Historisch Archief 1877-1940
16
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2555
NIEUWE ENGELSE
BOEKEN
DOOR WILLEM VAN DOORN
'N BOEK DAT MEN HERLEEST
Orvieto Dust; By Wiljranc Hubbard.
Constable, 1925. 1016.
Ik had ook als onder-titel kunnen bezigen: 'n Boek
met perspektief. Drie verhalen, benevens de
mogelikheid of uitstippeling van 'n vierde, wel gescheiden
door tijd, niet door ruimte, vernuftig aan elkaar ge
hecht en tevens met zoiets als 'n logiese eenheid. De
plaats van de handeling is Italië, achtereenvolgens
dat van heden, dat van de Gotiese tijd, en dat van
de beruchte Valeria Messalina, (derde) gemalin van
Claudius I. Het telkens verwerkte motief is: wat er
in verschillende tijdperken terechtkomt van 'n
weigemaakte jongen. En aan 't begin en het einde van
't boek staat dat motief als zér akuut vraagstuk
voor de ogen van twee vrienden, 'n Italiaans dokter
en dito kloosterling, die beiden bekommerd zijn om
hun geweldig lastig maar goudenhartig pleegkind
Romoletto. Ze hebben ook andere vraagstukken die
ze interesseren, eeuwige twistpunten, waarmee ze erg
blij zijn, geschillen als schaaktoernooien, waarbij ze
soms, uit louter sportiviteit, mekaars stukken over
nemen. Maar mér dan kwesties betreffende de
ouderdom of schoonheid van Etruskiese vazen; be
treffende het nut van kloosters in 't verleden, heden
en toekomst; betreffende de meerdere
voortreft'elikheid van de oud-Romeinse beschaving boven de
huidige, of-betreffende de knelling waarin de moderne
mens zit, dank zij de tien geboden, en waarin de
mens-der-oudheid niet minder zat, dank zij de
duizend taboes en leefregels waaraan ie zich onder
werpen moest; mér dan al deze onuitputtelike
gegevens voor eindeloze twistgesprekken, interes
seert ze de wederzijdse verhouding van individu en
samenleving, de vraag: How /ar .... it is wise tu
repress the prumptings of lije and convert a natural
instinct jor naughtiness into the artificial virtue of
setf-restraint. Terwijl hun archaeologiese vondsten
ze dan telkens gedachtig maken aan het feit dat (in
Shakespeare's woorden):
Golden lads and girls all must.
As chimney-sweepers, come lo dust.
De geleerde abt heeft 'n palimpsest ontsijferd, 'n
perkament waarvan de ocrspronkelike inhoud ('n
verzonnen en gans niet stichtelik verhaal betreffende
'n oud-Romeinse Isis-aanbiddcndc
bereeps-dobbelaar) eeuwen geleden is afgepuimsteend <:m daarna
beschreven te werden met 'n waarheidsgetrouwe
monnike-legende. Hij heeft nu twee histi riese
doktimenten in plaats van een en stelt ze, na 'n kolossale
scène met Romoletto, die 'n zeer onsympathieke
visvrouw heeft gemolesteerd, en derzelver
alleronsympathiekste zoon geducht op z'n tabernakel
heeft gegeven, ter hand aan z'n vriend de dokter.
En mét de van begin tot eind geboeide medicijn
meester lezen wij de twee verhalen, en -?enfin,
schrijver dezes was ook geboeid, hetgeen inderdaad
niet zo heel gauw gebeurt en deels 'n gevolg was
van z'n bewondering Voer Wilfranc Hubbard's tech
niek. Die. monnike-legende vooral is meesterlik, en
de onbevangenheid waarmee de z.g. ooggetuige van
het leven en de bedrijven van de heilige Humillimus
zichzelf tegelijkertijd, grotendeels tussen de regels,
tekent, is 'n traktatie. Dit is litteratuur. Dit is 'n
boek. De schrijver van Shadows on the Palatine blijft
meetellen.
IN RAADSLEN WANDLEND
The Worship t/f Nature. By Sir James
George Frazer. Vol. I. Macniillati,
1920. - 18'-.
Polygenese meervoudig ontstaan van 't zelfde
knltuurverschijnsel of monogenese --- eenmalig
ontstaan en verdere ontlening, -?- ziedaar de vraag
die kultuurhistcrici, anthropologen en folkloristen
steeds bezighoudt, 'n vraag die zicli niet met hard
schreeuwen of getuigen" laat beantwoorden, 't Is
N.v.% F.VAN DER HEIDE
HILVERSUM
'SORAVELANiX-CHEWEO. TEL. 1150.
VRAAGT U EENS TEEKEN INGEN
EN P R IJ S O P G A A F VOO U HET
SMAAKVOL INRICHTEN VAN
uw LANDHUIS OF VILLA.
BEKNOIT PROSPECTUS FRANCO.
hier niet de plaats om er dieper op in te gaan. Alleen
dit: Frazer, overtuigd polygenist, schreeuwt niet,
getuigt" zelden (hij laat de feiten spreken), en
denkt niet aan schimpen op naïeve" tegenstanders.
In al deze opzichten (en in nog meer) onderscheidt
zich de veteraan van bestrijders als b.v. Elliot Smith,
welke laatste, gewapend met 'n handvol feiten en 'n
gasketelvol fantazie, van de ontwikkeling van 't
oermensdom 'n theorie ontwerpt waarin alle geestelike
vondsten en aanwinsten (de hamer van Thor inbe
grepen) worden ontleend aan Egypte in 't algemeen
en het Nijldal in 't biezondcr. Men vraagt zich af,
hoe deze fanatieke monogenist staat tegenover feiten
complexen als b.v. het erfrecht der Ashantijnen, dat
in z'n wonderlike ingewikkeldheid sprekende trekken
van overeenkomst vertoont met het systeem dat in
Engeland tegelijk met het oudejaar 1925 ten grave
daalde. Is het redelik, hier kulturele invloed van
oudEngelse kant aan te nemen? B.v. 'n Angelsaksies
schipbreukeling, op de Goudkust aan land gespeeld,
vriendelik door het negerdom bejegend, getrouwd met
'n aanminnige Ashanti-prinses (zwart maar liefelik),
later koning op de wijze van Willem-en-Maria, en
als invoerder van Engelse rechtsbegrippen eeuwige
dank-verwerver van geslachten op geslachten van
Ashanti's?
Zo'n vraag opperen is ze wég-grinniken. Maar
waarom zou 't met de aanbidding van de Uod van
't uitspansel aldus vertaal ik, om misverstand te
voorkomen, het woerd Sky-Gmi anders gesteld zijn ?
Is het voer 'n redelik mens aan te nemen t/iat the
worship of the Sky-God was invented once for all in
a single place by a single people, \vho thcreafter passed
on the invention to other tribes and nations, till, in
ever-widening circles, it had spread almost to the eniis
of the earth? With f ar greater probability
stiehresemblances may be deduced frorn the similarity, first of
the Inirnan mind in all latitiides, and next of the blue
vault of heaven which, lit np by snn, moon, and stars,
everywliere looks down in serene majesty on all the
races of man (bl. 105; ik kursiveer).
Evenwel, wat betreft motieven van speciale en
eigenaardige overleveringen, ligt het voor de hand,
dat ook Frazer zoekt naar de sfeer van ontstaan.
De paradijsverhalen in 't Oude Testament b.v.
vinden parallellen in Oud Babyloniese overleveringen.
Hier hebben we dus naar alle waaischijnlikheid te
doen met geestesgoed van Semitiese oorsprong. Maar
d'r is een uitzondering, en dat is ? 't zal de lezer
in deze Geelkerkense dagen ongetwijfeld belang in
boezemen de sprekende slang die listiger was dan
al 't gedierte des velds. 'n Soortgelijk wezen schijnt
in Babylonièl niet bekend te zijn geweest, maar komt
wel voer in de sagen van talrijke negerstammen, en
daarin is de slang jaloers op de mens, en vergramd
om de boodschap van 't eeuwige leven die zij aan
hem moet overbrengen. En ze verdraai! die bood
schap, tot 's mensen verderf, en wendt 'm aan ten
eigen bate. Vandaar de vijandschap tussen de mens
en cte slang, 'n vijandschap die aan de Israëlieten
oorspronkeiik vreemd was (denk aan de koperen
slang van Mozes) en die ze waarschijn! i k ui c .Afrika
hebben meegebracht. In Genesis is de rol doi r de
slang gispee.d zeer duister, en 't verhaal maakt de
indruk verminkt te zijn. Maar 't Afrikaanse verhaal
is kompleet, want daarin geraakt de slang (dank zij
'n oneindige reeks periodieke vervelingen !) in 't
bezit van 't eeuwige leven. ,,lt is natural to infer
that the African verslens are older and nearer to the
original than the corrcsponding, hut incomplete,
narrative in Genesis".
In dit eerste deel (van (J72 bladzijden) behandelt
Frazer de aanbidding van 't hemelgewelf, van de
aarde, en van de zon. In tegenstelling met de
negentiende-eeuwse theoretici, die overal z< nnemythen
zochten -?en vonden, wijst hij op 't feit dat
zonaanbidding steeds betrekkelik zeldzaam is geweest.
Van de .Aardgodin (of Aardgod) schijnt - ten
minste in Afrika --- de meeste zedelike invloed uit
te gaan; tenminste, verdachten bezweren meestal
hun onschuld onder aanroeping van de aarde.
ik moet het hierbij laten, 'n Vergelijking met
The Gulden liougli - liet kon niet anders valt
uit ten voordele van het dertig jaar oudere boek,
met de eenheid van z'n struktunr die om z»> te zeggen
'n dramatiese spanning vertoont. Maar l'hc \Vnrship
of Nature is niettemin 'n mooi boek, 'n wonder van
geordende geleerdheid, het werk van 'n geest, die
slag up slag blijk geeft van de mugeükheid h.irmonie*,
te zijn en toeh grimt.
The Old I.udio. Hy llugli \Valpni,'.
Mucinillan, 1924. - 7 (i.
Portrait of a Man \\ith Red llair. .\
Romantic .Macabre. /ir Hiigh \\'alpnle.
? Mi;emHÏ:in, f925. 'l (I.
'n Paar van Walpole's b;.eken zuilen zich hand
haven, /'n meest ambitieuze, Z'ials The ,SYir< l ('//r.
horen daar mei bij: gev.'m n:ik is daarin 'n wanver
houding tussen vc rm en inhoud. U'aipole iueit vaak
weinig te zeggen ui doei dan zo ,,dik". Eu /oekt
dan ook te vaak z'n kracht in topografie, waarvan
ie, als journalist van m rspn ng, altijd bellen rlik \eel
terecht brengt. Maar met beschrijvingen w< rdt men
sedert jaren in allerlei iitteratuiu; dui direuooid.
Ik vind den smaak van koffie HAG
uitstekend en absoluut niet verschil
lend van gewone koffie, zoo zelfs,
dat ik mij moeilijk kan voorstellen,
dat deze koffie een zoodanige bewer
king heeft ondergaan, als de onttrek
king der schadelijke coffeïne zeker
moet zijn.
Amsterdam, 21.2.26. J. K Arts.
In Portrait of a Man with Red Hair is deels
de journalist aan 't woord, die op folkli ristiese kopie
uit is, deels de nastrever van griezelkunsteiiaars als
Edgar Poe en Ambrose Bierce. Er is veel gepraat
in over hel probleem van 't lijden, en evenmin als
de griezel wil komen, evenzo blijft de waardering
voor 't gefilosofeer uit. Ik ken 'n boek dar de kwestie
dieper raakt. Het is The Isluiid of Ductur Morean
van de jonge H. G. Wells, die in z'n toenmalige forse
onvroomheid er weinig aan dacht, dat ie jaren later
over God the Invisible King" z< u schrijven, na hem
eerst te hebben getekend als Dr. Mereau, ais pijniger
der mensheid en vivisector van individuen. Walpole's
roodharige meneer tracht ook zoiets te zijn. Als
schepping heeft ie me niet overtuigd.
The Old Ladies" staat veel hoger, en komt in
z'n bescheiden opzet en natuurlike dialoog dicht in
de buurt van dat boek van Walpole dat ik iedereen
kan aanbevelen: Mr. Perrin and Mr. Traii". 't Is
haast geen roman te noemen, eerder 'n enigszins lang
uitgevallen novelle; maar in onze kort-aangebrnden
dagen is dit geen bezwaar. Drie oude dames in 'l
westen van Engeland bewonen, aan lager wal ge
raakt, tezamen de ongezellige (wc/i-verdieping van
'n oud huis in Polchester. Mrs. Amorest, 'n weduwe.
leeft in de hoc,p op 'n voorgespiegeld legaat van 'n
rijke neef. Miss Beringer lijdt armoe in gezelschap
van 'r hondje, dat de toepasselike naam draagt van.
Pip, en Mrs Payue is 'n ouwe zondares, verslingerd
aan suikergoed, kaarten, waarzeggen, en alles wal
kleurig is.
Van 't legaat komt niets, en 't z<,n ei \.\* r Lucy
Anit rest leuk hebben uitgezien als er niet van
anderekant redding was ki men i pda.^en. Het eigenlik
spannende van 'l hoek zit 'm in de verhouding van
de ouwe vrijster, 'n malloot, en de kaartlegster. Eerst
genoemde is, overigens zo berm id als J, b-z:iliger, di
gelukkige eigenares van 'n stuk glinsterend barnsteen.
'n gedachtenis, en Mrs. Payne wil en zal en mi et dar
stuk barnsteen hebben. Daarom moet miss Ueringei
w, rden bewerkt" en murw gemaakt, en de arme
(inde vrijster, die 'n hartkwaal heeft, gaat dood bij
dat geiii;irtcl. l Ii e het c nrccht vaardig \\-rkregen
barnsteen bij Mrs. Payne gedijt, meldt ik- hiMi rie
niet. VeniK edelik zal VValpo!e die sinistrc timnir in
'n ander bi ek ing wel 'ns ten t< ne'e vii-ivo. /e i>
griezeliger dan de man met het rv.de haai
Jeugdige Ouderdom
Eiken dat) l
n ylaasjt