De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 5 juni pagina 20

5 juni 1926 – pagina 20

Dit is een ingescande tekst.

20 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2557 Bedaard intusschen, bedaard ! Ik zorg wel voor het mijne. Maar, om in mijn recht te zijn, wil ik eerst mijn plicht doen. Kijk's hier: ik betaal je voor je werk, betaal je je dag. Drie lire. Ben je daar mee tevreden? 'k Wil niks hebben ! schreeuwde Zi'Dima. 'k Wil eruit! Je komt er ook uit. Maar ik betaal je alvast.. Hier, drie lire. Hij haalde ze uit zijn vestjeszak en gooide ze in de pul. Toen vroeg hij gedienstig: Heb je al gegeten? Brood met iets erop, dadelijk zul je 't hebben. Wil je niet? Dan gooi je 't maar naar buiten, voor een hond. Ik heb 't je tenminste gegeven. En hij gaf bevel het hem te brengen. Daarop sprong hij in 't zadel, en vooruit ging 't, in draf naar de stad. Ieder die hem zag, dacht, dat hij op weg was naar het gekkenhuis, zulke drukke en vreem de gebaren zat hij te maken. Gelukkig behoefde hij niet te wachten bij den advocaat; maar wel duurde het gertiimen tijd eer deze uitgelachen was, nadat hij hem het geval had verteld. Dat lachen ergerde hem. Neem me niet kwalijk, maar wat is er nu eigenlijk te lachen? Ja, U trekt er u niets van aan, natuurlijk ! Maar 't is mijn pul! De ander kon niet ophouden, wilde het verhaal nog eens hooren, precies zooals het gebeurd was, om in nog onbedaarlijker lachen uit te barsten. Erin dus? Hij had zichzelf erin gekramd. En hij, don Lollö, wat wilde hij nu? Hem erin ...., hem erin.... laten zitten.... ha ha ha.... ! erin laten zitten.... ho, ho ho !.... om er de pul niet bij in te schieten? Moet ik die erbij inschieten? vroeg Zirafa, met gebalde vuisten. De schade n de hoon? Maar weet je wel, hoe wij dat noe men? zei de advocaat ten slotte. Dat noemen wij gijzeling ! Gijzeling? Wie heeft hem gegijzeld? riep Zirafa uit. Hij heeft zichzelf gegijzeld. Wat kan ik daaraan doen? De advocaat legde hem daarop uit, dat de zaak twee kanten had. Aan den eenen kant moest hij, don Lolló, den gevangene onmiddellijk bevrijden, om geen gijzeling te moeten verantwoorden, aan den anderen was de krammer ver antwoordelijk voor de schade, die hij berokkende door zijn onervarenheid, of door zijn verregaande verstrooidheid. Aha ! herademde Zirafa. Hij moet de pul dus betalen ! Niet zoo haastig zei de advocaat. Niet wat 't ding nieuw gekost heeft, wel te verstaan. Waarom niet? Die is goed ! Omdat 't kapot was, natuurlijk ! Kapot? Welnee, meneer, Nu is de pul heel. Meer dan heel, hij zegt 't zelf. En als ik 'r nu weer kapot maak, dan kan ik 'r niet meer laten repareeren. Dan ben ik mijn pul kwijt, meneer ! De man verzekerde hem, dat hij daar rekening mee zou houden, door den man te laten betalen zooveel als het ding op 't oogenblik waard was. Laat 't eerst door hemzelf taxeeren, raadde hij aan. 'k Kus u de handen, zei don Lollö; en weg was hij.. Thuiskomend tegen den avond, vond hij alle boeren aan 't pret maken rond de bewoonde pul. Zelfs de waakhond nam deel aan het feest, springend en blaffend. Zi-Dima was niet alleen ge kalmeerd, maar had zelf nu ook plezier in zijn vreemdsoortig avontuur en lachte erom, met de zuurzoete vroolijkheid der verbitterden. Zirafa duwde hen allemaal opzij en boog zich voorover, om in de pul te kijken. Zoo ! Heb je 't daar naar je zin? Best. Lekker frisch antwoordde de krammer. Beter dan bij me thuis. Doet me plezier. Ondertusschen wil ik je even zeggen, dat deze pul mij, nieuw, vier onze gekost heeft. Hoeveel zou je denken, dat ze nu waard is? Met mij erin? vroeg Zi'Dima. De boeren lachten. Stilte ! riep Zirafa. Een van beide: je lijm deugt, of ze deugt niet: deugt ze niet, dan ben jij een schelm, deugt ze wel, dan moet de pul, zooals ze nu is, een zekere waarde hebben. Op hoeveel schat je haar? Zi'Dima dacht lang na, en sprak: Ik zal 't u zeggen. Als u mij de pul met de l<jm alleen hadt laten maken, zooals ik wilde, dan zou, ten eerste, ik hier niet in zitten, en de pul zou pre cies hetzelfde waard zijn als eerst. Waarop ik 'r nu schat, bedorven als ze is met die afschuwelijke krammen, d:c ik er met alle geweld in moest doen? Op een derde misschien. Een derde? zei Zirafa. Eén drie-en-dertig? Misschien minder, maar niet meer. Goed zei don Lollö. Praat maar niet verder en geef me zeventien lire. Wat? vroeg Zi'Dima, alsof hij niet had begrepen. Ik sla de pul kapot, om je eruit -te laten antwoordde don Lolló, en jij, zegt de advocaat, betaalt mij zooveel ze waard is: zeventien lire. Ik betalen??spotlachte Zi'Dima. Kunt u begrijpen! Dan maar hierin krepeeren. En met eenige moeite zijn doorgerookt pijpje uit zijn zak halend stak hij 't aan en begon te dampen, den rook door den hals van de pul blazend. Daar zat don Lolló leelijk mee. Deze mogelijkheid, dat Zi'Dima er nu niet meer uit zou willen, had noch de ad vocaat, noch hijzelf voorzien. Hoe dit geval nu weer op te lossen? Hij was op 't punt weer: M'n muildier te commandeeren, maar hield zich bijtijds in, bedenkend, dat het al bijna avond was. O zoo zei hij. Je wilt dus blijven huizen in mijn pul? jelie zijn allemaal getuigen ! Hij wil er niet uit, om niet te hoeven betalen; ik ben bereid het ding stuk te slaan. Maar, nu hij erin wenscht te blijven, klaag ik hem morgen aan wegens wederrechtelijke huisvesting, en omdat hij mij 't gebruik van mijn pul belet. Zi'Dima blies eerst nog een mondvol rook naar buiten, en antwoordde toen rustig: Nee meneer. Ik wil u niets beletten. Zit ik soms voor mijn plezier hierin? Laat me er uit en ik doe niets liever dan naar huis gaan. Betalen.... daar denk ik niet over! Don Lollö, in een vlaag van woede, lichtte zijn voet al op, om een trap tegen de pul te geven, hij weerhield zich echter, maar greep haar met twee handen vast, £n schudde haar duchtig heen en weer, trillend van ergernis. Wat een lijm, hèzei Zi-Dima. Galgebrok! bulderde Zirafa. Wie heeft hier de schuld, ik of jij? Moet ik er dan voor boeten? Je kunt sterven van den honger daarbinnen ! We zullen eens zien wie 't wint! En hij liep weg, niet denkend aan de drie lire, die hij 's morgens in de pul had gegooid. Om mee te beginnen wilde Zi'Dima daarvan dien avond feest vieren met de boeren, die, nu 't zoo laat was geworden door dat zeer bizondere voorval, maar buiten bleven overnach ten, op de deel. Op een zeker uur werd don Lolló, die was gaan slapen, wakker van een helsch spektakel. Hij ging kijken op het balkon en zag daar op de deel, een bende duivels: de dronken boeren, die, elkaar bij de hand houdend, om de pul heen dansten. Zi'Dima zat er binnenin luidkeels te zingen. Nu was hij zich niet langer meester, don Lollö: als een woedende stier rende hij er op af, en voordat de boeren tijd hadden hem tegen te houden, gaf hij een harden duw tegen de pul, zoodat ze de helling afrolde. Al rollend, onder groot gelach van de dronken kerels, sloeg ze tegen een olijfboom stuk. En Zi'Dima had 't gewonnen. LIPS & PETERS Vraagt Catalogus DO ROT DEN HAAG PIANO ^.ORGELS oekhorststr 149. Telef : 13051. Complete Badkamer van af f 285?. Prima drukautomaat, Bad, Kranen, Bidet, Waschtafel met marmer en spiegel. G, J, DE KONING 8 ZOON Keizersgracht 447, A'dam ASPERGES. Fijnste, dik, blank, frisch, franco huis, postw.. kistjes stevig verpakt, 4 pd. f 3.50, 6 pd. f 4.50, 8 pd. f 5.50, Slierasp. 25% meer. Lengte steril. 75% juiste glasmnat. FIRMA ISIDORUS Bergen-op-Zoom.?Tel. Interc. 119 Clichéc/ VOOP alle doeleinden NV Chem. Kunstinrichting DirkSclmdbel Amsterdam. Een Speculaasi VAN : HARTO G smaakt altijd N.V. Koek- en Banketfabriek HARTOG Gerard Douplein - Amsterdam Anno 1887 Verweegen & Kok AMSTERDAM DEN HAAG Staiodard De populaire EngelscheAuto die iedereen voldoet DIRECT LEVERBAAR. Hoofdagent: J.WITMONDT 21 Westermarkt Amsterdam. v.VOLLENHOVEN 'S STOUT TYP.! AMST. BOEK- EN STEENDRUKKERIJ, V H ELLERMAN, HARMS & CO.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl