De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 12 juni pagina 1

12 juni 1926 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

irocnc ^mstertkiinmer zekblod -voor Nederland W. A. URBAN AUTOSTALLING Frankenslag 12 Handel in auto's en toebehooren TELEFOON - 50049 SCHEVENINGEN ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren: H. BRUGMANS EN TOP VAN RHIJN-NAEFF Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333 Uitg.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM «C.US R»T.O*T. TOE AND HEEL SocKs OPGERICHT IN 1877 No. 2558 ZATERDAG 12 JUNI 1926 HET VERDRAG A N GO R A VAN HET verdrag van Angora, dat inmiddels ook de goedkeuring van de Turksche Nationale Verga dering heeft verworven, zet een streep onder een kwestie, die drie jaren lang groot gevaar heeft opge leverd voor het behoud van den vrede tusschen Enge land en Turkije en die bovendien, zoo er een oorlog uit ware ontstaan, ook andere mogendheden daarin zou hebben betrokken. Sinds de vrede van Lausanne, in Juli 1923, was het gebied van Mosoel (in Mesopotamië', aan den bovenloop van de Tigris) een twistappel tusschen Turkije en het onder mandaat van Engeland staande Irak. Bij den genoemden vrede was aan de beide mogendheden overgelaten, tot een vergelijk te komen omtrent Mosoel; zoo deze onderhandelingen echter niet tot het gewenschte resultaat leidden, zou de Volkenbondsraad de grens tusschen Irak en Turkije vaststellen. Toen geen overeenstemming werd bereikt, kwam de Volkenbondsraad dus in actie maar in zeer lang zame actie. In October 1924 benoemde hij een com missie om zich ter plaatse zelf op de hoogte te stellen van de toestanden; van Januari?April 1925 bezocht zij het gebied van Mosoel; in Augustus d. a. v. ver scheen haar rapport in druk. Volgens dit rapport bestond de bevolking grooten deels uit Koerden en Arabieren, benevens een minder heid van Christelijke Assyrié'rs of Chaldaeërs en een nog geringer getal Turken. Deze samenstelling maakte het, naar het oordeel der commissie, ongewenscht .dat het gebied zou worden verdeeld; het moest in zijn geheel óf aan Turkije, of aan Irak worden toegewezen; in het laatste geval zou het mandaat van Engeland met 25 jaren moeten worden verlengd. Ook nu maakte de Volkenbondsraad echter geen haast met zijne beslissing. De omstandigheden drongen daar anders wel toe: de Turken beschuldig den de Engelschen, dat zij sommige streken in het betwiste gebied, die zich voor aansluiting bij Turkije hadden verklaard, door vliegtuigen lieten bombar deeren; omgekeerd legden de Engelschen aan de Turken allerlei wreedheden tegen de Christenbevol king van Mosoel ten laste. Het aarzelen van den Volkenbondsraad om door te tasten zal wel niet alleen een gevolg geweest zijn van de moeilijkheid om een billijke oplossing te vinden voor het nationaliteiten-vraagstuk, dat in de kwestie van Mosoel lag opgesloten. Ook andere belangen stonden daarbij op het spel, die sommigen mogend heden niet minder na aan het.... hart lagen. Het gebied van Mosoel bevat n.l. rijke petroleumbronnen; van Engelschen kant heeft men daar nooit den nadruk op gelegd; een blad als de Times wij hebben dit vroeger hier reeds medegedeeld vond het zelfs noodig, de berichten over dezen rijkdom als uitermate overdreven voor te stellen; desniettemin is het geoorloofd, te twijfelen aan de onbekendheid van Engeland met de economische waarde van het gebied, voor welks bezit het zich zooveel moeite heeft gegeven. Volgens geloofwaardige berichten zou het ook aan enkele groote mogendheden een aandeel in dezen buit hebben beloofd, om ze gunstig te stemmen ?voor een toezegging van Mosoel aan Irak. Voorloopig had het daarmee echter nog geen succes. Zelfs begon de Volkenbondsraad te twijfelen aan zijn eigen bevoegdheid om in de kwestie van Mosoel een bindende uitspraak te geven. Hij won daarover het advies in van het Internationale Hof van Justitie te 's ravenhage; dit stelde hem gerust: beide partijen zouden zich moeten houden aan een met eenstemmigheid zonder de stemmen van de betrokken partijen mee te rekenen genomen be slissing van den Raad. Deze viel nu eindelijk op 16 December 1925: het gebied van Mosoel werd aan Irak toegewezen, mits Engeland nog 25 jaren het mandaat over het laatstgenoemde land zou uitoefenen. Na 6 maanden zou deze scheidsrechterlijke uitspraak in werking treden. Turkije, dat reeds bij de voorafgaande onderhan delingen blijk had gegeven van zijn onwil om zich aan een eventueele ongunstige uitspraak te onderwerpen en zich dan b.v. ook niet had laten vertegenwoordigen bij de behandeling van de kwestie voor het Intern. Hof van Justitie, bleef, ondanks de beslissing van den Volkenbondsraad, zijne rechten op Mosoel hand haven. Zelfs scheen het zich gereed te maken om zijne aanspraken met geweld te doen gelden. Sinds geruimen tijd was er toenadering gekomen tusschen de regeering van Angora en die van Moskou; op den avond nog van den dag, waarop de beslissing van den Raad was gevallen, vertrok de Turksche vertegen woordiger uit Oenève naar Parijs, waar toen Tsjitjerine vertoefde; binnen enkele weken kwam er tusschen Angora en Moskou een verdrag tot stand, dat blijkens de openbaar gemaakte bepalingen ervan alleen de belofte inhield om niet deel te nemen aan een tegen den anderen contractant gerichten aanval, maar dat, naar algemeen vermoed werd, aan Turkije ook de hulp van Rusland verzekerde, wanneer het wegens Mosoel in oorlog met Engeland mocht geraken. Met de mogelijkheid van zulk een oorlog heeft men in het laatste jaar ernstig rekening moeten houden. Het kan de lezers van deze artikels bekend zijn, dat Engeland zich, voor deze eventualiteit, van de hulp van Italiëen Griekenland had verzekerd. Maar al behoefde het dus niet bevreesd te zijn voor een over wicht van Turkije's militaire macht, het had tal van goede redenen om zijn doel het bezit van Mosoel liever te bereiken langs den weg der onderhandelingen. In de eerste plaats zou een oorlog, te weeg gebracht door het mandaat over Irak, in Engeland zelf groote oppositie hebben ondervonden; er gingen daar voort durend stemmen op, die dit heele mandaat geen enkel offer waard noemden. Maar verder leverde een oorlog tegen de Turken al moge de regeering van Angora het dan bij de orthodoxe Muzelmannen hebben verkorven groot gevaar op voor Engeland's positie als heerscher over muloenen Mohanimedaansche onderdanen; ook de nationale partij in Egypte zou zulk een gelegenheid niet ongebruikt voorbij laten gaan. Het is aan de Britsche diplomatie, die reeds zoo dikwijls bewijzen van haar in langdurige praktijk verworven meesterschap heeft geleverd, ook ditmaal gelukt aan de tafel der onderhandelingen een groote overwinning te behalen. Reeds onmiddellijk na de uitspraak van den Volkenbondsraad had Engeland. bij monde van zijn minister van buitenlandsche zaken Chamberlain,zich bereid verklaard tot nader overleg met Turkije, opdat de ,.vriendschappelijke" betrek kingen tusschen beide rijken niet zouden worden ver stoord. Dit kon wel niets anders beteekenen dan dat het de pil van het verlies van Mosoel voor Turkije zou willen vergulden door een flinke schadeloosstelling in geld. Aanvankelijk scheen men te Angora daarop niet te willen ingaan; maar geleidelijk aan won daar de nei ging veld om het conflict niet tot het uiterste door |c DE GROENE AMSTERDAMMER P r ij s per jaargang/ 10.?bij vooruitbetaling Per No. 25 Cent. Advertentiên ? 0.75 per regel INHOUD: 1. Prof. Dr. G. W. Kernkamp, Het verdrag van Angora. 2. J. Haaitsma, In de gevangenis. 3. Mr. H. G. Koster, Want allen die het zwaard nemen.... Joh. Braakensiek, Oostenrijk ont slagen van de Volkenbondscontröle. 4. Herman de Man, Mallemeulenbewfging. 5. Dr. U. Huber Noodt, Lof der wanorde. L. J. Jordaan, Hindenburg en liet referendum. 6. Annie Salomons, Bijkomstigheden. 7. Dr. Jac. P. Thijsse, Uit Je Natuur. 9. Elis. M. Rogge, Voor Vrouwen. 10. H. J. M. Walenkamp Cz., Laren II- A. Plasschaert, Schilderkunstkroniek. 12. A. A., Mij. voor Letterkunde, met teekeningen door B. ran Vlijmen. 13. Prof. Dr. W. Martin, Jan Steen H. Scliotte, Camoedia. 15. Uit het Kladschrift van Jantje Jhr. Mr. H. Smissaert, Op den Econom. Uitkijk 17. Barbarossa, Uit den Gemeenteraad, met teeken. door B. ran Vlijmen. 18. Corn. Veth, Weleer en Nou Joh. L., Mijn Film Kunigra Nosalis, Rijm. 19. A H. van der Feen, Majesteit. 20. Charivarius, Charivaria Cel 2, Telefoontje. Omslag: Spelproblemen. Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Het t'erdrag van Angora. zetten. Op de schaal van Turkije kon het bond genootschap van Moskou niet opwegen tegen dat van Italiëen Griekenland op de schaal van Engeland. Ook vroegen Angora's berooide financiën meer om vrede dau om oorlog, en liefst om versterking. Die hebben zij nu gekregen. Bij het dezer dagen gesloten verdrag nog juist bijtijds voor de autori teit van den Volkenbond ! in de volgende week zouden de O maanden zijn verstreken, na welke zijn uitspraak in werking moest treden is, behoudens een geringe wijziging, de grens tusschen Turkije en Irak gebleven zooals de Volkenbondsraad die had vastgesteld; maar Engeland heeft den Turk een consolatieprijs gegeven: n tiende van de royalties, die de petroleum oplevert, is voor hem bestemd; na een jaar mag hij de gekapitaliseerde waarde van dit bedrag eischen. Zoo zal het dus vrede blijven in West-Azië; en het behoud van dien vrede zal worden verzekerd door een soort van veiligheidsverdrag, dat Engeland en Turkije zullen sluiten, waarbij dan van Engelschen kant aan den Turk het behoud wordt gewaarborgd van het gebied, dat hij thans bezit. Arme Mussolini ! Naar Klein-Aziëzal du? de Italiaansclie vlag niet worden gedragen. Der Mohr liat seine Schuldigkeit gefhan" de bedreiging van Italiëheeft den Turk ;.K-de weerhouden van den oorlog zal Engeland hem nu ook toevoegen: der Mohr kann geilen"? Zoo goedkoop zal het er vermoedelijk niet afkomen. Het zal Mussolini ergens tevreden moeten stellen maar waar? in Abessynië? of elders? De naaste toe kom»! zal het wel leeren. KERNKAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl