Historisch Archief 1877-1940
No. 2557
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
MANNEN OVER VROUWEN
E. C. KNAPPERT
DOOR PROF. DR. II. OORT
(Me/ teekening voor ,.de Groene Amsterdammer
door B. \'dn Vlijmen)
EMILIA Charlotte Knappert is 15 Juni 1860 ge
boren te Schiedam, waar haar vader een branderij
liad, die hij verkocht omdat het stoken van jenever
hem tegen de borst stuitte. Begaafd met een helder
ioofd en een groote dorst naar kennis, kon zij zich
niet vergenoegen met wat zij op school had geleerd
en legde zij zich vooral op het Fransen toe, waarin zij,
toen zij 22 jaar oud was, de acte-middelbaar A en B
verkeeg. Met die kennis gewapend, kwam zij als secon
dante op de kostschool van de dames De Lange en van
Reijen Snoeck te Leiden en vertrok naar Scheveningen
toen de school derwaarts verplaatst werd.
Terwijl zij te Leiden was, werd zij steeds meer ge
trokken tot een ander kennisgebied, dat van den gods
dienst; zoodat zij zelfs haar leerlingen op school daar
mee zocht te verrijken. Om haar kennis te vermeerde
ren kwam zij in 1887 wekelijks te Leiden en werd er
door Ds. C. G. Chavannes en schrijver dezes opgeleid
tot godsdienstonderwijzeres bij den Nederlandschen
Protestantenbond. In Sept. 1888 legde zij het daartoe
vereischte examen af; in Dec. deed zij het ook bij de
Commission Wallonne, om het recht te verkrijgen in
de N. Hervormde Kerk onderwijs te geven. Dadelijk
maakte zij hiervan gebruik; daar de vrijzinnigen te
Leiden steeds meer beroofd werden van predikanten,
werd haar een deel der catechisatiën opgedragen. Zij
verliet de school en kwam te Leiden wonen.
Terwijl zij met hart en ziel godsdienstonderwijs gaf,
?voelde zij zich getrokken tot de talrijke fabrieksmeisjes
en begon zij, eerst met een drietal, straks meer, dames
in 1890 een avondschool voor kinderen van 12, 13 jaar.
Na eenigen tijd zette zij het door, ook oudere op te
nemen. Dit was te begrijpen; tal van meisjes waren
-den geheelen dag op de fabriek, hadden 's avonds
thuis geen werk en misten de gave zich aangenaam
en nuttig bezig te houden, gingen dus de straat op en
liepen in lange slierten rond. slordig, luid lachend,
met grove woorden voorbijgangers begroetend, aan
allerlei gevaren blootgesteld; zouden zij daartegen
niet gewapend kunnen worden en een weinig opge
voed? Zij werden dan op de school toegelaten. Hoe
hoog mej. Knappert haar taak te dezen opvatte,
blijkt uit een toespraak die zij in 1892 op den
Protestantendag te Kampen hield over De taak van de
vrouw in den Nederlandschen Protestantenbond".
Intusschen werd het werk aan de avondschool door
?de toelating van die ouderen zeer verzwaard: vele
kwamen eens, twee keer, bleven dan weg, zij die vol
hielden waren meerendeels rumoerig, onhebbelijk;
-de onderwijzeressen walgden van hun ruwe taal,
hadTUYNENBURG MUYS|
kcHILDEPSI
den moeite orde te houden. Spoedig werd het duidelijk
dat, zou zulk werk goed gedaan worden er een
breedere grondslag voor moest gelegd worden, er moest een
wijkgebouw met tal van helpers en helpsters worden
gesticht. Zij pakte het aan.
Tot haar blijdschap vond zij menschen die haar met
raad en daad bijstonden; plannen werden gemaakt,
geld werd bijeengebracht; in 1894 stond op de Oranje
gracht het gebouw Geloof Hoop Liefde. Van het daarin
ondernomen werk gelukte het eene, mislukte aanvan
kelijk het andere; weldra bleek het huis te klein te
zijn; in 1898 werd het uitgebreid, o.a. door een lokaal
voor wijkverpleging; velerlei nuttige arbeid werd ver
richt: handwerken geleerd, teekenonderwijs gegeven,
een zanggezelschap gevormd, een bibliotheek ver
zameld, waarvan de inhoud aan jong en oud werd mee
gegeven, een spaarkas gehouden, waarin werklieden
wekelijks hun kwartjes storten om tegen den winter
daarvoor gewenschte brandstoffen te koopen; en niet
te vergeten godsdienstonderwijs werd gegeven,
avondgodsdienstoefeningen werden gehouden.
Eenige jaren bestierde Emilie de werkzaamheden
in het Wijkgebouw terwijl zij godsdienstonderwij/eres
bleef, maar dit kon zoo niet blijven; zoodra de geld
middelen het toelieten en de heer P. W. Janssen
kwam nu, evenals vroeger, te hulp werd een direc
teur aangesteld, en toen zij in 1899 tot directrice werd
benoemd van het Volkshuis dat op de Apothecarsdijk
was verrezen, trok zij zich geheel terug van het Wijk
gebouw en legde ook haar werk als godsdienstonder
wijzeres neer. Het jaar te voren had /.ij nog een zware
taak te vervullen gehad. De zware brand in de
katoenfabriek op de Heerengracht had haar aandacht ge
vestigd op de meisjes die dientengevolge werkeloos
waren geworden, en zij had dadelijk wegen gezocht
om hun werk te verschaffen. Als altijd, had zij het ge
luk daarbij kloeke helpers en helpsters te vinden.
Wie weten wil wat het zegt een goede directrice
te zijn van een volkshuis als het Leidsche, kz; de
jaarlijksche verslagen maar ! Jaar op jaar werd er les
gegeven in Nederlandsche taal, Engelsch, Uuitsch,
Fransen, lezen en schrijven aan volwassenen, rekenen,
fröbelen, verstellen, naaien, mazen, wasch opdoen,
strijken, koken, gymnastiek, verbandleer, zang, meet
kunde, handteekenen, ook soms in staathuishoudkun
de, sterrenkunde; er werden leesclubs gehouden met
oudere en jongere meisjes, en kinderclubs; verder
waren er voordrachten, muziekuitvoeringen, ten
toonstellingen van bloemen, platen, meubelen; n
zaal werd voor leeszaal ingericht; geregeld werden
boeken uitgeleend. Voor een en ander waren voort
durend eenige tientillen helpers en helpsters noodig;
de directrice moest ze vinden en, zoo noodig, voor
lichten, ook lijsten houden van kinderen die toe
gang begeerden tot een kring en moesten wachten
totdat een plaats openkvvam. Van tijd tot tijd bleef
een leider of leidster weg en moest raad worden ge
sehaft. Orde moest overal zijn. Met liefde en verstand
gaf de directrice zich aan dat werk ; /ij had er de krach!
voor en mocht op goeden grond vertrouwen dat het
voor velen heilzaam was.
Niet tevreden met wat in het huis gedaan werd,
zocht zij aan eenige jonge arbeiders aangename
/ondagen daarbuiten te verschaffen. Wie er vo.ir wilden
sparen werden, voor zoover er plaats was, op een
Zaterdagavond en /.ondag ontvangen op de
Hoornenboeg (een landgoed bij Hilversum) of te Katwijk aan
Zee, en zooveel zij kon was /.ij er zelf bij om leiding
te geven bij wandelingen en spelen en voor te zitten
bij de maaltijden; de kinderen des volks goede
tatelmanieren te leeren is ook niet /onder waarde.
Was het bij al die gelegenheden noodig orde te
houden, nooit zóó als toen i<) Oct. 1914 12(1 vluchte
lingen uit Antwerpen, mannen, vrouwen, kinderen,
een onderdak kregen op het Volkshuis en de direc
trice zes weken lang voor nagenoeg al deze hulp
behoevenden eenige werden elders opgenomen
moest zorgen; van alles hadden /ij noodig: spijs en
drank, slaapplaatsen, gelegenheid zich te reinigen,
werk, uitspanning. Zij moesten onder tucht staan.
maar tevens in opgewekte stemming blijven. Het
gelukte, l oen de beweldadigden van de directrice
afscheid namen zij vertelt het zelf in het jaarlijkscli
verslag gaf een hunner op de vraag of zij het goed
hadden gehad ten antwoord: ja, en wij begrijpen, dat
komt omdat men op liet Volkshuis weet dat al te goed
buurmans gek is.
Buiten het werk op het Volkshuis vond een vrouw
als Emilie Knappert, die zooveel kennis had en lust
om wat zij wist aan anderen mee te deelen hiertoe ge
legenheid in overvloed. Van tijd tot tijd hield '/.ij eeu
reeks voordrachten o.a. over de Comoedia van Dante,
belangrijk en tot nadenken prikkelend, al onderstelde
zij daarbij vrij wat meer kennis en denkvermogen
dan zij mocht verwachten. Haar beste gave hierbij,
als waarbij niet? was sterk, gezond idealisme, haar
afkeer van alle halfheid en slapte, zoowel in denken
als in handelen.
Het jaarverslag van 1915 was haar laatste. Be
noemd tot directrice van de School voor
maatschappelijken arbeid te Amsterdam, nam zij weldra afscheid
van Leiden. Het lachte haar aan, haar hooge opvatting
van maatschappelijk \\erk aan toekomstige leidsters
in te prenten en in eenige takken er van zelf onderwijs
te geven of deugdelijke arbeidskrachten te zoeken.
Zij verliet Leiden onder den dank van velen, die ver
trouwden dat zij ook te .Amsterdam haar werk met
liefde en vrucht verrichten zou - een vertrouwen
dat niet beschaamd is.
W? \>S»f
tpRCSIE'I
Caramel>
~&f_-. S*
DE WERELD VAN HET KIND
DOOR JET DE BOER VAX STRIEN
IN haar elfjarige verbeelding, die vol was van
kinderboekjes-romantiek, vond Annelies wijn"
een zacht-en-edel woord.
Wijn.... !" dat was iets, dat op kostelijke
feesten parelde (zoo zeiden de boekjes) en dat de
kleur van juweelen moest hebben. Het was heel
natuurlijk, dat zij, Annelies, nog nooit wijn" ge
proefd had.
Geen kinderkost", zei moeder, met de bittere
achtervoeging: Bovendien voor ons te duur".
Niet alleen dat ze wijn" nooit geproefd had,
Annelies had zelfs nooit wijn" gezien, behalve dan
in de duistere, geheimzinnige omslotenheid der
f lesschen-in-ecn-wijn-winkel.
Alleen het edele en kostelijke op de wereld kon,
begreep Annelies wel, zóó bewaakt worden. En
wanneer iemand wijn" zei, of zij zelve van wijn"
las, ging vage ontroering door haar heen, die ze ook
voelde, als ze erg-mooie kleuren zag of erg-mooi
hoorde zingen.
Toen gebeurde het, dat ze op een keer Lientje
Berger, haar schoolvriendin, naar huis bracht, nadat
Lientje haar had toevertrouwd, dat haar vader dien
dag jarig was. Annelies mocht den stillen horloge
maker, achter zijn tafel vol wonderlijke schroefjes en
radertjes, graag, en ze wilde hem feliciteeren.
Dank je, kind", /ei hij hartelijk. Ga maar met
Lien mee naar moeder de vrouw, achter. Dan krijg je
een slokje wijn en een stukje tulband".
Hoorde Annelies goed: wijn"?
Was er iets edels en hoogs als wijn" in bet kleine
horiogemakersiiuisje, vlak bij de vischmarkt, waar de
stank van de visch nooit heelemaal te verdrijven was?
Waarom had ?/.-- dan nooit eerbiediger opgekeken
tegen 't huis en Lientje's vader en moeder, en
Lien/.elt'V.
.,(i.'! mee, zeg !" noodde Lien. Er, Annelies schoof
stil achter haar aan.
.,Moeder is in de keuken. Of we daar . komen
zitten".
., In de keukeu?"
..Ja".
,,Wijn" in een keuken .J !
Annelies begreep het niet meer. Maar /.e volgde
Lientje gedwee.
In de vierkante, zonnige keuken stond de moeder.
Ze sneed een witbesuikerden tulband aan zoo een,
als je er wel 'ns in een prentenboek zag -- niet cui
groot broodmes. Handig kantelde ze de plakken op
een schoteltje.
Toen nam /.<_? een donkere flesch. Wijn", dacht
Annelies, en voelde de vage ontroering van altijd.
Uit de flesch werden vlug een paar scheuten in twee
grove wasehtafeltumblers, die op tafel stonden,
geklokt. Wijn" zag diep-donker-rood. Rrrrrt, daar
verdween er een lepel vol suiker in. Toen werden t'e
glazen stuk voor stuk onder den gootstcenkraaii
gehouden. Haastig liepen ze vol, maar hun, als
bessensap schuimende inhoud, was valer en bleeker
geworden.
Val maar aan, jongens '" noodde gul de stem van
Lientje's moeder, kinderwijn en tulband, op vader s
gezondheid".
Annelies stond roerloos.
Wijn" in een waschtafelglas? Wijn" met een
straal koud leidingwa'er? ,,\\ ijn" in een keuken. . . . ?
KOII dat dan maar zoo?
ja, als dat /on kon, dan- wa< ..wijn" ook nooit
geweest wat ze er van gedacht had.
eleefdheidshalve zette /e 't glas met het kille
goedje aan haar kinderlippen. En er kwam een
bittere smaak van teleurstelling in haar mond.
DRINK WEINIG MELK
?naar goede melk, van betrouwbaar
GEZOND VEE.
KOFSTEDE OUD-BUSSEM,
KERKSTRAAT 187. TELEFOON 49344.