De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 22 mei pagina 16

22 mei 1926 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

16 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2555 NIEUWE ENGELSE BOEKEN DOOR WILLEM VAN DOORN 'N BOEK DAT MEN HERLEEST Orvieto Dust; By Wiljranc Hubbard. Constable, 1925. 1016. Ik had ook als onder-titel kunnen bezigen: 'n Boek met perspektief. Drie verhalen, benevens de mogelikheid of uitstippeling van 'n vierde, wel gescheiden door tijd, niet door ruimte, vernuftig aan elkaar ge hecht en tevens met zoiets als 'n logiese eenheid. De plaats van de handeling is Italië, achtereenvolgens dat van heden, dat van de Gotiese tijd, en dat van de beruchte Valeria Messalina, (derde) gemalin van Claudius I. Het telkens verwerkte motief is: wat er in verschillende tijdperken terechtkomt van 'n weigemaakte jongen. En aan 't begin en het einde van 't boek staat dat motief als zér akuut vraagstuk voor de ogen van twee vrienden, 'n Italiaans dokter en dito kloosterling, die beiden bekommerd zijn om hun geweldig lastig maar goudenhartig pleegkind Romoletto. Ze hebben ook andere vraagstukken die ze interesseren, eeuwige twistpunten, waarmee ze erg blij zijn, geschillen als schaaktoernooien, waarbij ze soms, uit louter sportiviteit, mekaars stukken over nemen. Maar mér dan kwesties betreffende de ouderdom of schoonheid van Etruskiese vazen; be treffende het nut van kloosters in 't verleden, heden en toekomst; betreffende de meerdere voortreft'elikheid van de oud-Romeinse beschaving boven de huidige, of-betreffende de knelling waarin de moderne mens zit, dank zij de tien geboden, en waarin de mens-der-oudheid niet minder zat, dank zij de duizend taboes en leefregels waaraan ie zich onder werpen moest; mér dan al deze onuitputtelike gegevens voor eindeloze twistgesprekken, interes seert ze de wederzijdse verhouding van individu en samenleving, de vraag: How /ar .... it is wise tu repress the prumptings of lije and convert a natural instinct jor naughtiness into the artificial virtue of setf-restraint. Terwijl hun archaeologiese vondsten ze dan telkens gedachtig maken aan het feit dat (in Shakespeare's woorden): Golden lads and girls all must. As chimney-sweepers, come lo dust. De geleerde abt heeft 'n palimpsest ontsijferd, 'n perkament waarvan de ocrspronkelike inhoud ('n verzonnen en gans niet stichtelik verhaal betreffende 'n oud-Romeinse Isis-aanbiddcndc bereeps-dobbelaar) eeuwen geleden is afgepuimsteend <:m daarna beschreven te werden met 'n waarheidsgetrouwe monnike-legende. Hij heeft nu twee histi riese doktimenten in plaats van een en stelt ze, na 'n kolossale scène met Romoletto, die 'n zeer onsympathieke visvrouw heeft gemolesteerd, en derzelver alleronsympathiekste zoon geducht op z'n tabernakel heeft gegeven, ter hand aan z'n vriend de dokter. En mét de van begin tot eind geboeide medicijn meester lezen wij de twee verhalen, en -?enfin, schrijver dezes was ook geboeid, hetgeen inderdaad niet zo heel gauw gebeurt en deels 'n gevolg was van z'n bewondering Voer Wilfranc Hubbard's tech niek. Die. monnike-legende vooral is meesterlik, en de onbevangenheid waarmee de z.g. ooggetuige van het leven en de bedrijven van de heilige Humillimus zichzelf tegelijkertijd, grotendeels tussen de regels, tekent, is 'n traktatie. Dit is litteratuur. Dit is 'n boek. De schrijver van Shadows on the Palatine blijft meetellen. IN RAADSLEN WANDLEND The Worship t/f Nature. By Sir James George Frazer. Vol. I. Macniillati, 1920. - 18'-. Polygenese meervoudig ontstaan van 't zelfde knltuurverschijnsel of monogenese --- eenmalig ontstaan en verdere ontlening, -?- ziedaar de vraag die kultuurhistcrici, anthropologen en folkloristen steeds bezighoudt, 'n vraag die zicli niet met hard schreeuwen of getuigen" laat beantwoorden, 't Is N.v.% F.VAN DER HEIDE HILVERSUM 'SORAVELANiX-CHEWEO. TEL. 1150. VRAAGT U EENS TEEKEN INGEN EN P R IJ S O P G A A F VOO U HET SMAAKVOL INRICHTEN VAN uw LANDHUIS OF VILLA. BEKNOIT PROSPECTUS FRANCO. hier niet de plaats om er dieper op in te gaan. Alleen dit: Frazer, overtuigd polygenist, schreeuwt niet, getuigt" zelden (hij laat de feiten spreken), en denkt niet aan schimpen op naïeve" tegenstanders. In al deze opzichten (en in nog meer) onderscheidt zich de veteraan van bestrijders als b.v. Elliot Smith, welke laatste, gewapend met 'n handvol feiten en 'n gasketelvol fantazie, van de ontwikkeling van 't oermensdom 'n theorie ontwerpt waarin alle geestelike vondsten en aanwinsten (de hamer van Thor inbe grepen) worden ontleend aan Egypte in 't algemeen en het Nijldal in 't biezondcr. Men vraagt zich af, hoe deze fanatieke monogenist staat tegenover feiten complexen als b.v. het erfrecht der Ashantijnen, dat in z'n wonderlike ingewikkeldheid sprekende trekken van overeenkomst vertoont met het systeem dat in Engeland tegelijk met het oudejaar 1925 ten grave daalde. Is het redelik, hier kulturele invloed van oudEngelse kant aan te nemen? B.v. 'n Angelsaksies schipbreukeling, op de Goudkust aan land gespeeld, vriendelik door het negerdom bejegend, getrouwd met 'n aanminnige Ashanti-prinses (zwart maar liefelik), later koning op de wijze van Willem-en-Maria, en als invoerder van Engelse rechtsbegrippen eeuwige dank-verwerver van geslachten op geslachten van Ashanti's? Zo'n vraag opperen is ze wég-grinniken. Maar waarom zou 't met de aanbidding van de Uod van 't uitspansel aldus vertaal ik, om misverstand te voorkomen, het woerd Sky-Gmi anders gesteld zijn ? Is het voer 'n redelik mens aan te nemen t/iat the worship of the Sky-God was invented once for all in a single place by a single people, \vho thcreafter passed on the invention to other tribes and nations, till, in ever-widening circles, it had spread almost to the eniis of the earth? With f ar greater probability stiehresemblances may be deduced frorn the similarity, first of the Inirnan mind in all latitiides, and next of the blue vault of heaven which, lit np by snn, moon, and stars, everywliere looks down in serene majesty on all the races of man (bl. 105; ik kursiveer). Evenwel, wat betreft motieven van speciale en eigenaardige overleveringen, ligt het voor de hand, dat ook Frazer zoekt naar de sfeer van ontstaan. De paradijsverhalen in 't Oude Testament b.v. vinden parallellen in Oud Babyloniese overleveringen. Hier hebben we dus naar alle waaischijnlikheid te doen met geestesgoed van Semitiese oorsprong. Maar d'r is een uitzondering, en dat is ? 't zal de lezer in deze Geelkerkense dagen ongetwijfeld belang in boezemen de sprekende slang die listiger was dan al 't gedierte des velds. 'n Soortgelijk wezen schijnt in Babylonièl niet bekend te zijn geweest, maar komt wel voer in de sagen van talrijke negerstammen, en daarin is de slang jaloers op de mens, en vergramd om de boodschap van 't eeuwige leven die zij aan hem moet overbrengen. En ze verdraai! die bood schap, tot 's mensen verderf, en wendt 'm aan ten eigen bate. Vandaar de vijandschap tussen de mens en cte slang, 'n vijandschap die aan de Israëlieten oorspronkeiik vreemd was (denk aan de koperen slang van Mozes) en die ze waarschijn! i k ui c .Afrika hebben meegebracht. In Genesis is de rol doi r de slang gispee.d zeer duister, en 't verhaal maakt de indruk verminkt te zijn. Maar 't Afrikaanse verhaal is kompleet, want daarin geraakt de slang (dank zij 'n oneindige reeks periodieke vervelingen !) in 't bezit van 't eeuwige leven. ,,lt is natural to infer that the African verslens are older and nearer to the original than the corrcsponding, hut incomplete, narrative in Genesis". In dit eerste deel (van (J72 bladzijden) behandelt Frazer de aanbidding van 't hemelgewelf, van de aarde, en van de zon. In tegenstelling met de negentiende-eeuwse theoretici, die overal z< nnemythen zochten -?en vonden, wijst hij op 't feit dat zonaanbidding steeds betrekkelik zeldzaam is geweest. Van de .Aardgodin (of Aardgod) schijnt - ten minste in Afrika --- de meeste zedelike invloed uit te gaan; tenminste, verdachten bezweren meestal hun onschuld onder aanroeping van de aarde. ik moet het hierbij laten, 'n Vergelijking met The Gulden liougli - liet kon niet anders valt uit ten voordele van het dertig jaar oudere boek, met de eenheid van z'n struktunr die om z»> te zeggen 'n dramatiese spanning vertoont. Maar l'hc \Vnrship of Nature is niettemin 'n mooi boek, 'n wonder van geordende geleerdheid, het werk van 'n geest, die slag up slag blijk geeft van de mugeükheid h.irmonie*, te zijn en toeh grimt. The Old I.udio. Hy llugli \Valpni,'. Mucinillan, 1924. - 7 (i. Portrait of a Man \\ith Red llair. .\ Romantic .Macabre. /ir Hiigh \\'alpnle. ? Mi;emHÏ:in, f925. 'l (I. 'n Paar van Walpole's b;.eken zuilen zich hand haven, /'n meest ambitieuze, Z'ials The ,SYir< l ('//r. horen daar mei bij: gev.'m n:ik is daarin 'n wanver houding tussen vc rm en inhoud. U'aipole iueit vaak weinig te zeggen ui doei dan zo ,,dik". Eu /oekt dan ook te vaak z'n kracht in topografie, waarvan ie, als journalist van m rspn ng, altijd bellen rlik \eel terecht brengt. Maar met beschrijvingen w< rdt men sedert jaren in allerlei iitteratuiu; dui direuooid. Ik vind den smaak van koffie HAG uitstekend en absoluut niet verschil lend van gewone koffie, zoo zelfs, dat ik mij moeilijk kan voorstellen, dat deze koffie een zoodanige bewer king heeft ondergaan, als de onttrek king der schadelijke coffeïne zeker moet zijn. Amsterdam, 21.2.26. J. K Arts. In Portrait of a Man with Red Hair is deels de journalist aan 't woord, die op folkli ristiese kopie uit is, deels de nastrever van griezelkunsteiiaars als Edgar Poe en Ambrose Bierce. Er is veel gepraat in over hel probleem van 't lijden, en evenmin als de griezel wil komen, evenzo blijft de waardering voor 't gefilosofeer uit. Ik ken 'n boek dar de kwestie dieper raakt. Het is The Isluiid of Ductur Morean van de jonge H. G. Wells, die in z'n toenmalige forse onvroomheid er weinig aan dacht, dat ie jaren later over God the Invisible King" z< u schrijven, na hem eerst te hebben getekend als Dr. Mereau, ais pijniger der mensheid en vivisector van individuen. Walpole's roodharige meneer tracht ook zoiets te zijn. Als schepping heeft ie me niet overtuigd. The Old Ladies" staat veel hoger, en komt in z'n bescheiden opzet en natuurlike dialoog dicht in de buurt van dat boek van Walpole dat ik iedereen kan aanbevelen: Mr. Perrin and Mr. Traii". 't Is haast geen roman te noemen, eerder 'n enigszins lang uitgevallen novelle; maar in onze kort-aangebrnden dagen is dit geen bezwaar. Drie oude dames in 'l westen van Engeland bewonen, aan lager wal ge raakt, tezamen de ongezellige (wc/i-verdieping van 'n oud huis in Polchester. Mrs. Amorest, 'n weduwe. leeft in de hoc,p op 'n voorgespiegeld legaat van 'n rijke neef. Miss Beringer lijdt armoe in gezelschap van 'r hondje, dat de toepasselike naam draagt van. Pip, en Mrs Payue is 'n ouwe zondares, verslingerd aan suikergoed, kaarten, waarzeggen, en alles wal kleurig is. Van 't legaat komt niets, en 't z<,n ei \.\* r Lucy Anit rest leuk hebben uitgezien als er niet van anderekant redding was ki men i pda.^en. Het eigenlik spannende van 'l hoek zit 'm in de verhouding van de ouwe vrijster, 'n malloot, en de kaartlegster. Eerst genoemde is, overigens zo berm id als J, b-z:iliger, di gelukkige eigenares van 'n stuk glinsterend barnsteen. 'n gedachtenis, en Mrs. Payne wil en zal en mi et dar stuk barnsteen hebben. Daarom moet miss Ueringei w, rden bewerkt" en murw gemaakt, en de arme (inde vrijster, die 'n hartkwaal heeft, gaat dood bij dat geiii;irtcl. l Ii e het c nrccht vaardig \\-rkregen barnsteen bij Mrs. Payne gedijt, meldt ik- hiMi rie niet. VeniK edelik zal VValpo!e die sinistrc timnir in 'n ander bi ek ing wel 'ns ten t< ne'e vii-ivo. /e i> griezeliger dan de man met het rv.de haai Jeugdige Ouderdom Eiken dat) l n ylaasjt

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl