Historisch Archief 1877-1940
No. 2556
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE MARTELAARSGRACHT IN 1926
AMSTERDAMSCHE BIJZONDERHEDEN
DOOR PROF. DR. H. BRUGMANS
XXXII. De Martclaarsgrachl
WAAR in de buurt van den Nieuwendijk oud
tijds Nieuwe Zijds Voor- en Achterburgwal
samenvloeiden en waar de Haringpakkerstoren rees
van ver, daar ontstond de breede gracht, die van otids
de Martelaarsgracht heet. Tegenwoordig is daar
alles veranderd: van grachten is hier geen sprake
meer; trams en auto's suizen met aanzwellend geluid
over het plaveisel; de verkeersagent heerscht hier
oppermachtig. Maar men behoeft het beroemde
schilderij van Jan van der Heyden maar te zien om
te begrijpen, hoeveel stedeschoon hier verloren ging.
Want het stedeschoon ligt niet alleen in de architec
tuur, maar vooral ook in de atmosfeer, zelfs in de
mentaliteit, dus niet in het uiterlijk der dingen.
Daarom zal het ook zoo moeilijk zijn nieuw stede
schoon te scheppen.
Het spreekt van zelf, dat de naam Martelaars
gracht reeds tot zeer veel verklaringen en onder
stellingen aanleiding heeft gegeven. De volksfantasie
had hier vrij veld en ruim spel. De meest lx-kende
verklaring is deze. Langs deze gracht werden de
veroordeelden om den geloove, wederdoopers en
anderen, naar den Heiligen Kniistoren aan het IJ
gevoerd; daar werden zij met gebonden leden van
ADVERTEERT in
DE GROENE AMSTERDAMMER"
'?is een ?/. \ \\ die <r e cl i k \v i [ l s u- c s t.
Waarom juist i n d e
GROENE A M S T E R O A M M K R .. V
OMDAT l» et advertentietarief buiten
gewoon billijk is. De GROENE wordt
immers bij u il s U-k gelezen door het bes
U
publiek ??r dooi' het jiubl tek dat iel s te
besteden lieef t en zeker van i voorjaar
wat besteden 7. A L.
Ge BETAALT DUS NIET voor een
verspreiding, olie drukkosten, por; o en
papier kost en waar nu-e ;je tiend m/enden
lezers bereikt, die niet in de eerste plaats
tot het koopkrachtige publiek bebooren.
MAAR HET liKTAAI.T U i?dit blad
te ad verte e re n waarvan ge weet dat uw
onkosten dïrekt word r n aangewend om l
in contact (e brengen niet het koopkr.u h t i^e
publiek.
Advertentie'n 7f> ets. per regel, m eert k-re
plaatsingen bij contra t: t.
De administratie
van de Groene Amsterdammer
KEIZERSGRACHT 355
Telefoon 37965
den toren in het water geworpen om zoo jammerlijk
te verzinken en om te komen. Intusschen is in de
vonnissen over ketterij, die de zestiende eeuw ons
in ruimen overvloed heeft nagelaten, nergens sprake
van een executie op deze wijze en op deze plaats.
Daarom had Scheltema een andere onderstelling: hij
nam aan, dat de ter dood gebrachte misdadigers langs
dezen weg werden gebracht naar de Volewijk, waar
hun lichamen aan de galg werden gehangen of op
het rad werden gelegd tot spijs voor de vogelen des
hemels en tot stichting en leering der voorbijvarende
schippers. Maar ook dat is een pure fantasie, bewaar
heid is veel eenvoudiger dan de sage; zij is door Ter
(jouw, die smaak en fortuin in zulke dingen had,
achterhaald. De zaak is eenvoudig deze. In de zes
tiende eeuw stond aan den Voorburgwal een huis,
waar De martelaar" uithing. Welke martelaar dat
kan zijn geweest, weten wij niet: mogelijk St.
Scbastiaan, die een ruime bekendheid bezat ook door /ijn
betrekking tot de schutterij. Maar wie het dan ook
moge zijn geweest, dat de/.e martelaar de peetvader
van de gracht is geweest, staat vast. Kn van nog
meer: want de brug in den Nieuwendijk heette ook
oudtijds de Martelaarsbrug.
Wij spraken van den Heiligen Kruistoren en den
Haringpakkerstoren daar in de buurt. Dat zijn twee
namen voor hetzelfde bouwwerk. Maar het is toch
niet hetzelfde en ook niet uil denzelfden tijd. Dat
zit zoo. De ommuring van Amsterdam in den loop
der vijftiende eeuw, die wij om haar groot belang
al dikwijls hebben moeten ter sprake brengen, had
in deze buurt haar afsluit ing aan het l | in een zwaren
toren. Deze 'oren had aan de westzijde van de stad
dezelfde functie te vervullen als de Schreiersluren
aan den oostkant: een bedreiging van allen, die
Amsterdam aan den waterkant willen bedreigen en
bestoken. Deze hoektoren was dooreen zwaren muur,
dien men eigenaardig genoeg een gordijn noemde,
verbonden aan de toenmalige l laarlennnerpoort aan
het einde van den Nieuwendijk.
Deze toren was de Heilige Kruistoren, of kortweg
de Kruistoren. Zij had haar naam niet van een of
ander kruis, zooals men wel heeft vermoed, maar van
het Kruisgild, dat van de stad een vertrek in den
toren ais vergaderplaats had gekregen. Dat Kruisgild
was een eigenaardige, echt middeleeuwsche stedelijke
instelling. iCen bcdrijfsgild was het niet. Maar wel
zorgden de broeders voor elkanders geestelijk en
stoffelijk welzijn, l let eerste behartigden zij bij hun
gildenaltaar, dat waarschijnlijk in de Heilige Stede
of Nieuwe Zijdskapel heeft gestaan, liet andere
doel kwam tot zijn recht door den jaarlijksehen
maaltijd, dien het Kruisgild den |(l Mei op het stad
huis placht te houden; daarbij werden de leden der
regeering en de voornaamste burgers der Ma d ais
gasten uitgenoodigd. Kr brandden dan vreugde-vuren
op den liani en het ging e-r gewoonlijk lustig ioe; de
maaltijd duurde veelal tot diep in den iiaeln.
Daarom ook hadden de wederdoopers stellig met
fijnen list in löJödezen nacht voor hun aanslag
gekozen; in de feestvreugde zon men niet aan ver/et
kunnen denkeu. Maar het geheim is blijkbaar ver
raden: de feestgangers waren reeds naar huis, toen
de wedei'doopers kwamen; de regeering had zich
gewapend en kou zoo de een oogeiiblik ernstige be
weging zonder veel moeite meester worden. Maar
merkwaardig is toch wel, dat de gilde-maaltijd van
11) Mei door de herinnering aan het
wederdoopei'soproer in onbruik is geraakt.
Wij hebben den Kruistoren u r wille van het Kruis
gild uit het oog verloren. Met de uitbreiding der stad
op het einde der zestiende eeuw had de toren als
vestingtoren natuurlijk zijn bestemming verloren.
Men ruimde hem evenwel niet dadelijk op als een
lastigen sta-in-den-weg, maar gaf hem alleen een
andere bestemming. Bovendien werd hij ook ver
bouwd tot het aardige bouwwerk, dat wij van oude
stadsgezichten zoo goed kennen. Ziehier de aanleiding.
In 1605 beklagen zich de bewoners van deze buurt,
dat zij hier geen klok konden hooren, zoodat hun
huiselijk en maatschappelijk leven in de war dreigde
te loopen. De regeering begreep het belang der zaak
en kwam in ruime mate de adressanten tegemoet.
De Kruistoren werd nu twintig voet verhoogd, met
een aardige spits bekroond en van een uurwerk en
klokken voorzien. De oude spits verhuisde naar den
Handboogdoelen aan het Singel, waar hij nog lange
jaren op het dak heeft gestaan.
De Kruistoren heeft intusschen zijn naam niet
lang meer mogen behouden. De buurt kreeg den
naam van de Haringpakkerij naar het voorvaderlijk
bedrijf, dat hier aan den oever van het IJ werd uit
geoefend. Hier joelden visschers, schippers, koop
lieden en huismoeders door elkander om Hollands
feest banket van de hand te doen of te bemachtigen.
In 1043 werd deze buurt bij stedelijke keur bepaald
voor dit bedrijf aangewezen. De beéedigde keurmees
ters van de haring hielden sedert dat jaar hun kantoor
in den toren, die ten teeken van zijn bestemming een
vergulden haring als windwijzer kreeg. Geen wonder
waarlijk, dat de volksmond en ook welhaast het
stadhuis hem den Haringpakkerstoren noemde. De
naam Kruistoren ging te loor. Trouwens het Kruis
gild was na de alteratie van 1578 reeds verdwenen.
Maar zijn verband met de gilden verloor de toren
toch niet. Met trouwe zorg herbergde hij nog lang
de tinnegieters, de hoedemakers en de mandenmakers.
Ook de Haringpakkerstoren heeft zich niet tegen
de woede van het sloopend herboren Nederland
kunnen verdedigen. Het is de gewone gang van zaken
geweest. In 1814 constateerde men bouwvalligheid
van den spits; oorzaak: slecht onderhoud; gevolg:
afbreken. De hooge spits werd vervangen dooreen lage,
ronde kap, niet onverdienstelijk gemaakt naar het
model van de kroon, die de haringkoopers in Amster
dam plachten uit te hangen. Zoo eindigde de toren
zijn bestaan bijna in denzelfden vorm als hij dat
begonnen was vier eeuwen geleden: de cirkelgang
van het bestaan. Maar er stond erger te gebeuren.
In 1829 bleek of scheen hij in den weg te staan bij
den aanleg van de nieuwe omdijking der stad: het
vonnis was spoedig geveld. Den i5 Juli van dat jaar
werd de eerwaardige toren voor achtduizend drie
honderd en negentig gulden voor afbraak verkocht !
Zoo ging het in deze dagen in Amsterdam. Zoo werd
ook aan dezen toren bewaarheid wat op zijn slagklok
stond gegoten en wat een ieder in gedachten moge
houden :
i) K M A KT KL A.\KSGH.\CI1T VOLGENS" DE
KAAKT VAN COKNEI.1S ANTIION1SX