De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 5 juni pagina 2

5 juni 1926 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND NATIONALE LEVENSVERZEKERING-BANK, VAN 1863, TE ROTTERDAM Van alle Nederlandsche Levensverzekering-Maatschappijen grootste verzekerd bedrag 30O wiskundige reserve 80 aandeelenkapitaal 5 extra-reserves 6i millioen Winstuitkeeringen: over 1925 3% van de som van alle betaalde jaarpremiën. Bestaat verzekering langer dan 33 jaren, dan overtreft winstaandeel het bedrag van n jaarpremie. VOOR EN NA DEN VAL VAN ABDEL KRIM DOOR DR. M. VAN B L A N K E N S T K I N De Rifoorlog. Lyau/cy's schepping. De samenwerkintf lusschen Parijs en Madrid. Abdel Krim .s overgave. "C EN jaar geleden stond het een poosje critiek *--* met het Fransche bewind in den Maghreb, in westelijk Noord-Afrika. De Rifkabylen van AbJel Krim bedreigden den ,,couloir de Taza", den nanweii bergpas die den eenigen verbindingsweg vormt tusschen Noord Marokko en westelijk Algerije. Het was een vitaal punt, waarnaar zij grepen. De groote automobielweg ligt daar in de schaduw van de rotsen, die elkaar zóó dicht naderen, dat het schijnt alsof zij nog slechts een kloof gaan vormen. Taza draagt de sporen van een belangrijk punt te zijn geweest reeds in oeroude perioden van nienschelijke bewoning van Noord-Afrika. De oude heirweg heeft den Romeinen al gediend. Er was nu eenmaal in het Noorden geen andere passage van Oost naar West mogelijk. Ware het den Kabyle.il gelukt, d;- pas af te sluiten, dan zouden alle transporten, die nu gemakkelijk en snel over land van Algerije naar Marokko verzonden kunnen worden, den langen weg hebben moeten nemen van de Middellandsche Zee havens door de Straat van Gibraltar naar de West Marokkaansche oceaanhaven Casablanca; en van daar, toch weer ver over land, naar het oorlogsterren!. Hadden zich in de rotsen van den couloir de Taza. de scherpschutters der Rifkaby'cn kunnen nestelen, dan ware het met het verkeer langs den landweg gedaan geweest. Bovendien hadden de Rifkabylen dan gemakkelijk contact gekregen met de, thans reeds eenige jaren door Fransche posten geïsoleerde vlek van Taza", het ecmg overgebleven eiland van verzet tegen het protectoraat in Noord-Marokko. De Fransche overheid heeft een korte periode gekend van zeer ernstige bezorgdheid voor het lot van Taza. De Rifkabylen waren gevaarlijk opgedron gen m de lichting van de rotsengte, waarvan zij bij het begin der vijandelijkheden maai eenige tientallen kilometers verwijderd waren. Met de beheersching van Taza hing het heele prestige van Frankrijk in Noord-Afrika samen. Men zon haast kunnen zeggen: Het was een soort Suezkanaal te land, waarom toen de strijd liep. * * * Nu, een jaar later, heeft Abdel Krim gecapituleerd. Bij den laatsten stoot zijn de resten van zijn, reeds den vorigen herfst zoo geschokte macht, als bomijs ineengestort. Frankrijk is daardoor van een nacht merrie bevrijd. De leider van het Rif, de heilige, de onoverwinne lijke, de onkwetsbare, die door Allah tot bevrijding van den islam gezonden scheen, is nu de gevangene der Franschen, doet een beroep op hun edelmoedig heid. De Maghreb ziet: De hand van Frankrijk is van onfeilbare kracht. Verzet is een hopelooze onderne ming. Dit overtuigt in het algemeen den Marokkaan, als men hem niet lastig valt, voldoende schijn van onaf hankelijkheid laat en voor de noodige voordeelen zorgt. Brommend en met eenig vertoon van minach ting wil hij het dan wel zoo laten. De Rifoorlog is op Spaansch gebied ontstaan. waar al deze voorwaarden ontbraken, van menschelijke behandeling af tof behoorlijk beheer toe. De Franschen ik heb het zelf nog kunnen waarne men vonden in het algemeen de moeilijkheden van hun buren niet onverdiend. Abdel Krim zou, als hij het noodige beleid had gebruikt, allicht last met hen hebben kunnen vermijden. De Franschcn bekeken den brand bij htm buurman, men kan wel zeggen met welwillende neutraliteit", tol zij merk ten, dat hun eigen muren begonnen te gloeien. Toen gingen zij maatregelen nemen. Maar het was al te laat, want heel kort daarop sloegen de vlammen door. Nu heeft Frankrijk schade geleden door vuur en water. Ook waterschade. Daartoe zon ik willen rekenen de middellijke gevolgen van het blusschings werk. Maarschalk Lyautey werd erdoor weggespoeld. Dat is wellicht heel jammer voor het Frauseh bewind in Marokko. O, zeker, de maarschalk w.is oud, te oud. Stellig is er veel aan te merken geweest op de manier, waarop het gevaar eerst is aangepakt. Lvautcy kon nug zeer heldere en wijze dingen ziggen, en hij had nog Meeds een voor zijn omgeving moordende arbeidskracht. Zijn lichaamshouding was nog merkwaardig rank. Maar een laaiend leven van lichaam en gemoed had meer van binnen weggeschroeid bij den 72-jarige. dan bij oppervlakkige beschouwing van buiten zichtbaar was. Het gezicht, zoo jeugdig nog op portretten, had in werkelijkheid iets van de hnidstrakheid van onberekenbare tijden, een oud ludianenhoofd, een faraokop kon het lijken. Hei telle intellect, de gloeiende belangstelling raakten soms midden in levendige gesprekken iiitgeschaki ld. De baken, die bewust over zijn omgeving wilde lichten, en die zijn omgeving daarnaar ingericht, viakgehuudeii had, gaf niet altijd meer straling. Voor het ambtelijk oordeelend veistaud \\as het geval duidelijk. Misschien is de maarschalk \\el een sta-in-den-weg gebleken, toen nieuwe en krachtige methoden noodig waren. Mogelijk is ook, dat men het hoofd heeft geschud over methoden, die hij als be proefd aanbeval, methoden die zich van andere en aanlokkelijker wapenen bedienden dan tanks en belegeringsgeschut. In zijn beste jaren was hij de man van forsch, overbluffend optreden, altijd echter met uiterste oeconomie der middelen. Van de mili taire middelen wei te verstaan. In dat opzicht heeft hij wonderen volbracht. Het wegzenden van Lyautey was niet het ontslaan van een gouverneur, van een onderkoning desnoods. Het was het einde van een rijk. Frankrijk had heel TABA SIGAREN ~°- ZIJN TOCH DE BESTE <~ <~ Marokko misschien nooit kunnen onderwerpen, maar zeker in 1914 verloren, zonder Lyautey. Hij was de man, die het waagde, niet te gehoorzamen, omdat hij zijn bevelen dwaasheden vond, en die door een merk waardig succes zich onkwetsbaar maakte voor de gevolgen. Lyautey toonde zich in de pacificatie van Marokko een genie in durf, in inzicht, in aanpassings vermogen en in het winnen van menschen. Hij werd bij levenden lijve een legende. Verzet tegen Frankrijk zou voor inenigen grooten caïd denkbaar zijn geweest voor wien een opstand tegen Lyautey ondenkbaar ware. Het genie is persoonlijk. Ue schepping van Lyautey's genie, het gepacificeerde protectoraat, was een per soonlijke schepping. Hier begint de tragiek. Beter staat zij den lezer in het voorbeeld van Bismarck en het Duitsche Rijk voor oogen. Als de man heel oud wordt, moet het een einde hebben. Het nieuwe vraagt zijn rechten. Bismarck en Lyautey wilden beiden niet uit handen geven. Hoe konden zij ook? Zij hadden nooit naar een opvolger gezocht, laat staan er een voorbereid, Hoekon het werk gedijen zonder onze zorgen ? zoo moest hun gedachte zijn. Beiden vonden hun schepping hun natuurlijke taak tot aan het uur van hun dood. Nu was Marokko niet het Duitsche Rijk. Men kan er meer mee wagen, beter nog gebreken op den koop toenemen, Kr kwam een oogenblik, dat Bismarck weg moest. Maar bij Lyautey? Zijn naam, zijn haast legendarisch ontzag in Marokko waren een brok macht van het Fransch bewind. Tegenover hem bestonden gevoelens van verplichting tot trouw, die niet erfelijk zijn. Zijn gezag zon, met de moderne techniek, wellicht te verlengen zijn geweest tot na zijn dood. Is niet het belangrijkste nieuwe dat de Russische revolutie ons geleerd heeft, dat een gestorven alleenheerscher verder regeeren kan? Uit zijn mausoleum heerscht Lenin nog over Rusland, terwijl op het Kremlin een ledepop zijn plaats inneemt. Frankrijk moet zuinig zijn met koloniaal genie. Het kan 'het niet verwerpen, ook als het duidelijke sporen draagt van den tand des tijds. Ken Lyautey in Syrië, en veel ware anders geioopen. Nu is het daar tasten genoeg, ook naar den geschikten man. Men heeft Lyautey een goed opvolger gegeven: Steeg. Ken degelijk, achtenswaardig, ernstig en bekwaam man. Ik heb eens gelegenheid gehad het probleem Marokko met hem te bespreken, toen hij nog gouverneur-generaal te Algiers was. Naast zijn bewondering stond bevreemding over het onstuimige, het inderdaad menigmaal /wak gefundeerde van het oeeonomiseh bewind in Marokko. Zonder twijfel had hij gelijk. Voor mij blijft echter de vraag open: \Vas het geniale werk van Lvautcy mogelijk /onder de/e eigenaardigheden? Hoorden de fouten niet bij een stelsel, dat /onder de/e fouten niet bruikbaar was? De resultaten, voordeden en te;; i slag tegen elkaar opgewogen, \\aren toch bij slot van rekening \\oiuleibaarlijk. \Vaar is het ooit beter gegaan? De/e vr.T'i; s een maatstaf. Lyautey is weggespoeld bij het blusschingswerk. Dit iiikl müwaterschade. Moskou zou het zich op het oogenblik niet kunnen veroorloven, Lenin van hel Ronde Hein weg te nemen. l:r is veel gelijkenis. Andere waterschade, ofschoon minder erg, is de/e: De groote caïds in den hoogen .Atlas. F'.l (jlawi in de eerste plaats, hebben stellig opgemerkt, hu,verrassend sterk de schok voor de Franschcn was, di'1 ,-Midel Krim heeft teweeggebracht. Zij hebben Frankn'k hun diensten aangeboden. X.eker hebben zij daar bij, ais ondeugende gedachte, even overwogen: Ais wij nu eens omgekeerd deden? l'uu macht, rijkdom en hulpmiddelen /ijn oneindig veel gruoier dan die van den Ril'hooi'dman. Hun bergen zijn nog ontoe gankelijker. Maar Lviutev was hun vaderlijke vriend geworden, nadat men elkaar in den beginne eerst wantrouwig en wat 'ni/ike;', had aangekeken, en ten slotte, toen Kon, Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER & Co. cv) sv= c-s DEN HAAG G^ sxs GV3 AMSTERDAM - ARNHEM Bewaarplaatsen voor 'Inboedels

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl