De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 5 juni pagina 6

5 juni 1926 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2557 BIJKOMSTIGHEDEN DOOR ANNIE SALOMONS CCXX WEKEN lang merk je er soms niets van; we hebben onze water leiding en ons electrisch licht; we hebben onze telefoon en onze gemeentereiniging en als je over de asfaltwegen wandelt, langs de welonderhouden, blanke huizen lijkt alles zoo geciviliseerd, als civilisatie maar kan zijn. Maar dan opeens word je er weer met een schok aan herinnerd, dat zelfs deze comfortabele stad nog geen halve eeuw aan de rimboe is ontworsteld, en dat die rimboe ook nu nog weieens graag van haar macht laat blijken; zoodat je b.v. op een rustigen, gewonen ochtend een telefoontje krijgt van een jong vrouwtje, die toch ook wel degelijk in de stad woont, al is het in een der buitenwijken, dat ze in de vroegte, in de badkamer een groote slang heeft gevonden van ruim anderhalve meter.... En wanneer er zoo iets gebeurd is, komen dadelijk de verhalen weer los over jagen4 op slangen, en je merkt met verbazing, dat de keurige meneeren met fijne sokken en gladde hoofden, net als in Holland, naast dit stadsche, uniforme bestaan, heel anders dan in Holland, ook nog een leven vol romantisch gevaar en wild avontuur hebben geleid, zijn ge doken in grotten, waar de zoldering met lugubere vleermuizen was behangen en daar, gespannen, hebben gewacht, tot er iets schuifelde tusschen de steenen. ,,De armen moeten bloot zijn, en als de slang dicht genoeg bij is, laat de Inlander ineens den schijn van de lantaarn fel op je gezicht vallen.... Als de slang zoo'n wit, licht vlak ziet, doet hij, sissend, een uitval, en op dat oogenblik moet je hem achter den kop grijpen; onmiddellijk kronkelt hij zich om je arm, maar de inspanning maakt, dat je hevig transpireert, zoodat hij zich niet vasthouden kan; daarom mogen je armen nooit bedekt zijn; dan ben je verloren". Neen, dit is toch geen stad als Rotter dam of als en Haag, als je maar een half uur in de auto hoeft te rijden om in de kebon te komen, waar/.» verleden weckeen grooten tijger in een val hebben gevangen, en toen ze er heen trokken om hem dood te schieten, stond er een andere, op zijn achterpooten, naast, en een kleine, derde, liep er als een hond tusschen.... waar je uitnoodigingen krijgt om mee op krokodillenjacht te gaan, zooals in Holland voor een th select met modeshow, en waar het heel gewoon wordt gevonden, als je de sporen van een beer om een assistentehuis hebt gezien.... Maar op het oogenblik ben ik het meest onder den indruk van de stem van den olifant, omdat ik dat zelf bijgewoond heb. Een groote olifant was in een, met takken kunstig bedekten, kuil gevallen, gevangen en naar de stad gevoerd. Onze achterbuurman had hem gekocht en daar stond de kolos, die gisteren nog in de wildernis rondstonimelde, op een klein grasveld, met kettingen aan zijn beide voorpooten, een troep belang stellende inlanders er om heen. Een olifant heeft altijd iets zieligs, met die te ruime huid, die zoo slordig om zijn pooten valt, als een slecht zittende pantalon; met den grooten kop en het rare, kleine achterlijf, alsof een kind Ie veel klei aan het boetseeren van het KLEINE MEUBELEN IN EIKENHOUT-PRIMA UITQEVOERD-IN ELKE GEWENSCHTE KLEUR ONTWERP W.PENAAT MMETZ6C2 li LIBERTY AG ENCY voorste gedeelte had gespendeerd en voor het afwerken van het achterste niet genoeg meer over had.... maar zóó beklagenswaardig als deze gevangene had ik er nog nooit een gezien; zijn ovale oogje stond verschrikt opengespalkt, hij sloeg met zijn lange slurf om zich heen, en telkens hief hij zijn kop, opende zijn bek, zoodat de lange tanden zicht baar werden en stootte dan een kreet uit, zoo luid en zoo rampzalig, alsof de heele wildernis in hem zich uitklaagde. Het was een roep van stompe pijn, van onberedeneerde vertwijfeling; het was de smartschreeuw van de rimboe, een stuk ontembare natuur, dat daar tot uiting drong, en de cultuurnieiisch schoof onwillekeurig een beetje achter uit, al wisten we heel goed, dat hij zijn kettingen niet kon verbreken, en dat hij weerloos was, ondanks zijn woest geweld. Maar ook de paarden in den nabijzijnden stal werden zenuwachtig van dat luide balken van pijn; ze trapten ongedurig tegen hun boxen, en het onze, met roode oogen, nat van zweet en met de ooren in den nek, stond te trillen op zijn fijne beenen. Het is tenminste een zegen, dat deze emotie niet een week eerder is gekomen, toen de paarden de voorjaarsraces nog voor den boeg had den; dan zou er met dit nerveus, over gevoelig ras heelemaal geen veld te be rijden zijn geweest. De races.... hun roep had mij al bereikt, toen ik nog veilig en wel in Holland zat, en nog aan m'n uitrusting voor dit warme land moest beginnen. De races. . . . daarvoor moest je wel een speciale japon mee nemen; voor de races bestelde men zijn toiletten in Amerika of in Parijs.... Tegen den tijd van de races stonden er advertenties in de couranten over race-hoeden, race-brillen, race-schoenen; ja zelfs over racecroquetjes en race-bisquits. . . . En toch, ondanks al die verpletterende voorbe reidingen is het feest zelf me heelemaal niet tegengevallen: een prachtig, ruim, fleurig, goed onderhouden veld; een hooge, koele, schaduwrijke tribune, een voortreffelijke regeling, zoodat alles vlot verliep, en overal opgewekte, kleiiriggekleede menschen. l lier in de zmi, legen liet groen, kregen zelfs de witte pakken van de mannen iets vroolijks; al zou je aan de meeste toiletten niet zeggen, dat ze zoo'n verre reis hadden gemaakt, de jonge, bloeiende vrouwen zagen er niet minder bekoorlijk om uit: er was een muziekje, er waren koele dranken; ja, en dan waren er, boven en behalve ai die feestelijkheid, ook nog de paarden, waarvoor we toeh eigenlijk gekomen waren. Voor iemand, die er heelemaal niets van weet, is het oogenblik van de start eigenlijk het boeiendste, als de nobele dieren, vurig en strijdlustig, iu hun felheid de witte afsluiting telkens willen verbreken of in vredesnaam maar in de andere richting weggaloppeeren, als hun de eene kans is ontzegd. En dan dat andere moment, als de paarden, gestrekt in hun galop, de bocht door zijn, de jockey's liggen voor op de nekken en ranselen hun hooge laarzen met de karwatsen, totdat een de finish isdooigeschoten ; de muziek zet een fanfare in : en de bezitter geleidt liet overwinnende paard fier langs de ot'ficieele tribune, terwijl iedereen hem toejuicht. Ook de nummers van de kleine Bataksche paardjes, met hun dichter lijken maiiendos en hun dichterlijke ongedisciplineerdheid, wekten natuur lijk veel enthousiasme: zonder zadel gereden, onberekenbaar en grillig, (want niemand kan van te voren zeggen, of ze bereid zijn af te gaan of niet) roepen ze gedachten op aan de Wild West, aan cow-boys en eindelooze prairieën . . . . En nu de rennen weer voor een jaar voorbij zijn, nu de loge-paarden weer naar de kebons en naar den overwal /.ijn teruggekeerd, mis ik n figuur in het stadsbeeld, die er de laatste maand nooit ontbrak: cie brondmagcrc jockey in een zwaar-wo'.len trui, geduldig transpireereiide en snel roudtrappende op zijn fiets, om toch maar vooral niet in gewicht toe te nemen. EOO/ïBtöttK VERZOET MET WEINIQ KQ/TEN UWE WOON INCKHTINS VPMOT FOTO/tN E^OOM Spoor's Mosterd W. A. Spoor Jr., Culemborg'. Cliché's Van Leer Amsterdam N. V. PAERELS AMSTERDAM C O MP LE TE M e. u b L L c e r i n g B/ " a c l n m m c r ing c n Rokin 128, Tel. 44541 OVERHEMDEN NAAR MAAT FR. SINEMUS 20 Leidschcstraat 22 - Amsterdam J^l Alphen ald Rijn MONA LISA ZEEP Zooals de onvergetelijke schoonheid van Mona Lisa over de geheele wereld erkend wordt, zoo "zal U ook na een enkele proeve met MONA LISA ZEEP volgaarne toegeven, dat zij op het gebied van toiletzeepen als een hoogstaand product aangemerkt moet worden. Door haar fijne geur en buitengewone kwa liteit beteekent het gebruik van deze zeep een bijzondere verzorging van Uw huid. EïANKÈft: 6EBR,DOBBELMAHH MUMEGEfV Abonneert U op: s-°? ? ^ ^ De Groene Amsterdammer

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl