Historisch Archief 1877-1940
No. 2558
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
Kunsthandel D C, SANÏEE UNOWEER
Heerengracht 396 Amsterdam
Perm. Tentoonstelling van Schilderijen en Prenten
Raad zelf onmooglijk gemaakt. Het groote algemeene
nut wordt in den hoek gedrukt; en de kleinste, de
pieterigste eigenbelangetjes worden op den voorgrond
geschoven en soms warm verdedigd. Wat wil er bij
een dergelijken toestand terecht komen van een heil
zame werking eener schoonheidscommissie? De droe
vige resultaten blijven dan ook niet uit; en op ver
schillende voorname punten in deze gemeente ziet
men tweede- of derderangs werk ontstaan.
Zou er een beter bewijs voor te vinden zijn, dat het
hoogst en hoogst noodzaaklijk is en tijd wordt, al
thans de verplichte innige samenwerking tusschen alle
Qooische gemeenten van hoogerhand wetlijk te rege
len? Maar.... er zit geen schot in.
Om het maar kort en ronduit te zeggen: de Schoon
heidscommissies in 't Gooi, zooals ze nu voor elke
plaats afzonderlijk ingesteld zijn en hun ondankbare
taak verrichten, hebben geen kracht, geen prestige
genoeg. Zij handhaven zich zoo goed en kwaad dat
gaat, omdat zij gevoelen, dat het altijd beter is iets
dan heelemaal niets te bereiken; en voor deze meening
verdragen zij geregelde affronten.
In alle Gooische gemeenten ziet men dan ook nog
veel te veel half-werk" ontstaan. Op de eerste plaats
in de hoofdplaats Hilversum, vervolgens te Bussum,
Naarden, Huizen, Blaricum; hier meer, daar minder.
Laren, zooals gezegd, staat er nog het gunstigst voor;
doch overal is het nog vér van wat het zou kunnen en
moeten zij .n
Ik herhaal: wat in het Gooi, evenals overal elders
in ons land, ontbreekt, is een gewestlijke of centrale
schoonheidscommissie, saamgesteld uit mannen die
bewezen, een algemeenen kijk te hebben op de groote
vraagstukken; onbevooroordeelde pe'rsonen, bij wien
in ieder opzicht eenzijdigheid, modezucht, clubgeest
buitengesloten zijn.
Merkwaardigerwijze bestaat er reeds een Centrale
schoonheidscommissie voor het Gooi (menig lezer
zal dit reeds hebben willen opmerken). Juist! Doch
deze bestaande centrale commissie heeft slechts tot
taak, den Gemeentebesturen over algemeene zaken
van aanleg, uitbreiding en behoud van natuurschoon
te adviseeren. Bij de beoordeeling der projecten voor
den eigenlijken plaatselijken Woningbouw heeft zij
niets in 't midden te brengen; dit behoort tot het
gebied der onderscheiden kleine schoonheidscommis
sies, door elke gemeente afzonderlijk ingesteld.
'n Merkwaardige toestand zal men opmerken.
Inderdaad!
Indien er niet spoedig ingrijpende verbeteringen
totstandkomen, zal binnen enkele jaren, zoodra de
algemeene malaise overwonnen is, de luister van het
Gooi onherroeplijk tenonder gaan. Ja, dit ten hemel
schreiend feit zou zich alreeds voltrokken hebben, in
dien de groote algemeene stilstand dit niet voorkomen
had.
Treurig is 't, dit te moeten erkennen; maar 't is de
waarheid.
De malaise, de slapte in de landhuizen- en woning
bouw der laatste jaren allén heeft den toestand tot
heden gered, of, beter gezegd, het voortwoekerend
kwaad in zijn ernstigste uitingen gestuit. Doch zoodra
de toestanden ook maar even beter worden, zal een
algemeene bouwwoede over heel het Gooi losbreken;
een leger van uitsluitend eigenbelang zoekende bouw
ondernemers en speculanten ligt reeds jaren lang op
den loer. Deze kennen alle uithoeken en zwakke pun
ten, de aantastbare plekken der onderscheiden plaat
sen met heel hun omtrek, beter zelfs dan alle natuur
beschermers, schoonheidscommissies, enz. bij elkaar
De vangnetten zijn uitgezet, de vogelaars liggen ver
scholen; maar hun lokvinken kweelen en fluiten reeds
zacht allerw 7_> in land en bosch.
(Let hiervoor op de borden met: ,, Bouwterrein te
koop", overal verspreid, zelfs op de onverwachtste
plekken).
Zóó, en niet anders is op 't moment de algemeene
toestand. En niemand zal den onvermijdlijken onder
gang, als groot geheel genomen, van het nig
schoone Gooi, bestemd te zijn de tuin van 't hart
van Holland, verhinderen kunnen, indien niet van
hoogerhand, krachtig, met vaste har.d, spoedig
inge-grepen wordt.
Laren (N.H.).
*) Deze zin bevat een smeer voor den
Amerikaanschen schilder, nazaat van den bekenden
naaimachinekoning, die in 't begin van den oorlog naar Noorwegen
trok en zijn groot buitenhuis, ondanks den toen ook
hier heerschenden en nog heerschcnden, nijpenden wo
ningnood, gedurende meer dan 10 jaar leeg liet staan.
GRANDS VINS DE CHAMPAGNE
- POL ROGER & Cie,
Agent General: JAGER GERLINGS, Haarlem.
Naar een teehening van Co Breman
LAREN
GEZICHT OP DEN BRINK
SCHILDERKUNS
KRONIEK
TDOOR A. PLASSCHAERT
De onajliankelijken; Amsterdam. II
De invloed van Permeke op de jongste Belgische
schilders is zeer groot; zelfs deze tentoonstelling kan
den verder niet ingclichten beschouwer dat leeren.
Maar deze invloed gaal niet, zooals sommige invloeden
in Holland, tesaam met de vernietiging der persoonlijk
heid van de beïnvloede schilders; ik zou haast willen
schrijven, de zinnelijke, inatcrieele aard van de
Vlaamsche schilders, weerstaat, als een gezonde
eetlust, zulke vernietiging. Maar hoe gewis is die
invloed anderszijds, en hoe weinigen bezitten inner
lijke kracht en dracht genoeg om zulken invloed
rijkelijk te stoffeeren. Maar, dit aan te wijzen is voor
een ander artikel, tenminste niet gehecl-cn-al voordit
artikel, want ik wilde hier spreken over Mambnur.
De schilder Mambour is door drie belangrijke
werken vertegenwoordigd, en alle zijn figuurstukken,
schilderijen vol figuur. Ge vindt er de eigenaardige
groene kleur van Mambour, maar toch niet uitsluitend,
er is ook een roze. Maar wat hier toch treft in deze
kleur is het modéle der lichamen, dat sterk-rnndend als
dat van een beeldhouwer van drie afmetingen is. Dez?
sterke ronding is iets, dat ge bij Dérain vindt, en wat
sommigen Hollanders ais Charley Toofop niet vreemd
is; het is weer een reactie op het vlak-houden, dat een
tijd geleden meer usance was (misschien kwam dat
voort uit een verkeerd besef van het evenwicht op een
muur, al schilderend, aan te kwee ken !)
Maar - bij Mambour is de verwantschap met de
expressie, die een beeldhouwer geeft, toch verrasse
nelgroot. Dat zit hem volstrekt niet in die derde dimensie,
die bij hem zoo zichtbaar is, alleen. Het zit hem in
meer. Het zit hem zelfs in den aard van het oppervlak,
in de soort oppervlak, dat hij aan zijn figuren geeft,
en die ons doet denken aan liet gepolijste marmer,
aan het glad-geworden steen, aan de van leven
gespannen vastheid, die een beeld kan hebben, l let is
bij Mambour zoo sterk, dat ge moet vragen : is Mam
bour van wezen nog niet meer mogelijk als beeld
houwer?
Dit vragen bedoelt echter niet, hem zijn belangrijk
heid als schilder te ontzeggen.
Graphisch werk in Art i.
De subtielste en meest ironische geest van al deze
werkers in zwart-en-wit (ik moet eens een artikel
over hem alleen schrijven) is zonder twijfel S.Jessiinm
de Mesquita. En niet in de vertolking zijner
vlakgehoncien, zeer décoratief-gewilde dierentypes. Deze
zijn eigenaardig, maar niet lichamelijk genoeg; het
lichaam is niet volledig verwerkt in het vlakke, zooals
hij dat toch wel deed in een ijl, fijn teekeningetje van
een hertje (No. 24). In sommige dezer teekeningen
kunt ge echter de ironische waarneming (nog in den
dop !) ervaren, die in zijn phantasieën, No. 38, 40, 4\r
42 en 43 openbaar wordt, en is belangrijk. Daar isin
werkelijkheid een phantaisie te vinden, die mij door
ons tot nu toe leek onderschat, en daar is een psycho
logie te erkennen, van een aard in Holland niet over
vloedig aanwezig, terwijl het vlakke hier nadert tot
het ornamentale, wat een goede eigenschap te meer
be teekent.
Mesquita bezit dus verschillende kanten. Voor den
gewonen man zijn de dieren-weergaven het gemakke
lijkst te ervaren, maar subtieler van wezen en aard
zijn zonder twijfel de Phantaisicën.
Wat Selielfliout aangaat, ik heb bij sommige zijner
werken weer den toeleg ondervonden, en niet de diepe
spontane generatie, die een werk moet zijn. En daarom
zijn de curieuse werken soms even aangenaam om
tezien (door verdeeling) maar weerstaan zij het zoekend
oog niet en niet het zoekend hart, en blijken kil en
gewild vooral in de Christus-figuur. Het best is nog
het eenvoudigste: de fluitspeler (HM8). In enkele der
vrouwefiguren ervaart ge den invloed van Toorop's
Mie k Janssen-vertolk!ng.
.Als contrast tot den voorgaande geldt onmiddellijk
Dirk \'ijl(ind, den realist, die niet humor zijn figuien,
ge kunt niet zeggen spekt, want de figuren, die hij
zoo geeft, worden van zijn humor meestal ijl.
Dirk Nijland is zonder twijfel een der echte graphict
hier. En hij is goed vertegenwoordigd, wat ik van
\Venckebaeh (Noordwijkerhout) niet kan zeggen.
Wenckehach heeft in den laatsten tijd een aantal
lioulsneelen gemaakt (als illustraties bij spreekwijzen)
die dezen beeldhouwer-etser veel belangrijker geven
elan alles wat hier is. Maar.... Nijland is goed ver
tegenwoordigd ! Hij is dat door een zicht op de
/Jeetiwsche schorren, maar veel meer door de
Boerenbegrafenis (05) door een Visschei'lvgrafcnis (00), door
zijn dominé; fluitspeler; door een zittend heertje,
duur zijn Paartje, door zijn smokkelaars, en door ele
teckening van ele Begrafenis (uit l'J22). Daar is ele
humor, ele leukheid van den realist, en de humor
waarmee een goed-waarnemende l leillandsche boei
of visseher hel komische ontdekken kan in zulke
begrafenis etc. En terwijl Nijland in een schilderij den
samenhang <lu eieclen niet altijd erkent, die voort
moet vloeien uil het geheel, en in de lust het typeering,
om 'l type 'l schilderij vergeet, is in tot eenvoudiger
zwart-en-wii elil meestal niet hinderlijk, en is ele
,,kleur" zonder gevaar.
VERZUIMT NIET
DE ONAFHANKELIJKEN
STEDELIJK MUSEUM
Dagelijks 10?5 Zondags 1?5
N T R
F 0.3O.