De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 15 mei pagina 9

15 mei 1926 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 2554 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND De proefnemingen met coffeïnevrije koffie H AG hebben goede resultaten gehad. Voor hartlijders en zenuw patiënten is koffie H AG een aan genaam en weldoend genotmiddel. Koffie HAG verdient echter alge meen aanbeveling, omdat ook smaak en aroma bijzonder fijn zijn en de schadelijke werking ontbreekt. Dr. R. (Z) BOEKBESPREKING Alie Smeding, Het wazige land, Nijgh en Van Ditmar's Uitg. Mij., Rotterdam, 1925 Dirk Coster, Verzameld Proza, N. V. Van Loghum Slatenis' Uitg. Mij-, Arnhem. 1925 Felix Timmermans, Naar waar de Appelsienen groeien, Amsterdam, P. N. van Kampen en Zn., zonder jaar Als van zoovelen had ik nooit iets van Alie Smeding gelezen en dat kan soms een mooie verrassing geven. En inderdaad, het was een verrassing. Het is een gewoon geval; la femme de trente ans en meer zelfs, ongetrouwd, vol temperament, prat op haar kennis van schoolmeesteresje met hoofdacte, Fransen en wiskunde, zich voelend de moderne vrouw, die Havelock Ellis leest, niet mooi, maar goed van figuur, impressionabel, onder haar wisselende indruk ken telkens goedig en moedig of kribbig en terneer geslagen, de feeks" voor haar schoolkinderen, een beetje hysterica, altijd maar afgunstig hunkerend naar den man, die haar steeds ontglipt: ,,'k Had m'n Fransen gehaald m'n vriendin Nettie, Nettie Ermsens, weet je nog wel? die ging gelijk met me op, maar ze straalde .... Ze was verschrikkelijk down en huilde .... En toen .... toen kwam haar ver loofde haar halen: Tijs Bolker, je hebt hem nog wel gekend is 't niet? Zoo'n knappe, blonde reus, 'n prachttyp ! 06 .... had je moeten zien hce lief die voor Net was, hoe hij haar troostte .... Cbd, ik stond er bij en ik .... ik .... enfin m'n nieuwe acte, 't papiertje dat ik me pas verworven had dat leek me ineens zoo .... zoo ....". Toch is ze fier en eerlijk genoeg om ten slotte afkeerig te zijn van de zich opdringende vluchtige, voorzichtige belustheid va» haar zwager. Alie Smeding heeft dit geval met groote vastheid en zekerheid van techniek beschreven, zonder 011noodigen omhaal, zonder diepzinnige beschouwingen. En toch legt zij door eenvoudigweg het leven te geven met een enkel woord de innigste roerselen des harten bloot, al die bange verwachting, dat vruchte loos hopen midden in de zielige leegheid van haar bestaan, die verbeten vernederingen en ontgooche lingen van zich telkens teruggeslagen te Voelen van het geluk, die felle, hartstochtelijke begeerte naar het hebben van wat anderen in haar oog zoo makkelijk en in volle zaligheid bezitten. Tot ze ondergaat in wanhoop en verzet door een burgerlijk Don Juannetje, dat fleurt en fladdert van de eene bloem naar de andere. Eén excuus had ze, och jee, armelijk, daar trok 'n ieder de lip voor op: als je lang wacht, je krijgt zoo'n honger. NJU ja, door dien honger had ze nu .... wat de menschen schande noemden. Die honger, daar wisten fatsoenlijke lui niet *an". En in berusting aanvaardt ze een barre, donkere toekomst om den uiterlijken schijn te redden. Of de oplossing bevredigend is: een onder be dreiging afgedwongen huwelijk met hem, die de oor zaak van haar ongeluk werd en dus blijven zal bij voortduring, daar zal men misschien verschillend over oordeelen. Zij is in ieder geval reëel, de psycho logisch Waarschijnlijkste. Deze Jud is geen machtige heldinnenatuur, geen vrouw, waarvan men ver wachten mag, dat ze hoog en fier verder haar geluk zoeken en vinden zal in haar kind en in haar arbeid. Dit slot is het meest logische, de pijnlijke, ongeidealiseerde werkelijkheid voor een heel gewoon meisje, zoo als er honderden rondloopen, uit een simpel, heel gewoon burgerlijk milieu van een bruusken, mopperenden vader en een leege, zoet sappige moeder. Jn ieder geval de teekening van Jud tot haar val is zuiver en scherp, aangrijpend door pijnlijke waarheid. Smeding gebruikt enkele woorden, die voor zoover ik weet geen algemeen gebruikelijk Nederlandsch zijn. Zoo versta ik b.v. niet: Jud's denken teufde er". En in Zij wist haar blik haar volgen", hebben we een zuiveren accusativus cum infinitivo, die be zwaarlijk weer zal kunnen worden ingevoerd. «*^. Het Proza van Dirk Coster is kritisch proza, proza van een fijnen, gevoeligen kritischen geest, die niet enkel de schoonheid zoekt en objectief begrijpt en voelt, maar ook subjectief toetst aan zijn eigen levensinzicht, die zich bovendien afvraagt, welke waarde de kunst heeft voor het leven van onzen tijd, in hoeverre zij ons helpt te leven. Want hoe men het keere of wende: de litteratuur, uit het leven ont sprongen, keert altijd weer tot het leven, werkt terug op het leven, zij 't dan door het medium der schoon heid, zij 't met de geheim/innige verheviging, die de schoonheid aan alle droomen en gedachten geeft". Dit heeft hij vooral in klare, schoone vormen ge demonstreerd in zijn beschouwingen over het werk van den idealist Dcstojevsky, voor wien het leven openstaat naar een oneindigheid en naar de oneindige ontwikkeling der persoonlijkheid" en Hamsun, voor wien het leven een gesloten geheel van eigenbatende drijfveeren" is, die zich de harde taak stelt de menschheid een objectief en naakt-afzichtelijk beeld voor te hangen van wat zij is". MR. Voor ieder die de hierbij besproken werken van wereldliteratuur kent, zijn deze studiën van groote wijd-inzichtgevende beteekenis, en wie ze niet kent, geeft Coster in zijn zuivere aanschouwelijkheid de overtuiging, dat hij ze moet kennen om het leven van zijn tijd te begrijpen, zoo als het bij deze twee grooten in schoonheid is uitgebeeld. Bij Hamsun vindt Coster ten slotte misschien maar een enkele kleine waarheid: Het beeld van een gansch ver eenvoudigd leven, waarin de duizendjarige illusie bezweken zal zijn, een wereld zonder lyriek en zonder absoluten eisen, maar klaar van zinnelijkheid, zuivergeregeld van zaaklijkheid, rustig van bewust-aanvaarde betreklijkheid? Het is niet te ontkennen, dat er oogenblikken zijn, Waarin zulk een wereld ons boven alles verkieslijk lijkt. Tot men naar Dostojev'sky omziet, en ziet hoe in hem de duizend jarige illusie weder zoo prachtig opvlamt, dat zij opnieuw de komende eeuwen schijnt te kunnen overheerschen en verlichten". <S? Daarna volgen kleinere beschouwingen, vo< ra l over Nederlandsch werk van onzen tijd, maar daarbij zijn o.a. de verrassende inlichtingen over het werk van den Franschman Duranty, die naast Stendhal en Flaubert behoort genoemd te worden. Duranty is een schuilnaam en de schrijver heeft geleefd in absolute miskenning van zijn werk. Dezelfde elementen: woedende wilskracht, intellectueel wantn imcn en bitter weten, en daarboven onbegrijpelijk t e ere droom, een droom te schooner naarmate hij mér innerlijke belemmeringen van wantrouwen en intellect doorbreken moet, --- deze drie elementen beheerschen Duranty zoowel als Stendhal en geven aan hun werk de machtig-manlijke allure". HlHet beek eindigt met Werk en wezen der critiek, een polemiek met Willem Klo< s, 1912", een opstel, dat stellig historische waarde zal hellenden in de geschiedenis der critiek. In zijn joligen, luchtigen, gevoeligen trant, zijn gemoedelijker!, frisschen Vlaamschen humor vertelt Timmermans, de struische kerel met zijn n;.'ief geloof en vertrouwen van zijn reis in Italië. Hij is gegaan onder allerlei drang, maar toch wel in het bijzonder om Franciscus van Assisi. Over hem wil hij schrijven; hij kent hem uit de Fi< retti en uit geleerde boeken, maar hij wil de natuur en het land zien, waarin hij leefde. Hij is de heilige, die gezien moet worden in zijn eigen wereld, zijn natuur, die hij liefhad en waardoor hij opklom tot zijn God. Natuurlijk, Franciscus is de man voor dien hartelijker], eenvoudigen, impulsieveii, weidsch levenden Vlaming; zijn natuurlijke goedheid en liefde voor den buiten en voor de inensahen drongen hem tot dezen. Van den logischen' strengen Thomas moet hij het niet hebben. Het bezoek aan Assisi is in dit boek dan ook van een Vlaamsch-extatische, aandoenlijke teederheid. Al wat Timmermans vertelt, daar hebt ge we! meer over gelezen, boeken van serieuzer aard met dieper kennis en zuiverder aesthetisch begrip; gij hebt wellicht zelf dat alles langer en rustiger gezien en u er een eigen opinie over gevormd, maar het aantrekkelijke van dit boekje is, dat het gezien is en allemaal in frissche beeldende woorden uitgeteekend door dien Vlaming met zijn klaterende geestdriftigheid en tevens nuchteren zin, zijn bruisende, kinderlijke extase en toch diep, fijn begrip, waar telkens zijn leutige alledaagsche opmerkingen en betoogen door heen spelen. Door de zware wolken van zijn verheven bewondering blinken overal de kleine teedere lichtjes van zijn innige speelsche Vlaamsche geaardheid. Als hij u zijn hart heeft uitgestort over den Dom van Milaan, hoort ge op eens. dat hij is als een zwaan die in hare gladde blankheid zoo hannonisch-schoon DE WEDSTRIJDEN OM DEN D AVIS CUP TE NOORDVvlJK AAN ZtE Teekeningen voor ,,de Groene Amsterdammer" door Offo Verhogen > C.OOLIOJG kan zijn, maar die plots de gril krijgt al haar pi keus recht te zetten en te laten friseeren", /.oo wordt de/e speelsche lust de schepper van een pakkend beeld. Of dit: ze staan voor Angelico: En in vromen eerbied, v liet schoonste wat ik ooit zag, heb ik met mijn vingu' dit schilderij geraakt. Maar blijf er toch af"! roepen vrouw en zusters uit hunne contemplatie geschokt. Ik heb mijn vinger in den hemel gesopt", zeg ik trotsch en blij''. Als hij ver moedelijk op den Pincio staat b< ven de Piazza del Popoio: Paraplu-boomen omkaderen het vergezicht, een fontein wiegt haar blanke pluim tegen de blauwe lucht, een balustrade met rozen en amandeltakken bkdt ellenbogeiisteun aan. Het is een echt decor voor een theater, om er uw portret te laten trekken in uw 's Xondagsche costuum en een boek in uw hand". Hij heeft den Paus gezien en n er hreed-uit, enthou siast van verteld: Het was een plechtig oogenblik, een oogenblik van hooge genade en van diepe in werking in het hart". En vijf regels verder: ,,We drinken een flestHiken duurbare Chianti op het ge lukkig moment van daai' straks".

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl