Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2557
BIJKOMSTIGHEDEN
DOOR ANNIE SALOMONS
CCXX
WEKEN lang merk je er soms niets
van; we hebben onze water
leiding en ons electrisch licht; we hebben
onze telefoon en onze gemeentereiniging
en als je over de asfaltwegen wandelt,
langs de welonderhouden, blanke huizen
lijkt alles zoo geciviliseerd, als civilisatie
maar kan zijn. Maar dan opeens word je
er weer met een schok aan herinnerd,
dat zelfs deze comfortabele stad nog geen
halve eeuw aan de rimboe is ontworsteld,
en dat die rimboe ook nu nog weieens
graag van haar macht laat blijken;
zoodat je b.v. op een rustigen, gewonen
ochtend een telefoontje krijgt van een
jong vrouwtje, die toch ook wel degelijk
in de stad woont, al is het in een der
buitenwijken, dat ze in de vroegte,
in de badkamer een groote slang heeft
gevonden van ruim anderhalve meter....
En wanneer er zoo iets gebeurd is, komen
dadelijk de verhalen weer los over jagen4
op slangen, en je merkt met verbazing,
dat de keurige meneeren met fijne
sokken en gladde hoofden, net als in
Holland, naast dit stadsche, uniforme
bestaan, heel anders dan in Holland, ook
nog een leven vol romantisch gevaar en
wild avontuur hebben geleid, zijn ge
doken in grotten, waar de zoldering
met lugubere vleermuizen was behangen
en daar, gespannen, hebben gewacht,
tot er iets schuifelde tusschen de steenen.
,,De armen moeten bloot zijn, en als de
slang dicht genoeg bij is, laat de
Inlander ineens den schijn van de lantaarn
fel op je gezicht vallen.... Als de slang
zoo'n wit, licht vlak ziet, doet hij,
sissend, een uitval, en op dat oogenblik
moet je hem achter den kop grijpen;
onmiddellijk kronkelt hij zich om je
arm, maar de inspanning maakt, dat je
hevig transpireert, zoodat hij zich niet
vasthouden kan; daarom mogen je
armen nooit bedekt zijn; dan ben je
verloren".
Neen, dit is toch geen stad als Rotter
dam of als en Haag, als je maar een
half uur in de auto hoeft te rijden om
in de kebon te komen, waar/.» verleden
weckeen grooten tijger in een val hebben
gevangen, en toen ze er heen trokken
om hem dood te schieten, stond er een
andere, op zijn achterpooten, naast, en
een kleine, derde, liep er als een hond
tusschen.... waar je uitnoodigingen
krijgt om mee op krokodillenjacht te
gaan, zooals in Holland voor een th
select met modeshow, en waar het heel
gewoon wordt gevonden, als je de sporen
van een beer om een assistentehuis hebt
gezien.... Maar op het oogenblik ben
ik het meest onder den indruk van de
stem van den olifant, omdat ik dat zelf
bijgewoond heb.
Een groote olifant was in een, met
takken kunstig bedekten, kuil gevallen,
gevangen en naar de stad gevoerd. Onze
achterbuurman had hem gekocht en
daar stond de kolos, die gisteren nog in
de wildernis rondstonimelde, op een
klein grasveld, met kettingen aan zijn
beide voorpooten, een troep belang
stellende inlanders er om heen. Een
olifant heeft altijd iets zieligs, met die
te ruime huid, die zoo slordig om zijn
pooten valt, als een slecht zittende
pantalon; met den grooten kop en het
rare, kleine achterlijf, alsof een kind Ie
veel klei aan het boetseeren van het
KLEINE
MEUBELEN
IN EIKENHOUT-PRIMA
UITQEVOERD-IN ELKE
GEWENSCHTE KLEUR
ONTWERP W.PENAAT
MMETZ6C2 li
LIBERTY AG ENCY
voorste gedeelte had gespendeerd en
voor het afwerken van het achterste
niet genoeg meer over had.... maar
zóó beklagenswaardig als deze gevangene
had ik er nog nooit een gezien; zijn ovale
oogje stond verschrikt opengespalkt,
hij sloeg met zijn lange slurf om zich
heen, en telkens hief hij zijn kop, opende
zijn bek, zoodat de lange tanden zicht
baar werden en stootte dan een kreet
uit, zoo luid en zoo rampzalig, alsof de
heele wildernis in hem zich uitklaagde.
Het was een roep van stompe pijn, van
onberedeneerde vertwijfeling; het was
de smartschreeuw van de rimboe, een
stuk ontembare natuur, dat daar tot
uiting drong, en de cultuurnieiisch
schoof onwillekeurig een beetje achter
uit, al wisten we heel goed, dat hij zijn
kettingen niet kon verbreken, en dat hij
weerloos was, ondanks zijn woest
geweld.
Maar ook de paarden in den
nabijzijnden stal werden zenuwachtig van
dat luide balken van pijn; ze trapten
ongedurig tegen hun boxen, en het onze,
met roode oogen, nat van zweet en met
de ooren in den nek, stond te trillen op
zijn fijne beenen. Het is tenminste een
zegen, dat deze emotie niet een week
eerder is gekomen, toen de paarden de
voorjaarsraces nog voor den boeg had
den; dan zou er met dit nerveus, over
gevoelig ras heelemaal geen veld te be
rijden zijn geweest.
De races.... hun roep had mij al
bereikt, toen ik nog veilig en wel in
Holland zat, en nog aan m'n uitrusting
voor dit warme land moest beginnen.
De races. . . . daarvoor moest je wel een
speciale japon mee nemen; voor de races
bestelde men zijn toiletten in Amerika
of in Parijs.... Tegen den tijd van de
races stonden er advertenties in de
couranten over race-hoeden, race-brillen,
race-schoenen; ja zelfs over
racecroquetjes en race-bisquits. . . . En toch,
ondanks al die verpletterende voorbe
reidingen is het feest zelf me heelemaal
niet tegengevallen: een prachtig, ruim,
fleurig, goed onderhouden veld; een
hooge, koele, schaduwrijke tribune, een
voortreffelijke regeling, zoodat alles vlot
verliep, en overal opgewekte,
kleiiriggekleede menschen. l lier in de zmi,
legen liet groen, kregen zelfs de witte
pakken van de mannen iets vroolijks;
al zou je aan de meeste toiletten niet
zeggen, dat ze zoo'n verre reis hadden
gemaakt, de jonge, bloeiende vrouwen
zagen er niet minder bekoorlijk om uit:
er was een muziekje, er waren koele
dranken; ja, en dan waren er, boven en
behalve ai die feestelijkheid, ook nog de
paarden, waarvoor we toeh eigenlijk
gekomen waren.
Voor iemand, die er heelemaal niets
van weet, is het oogenblik van de start
eigenlijk het boeiendste, als de nobele
dieren, vurig en strijdlustig, iu hun
felheid de witte afsluiting telkens willen
verbreken of in vredesnaam maar in de
andere richting weggaloppeeren, als hun
de eene kans is ontzegd. En dan dat
andere moment, als de paarden, gestrekt
in hun galop, de bocht door zijn, de
jockey's liggen voor op de nekken en
ranselen hun hooge laarzen met de
karwatsen, totdat een de finish
isdooigeschoten ; de muziek zet een fanfare in :
en de bezitter geleidt liet overwinnende
paard fier langs de ot'ficieele tribune,
terwijl iedereen hem toejuicht.
Ook de nummers van de kleine
Bataksche paardjes, met hun dichter
lijken maiiendos en hun dichterlijke
ongedisciplineerdheid, wekten natuur
lijk veel enthousiasme: zonder zadel
gereden, onberekenbaar en grillig, (want
niemand kan van te voren zeggen, of ze
bereid zijn af te gaan of niet) roepen ze
gedachten op aan de Wild West, aan
cow-boys en eindelooze prairieën . . . .
En nu de rennen weer voor een jaar
voorbij zijn, nu de loge-paarden weer
naar de kebons en naar den overwal
/.ijn teruggekeerd, mis ik n figuur in
het stadsbeeld, die er de laatste maand
nooit ontbrak: cie brondmagcrc jockey
in een zwaar-wo'.len trui, geduldig
transpireereiide en snel roudtrappende
op zijn fiets, om toch maar vooral niet
in gewicht toe te nemen.
EOO/ïBtöttK
VERZOET MET
WEINIQ KQ/TEN
UWE WOON INCKHTINS
VPMOT FOTO/tN E^OOM
Spoor's
Mosterd
W. A. Spoor Jr., Culemborg'.
Cliché's
Van Leer
Amsterdam
N. V. PAERELS
AMSTERDAM
C O MP LE TE
M e. u b L L c e r i n g
B/ " a
c l n m m c r ing c n
Rokin 128, Tel. 44541
OVERHEMDEN
NAAR MAAT
FR. SINEMUS
20 Leidschcstraat 22 - Amsterdam
J^l
Alphen ald Rijn
MONA LISA ZEEP
Zooals de onvergetelijke schoonheid van Mona
Lisa over de geheele wereld erkend wordt,
zoo "zal U ook na een enkele proeve met
MONA LISA ZEEP
volgaarne toegeven, dat zij op het gebied van
toiletzeepen als een
hoogstaand product
aangemerkt moet worden.
Door haar fijne geur en buitengewone kwa
liteit beteekent het gebruik van deze zeep een
bijzondere verzorging van Uw huid.
EïANKÈft:
6EBR,DOBBELMAHH MUMEGEfV
Abonneert U op: s-°? ? ^ ^
De Groene Amsterdammer