Historisch Archief 1877-1940
No. 2555
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
HET DWERGSTERNNEST IN DE HELM
Foto Tinbergen
UIT DE NATUUR:
HET HEIMANS-DIORAMA
DOOR DR. JAC. P. THIJSSE
"T* is nu al bijna twaalf jaar geleden, dat Heimans
*? begraven werd te Muiderberg. Op den terug
weg van de begrafenis bespraken eer.ige vrienden de
mogelijkheid om een blijvend eerbewijs te stichten
voor onzen grooten leider, en zoo mogen wij dan wel
zeggen, dat de grondslagen voor de Heimans-stichting
gelegd zijn bij de HakkJaarsbrng. De oorlog en zijn
naweeën hebben de ontwikkeling van deze stichting
zeer belemmerd en het bestaan er van is eigenlijk
nooit goed door Nederland beseft. Misschien, dat de
opening van het Heimans-diorama daar verandering
in brengt. Deze nieuwe bezienswaardigheid van onze
hoofdstad toch is tot stand gekomen door de samen
werking van drie lichamen: het Genootschap Natura
Artis Magistra, de Gemeente Amsterdam en de
Heimans-stichting, die er een belangrijk deel van haar
overigens nog zeer bescheiden kapitaal in gestoken
heeft.
Genootschap, Gemeente en Stichting, onder ons
gezegd, zitten tegenwoordig alle drie tamelijk wel op
zwart zaad, maar dat belet hen niet, om nog steeds,
naarstig en welbewust naar het goede te streven.
Daartoe behoort ook de verwezenlijking van Heimans"
lievelingsplan: een groot natuurhistorisch museum te
Amsterdam, voor iedereen toegankelijk en geschikt,
om door iedereen bezocht te worden. Li n in de eerste
plaats zou dit Museum er op ingericht zijn, om een
duidelijk beeld te geven van Neerlands bodem met
zijn flora en fauna.
Het Heimans diorama is een eerste stap in die
richting. Het zal op bepaalde dagen kosteloos toe
gankelijk zijn, tegelijk met nog e-enige andere
museumzalen en als de belangstelling nu maar groot genoeg
is en zich op velerlei aangename manieren uit, dan
beleven wij het misschien nog wel, dat naast het
Aquarium een flink gebouw verrijst, waarin Heimans'
ideaal verwezenlijkt wordt.
Het Heimans-diorama is wel geschikt, om die
belangstelling te bevorderen, want het geeft een
getrouw beeld van misschien het rijkste en merk
waardigste Nederlandsche landschap: duin en strand
en het meertje in de duin vallei. Dit landschap is
bijzonder geschikt om in een museum veraanschouwe
lijkt te worden, want het bevat op een klein oppervlak
een groote menigte van planten en dieren, in het
bijzonder van vogels. Het landschap hier is
geinspireerd door de Muy op Texel. De toeschouwer
wordt veronderstelt op een duin te staan en kijkt
westwaarts over het dninmeertje en de zeereep naar
het strand en de branding en naar links ziet hij nog
net de zandvlakte van den kleinen Sluftcr. Op den
voorgrond hebben we het begroeide duin, hier en
daar kaal gestoven of bewerkt door het konijn. De
achtergrond, meertje, zeereep, strand zijn geschilderd
door de vaardige hand van den heer Jansen, de
voorgrond met zijn kunstig opgezette planten en
dieren is het werk van den heer P. L. Steenhuizen,
den beroemden praeparatenr van Artis, goed vriend
van Heimans en van mij en van Burdet en van hon
derd andere vrienden van onze vogels, on/.e andere
dieren, ons duin, ons vaderland.
Jaren heeft Steenhuizen aan dit diorama gewerkt
en dat is geen wonder, want het aantal der planten en
dieren, die op ongedwongen manier in zulk een
duinlandschap kunnen voorkomen is legio. Het begint
al op het strand, waar de pleviertjes en dwergsterntjes
hun nesten maken tusschen de schelpen, of hoogerop
in het zand waar het biestarwcgras een begin maakt
met de vastlegging van de eerste jonge duintjes. Dat
biestarwtgras wordt gevolgd door helm en zandhaver
en al naar het slibgehalte ook begeleid door Engelsch
gras en zeemelkkruid of zeepostelein en de blauwe
zeedistels. Het duinmeer is begroeid met allerlei
water- en moerasplanren, maar die blijven hier in het
diorama om zoo te zeggen in de verf zitten. De vogels,
die in het meertje huizen komen haast alle echter
ook wel eens neerstrijken op de duinen in het rond
en zoo heeft Steenhuizen dan ook het volste recht
om in zijn voorgrond voor den dag te komen met
reigers en allerlei soort van eenden, de kiekendief
en wat hij maar wil. Toen ik onlangs aan de Muy
kwam werden de blauwe reigers, die er in 't riet
nestelen, opgeschrikt en na een poos ronc'gevlogcn te
hebben zetten ze zich neer op de afzonderlijke
duintoppen rondom het meertje: een cordon van roerloo/.c
reigers, een stuk of veertien.
Maar ook het hooge duin heeft zijn vaste bewoners,
zijn eigen planten en dieren. Hier heeft zich de duin
doorn gevestigd, de kruipwüg, de vlier, de jcncverbes,
het duinroosje, de viooltjes en dozijnen van andere
plantensoorten. Voor zoover die niet doelmatig te
prepareeren waren, zijn ze nagemaakt door vaardige
vingeren in Parijs naar versche planten, die per
vliegtuig uit de Muy en weinige uren naar de capitale
il u monde" gebracht zijn. Dertig jaar geleden, toen
Steenhuizen en ik op Texel bouwstoffen verzamelden
voor de collectie Nederlandsche Fauna in Artis,
hadden wij ook niet gedacht, dat hij op zoo groote
schaal en mer dergelijke hulpmiddelen de plannen
zou verwezenlijken, waar hij toen al mee rondliep.
In de duindoorns nestelen de kneutjes en de
grasmusscheu, misschien een enkele grauwe klauwier.
Dat is allemaal mooi voorgrond-werk even goed als
de konijnenholen met bergeend, steenuilfje, kleine
boschduif en tapuit. Klders hebben de zilvermeeuwen
hun nesten en grijze vlekkige donzige jongen zijn er al
uit gewaggeld en drukken zich nu in angst stijf tegen
den grond. Lager, waar de helling vervlakt, woont de
wulp, met misschien een of meer der weidevogels,
kievit, grutto, scholekster (ot buur, en vlak daarbij
achter of in een graspollet je huizen boomleeuwerik en
boompieper of zelfs de duinpieper en de duinsnor. Wie
de Muy kent en de Geul, het Zwanewater en het
Kwakjeswater met hun omgeving, weet, dat op som
mige plaatsen in sommige jaren de vogelbevolking
een ongelooflijke verscheidenheid kan vertooneii.
Daarom, wanneer ge straks het Heimans' diorama
bezoekt, meen dan niet, dat ge daar een onnatuurlijke
opeenhooping van materiaal voor oogen krijs;!, maar
verheug u er over, dat er in ons land nog dergelijke.
dingen bestaan en vooral, dat de belangrijkste van
deze duinmeer- en strandlandsehappen door de goede
zorgen van het Staatsboschbehcer, de Vcreeniging tol
Behoud van Natuurmonumenten en enkele particuliere
bezitters ongerept behouden blijven.
TOEGEPASTE KUNST
DOOR JA.N I). VOSKL'IL
C. J. I.Hiiiuiiiy's aardewerk in l'ui:c\'an
Husselt te Rdttcrdtiin
Het blijft altijd een bijzonder genot om Lamtooy's
aardewerk te bezichtigen en vooral wanneer het,
zooals hier, met smaak tentoongesteld is. Bij de
Perzische kelinis, welke eveneens in deze zaal ge
xposeerd zijn, sluit het zich over het algemeen goed
aan, zoodat het geheel, ondanks de sprekende kleuren
van vele pullen en borden, toch een rnstigcn indruk
maakt.
De schoonheid van Lannooy's kunst schuilt onge
twijfeld in het feit, dat hij steeds het karakter van
het pottenbakken niet alleen goed laat uitkomen,
maar ir zelfs den nadruk op ligt en het vaak als ver
siering benut, immers in den gaven hoofdvorm wordt
niet alleen de cirkelgang van de draaischijf
weergigeven, maar ook herinneren de flauwe krirgcn in de
thans versteende klei er r.( geven en net genoeg aan,
dat van het biginaf, toen er alleen r.rg maar een
vonnlooze en weeke massa was, de gevoelige kunste
naarshand hieraan ..gedaante" gegeven heeft. Het is
de geschiedenis van liet ontstaan der ceramiek, welke,
gepaard met het menschelijk verlangen om schoonheid
vooit te brengen, ten slotte het intense ,, leven" aan
deze eenvoudige gebruiksvoorwerpen gebracht heeft.
De eindelooze variatie van kleuren virhoogt uie)
weinig de artistieke waarde. Ik zag simpel cr
meachtig wit, weelderig licht blauw met nuances van
perlemoer, deftig grijs en een kleur rood, zóó fel, alsof
het de gloed van de vlammen zelf was, waarin dit
bord gebakken is. Lierst kort geleden gelukte het
Lannooy deze tint samen te stellen en liet blijkt
inderdaad een zeldzaam mooie vondst te zijn !
DE BLAUWE
ZEEDISTEL
/''o/o Tinbergen
Van de Perzische kelinis trekt vooral die, welke
geborduurd is met geestige naïeve diermotieven, door
de beschaafdheid van toon en de goede decoratieve
eigenschappen de aandacht. Ook achterin de zaal
hangt een mooi exemplaar, dat vooral om de rijke
tinteling een ernstige beschouwing volkomen waard is.
Dit alles te /.amen gevat, vormt deze tentoonstelling.
in haar bescheiden karakter, toch een merkwaardig
geheel.
In de bekende Gotliische x.'ial Ie 's Gravcnhage is
onder auspiciën van Boeatan een tentoonstelling van
hoofdzakelijk Javaaiisch batikwirk ingericht, welke
om haar gncd gehalte en groote verscheidenheid een
belangrijke gebeurtenis genoemd moet worden. Van'
het oude aspect der zaal is niets meer te zien, want
men heeft haar van binnen geliee! herschapen in een
aparte expositieruimte, sober van architectuur en
gehouden in een neutrale kleur, welke de min of meet
nitcenloopeiide tinten van de tentoongestelde doeken
bindt tot een rustig geheel, /.onder afgeleid te worden
kan men zich verdiepen in de schoonheid van deze
werken, welke uit het be/.it van vele particulieren (er is
o.a. een belangrijke inzending van prins Ario
Soerjadiningrat) en uit de verzameling van liet
lithnografisch Museum, werden saamgcbracht. Zoo ergens,
dan komt men hier onder de bescheiden, maar ont
roerende bekoring van het nobele handwerk, dal den
laatsfen tijd ook in ons land, al is het dan vaak op
geheel andere wijze, zooveel en waarlijk te \eel en te
oppervlakkig toegepast wordt. Want, met uitzon
dering van werkelijk ernstige sierkunstenaars, schijnt
ieder die maar een penseel kan vasthouden zich
geroepen te gevoelen het batikken zelf ook eens te
probeeren. Met het trekken van een paar lijnen van
was op het doek en het invullen van eenige aardige
kleuren is, met wat smaak, al heel spoedig een zeker
effect bereikt, maar de schoone kern van ,,het vak"
is daarmede allerminst uitgedrukt. Deze nu weet de
oosterling zuiver en zonder de minste forceering te
bereiken, terwijl hij soms maandenlang arbeidt aan
een enkele sarong. Maar z.oo'n doek is dan ook ecu
stuk van zijn leven geworden en hij heeft daarin, al
gebruik makend van de eigenschappen der techniek,
verteld wat zijn gedachten waren, toen hij met de
gevoelige tjanting de ongerepte stof beteekende. Men
vindt op deze tent istellirg motieven, welke
ontstaan zijn uit den eenvoudigen vorm van den
rijstkorrel of een ngendruppel, want de rijstoogst en de
regens zijn belangrijke factoren in het ieven van den
iniander, die vooral door de honderdvoudige herhaling
van deze figuren een fascineereiide versiering weet te
krijgen ! Zijn geduld grenst daarbij aan het
ongeloofelijke, want aan beide zijden moet hij tel kers
weer de verschillende kleurpartijen niet was afdekken;
hoever daarbij zijn technische vaardigheid reikt,
bewijst een doek uit Pekalongan, dat op sommige
plaatsen met den anderen kant geheel van kleur
verschilt ! Wanneer men al deze exemplaren bekijkt
met hun levendig neergezette versieringen en men
bedenkt dan, dat dit edele handwerk steeds meer
verdrongen wordt door de machinaal bewerkte
stoffen, dan wenscht men dat de regeering ook zal
helpen om dit schoone vak in het leven te houden !
Buiten de batikwerken zijn hier ook nog een groot
aantal inlandsche gebruiksvoorwerpen en muziek
instrumenten te zien, welke eveneens veel hebben bijge
dragen tot het slagen van deze buitengewone expositie.