De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 5 juni pagina 1

5 juni 1926 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

roene $ttnsl5erdammer ad voor- Nederland W. A. U R BAN AUTOSTALLING Frankenslag 12 Handel in auto's en toebehooren TELEFOON - 50049 SCHEVENINGEN ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNKAMP Redacteuren: H. BRUGMANS EN TOP VAN RHIJN-NAEFF Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333 Uitg.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM TOE AND HEEL OPGERlCrfT IN 18/7 No. 25o7 ZATERDAG 5 JUNI KRONIEK VAN DE WEEK Oe Prins van Wa/es en c/e Lloyd George contra Asquilh - Pilsudski DE prins van Wales heeft al dikwijls getoond, dat hij zich niet veel bekommert om de con ventie. Ook aan het gebruik, dat de leden van regeerende vorstenhuizen zich onthouden van in het ?openbaar hunne meening te uiten over politieke en maatschappelijke strijdpunten, schijnt hij zich niet gebonden te achten. Dit zou men althans afleiden uit het briefje, dat hij zijn secretaris heeft laten schrij ven, ter begeleiding van een bijdrage, die hij aan het fonds voor noodlijdende mijnwerkersvrouwen en -kinderen in het graafschap Somerset liet toekomen. Want al begint dit briefje met de verklaring, dat de Prins natuurlijk geen partij kan kiezen in het ge schil, wat er verder volgt zal toch weinig waardeering hebben gevonden bij die categorie van Engelschen, die de beslissing over het conflict in de kolenindustrie willen laten aan het recht van den sterkste en tegelijk hopen, dat dit aan de mijneigenaars de overwinning zal bezorgen. De daad zelve: het doen toekomen van een gift aan de gezinnen van mijnwerkers, behoeft geen bewijs van sympathie voor de werklieden, als partij in het «conomisch geschil, te zijn. Het is meer gebeurd dat bij stakingen giften met een dergelijke bestemming zijn toegezonden door personen, die niet geacht wilden worden daardoor partij te kiezen, maar een voudig blijk wilden geven van hun medelijden met onschuldige slachtoffers. En voor den prins van Wales bestond dan nog een bijzondere aanleiding ?daartoe, omdat hij zelf tot de mijneigenaars in het graafschap Somerset behoort. Maar, behalve dat niet alle mijneigenaars zulke gemoedelijke menschen zijn, in het briefje werd, behalve van sympathie voor de noodlijdende vrouwen en kinderen, ook gewaagd van een uit het verleden dagteekenende schuld aan de mijnwerkers een uiting dus van de overtuiging, dat er aan hen iets goed moet worden gemaakt en het bevatte ook deze uitspraak: het zou een ongewenscht einde, van welk geschil ook, zijn, dat een partij toe zou moeten geven wegens het lijden van degenen, die van haar afhangen". Dit laatste kunnen zij zich voor gezegd houden, die juist op den toenemenden nood in de arbeiders gezinnen als factor voor de overwinning hebben ge rekend. Maar de gebeurtenissen schijnen hun gelijk te geven: in sommige districten zijn de onderstandsfondsen al uitgeput en hier en daar verneemt men reeds van arbeiders, die,<fcoor gebrek gedwongen, weder aan het werk gaan. Wanneer straks de overigen dit voorbeeld zouden moeten volgen en den arbeid hervatten op de door de mijneigenaars gestelde voorwaarden, zou de strijd zijn afgeloopen maar niet op de wijze, die door de groote meerderheid van het Engelsche volk wordt gewenscht. Men behoeft slechts te lezen wat de Times over het conflict schrijft een blad, dat zeer zeker niet verdacht kan worden van onwelwillende gezind heid ten opzichte van de werkgevers om tot de overtuiging te geraken, dat vrij algemeen de onver zoenlijke houding der mijneigenaars wordt afgekeurd. Zeker, de Times spreekt ook van de bijna krank zinnige hardnekkigheid" der mijnwerkers omdat zij, door geen enkele concessie van loonsverlaging of verlenging van arbeidsduur te willen doen, straks op slechtere voorwaarden, dan zij nu nog kunnen verkrijgen, weer in de mijnen zullen moeten gaan ; maar niet minder scherp keurt dit blad het industrieele obscurantisme" der mijneigenaars af, die zich gerechtigd achten alle bemoeiing der regeering met hun bedrijf hooghartig af te wijzen. En al ifloge de prins van Wales, omdat hij het besef heeft dat hij een potje kan breken zonder het dadelijk bij zijn eigen soort te verkerven, zich even hebben laten gaan in het briefje, dat hij zijn secretaris dic teerde, hij zou zich misschien nog wel even bedacht hebben, wanneer hij zich niet bewust was geweest, dat de groote meerderheid van het Engelsche volk er precies zoo over dacht als hij, en met name in stemde in zijn wensch, dat het conflict zou worden beëindigd door goeden wil aan weerskanten. Het conflict in de kolenindustrie dreigt ook een nasleep te hebben voor de liberale partij in Engeland. En wel door de houding, die Lloyd eorge er bij heeft aangenomen. Wie de figuur van Lloyd Oeorge alleen uit den wereldoorlog kennen, kennen hern slechts ten halve. In de jaren, die daaraan voorafgingen, had hij zich bij de conservatieven in zijn land berucht gemaakt door de socialistische" wetten, die hij, toen de porte feuille van financiën aan hem was toevertrouwd, indiende, vooral door de verhooging van de inkomsten en de successie-belasting; hij stond toen aan den uitersten linkervleugel van de liberale partij. Tijdens den oorlog, en ook nog in het begin van de periode der afwikkeling" van den oorlog bestonden er geen kwesties van binnenlandsche politiek meer. Zoodra Lloyd George echter zijn ministersrok aan den kapstok had gehangen, zag men hem weer in hemdsmouwen, in zijn vechterspakje van politicus; hij bracht al spoedig verdeeldheid in de liberale partij; toen hij ging ijveren voor een soort van landnationalisatie, scheen het, alsof de radicale duivel weer uit het doosje was gesprongen; er begonnen zelfs geruchten te loopen, dat hij zich zou aansluiten bij de Labour Party. En nu heeft hij het bij sommige leiders zijner partij voor goed bedorven, omdat hij, bij het uitbreken van de algemeene staking, het niet krachtig genoeg daartegen heeft opgenomen en scherpe kritiek uit oefende op het beleid der regeering; bovendien keurde hij het af, dat de regeering bleef weigeren in nieuwe onderhandelingen te treden, voordat de alge meene staking was opgeheven. Het kwam tot een vinnige briefwisseling tusschen hem en den officieelen leider der partij, Asqnith (met zijn nieuwen titel: Graaf van Oxford en Asquith), waarbij deze eigenlijk te verstaan gaf, dat Lloyd George, zoo hij al niet moest bedanken als lid der partij, dan toch zijne functie als voorzitter der liberale Kamerfractie zou hebben neer te leggen. Hoewel Lloyd George volstrekt geen gewilde per soonlijkheid is bij den radicalen vleugel van de libe rale partij, hebben de daartoe behoorende Parlements leden het in dit geschil voor hem opgenomen. Maar niet alleen zij. Ook de meer conservatief getinte liberalen, die de tijdens de staking door Lloyd (ieorge geuite meening zeker niet onderschrijven, weigeren meerendeels er toe mede werken, hem een beentje te lichten. Zoodat de poging van .Asquith om zich van zijn lastigen medewerker" te ontdoen, vermoedelijk geen succes /.al hebben. Zij kan echter wel leiden tot een splitsing iu de /.onwel door wezenlijke meeningsDE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per jaargang/ 10.?bij vooruitbetaling Per No. 25 Cent. Advertentiën ? 0.75 per regel INHOUD: 1. Prof. Dr. G. W. Kernkamp, Kroniek van de week. 2. Dr. M. van B ankenstein, Voor en na den val van Abdel Kr/m. 3. Joh. Braakensick, De landtechnici in de Tweede Kamer. 4 Ickdien.Colijnsdefensiepolitiek enMinisterLam'ooay 5. Prof Dr. W. Storm van Leeuwen, Doelmatige Zomerkleeding, met teekcnin^vn door W. Heskes. 6. Annie Salorruns, Bijkomstigheden. 7. Dr. Jac. P. Thijsse, Uit Je Natuur. 9 Prof. Dr. W. Oordt. K. C. Knapper!, met teek. door B. van Vlijmen. 11. L)r. P C Gunning, De in'crgang van het I . O. n li. M O A. Plasschaert. Sclulderkimstkroniek. 12. Herman de Man, Mullemeulent>ewei>ing. 13. J O. Sinia, Tjie'.a Hem ik Scholte, Comoedtana Jan D Voskuil, TnegcpuM Kunst. 15. Paul Sabel, Financien --Uit liet Kladschrijt van Jantje Joh L., M(/>ïfilm. lü. Piof. Hr. J. Prii.sen en H. Middendorp, Boek bespreking. 17. Coin. Vèth, Wilci-r en .\';>ii Alida Zevenboom's Croiuuinte Crotj/ietie*. 18, Cliarivatius, Charivana Cel 2, Telefoontje. l U. Luigi Pirandeilo, De Pul. Bijvnegsel: Joh. Bauakensiek, De Dans vanden {-ranc verschillen als door allerlei persoonlijke veeten zoo jammerlijk verdeelde liberale partij. Van Lloyd Oeorge zal niemand zeggen dat hij er niet van houdt voor het voetlicht van het politieke tooneel te komen, maar er de voorkeur aan geeft, achter de schermen te blijven en vandaar uit de op voering te leiden". Wij lazen dit in een karakteristiek van den Poolsche.i dictator Pilsudski, die geschreven werd voordat h:j bedankt had voor zijne verkiezing tot president va;i de Poolsche republiek. Dit bedanken schijnt goed te strooken met de hem toegeschreven neiging om den uiterlijken schijn der macht aan een ander te gunnen, maar het innerlijk.' wezen ervan voor zich zelf te houden. Maar waaroi.\ nam hij dan eerst de candidatuur aan, en gaf hij aU reden van zijn bedanken op, dat hij met een te gering; meerderheid van stemmen \vas verkozen? Het zal nu moeten blijken of de door zijn toedoen verkozen president Moscieki die intusschen no;j minder stemmen behaalde dan hij zelf zich met de rol van iedepop zal vergenoegen en aan Pilsudski, als ,,minister van militaire zaken", het eigenlijke bestuur van Puien zal overlaten. KERNKAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl