Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2554
HET MUSEUM VAN DEN
ARBEID EN ZIJN
SCHEPPER
DOOR H. J. M. WALENKAMP CZ.
..In hel zweef uws aanschijns zuil ge uw
hrood eten
T T 1T het hart van het oer-oude ooische dorp
*-^ Laren: de nig mooie Brink, welks slanke,
hooge boonun door de vernielende iepenziekte helaas
misschien ten doode opgeschreven zijn, voert sedert
eeuwen een gracieus zich buigende, steeds nieuwe
vergezichten openende, in schijn kronkelende of wil
lekeurige, doch in wezen wel decglijk rechtstreeksche
weg door bosch-en-hei naar het evenzeer oer-oude
dorp Blaricum en verderop naar de vrije weiden der
Erfgooiers, de vruchtbare meenten" van Stad en
Lande van Gooiland, zich uitstrekkend langs de Zuid
oostelijke stranden der Zuiderzee.
Deze schilderachtige ,,holle", voor het grootste
gedeelte nog bijna onbegaanbare weg niet zijn
even schilderachtige omgeving diende sinds lange
tijden verschillenden onzer beste Hollandsche land
schapschilders tot model hunner teerst-getoonde
werken. Vooral voorden,,schapenschilder" Mauve was
het hier een deruitgezochtste Oooische plekken, welke
als voorbeeld dienden voor vele zijner onvergeeflijke
stukken (schilderijen, aquarellen of etsen) thans over
heel de wereld in honderden en duizenden exempla
ren door reproducties verspreid.
Het grootste deel dezer eertijds zoo harmonische
natuur werd door een later geslacht redeloos en redde
loos verminkt. De hei werd door onoordeelkundige
afgravingen bedorven; het toch reeds zoo bescheiden
boschoppervlak door het omhakken van boomen en
het ervoor in de plaats zetten van storende land
huizen en afrasteringen verknoeid. En wat ervan
overbleef heeft men gemeend, uit pié'teit, daarna den
naam van den zoo fijngevoeligen schilder, die hier
eenige zijner beste werken schilderde, te moeten
geven. Het heet daar nu: de hei van Mauve en het
Mauvebosch !
Het betreft hier dus een eenigszins analoog geval
als te Amsterdam en enkele andere steden, waar de
afschuwelijkste straten der 19de eeuwsche
revolutiewijken met de namen onzer beroemdste 17de eeuw
sche schilders vereerd werden: Jan Steen, Frans Hals,
Ruijsdael, v. Ostade, enz. enz. En toch zijn deze
gevallen niet geheel identiek; want in die steden
werden deze dorre buurten door noodzaak en in on
kunde aldus bebouwd; en plakte men er vervolgens een
mooi tiquet op. In Laren echter verminkte men
zonder noodzaak eerst een onovertroffen stuk natuur,
om er daarna den naam aan te geven, juist van den
man, die wellicht als gén ander dit brok natuur om
haar ongereptheid zoo intens bewonderd en gevoelvol
afgemaaid had.
(Aan tijdige waarschuwingen heeft het te Laren
niet ontbroken).
Allerminst echter kan het ons doel zijn, onze
stemming door nuttelooze jeremiades te bederven:
en toch konden we niet nalaten hieraan even te her
inneren; want zóó dikwijls kan men niet in deze ver
minkte omgeving komen, of onze gedachten voeren,
geheel onbewust, tot dergelijke zij het ook
vruehtelooze overpeizingen terug.
Aan den hier bedoelden landweg, welks naam vroe
ger Oude melkweg" luidde, op een klein half uur
afstand van den Laarder Brink, ligt op Blaricum's
grondgebied, bijna onzichtbaar, als geheel tusschen het
groen verscholen, links, een landhuis Fluor" ge
naamd.
Een mooi landhuis althans wat wij daar tegen
woordig onder verstaan is het niet. Doch storend
in de natuur of leelijk kan het evenmin genoemd
worden. Als bijna geheel om- en overgroeid door
slingerplanten, struiken en boomen, mag het er wezen
om zijn eenvoud en bescheidenheid.
Dit landhuis nu was en is sinds jaar en dag de
woon- en werkstede, ik zou haast zeggen: de abri,
het toevluchtsoord, van een onzer merkwaardigste
Hollandsche schilders; het is 't nest, waar de/..'
schilder en teekenaar, na de vele vluchten en zwerf
tochten, waartoe zijn rustelooze natuur hem drijft,
telkens weer op neerstrijkt. Sedert 25 jaar werkt en
woont hier de bekende schilder van den Arbeid
Herman Heijenbrock.
In tegenstelling tot de meesten zijner collega's,
die meer hun voorbeeld zoeken in de sereene natuur,
in het schilderen van landschap, bloemstuk, stilleven,
genrestuk of stadsgezicht, heeft Heijenbrock /,ich
van zijn jeugd af vóór alles aangetrokken gevoeld
tot de weergave van de bewogen-strijdende, zwoegen
de, harde, arbeidzame menschheid. Hiertoe maakte
hij zijn vele reizen in de grauwe en dorre streken van
de kolenmijnen der Borinage en die van Limburg,
naar de fantastiseh-gloeiendc en fonkelende ijzer
gieterijen van België, de trotsche en mistige haven- en
dokwerken der groote wereldsteden, de onmeetlijke
fabrieksgebouwen en hallen iu hun rustloos-hijgeiid
machinebeweeg.
Dit ononderbroken weergeven van het uiterlijk
gebeuren, bij de eindeloos zich opvolgende, onop
houdelijk wisselende werkzaamheden dier zwoegende
menschheid, moest dezen schilder-teekenaar op den
duur een steeds dieper blik doen slaan in de innerlijke
roerselen, waardoor deze onverpoosde arbeidzaam
heid te voorschijn geroepen wordt.
Ziehier dan de eenige en afdoende verklaring van
het geleidelijk ontstaan van Heijenbrocks onafzien
bare collecties, verzamelingen niet uit een soort van
collectioneurs-manie opzetlijk ontstaan, doch geboren,
getogen en gegroeid, zonder eenigen persoonlijken
opzet, in het verloop van vele jaren als van 'zelf,
in zijn rustig-verscholen woon- en werkplaats te
Blaricum.
Indien men uit liefhebberij tot een goed en nuttig
werk getrokken wordt, is dat natuurlijk mooi en
heilzaam.
Hoeveel heilzamer voor de maatschappij is het
echter, zoo men door heel zijn natuur en den aard
van zijn wezen daar als onbewust toe wordt gedwongen
of gedreven. Dit laatste eerst is het ware ! Op hoeveel
hechter grondslagen rusten dan de dingen niet; daar
alle persoonlijke voorkeur of ijdelheid er aldus aan
onttrokken wordt.
Onder dit g.'lukkig gesternte ontstonden
Heijcubrock's verzamelingen. En dit dan ook is het, wat zoo
volop vertrouwen g:eft in het algeheele welslagen
dezer grootsche onderneming, reeds van den aanvang
af van vele zijden met oprechte sympathie ontvangen
en gesteund.
In een belangrijke schets over de oorzaken van het
ontstaan van Heijenbrock's Museum van den .Arbeid,
getiteld:
OncJi
Synthese in Lci't
van dr. A. de Vletter, zegt de schrijver, o.a.:
De School heeft tot taak de jeugd voor te ben iden
op het leven; de Lagere School door haar de vaar
digheden en kundigheden te verschaffen, die noodig
zijn in den strijd om het bestaan; en daarnevens nog
een klein beetje kennis van natuur en wereld. De
Middelbare School verschaft kundigheid en vaar
digheid in minieren zin; zij geeft aan den jongen
meiisch eeuig begrip van n.ituur en cultuur en be
reidt hem voor op het leven in de maatschappij of op
wetenschappelijke studie. En.... als men na het
afloopen van Lagere-, Middelbare- of Hooge School
den volleerden scholier critisch beziet, hem op zijn
kennis en begrip en werk- en denkvermogen onder
zoekt, dan blijkt de afgestudeerde geheel vreemd t ?
staan tegenover het volle leven, dat hem omringt.
Welke verklaring is er voor dit bedenkelijk ver
schijnsel?" vraagt Dr. de Vletter vervolgens. I-In
zijn antwoordt luidt ongeveer als volgt:
Een der (hoofd)fouten van ons onderwijs is stellig,
dat de synthese daarvan, evenals die van het leven,
is verloren gegaan. Groote schuld daaraan hebben
de methodiek der leervakken en het vakonderwijs der
Middelbare School. Om de kinderen tot het leven
voor te bereiden, heeft men dat leven in stukjes
geknipt (dus gedood) en die afzonderlijke stukjes aan
de jeugd voorgezet.
Talrijk zijn, vooral natuurlijk op de m dit opzicht
gezegende Lagere School, de pogingen om de (zoo
onontbeerlijke) eenheid te handhaven. Vooral Jan
l.igthart heeft voortdurend op de noodzakelijkheid
van dit eenheidsstreven g:; we/.en: ,,Breng het kind
in aanraking met ,.het volle leven !" was een zijner
hoofdleuzen.
Echter, de moeilijkheden met dit probleem zijn op
de Middelbare School haast onoverkomelijk, en d.'
resultaten, ondanks prijzenswaardige pogingen van
enthousiaste leeraren, bedroevend.
Er mogen, incidenteel of geregeld, saniensprckingen
plaats vinden tusschen leeraren in verwante vakken;
er mag in moderne leerboeken verwezen worden naar
parallelle verschijnselen op ander levensgebied, (och
is bij de meeste leerlingen de eindindruk van hu i
H.B.S.-tijd er een van chaotische veelweterij, of,
zooals het eens schamper werd uitgedrukt door een
zakcnnian-oiid-H.B.S.'er, een van encyclopedische onwe
tendheid. . . .
Zoo gaan de abituriënten de wereld in. onbewust
van de mogelijke synthese der vele behandelde dingen:
de meer begaafden onder hen, voorzoover het drukke
leven zulks toelaat, eerst langzamerhand, napeinzend
over het geleidelijk bezinkende, tot het inzicht der
wereldeenheid gerakend
De schilder Herman Heijenbrock te Blaricum is
een merkwaardig man. De schoolkennis van zijn
jongensjaren. de kennis der vetten en oliën uit de
scheikiindelessen, de kennis der dieren (in zoo- en
zooveel klassen en orden en soorten, met latijnsche
namen!) en planten, de jaartallen der l lolhndsche
graven en Duilsche keizers, 't is alles door het leven,
als een vernislaagje dat geen houvast h.id. weggevaagd
(na mischien wei eenigen dienst bewezen Ie hebhen).
waarna in het leven, duur het leven, de hernieuwde
begeerte naar kennis gekomen is.
En in de trieste gebrokenheid des levens, waarin
de menschen als vreemden elkaar niet kennen en
van elkaar nie! weten, zich niet bewust zijn van wa>
hen samenbindt en samengebonden heelt al honderden
eeuwen lang, heelt deze man naar die eenheid gezocht,
dat bintlende element ontdekt in den iih'iischenarln'id
van alle tijden, in de staag voortschrijdende verove
ring van de natuur dooi dril mensch. in den
geleideJ. S. MEUWSEN, Hofl. A'dam-R'dam-Den Haag.
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
lijken opbouw, door duizenden jaren heen, van het
wereld-comfort, waarin wij leven, door den arbeid
der menschen.
Hij heeft nagegaan, hoe het zoo gecompliceerde
leven om ons heen opgebouwd is uit den noesten
arbeid van rnillioenen medemenschen om ons en vóór
ons, uit de al maar verder gaande onderwerping van
de natuur, do:>r de bewerking der natuurproducten!
En hij is aan 't verzamelen gegaan om zijn vrienden,
de leergrage menschen, te laten genieten, van wat hij
zelf genietend vond. ...
Ziehier dan, zoo beknopt mooglijk, geschetst de
oorzaak van het ontstaan en het hoofddoel van
..Ht'l Museum van den Ar'ociil.'
In don aanvang dezer vluchtige schets merkten we
reeds op. dat Heijenbrock's collecties a's van/cl!'
gegroeid zijn, en dat hij er nu reeds 25 jaren aan werkt.
De eigenlijke officieele stichting van het Museum
had eerst in 11)24 plaats, en de hoofdzetel ervan be
vindt zich thans in ons Amsterdamsche
Veiligheidfiiiusent. Hobbeniastruut 22. Het Bestuur der
\vrccniging bestaat uit prof. Dr.Tneo |. Stomps, voorzitter,
Ir. R. A. Gorter, Direci.ur Veiligheidsmuseum, Mr.
J. Hingst, Oud-directeur Bureau Sociale adviezen,
Herman Heijenbrock, schilder, Ir. H. de Vries Robbé.
directeur Wester-Suik .'i-raffinaderij en Ir. M. van
CouWelaar, leeraar M. T. S. ,,Amsterdam", welke
laatste als Secretaris-Penningmeester fungeert.
Reeds verschillende tentoonstellingen werden ge
houden o.a. te Laren, het Stedelijk museum te .Am
sterdam en vele andere plaatsen. In het Veiligheids
museum is steeds een doorloopende, kosteloos toegan
kelijke tentoonstelling. Tnans is men bezig met de
inrichting van de afdeeling: ,,Hct aardewerk, de klei,
etc", welke collectie door gebrek aan ruimte in het
V. M. voorloopig in een school aan de Govert
Flinckstraat ondergebracht wordt. Alle tentoonstellingen :ijn
kost el ons toegankelijk.
Tot haar genoegen deelt het bestuur mee, dat
de tentoonstelling: ,,Wtit ir// danken aan liet dier", door
circa 20.0011 personen bezocht werd, waarbij eenige
voordrachten gehouden werden. Ook werd deze
tentoonstelling meermalen bezocht door groepen van
personen onder deskundige leiding. Belangstellende
vereenigingen of scholen kunnen daar, bij tijdige
aanvraag, steeds op rekenen.
De tentoonstelling die nu gehouden wordt in hel
Veiligheidsmuseum heeft tot titel: ,,\Vat de cultuur Ie
danken heeft aan het l J;er". Al deze verschillende
afdeelingen zijn even interessant, ja verrassend, mogen
we wel zeggen. Van het schijnbaar-geringstc en een
voudigste wordt de besehouwer tot het
meest-bewerktuigde en ingewikkelde in geleidelijke en logische
volgorde gevoerd. In al de tentoonstellingen wordt
dezelfde lijn vastgehouden, mul. begonnen wordt
met het verbruiksvoorwerp, om, langs alle onderschei
den tusschenschakels, terug te gaan naar de
grondstofzelf, dus van de cultuur naar de natuur.
De bedoeling is: ..de cultuur te leereu begrijpen.
en de natuur, waarin alles in beginsel opgesloten ligt,
te leeren liefhebben, en waardeering te kweeken voor
de stille Werkers met hoofd en hand. die door hou
inzicht en hun noesten vlijt tallou/.e voortbrengselen
hebben gemaakt en ons leven (verrijkt) mogelijk
maken.
Onze psychische, sociaal-technische methode onder
scheidt zich van de historische methode niet a'leeu
door van het heden naar liet verleden Ie gaan, maai
ook door het duidelijk aantooneii van de wordings
reeks van een voorwerp, en het vaii-huiteti-leeren
(zonder het aanschouwen der voorwerpen in quaestir)
tegen te gaan; waardoor bereikt wordt, dat zulke
reeksen gemakkelijker en beter het geistelijk eigen
dom van den aanschouwer vinden !"
Een dergelijk streven naar aiinsch/iinn'lijke methode
wordt ook gevolgd in de volgende musea:
Das Deutsche Museum in München, Musee
Occanografkjue in Monaco en het museum .,Outlook
Tower" te Edinburg.
Van de volgende afdeelingen zal voor de naaste
toekomst een der eerste zijn die over:
een voornaam en prachtig onderwerp, dat ongetwij
feld talioozien iuteresseeren zal.
lui hiermede beëindigen we dit beknopt over/icht,
niet echter dan na allen, die hun hoop en vertrouwen
stellen iu de godlijkheid en de eiudelijke overwinning
van den Arbeid, aangespoord te hebben lid Icwoidcn
dezer sympathieke vcreeuigiug.
VB. Met ,utres van den Secretaris-pemiingmeeslci
is: Van 't Hoffstraat .">. Amsterdam.
Kunstzaal VAN LIER
S\5 C\S naait het Postkantoor t« Laren (N.-H.) CxB CsB
ANTIQUITEITEN - OOSTERSCHE KUNST
SCHILDERIJEN - NEGERPLASTIEK
D a g e l Ij k ? ook de» Zondags geopend