbeeld zijn te noemen van een theorie die Romains al meer en uitvoeriger, boeiender gedemonstreerd Heeft; maar .... een der minnenden is hier een schoenpoetser: -deze schoenpoetser gevoelt zich in zijn sfeer als een kunstenaar, een geïnspireerde, die zweert bij een on gewoon geraffineerde manier van poetsen, en die als een beeldhouwer, een schilder, slechts een bepaalde materie geheel geschikt voor zijn kunst vindt, FJi de groep bestaat uit klanten van een poetsgelegenheid. Dat is geestig. Geestig ook werd het gegeven bewerkt. In hetzelfde deel is het prachtig drama Crotnedeyrele-Vieil herdrukt. Daar ik hierover, zoowel als over de h>ele figuur van Romains, Ivjb uitgeweid in een elders geplaatste studie, ben ik zoo vrij naar deze te verwijzen 1). Romains heeft in ons land lezingen gehouden, die, voor zoover ik weet, zeer goed waren. Men heeft ze echter veelal te abstract gevonden, en Romains' persoonlijk optreden niet gewaardeerd. Hijzelf heeft ons land verlaten in een geprikkelde stemming,waartoe wij hem geen andere aanleiding gegeven hadden dan die onze aard nu eenmaal meebrengt. Ofschoon men een soort van incornpatibilitéd'humeur" tusschen Nederland en den persoon Romains dient vast te stel len, behoort Nederland toch ook te weten dat de schrijver Romains een der belangrijkste van onzen tijd is. J eau Giraudoux. Bella, roman, (irusset, 10 //". Het is een roman, maar de personen handelen, n zelfs sterft, met een gemak en een willekeur die ons het best uit de poppenkast bekend zijn. liet is ook een politiek geschrift, dat Philippe Berthelot bedoelt te verdedigen tegen Poincaré; maar Poincaréviel al lang geleden en Berthelot is in eere hersteld. Hel moest n een roman n een pamflet worden: dit op zichzelf is voor een boek reeds levensgevaarlijk. Ondanks alle reclame die ervoor gemaakt wordt, denk ik ook niet dat het in de heugenis van werkelijke kunstgevoeligen lang zal leven. Giraudoux had inzichten over den ..juridischcn", egoï'stischcn, protectionistische)! Franschen geesl, en inzichten over cc n anderen geest, dien hij prefe reert, een vrijeren, internationaal-georicntecrden leniger en meer edelmoedig. Cok had Giraudoux een ouden hekel aan Poincaré. En tenslotte: Giraudoux achtte het oogenblik gekomen om weer een boek te schrijven. Toen nam hij de pen, en de opsommingen begonnen te vloeien, de tegenstellingen te botsen, de arabesken golfden, en een zooveelste boek ont stond waarin de een het meeste op de heele wereld" had van dit, en de ander het meeste" van dat. . . . Koddige uitsluitingen wisselden met verrassende superlatieven, vroolijk huppelde de schrijver door zijn onderwerp, verliet telkens den vasten bodem der werkelijkheid voor een bijzonder kluchtige buiteling, en laat nu tenslotte bij zijn lezers den indruk na, een man te zijn, die wel wat voelt voor ridderlijkheid en moed, voor eleganten gemoedsadel, maar die er vóór alles op uit is, zijn vernuft en zijn verbeeldingskracht te laten blinken, schitteren, blikkeren desnoods. Twee of drie bladzijden Giraudoux zijn een lust, een supe rieur genoegen - dit heele boek is vermoeiend. Het dient tenslotte tot niets. i1 de Itidder, I.e "éin\ Indertijd heeft Mme de Staél met haar De l'Alleinagne bijgedragen tot de ontluiking der Fransche romantiek. Fvenzoo wil Andre de Ridder met dit boekje over den ,,geest van het Noorden" het zijne doen om een altijd herlevende en altijd bestreden romantiek te schragen. lichter, door een dieper gaan de vergelijking tusschen hem en Mme de Staël zou men hem onrecht aandoen. Zij schreef een uitvoerige studie, hij heeft slechts een actueel geschriftje willen leveren. Hij neemt slechts het woord in een debat dat sinds jaren gaande is tusschen hen die, als Maurras, in het Helleensch-Latijnsch-Fransche bij uitsluiting heil zien, en die anderen in wier oogen dit zeker niet zonder waarde, maar wel onvoldoende is. Hij pleit voor droom en fantazie, gevoeligheid, verbeeldings kracht, muzikaliteit, mystiek, voor dichterlijkheid en innerlijkheid, voor natuurlijken eenvoud, voor inhoud en tegen vonn-alleen. F.n zulke eigenschappen schrijft hij vooral toe aan den geest van het Noorden", met dien term bedoelend: wat in Furopa niet van Griekenland en Rome afstamt. In zooverre de (irieksch-Ronieinseh-Fransche aard deze eigenschappen uitsluit, heeft hij hierin gelijk. Maar sluit die aard ze werkelijk uit? Men behoeft b.v. slechts een stuk van Kacine goed te zien opvoeren : zoo men door zijn verleden ertoe voorbereid is om het geluk dier beleving geheel te doorproeven, zal men weten dat de beste vertegenwoordigers van tien klas sieken geest het bedoelde tekort niet vertoonen. liet leven, de passie die zij ge ven is gestylccrd, maar gestyleerd leven is geen gestorven leven, hel is in tegendeel het leven in zijn verheveiiste gedaante. Dat zal De Ridder ook niet out kennen ; slechts tegen bloedelooze imitatie wenscht hij zich te verzetten. Slechts eenzijdigheid en blind chauvinisme veroor deelt hij. Daartegenover wenscht hij de eenheid van Furopa te bevorderen, met behoud van de eigenaar digheden der afzonderlijke culturen en'met Parijs als geestelijke hoofdstad. Van het behoud dier eigen aardigheden geeft hij zelfs een voorbeeld, door op sommige plaatsen Belgisch-Fransch te schrijven en overal een echt Vlaamsche breedsprakigheid' te be trachten. Dat neemt niet weg dat hij althans in zijn pleiten voor de romantiek geheel gelijk heeft; de deugden die hij prijst mogen dan al of niet uit het Noorden afkomstig zijn. onmisbaar zijn ze, en het streven van Maurras is, zoo niet onfeilbaar doodelijk. dan toch gevaarlijk. Feu ding zal de F'ranschen verbazen. De Ridder spreekt herhaaldelijk uit hun naam, als een der hun nen. Notre art" is in zijn terminologie somtijds (ook weer niet overal) Fransche kunst"; nous" is vooral in den beginne bijna aldoor: wij Fransche of Frausch schrijvende litteraturen". Maai', als de Franschen van De Ridder iets weten, weten ze alleen dat hij een vreemdeling is, die hoofdzakelijk in het Vlaamsch schrijft en op wiens naam slechts twee Fransche boekjes stonden, een over l.e Faticonnier en een over de Vlaamsche litteratuur. Fr is hier iets zonderling^, waarvoor ik geen verklaring zou weten. FA'n kort en waarachtig verhaal, gelijkmatig-zacht van stijl, waarin ons de ontwakende zinnelijkheid van ?Icl0l-,^.LT»:L-.:-.:!^.,:,-l:-::-.]r-.'" v IS DE BES'l" BOUWT IN HET OOSTEPPARK DILTliÖVEN INLICHTINGEN VERSTREKT DE DIRECTIE i TEUF.INT. NI 6538 een jongen, zijn eerste contact met de wereld, zijn breuk met den overgeleverde!! godsdienst, de amou reuze vriendschap voor hem van een kameraad, en (ctisiotte zijn eerste groote en ongelukkige liefde be schreven worden. Geen ontleding: slechts intense en oimvaasde aanduiding van het concrete, als op goede prenten maar psychologisch begrijpen ontstaat in den Ie/er vanzelf. Geen nieuwe, verrassende, op effect berekende details: slechts een oude geschiedenis, maar die altijd nieuw blijft. Feu boekje dat ontroert, dat goed, eenvoudig en voedzaam is als brood of melk. Fn dit behoeft niemand te verwonderen. Santelli is de schrijver van dat sympathieke vierkje over Du hamel. Met een bespreking van diens, natuurlijk rijper boek ben ik begonnen; in zijn naam zij ditmaal ook mijn besluit. Wat van hem komt is goed, \\ie op hem gelijkt heeft van nature iets voor boven velen. 1) De Stem, Oei. en Nov. 1925. -- Men zie ook, speciaal over liet tooncehrerk van Rornuins: M. J. Premsela, in Vragen van den Dag, l .\'or. 1925. Makelaar J. D.R.Nienabec GRATIS TOEZ. maand; WONINGGIDS. J \Cui i.s RIVM RI; i> on^rvrrr ern jaar Lrrlrdrn m'.-tMrvrn Zijn b r ??! r UT i'krn /ijn A t nu'e i h ir r br.-pi nkril) r n l-'.intiem . Til a n v L' t'M'hi i i ir n \'an l ir m : (.'urrc^iiontltitnf mr t Clandcl ( PI n n ), A la fnict' tic Dii'i' ((iallimaid) rn l)c In ^iniaitc cn:r/.s ^??;Fiit'nh' ( C a h ii' i -> (i t' I 'ai i- t. l Ir t i-- a a n rrn i L; r il t \vü11'I Miuirrhrv i L;, nf /.ijn vtuLitt'. dn,ir /ijn n;:-r!atm. Mn k-kai h"]irk -rklnmlr maar trrd^ \ rii nudr maim-rMptrn int Ir i:r\rn. m /ijn .^rr-t urhandrld hrrtt. /ijn intiunMr \ r'rndrn brwnrn dat hij nir; Katholiek mrrt w a--, rn jran Paplhan b.v. i;rrft dit nirt n dindrliik U1 krüiUMi in dr \ U. ]?'. van Maart i.l., ^v li!inv,ln'rm i M'^ duidt1 lijkf i i 11 !ir!/rll'dr blad \an Api ij. ( >phrldrriim ,d ii m_;r iid L: rwrn-rli t f-'.r\ \; l i U' Kul h uvi R L \\i \H l i \ l , d' M .i Pai;! l la/ard Al \\ at l la/ard -rhriift i-- x\ r t rii^rhapjiriijk-hrl t <-i!\\ baai , u an: \ au ^-1 ijl r n Imrirnd . /MM nuk dit bnr k n\ r r dr n ^mutrn dit. iitn . al "F- dr --t i il h in mr t /r r t <M M >pi nnkrlijK. Dr Ir i de i-- x'an dr dit bnrlv tr \iaL',rn aan dm nirnv\ briiMrnidrn hmnjiriTaai aan hrt LMllr^r dr b'tanu-. Pion. <i fi . 1-u \\M.-HI. D 1-^-^1. H i.M n \an mr i. M A. 'l h ir l "\n : /--' ti^iU'' tli' S u u i t f ?!/ '' m c-( n i til i" n il ui r- !<> !i!t< > n'm r il> tini<itnji!t' tia?:(iii-M. Aani:riianir Irrtnm: hrt ondnurip i^aul ril I)a\id) irrn \ au dr i:n>M!Mr n i t dr wrirldlit t r i al iUii ; n ir ] Th ir l br-)ii r r k l dr d i a ma '- daa: < »\ r r \ a n dr MIK N t r t ijdrii h M r n mr t dr nn/r (didr): /ü-(.Inijft ^Mt-d btan^rh Am-trrdam, II. J. PaiiVan P\i l l'u|,'i. drl! ..l'RIM'l. I'l.> IMH Mr-", rilldrüjk \\rri i-U! rrk- dr d^r. \ a 11 /ijl) IrrrUlt brPH-nidr iitil!(ui<-* tHinttil-C* l-'aritoiru--. tl,- thti'iiit' /";//. Plammari'ui. 7 ft l' \ \> ,| ] \ l t \ \s ' i; h \ \ \ IV l \n ? l 'l < ii )i l>'\\i i\ l ; ,\M;; i ?<//,(/;-M, ;,,.,<,..,,", [-;,! di! ^ii-rlr. (llftdriikki-n van aitikrlm m *j. pr! -) .\ \ul ! \ M N \\ l I-t h V \V I f.\ l l [N/IN M», !.>> \"i IM : K'< 'la 1-' l Si i t,} p 11 D, l , f J?,'s (t (/(M'';nf> --/u ? i1.-- ;>ti^i"t^ i Ci \'-) I\I.\ , .Dit-'! in\ \ \[ |(t UI s l'll K -\M.^. \ l 1;^ 1-1 \\" l S L'l l [ l'.!.'] On i s,'-(r ,/M/irV do.n- Minilr (irnr-l Brrurmdr ur/r^dril trt iL'\indrn i- rrn kim-t. /r niri minu-t tufpa-'i-n nnk Dit IHKM. hrlpt. \N hi-t ri' nn maar mrt ttn- iiiidi.i;iul (k iulhrhbri- \.ir ..ttiïlmdr (.nalrn" in hmi nianir ir >lii\vn. (u'v ;.U'r rd \v*r, dr r. i- ,-iltijil iln- l)rtrr dan ritrrrrn, rti cru -i'hrij\fi kan n,.K U nrdrrÏL' 'ijn . . l 'ai i;-, \at lian . s l r GRANDS VINS DE CHAMPAGNE - POL ROGER Cie. Agent General: JAGER GERLINGS, Haarlem.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl