De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 22 mei pagina 19

22 mei 1926 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No. 2555 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 WELEER EN NOU door, en mei feekeningen voor ,,d e Groene Amsterdammer van C o r n e l i s V e t h IX. DE MODEGEK Ziet hem hier staan in z/ji a/Ionje-pruik, Zijn dunne middel, en geen spoor van buik. Met al zijn zijde en zijn broek met kant Is hij verwijfd, maar niet onelegant! Wie mooi wil wezen, pijn moet lijden! Wij willen hem beklagen noch benijden. \ Een nummer Ie groot zijn handschoen en hoed. Zijn broekspijp blijft ver van zijn voet: Mei een prachtig patroon versierd zijn 7. n sokken, Maar zijn voeten zijn plomp en zijn enkels zijn slokken. Goud in den mond, een hoepel voor elk oog, Me/ onbekend motie! trekt hij zijn schouders hoog. R A D I O G I T I S DOOR JOHAN LUGER T K ben eenigen op reis geweest, ?*? in landen waar ik de laatste snufjes van de eeuw der techniek en de eeuw van het kind niet zoo heb kunnen bij houden, helaas, zoodat alles nu wel een beetje vreemd en ineens op me afge komen is, zooals de zeedrommedarissen aan de brug van het Leidscheplein, het neurasthenische geloei van de eenmanswagens en de droogrekken op de vierde bovenhuizen, waaraan zooveel menschen met koptoestellen vastzitlen. Stoor me niet, zei Pen, ik heb Daventry. Goeie God, kind, z(g ik, moet je dan niet in je bed liggen en laten je vader en je moeder je dan maar zoo rustig over den vioer marcheeren.. Dat laatste was niet geheel en al juist, want ze zat met twee metalen oorkleppen en twee touwen aan een soort van electro-executietoestel vast, een klein formaat bureau-niinistre met dertig handles, knoppen, stopcontacten, draden, lampen enz. Het geheel werd monumentaal afgedekt door een ventilatiekoker, zooals men ze op stoombooten ziet. Het is geen prettige entree als je zoo jaren weggeweest bent, maar Montessori is niet sentimenteel en wat kan je ten slotte verwachten. Een kind is een kind en als oom heb je licht een te groot idee van jezelf. Pen is negen jaar en toen ik wegging was ze verlegen. Enfin, in dat opzicht had de tand des tijds tenminste niet stil gezeten en als oom lig ik nu wel eenige mijlen achter Daventry. Want Daventry is een uit zendstation, heeft Pen me verklaard, en Pa zou direct wel komen. Wil je eens luisteren, vraagt Pen en ze steekt me schat',ig het paardenbit toe, maar ik ben bang voor kortsluiting, zeg ik. Ik heb nog kortgeleden een heel hotel met ongedierte, kamermeisjes, handdoeken en al in vlammenpracht zien opgaan, omdat monteurs van het Kismet-laatmaar-waaien-systeem, met Oostersche goedgehumeurdheid de electrische lei ding zonder eenige voorzorg langs de houten wanden hadden gelegd. Malle oom, zegt Pen, dat kan toch niet, en ze scharrelt een beetje aan het toestel en laat den stroom door haar lichaam gaan... heel Daventry door de teere botjes en zenuwtjes van mijn kleine nichtje Pen, zonder dat er een vonkje afvliegt. Ze is ook trouwens mijn nichtje niet en dat oomschap zal nu wel niet lang meer standhouden; tegen Daventry en het kinderhalfuurtje van tante Antoinette van Dijk kan ik met mijn flauwe verhaaltjes van: er was eris een wit muisje en een molenaars knecht, niet meer op. Wil je weenen, vroeg Pen. Is dat nou Montessori, die de kinderen leert zich zoo hoog-Hollandsch uit te drukken, dacht ik, want ik vond het om te huilen, maar ze zat alweer met Spanje of de Eiffeltoren en ik was blij dat Han en Fie me uit mijn belachelijke positie kwamen verlossen. Vroeger kon je Han altijd met een stapeltje viltjes voor zich achter een glas bier vinden, maar nu laat hij den aether op zich afkomen, zooals hij dat noemt, en schoof direct Pen van den electrischcn stoel weg.Laat Johan Madrid eens hooren, zei Fie, zooals ze vroeger zei: je wil zeker geen thee meer en wee je gebeente als je dan ja zei. Dank je, zei ik, ik voel me nog niet zoo goed, maar Han zette den ventilatiekoker aan en ik hoorde tjoet, tjoet, tjoeiiiit, zooals de wind in de telefoondraden doet, wanneer het raam open staat. --? Dat zijn de bootjes, zei Han. Wat voor bootjes ? De Kanaalbootjes. -- De Kanaalbootjes V - - Ja, die seinen.. . dat is zoo aardig als het mistig is in het Kanaal en die kleine bootjes om hun positie vragen aan het naastbijgelegen uitzendstation. Dan hoor je heel be nauwd en dringend hun tjoettetteroettoetjoeit door de ruimte gaan en dan komt de bas van het radiostation diep en geruststellend terug; tjoettoetoet.... vreeselijk aardig. En dan als we de poli tieberichten krijgen uit Hilversum.... daar zit een meneer die altijd een keer herhaalt wat hij zooeven gezegd heeft. Als ik nou iemand bij me heb die de radio niet kent en de stem heeft bijv. nadrukkelijk gezegd: de .. verrdach. .te heeft. .brrruir.. .haar", dan roep ik kwaad in den loudspeaker - wat zeg je toch, vent, ik kan vandaag niks van je verstaan --waarop de stem on verstoorbaar herhaalt: de....verrdachte. .. .heeft. .brruin .. haarr.. Dan zit ten de menschen paf! In eens zei een vriendelijke, bedaarde stem in de kamer; trains are running frotn Waterloostation to. . maar de rest van het spoorboekje ging verloren,omdat Fie aan het een of andere knopje had gedraaid en we zaten midden in de zevende of negende. . houd zj maar eens uit elkaar. Het is bijna net zoo moeilijk als de lichtjes van de tramlijnen. Maar ik wou toch iets encourageerends zeggen en zoo debuteerde ik met: het is toch aardig, je hoort het stemmen van de violen, waarop Pen riep: malle oom, dat is de kat op de veranda. Toen deed ik maar net of het een radiograpje van me geweest was; niemand lette er trouwens verder op. . Maar ik vroeg uit belangstelling Daventry terug en in eens kwam de stem weer.. tenminutes ser vice from.... at seven thirty A.M... -?- Is dat nou niet prachtig, zei Han. Een land half lam gelegd door de staking. . de communicatiemiddelen ge stoord. . en nu gaat zoo'n rustige stem door de lucht en millioenen Engelschen zitten aan hun, soms met moeite in elkaar geprutste ontvangertjes gespan nen te luisteren en pikken op wat ze noodig hebben: de zakenman, de onder wijzer, de arbeider., weet ik veel wie al niet. Ik heb een heele speech van Ramsay Mac Donald opgevangen en in den nacht van de staking de meest interessante dingen gehoord... Dat verveelde Pen en ik hoorde in eens iets zeer interessants: lam in love with Molly" of zoo iets, door een ncgerkoor, met twaalf paardenkracht uitgetetterd door den ventilatiekoker. Fie gaf haar een tik op de vingers, wat ik heelemaal niet Montessori vind, maar ik ben te lang weggeweest en ik zei dus maar niets toen ze Daventry terug draaide eti verder een kwartier lang zoo ingespannen naar het treinenlijstje zat te luisteren, alsof ze zelf morgenochtend niet een trein van Waterloostation ver trekken moest. Ik hen maar weggegaan en ik benijd dien meneer met bruin haar in Hilversum, die tenminste eenmaal per dag gelegenheid heeft iets tegen zijn vrienden en zijn nichtjes te zeggen.. E. J. Van Schaick MAKELAAR Korte Jansstraat 25biJ Utrecht WONINGBUREAU Assuranties Telefoon 125

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl