De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 15 mei pagina 14

15 mei 1926 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

14 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2554 DRAMATISCHE KRONIEK DOOR TOP NAEFF Gasfspiel A/ex. Moi'ssï. Die lebende Maske (Enr/co IV) von L. Pirandello. HOE ontroert ons het uit het leven gegrepen" voorspel van d't diep melancholiek werk ! Een jonge aristocraat, hoofdpersoon van de maskerade, waarbij hij de rol van Hendrik IV, den middeleeuwschen Keizer vervult, valt van zijn paard, en vóór het nacht wordt in zijn brein, dringt de afschuwelijke waarheid tot hem door: dat het zijn beste vriend Tito Belcredi was, welke, achter hem rijdend, zijn paard prikkelde, moedwillig en misdadig zijn val bewerkte.. . Uit minnenijd.... Beiden begeerden het mooie meisje, dat in den stoet Mathilde van Toscane voor stelde, met al den hartstocht der jeugd, in dagen van bovenwerkelijke schittering. De ouders van den jongen man komen er in hun verdriet toe den armen Hendrik de Vierde", die in zijn glorieusen waan bevangen bleef, althans deze ne illusie te laten, het eenige wat zij nog voor hem doen kunnen. Niet in een gesticht behoeft hij, om gevoederd te worden als een redeloos dier, een afgelegen villa zal zijn paleis" zijn, daar zal hij verblijven in zijn schoone verbeelding, omringd door een kleinen hofstoet van bewakers, die toegewijde, rijkelijk beloonde vrienden voor hem zullen zijn, het droevig spel met hem zullen voortspelen, zijn geschokten geest alles zullen be sparen wat daaraan vreemd, en derhalve vijandig, zou kunnen zijn. Zóó idealizeert het hart, in zijn bittersten nood, de wereld en de vrienden" van den beproefden mensen.... Wanneer het drama begint speelt dit voorspel, door den schrijver met een enke! woord meesterlijk ge schetst, alreeds zóó sterk in onze verbeelding, dat we het geen oogenblik meer kunnen vergeten, en met ontsteltenis zien we het aan, wat er van de liefde rijke bedoelingen van hen, die den arme het naast waren, in de onverschillige, wreede menschenwereld geworden is. De ouders, de regisseurs van het armzalig schouwspel, wier liefde het tot een gelukkig sprookje meende te kunnen opvoeren, zijn gestorven... De toegewijde vrienden werden ruwe, bangelijke huur lingen, de vertroetelde knaap een voorwerp van be spotting, de vertooning een lugubere grap. In die omgeving, te midden der voddige requisieten, ontwaakt op een dag Hendrik IV" uit zijn jarenlangen waan. Hij ontwaakt uit het zachte niet-zijn In het harde leven, en instinctief sluit hij de oogen weer, want alles wat zijn bewustzijn rondom ervaart, is hem vreemd en weerzinwekkend, hij ziet geen weg waarlangs hij, met zijn nieuw-geboren, ongeoefende, en onbedorven ziel, in deze wereld zou kunnen terugkeeren. Dies blijft hij in het veilig rijk zijner ver beelding, gelijk een dichter in zijn gedicht, hij behoeft daarvoor slechts een weinig te simuleeren, de rol, welke hij zoovele jaren vervulde, voort te zetten; en dit gaat hem gemakkelijker af dan welk initiatief ook. Zijn gestorven moeder echter, wel wetend, dat niemand haar taak hier op aarde overnemen zou, heeft een laatsten wil nagelaten, zij wenscht, dat het uiterste middel zal worden beproefd om den, in middels tot een man met grijze haren verouderden jongen te bevrijden uit zijn waan, uit het paleis", dat zonder naastenliefde een gevangenis is. Naar de regelen der wetenschap wordt ten slotte een plotselingen schok" door den psychiater aanbevolen. Het onverwacht weerzien van hen, die in den maskerade tijd zijn genooten waren, zijn vriend Tito Belcredi, het meisje Mathilde", dat zijn liefde had gewekt, en behalve deze beiden men kan niet weten hoe het experiment zal verloopen ook de dochter dezer almede twintig jaar verouderde dame: Frida, haar jeugdig evenbeeld, welke de verloofde is van den neef, executeur-testamentaire. Wij wonen het aangrijpend oogenblik der con frontatie bij. En zóó machtig is dit eerste bedrijf geschreven, dat we het als met de hypergevoelige zenuwen van den reconvalescent mede ondergaan, dat wc als door zijn klare, scherpe oogen zien wat achter de maskers dezer gewone", in de samenleving geëerde menschen leeft, hen met zijn, in de eenzaam heid visionnair geworden blik een kwarteeuw terug droomen.... Een zoodje is deze menschenwereld, wanneer men er zich op een afstand" tegenover stelt. .. . Aan de lieden zijner onmiddellijke omgeving ver trouwt Enrico" thans het geheim zijner genezing toe, opdat hij niet alleen tegenover den vijand" zal staan. Naast den verraderlijke!! baron Tito, den minnaar thans der opgeverfde, hartelooze mondaine, welke eenmaal de Mathilde van Toscane zijner jonge liefde was, schijnen deze bedienden den arme haast vrienden. Welk een hoog spel speelt hij om zijn zelfbehoud ! Met ironie en vlijmend sarcasme met hoffelijkheid en haat, verweert hij zich tegenover de even beklagenswaardige als potsierlijke, en verachte lijke menschenpoppen, die den voorsprong bezitten: normaal te hceten. Op hun gezichten leest hij alles wat in hen omgaat als in een open boek, ook den stijgenden twijfel aan zijn krankzinnigheid, ook de herinnering.... de gewetenswroegingen En in dit spel vindt zijn schrandere geest nog een korten tijd afleiding en voldoening in schijnmacht. Dan eindelijk breekt de natuur los, de ongestilde verlangens, de jarenlang vertreden rechten van den mensen, het leed van den uitgestootene. . . . Het meisje Frida", het beeld van zijn verloren droom, grijpt hij aan als wilde hij haar verkrachten; met al den bitteren hartstocht, al de opgekropte liefde van zijn leven klampt hij zich aan dit kind, als aan een laatste, brekende illusie. Tito Belcredi wil tusschen beiden komen, het verschrikte meisje bevrijden, en dit beschermend gebaar van den verrader zijner jeugd, van zijn moorde naar, welke thans opnieuw de hand uitstrekt naar zijn bezit, is voldoende om den zaclitmoedigen gek", den bewusten mensen, tot de eindelijke wraak te drijven: hij vliegt B-lcredi naar de keel en doodt hem. Hier mede heeft hij, volgens de geleerden, overtuigend zijn krankzinnigheid bewezen, hiermede is hij opnieuw en thans onherroepelijk aangewezen op het toevlucht van den keizer! ij ki-n verbeeldiugsstaat. Tot de dood hem verlost. Hij vindt het goed. Hij stelt zich op den schamelen troon weder in postuur, met zijn kroon van klatergoud, zijn mantel en zijn scepter. . . . en de wereld zinkt om hem weg ,Zie den mensen". . . . Ik voor mij vind Hnricn IV" een prachtig werk. Het mag niet overal even sterk zijn ??-- een ideale vertolking van alle rollen zou dat moeten bewijzen ik zou geen lust hebben vooralsnog aan de schoone verbeelding, die het in mij wekt, veel te tornen, en een weekblad is daarvoor ook niet de plaats. Pirandello, die zijn tijd ver vooruit is en het tooneel in weinige jaren met de rijkste gaven overstelpte, vraagt een diepgaande en vooral ook een vergelijkende OPRUIMING VAN MODELKAMERS tegen STERK VERLAAGDE PRIJZEN Volle Garantie Franco levering 'HEEBEIlGBAdlT 500 AMSTEODAn HAARD Kostelooze opslag voor latere levering studie. De stijl om deze werken te spelen moet nog gevonden worden. Uit den beschreven inhoud kan intusschen blijken, dat mij de opvatting van Moïssi in de hoofdrol, noch de naar de klucht gehaalde vertooning als geheel heeft kunnen bevredigen. Ik zag liet stuk eenmaal van Pirandello's eigen gezelschap, waarouder ook zwakke krachten waren, maar dat in elk geval dit ernstig werk ernstig speelde, ondanks de ironie, die ten onzent zoo gul den lachlust opwekte. ... Ruggiri Ruggero speelde daar de rol van Knrico" met al den eenvoud, de tragische waardigheid en de wijsgeerige diepte, die de figuur vragen. Een door het gevangenisleven zwaarlijvig geworden, grauwen man, in zijn koningsmantel gehuld als in een pij, in wiens verbeten gelaat de achterdocht zich vast had gegrift, een man van middelbaren leeftijd, in wien wij echter den bnllanten knaap, dien hij geweest was, nog zagen, en van wien wij bij den eersten oogopslag begrepen, dat hij veinsde krankzinnig te zijn. Een vorst! Bij Moïssi's nochtans belangwekkende uitbeelding, ontbrak dit verband met het veileden", zijn opkomst was die van een willekeurige!! krankzinnige, een vasteiiavondkoniug, beklagenswaardig, maar niet aangrijpend, een dolenden hotnunculus", waarvan we peloovi'ii konden, dat zijn omgeving van hem griezelde.... In zijn sarcasme had hij snijdende intonaties, treffende momenten, ook vaak gevoelige doch niettegenstaande veel wat deze acteur, men zou '/AM denken, in zijn wezen voor de rol meebreng!. stelde hij toch te leur, hij bleef te opgesmukt en te vlak, te weinig de jone-ontgoochelde, tra«isch-bewustgeworden mensch. Dat Moïssi's kiinstenaarspersoonlijkheid intusschen hoog uitging boven zijn gezelschap, dat, earicatuiaal en vaag, onvoldoende satiriek contrast bood ten opzichte van den eenzame op zijn troon, behoeft geen nader betoog. Vooral voor wie het werk nieuw is, moet zijn creatie, zooal geen sterk ontroerende, dan toch een boeiende verrassing zijn, een aanleiding, naar wij hopen, zich in het werk te verdiepen. Firma KRONER Nieuwendijk 167, Amsterdam Opgericht 1847 Telefoon 43186 Prima Macco Heeren Ondergoederen Hemden Korte mouw Gr. 4 5 6 4.10 3.75 4.10 4.45 Borstrokken Lange mouw Gr. 4 5 6 185" 3.00 3.15 3.40 Borstrokken Korte mouw Gr. 2.65 2.85 3.10 Pantalons _5_ 6 7 46 3.90 7 335" 5 7 3.60 3.UO 3.30 3.60 3.90 3.30 Pantalons Knie model Gr. _J_ 5 6 7 2.75 3.00 3.25 3.50 3.90 niet tfi 6iiter,rÜGt ia zoet, niet te vet?juis (DE cftocodood ofs HHzirie Ver snopenna : y dcTfiee, op deWondelW&üSporten/.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl