De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 8 mei pagina 7

8 mei 1926 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2553 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND PAARD-ANTILOPE, GESCHOTEN IN KATANGA, IS IN VERSCHEIDENE DISTRICTEN VAN DE CONGO BIJNA GEHEEL UITGEROEID ZEBRA. IN HET GEBIED VAN KATANGA THANS BIJNA UITGEROEID. IN 191;, ZWIERVEN ZIJ ER NOG ROND BIJ DUIZENDEN UIT DE NA TUUR: VOOR DE GROOTE DIEREN DOOR DR. JAC. P. THIJSSE HET Belgisch Ministerie van Koloniën heeft een handig en eenvoudig boekje uitgegeven over de groote dieren van de Belgische Congo. Het heet: Les grands Animaux de chasse dn Congo beige par Edm. Laplae, professenr a l'Universitéde L'iuvain, directeur général au ministère des colonies. We zouden wel graag willen, dat ons ministerie van Koloniën, c,f ons Koloniaal Instituut cns ook eens verblijdde met een dergelijk werkje over de groote dieren van Nederlandsch Indië. De titel zou al licht doen gelooven, dat dit buekje is geschreven ten gerieve van de jagers, tot bevordering van de jacht of om jagers te lokken uit alle deelen van de wereld, die dan wat Vertier en geld zouden brengen naar de Congo. Gelukkig is dat in het geheel niet het geval: het werkje is geheel gericht op bescherming van het bestaande en wanneer er al van jacht wordt gewaagd, dan is het om te betreuren, wat jagers van vroeger hebben misdreven en om er den nadruk op te loggen, dat in de allereerste plaats bescherming noodig is, indien men ook in de toekomst wenscht te genieten van de voordeden en de genoegens van de jacht. Het grootste deel van de negerbevolking van Afrika leeft van de jacht; die negers zijn carnivoren en gansch niet kieskeurig op de toebereiding van hun vleeschwaren. Wat Derscheid ons daarvan vertelde klinkt heel ouderwetsch en barbaarsch. Het komt voor, dat negers een olifant, een nijlpaard,een antilope dooden en reeds uit het ten halve gevelde dier de brokken vleesch wegsnijden of wegschenren en rauw opvreten. Ze stoppen zich vol met vleesch en blijven bij het cadaver om te eten en te eten totdat het bederft, laten dan het kreng liggen en dooden weldra een ander dier. Wij denken misschien, dat er op olifanten gejaagd wordt om hun ivoor, maar het gaat even goed en misschien nog eerder om hun vleesch. Zoolang die negers joegen met hun eigen wapenen, konden ze de overvloedigcdierenwereid van Afrika weinig deren, maar toen de blanke man kwam met kruid en lood, met de moderne repeteergeweren, puntkogels en hoe al die uitvindingen meer heeten, begon het er voor de Afrikaansche dierenwereld hachelijk uit te zien. Jaarlijks worden tegenwoordig in de Congo ongeveer dertigduizend olifanten gedood en weldra zal dat getal slinken, niet omdat er soberder gejaagd wordt, maar doordat het aantal der olifanten zoo snel afneemt. De Hollandsche boeren in ZuidAfrika zijn ook altijd groote jagers geweest en hebben vooral veel zebra's en antilopen gedood als voedsel BOOTMOTOREN MOTORBOOTEN Bingham & Lugt - Slepersvesl l - Rotterdam voor zichzelf en voor hun Hottentotten en ook om de huiden. Het is dan ook geen wonder, dat wij in het boekje van Laplae telkens stuiten op de mededeeling: deze soort was vroeger zeer algemeen, maar staat nu op 't punt, om uit te sterven. Ik sla op goed geluk het boekje open en vind op blz. 93 in het hoofdstukje over de Paard-antilope (Hippotragns equiniis): Deze antilope kwam in 1912 overvloedig voi r in het woudgebied van Katanga en in het zuiden van de Kolonie. Dikwijls zagen wij enkele honderden meters van ons af, onbeweeglijk en op hun hoede, verscheidene tientallen van paardantilopen, zebra's en harlebeesten. Het neerschieten van het grof wild door de arbeiders en jagers van de ondernemers, die de spoorlijn naar Bukama bouwden heeft de/.e prachtige eens zoo wildrijke streken ontvolkt, (ie ziet, alweer dezelfde geschiedenis als met dui Amerikaanschen bison : de spoorlijn doodt het groote wild. Toch lijkt het zoo eenvoudig, om juist diezelfde spoorlijn te doen dienen voor de proviandeering van de arbeiders en dat proviand moet dan van lieverlede van j::chtwild veranderen in slachtvee. En ter wille van hun ivoor zullen de olifanten niet verdelgd moeten \v< rden, maar integendeel aangefokt. Evenals met den Ameri kaanschen bison en den schaapos is gebeurd, zullen verschillende van de Afrikaansche groote zoogdieren zoo halt' en half als huisdieren behandeld nu eten worden. Men hoort nog wel eens leeraren dat de Afrikaanscl'.e olifant en vooral de Afrikaansche zebra's niet getemd. gcdomcsticisecrd kunnen worden. Niets is minder waar. en de Ouden wisten al beter, liet boekje van het Belgisch ministerie vertelt ons daaru\cr ook eenige belangrijke dingen en wel in de eerste plaats, dat die merkwaardige man. Koning Leopold II, zich reeds in 1879 moeite heeft gegeven om Indische olifanten als huisdieren in .Afrika iu te vi oren. Van de vier kwamen er drie om het leven, de vierde arri veerde goed en wel aan hei Tanganyika mei r. .Maai de koning wist er toen al genoeg van en beval dat in den Congostaat begonnen zou vv< rden met de dressuur van Afrikaanscne olifanten en dank zij de bekwaamheid en volharding van den commandant Laplume is men thans daar volkomen in geslaagd. Het dressuur-station te Api aan de Oceléheeft reeds een veertigtal bekwame olifanten afgeleverd, waarvan er twintig geregeld bezig zijn met het vervoer van katoen langs de Océ'é-rivier. Generaal MeulemcesUr, gouverneur van de Oostelijke Provincie van de Congo, heeft nu een tweede dressuur-stalion doen inrichten en hoopt binnenkort het aantal der gedresseerde olifanten op te voeren tot een honderdtal. Tegelijker tijd heeft hij ruime olifant-reservaten ingesteld. Hei begint er voor de Afrikaausche olifanten dus al beter uit (e zien en wanneer eenmaal overeenstemming is verkregen tusschen de regeling van den ivoorhandel in de Belgische Congo en de Eransche Congo, dan is in Centraal Afiika hun toekomst verzekerd. In XuidAfrika echter zijn ze zoo goed als uitgeroeid. Ook voi r de Zebra's is Koning Leopold 11 in de bres gesprongen. In 1902 droeg hij aan den luitenant der grenadiers, Nys, op, om zebra's te vangen en te dresseeren. De/e liet een kraal houwen met een omtrek van 3 kilometer en t( en een drijfjacht i rganiseereii met vijfhonderd negers als drijvers. Dit waren geen halve maatregelen en in 19i!4 werd eui t n ep van (.H) zebra's in die kraai gedreven. Daarvan zijn er ten slotte een tiental gedresseerd, zoowel ais trckpaarden als rijpaarden. Maar de vreugde was van ki rten duur, in 190S \\i-rdm kraal en stallen doe r ten ork lan Vernield en de gedresseerde zebra's Waren ni g niet zoo aan huis gehecht, oïze verkozen bil deze gelegenheid ti ch lievir de wildernis weer in ie gaan. In ieder geval is nu bewe/en dat de zebra's van de G ugo even g. cd gedressierd kunnen w> rden als die van Zuid-Afrika. Van de dressuur der Zuid-Afrikaansche zebra's vertelt Fitssimmons in zijn Natura! History of Suuth Africa. Hij zegi, dat de zebra's zeer goed te temmen zijn en dat alleen zeer oude zebrahengsten weerspannig blijven tot het einde toe. Daar de zebra niet onderhevig is aan de ziekte, veroorzaakt door de steek van de ketse-vlieg zijn er aan zijn dressuur belangrijke voi rdeelen verbauden. Tot nog toe heeft hij nog'niet liet paard kunnen evenaren in kracht en weerstandsvermogen, maar men gelooft wel aan de mogelijkheid, om uit zebra, paard en ezel nog eens ecu model rij- en lastdier te fokken. Daar naast echter redt men nog bijtijds wat er aan wilde zebra's overblijft in de groote reservaten, waar zenaast hun vrienden de antilopen en s'.ruisen in schilderachtige!! overvloed mogen gedijen. Voi r alles echter blijkt liet noodig om de jacht nog beter te regelen. De Engclscheii schijnen hierin het verst gekomen te zijn, de Belgen zijn van goeden wil en streven er ernstig naar om hun ongeëvenaarde fauna te behouden, de groote katachtige roofdieren, twee rassen van olifanten, de vier schoi uste soi rten van antilopen en een menigte van minder allooi, de giraffe, twee soorten van neushoorns, de groote meiiscli-apen, de mantel-apen, het tropisch everzwijn, de zeldzame okapi, twee soorten van bui'fels, de sierlijke zebra's en dan nog een menigte vogels van diverse pluimage. ADVERTEERT in DE GROE.NE A.MSTEK D.\.M.MER" l-, ooi, /.in dio |:o ,likv. ijk U-.-. Wa.uom juisl in ,!>? C, R O E N E A M S T IC R I) A M M E R . . .' OMDAT hot nclvorlrnlirO.iK't huiton irow,>un l?llijk is. Do GROENE u-,>,-.h i:n;nois hij uitstok !Jolo>ol) ihuir hrl hosto pul.iirk .hu,,- liol puhli.k ,1.0. iots lo MAAR HET BETAALT U ,?dit 1,1.L,! ui.Usl,.,, ,!;,,kl w>,;,lo?.i.,',.;. v.o;ul uu, U

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl