De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 12 juni pagina 12

12 juni 1926 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2558 MAATSCHAPPIJ DER N E D E RL AN D S C H E Mei feekenin^en voor ,,de ^ ^==«--^^^^ ' f*~ ^^s j3$fÉSjls3j*' i'"'riir*"^E~-^^^\ J5& ^ \, 1 *? " ^^s»*^ jt ^?v -s \ X^3tó ** - f ?v**»*»*^ O^Sjfc %v ** "^ \ / 1&lteb&^~* ~ *L<*s* rwfe «V ?W / S^^wr^w- \ VW <?- J>. / ». ?kSj&.jo^^ * \^T^ /> l - i^ i ^> ^*V '- ,JL 4. ?^ - .-/y/i ? Xx\ ^^ss *s^'«. * / *k '? .> . ~?;tiM ,*> 't " ^^*K^» ?t J| «; ' '- l , v, l%* IV"*?^^ vï»^* <v 'rv^ l V > -- 3r ns^r ? * v.^- HH^aK ,w^4 x x-> .>-,- ,.^ v^^" ^- \ , "^ '^Tf "^f ''?-~^.'- -?.v\\?1 v ? j£^>. r^^^ -"-v^ " \ 7^-^ -' ^ VA, V-- /?"' *'. ^ // ??' \ ,-, r '' ' \ / , -C"^>^ ,#s. J i ( t M J& / ^***"' ^V ' ^ DR. ). VAN DAM DR. C. SERRURIER LETTERKUNDE Groene Amsterdammer ' door 73. van Vlijmen ./'' ' / . . ^ ' \ ter- ' t -<Nl«X V\\ x /, ,' '; ?? ''-W t,*-| .^Sr r v -^ / ^v / \ ^ :.- SV / fr" / ef V/ f 5 /' n / DR. J. HEINSIUS DE Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde" te Leiden is voor den gemiddelden Nederlander een ietwat geheimzinnig genootschap, iets als een deftige erftante in de provincie, die eens in het jaar haar familie ver zamelt, een prijs aan den knapsten achterneef geeft^n verder in betrekke lijke stilte haar wegen gaat. Oneerbiedigen hebben haar een oude tante genoemd, maar wie haar beter kent, acht dat geen beleediging: het is een tante met aardige, oude manieren en te midden van vele spektakels be waart zij den rustigen en arbeidzamen geest, die elk respectabel Nederlander in den grond van zijn hart zoo lief is. Haar vergaderingen zijn voorbeeldig. Men maakt er hoogstens enkel opmer kingen over mogelijke theoretische en DR. J. F. M. STERCK principieele bezwaren in herzieningen en wijzigingen van ,,de wet", over formuleeringen en zonden tegen de taal; over het practische heerscht sinds onheuge lijke jaren de volstrektste overeen stemming en het is sinds menschenheugenis nauwelijks gebeurd, dat eenig bestuursvoorstel niet aangenomen werd. En zoo is het op de honderd-en-zestigste vergadering gegaan. De brave oude grauwe zaal van het Nut" op een stil singeltje herbergt een goede honderd leden aan eindeloos lange en nette tafels; men zou, als men per lid een glaasje limonade en een krcntebol neerlegde, het voorspel van een schoolfeest meenen te zien. Maar de bloem van den Nederlandschen geest krijgt haar krentebol eerst in de pauze en zij zit voorbeeldig te vergaderen, jaar in, jaar uit, zooals er alleen op een honderd-en-zooveelste jaarvergadering van een oude maat schappij vergaderd kan worden: deftig, ernstig, principieel. De stadstuinman aan den overkant van den singel heeft precies op tijd onder de helder groene hoornen zijn witte en violette viooltjes geperkt: geen onvertogen leeg plantsoen leidt ons af. De schooljeugd mag even rumoerig protes teeren, achter de hooge ramen tegen zooveel eerbiedwaardigheid, maar zij vlucht in paniek, zoodra de Maat schappij maar even reageert middels een harer diena ren. Een argeloos wandelend Engelsch toeristenpaar ziet ons aan voor een enkele seconde; maar het begrijpt, dat zooveelplechtige ernst niet aangezien wil wezen en verdwijnt weer spoorloos. Ue Maatschappij ver gadert als het ware in een glazen huis, aan de straat; en geen Nederlander die haar stoort, geen L e i d s c h paard, zelfs voor een trouwkoetsje dat niet stiller zijn poolen optilt; men vergadert in het hartverheffend ge voel respect af te dwingen en iets te respecteeren.... Wat? De voortreffelijke rede van den voorzitter die ons recht in het hart spreekt en ons inscherpt, dat wij natio naal zijn en blijven willen, zonder tirelantijnenen nieuwlichterij?Ongetwijfeld! De correctheid van alle jaarverslagen, waarin beurtelings alle harten kloppen en ons wordt meegedeeld dat een geachte spreker dezen winter de uitdrukkingen dat hij hem staan heeft" en bont en blauw slaan" vooreen aandachtig gehoor heeft behandeld? Zeer zeker. Maar wij respecteeren, aan al deze lange tafels met roode en witte pioenrozen, waarover het Hollandsche licht fonkelt, ook wel degelijk, behalve onze eigen respectabiliteit, het karakter van de eerwaarde maatschappij, die zoo gedegen, zoo van smetten vrij, zoo nationaal en deftig in een niet te versmaden trant is. En wij PROF. DR. II. T. COLEM1RANDKR respecteeren het genoegen van een ver gadering die aangenaam vergadert. Wat te herkiezen is, herkiezen wij: waar principieel een draadje loshangt spreken wij lang en ijverig, tot de voor zitter ons mededeelt, dat het punt reeds aangenomen is, en als het tijd is koffie te drinken spre ken wij ook daar over niet meer. De koffie der Maatschappij is een van haar liefste vriendelijkhcden: hare leden krijgen ze om niet, mits gaders zooveel ka detjes met inalsch rookvleesch, jonge kaas en ham als men verbruiken wil. Ook de krentebollen zijn vrij, alsmede de halve fleschjes lager bier en dit jaar kregen wij per tafel een welgesuikerde tul band toe. Dal klinkt den intellectneelen hoogdraver kinderlijk: la ten wij eerlijk hebloem der Nederer een behagen in kennen dat de klinische geesten schept dat even eerlijk als aardig is. Een behagen, dat ons herinnert aan lang geleden koffiebezoeken bij grootmoeders, aan iets dat lief is en ouderwetsch en pleizierig; waarom. . . . ? Men benoemt commissies, men keert prijzen uit, uien kiest nieuwe leden, met een hartelijk applaus voor den prijs winnaar en een hoera'tje voor een nieuw lid als het Dr. Geelkerken is; men neemt de schoone literatuur twee prijzen van meesterschap in de negen jaar af ten bate van Taal en Letterkunde" en Geschied- en Oudheidkunde" en geen dienaar der schoone letteren vindt het erg, men ziet een lid een uiltje knappen en weet dan dat de dag ten einde loopt. Een vriendelijke stem verzoekt een vol gend maal naar oud gebruik de veeren pennen weer ter tafel te brengen; eenigst protest. De maaltijd volgt; men zingt er be minnelijke beurtzangen en als een onzer bekendste damesleden aanwezig is, na tionale hymnen. Eerst als wij weer bespeuren in het schemerduister dat Leiden's tram electrisch is, beseffen wij de ernst der tijden en de last van den haast, van de vele problemen, van het veel te ingewikkelde leven en den veel te veel verwaarloosden eenvoud en eenstemmigheid, waarvan de Maat schappij ons telken jare weer het goede voorbeeld geeft. ECn oude tante" zeggen hatelijke betweters, als wij haar prijzen. Maar inderdaad, wij komen laat in den avond i/-/- / l'ROF. DR. |. W. MULLER in Tjietjerksteradeel, .Amsterdam, Mellevoetsluis en Oosterbeek terug, wclvcrgenoegd en tevreden alsof wij een dagje op een koel ouderwetsch landgoed waren 1e gast, waar een wijze oude dame woont die ons eens ernstig heeft aangezien en wijs en kalmeerend toegesproken. En wij herinneren ons dan toch maar dat zij met eere oud wordt, tallooze be sognes en commissies regeert, een goede smaak in literatuur heeft, vaak uit nemend causeert en in stilte veel goed doet: een eerbiedwaardige oude dame. waar wij een volgend jaar weer met een stil pleizier onze visite gaan maken. onze vrienden gaan ontmoeten en on/.-.' krentebroodjes-om-niet gaan eten. Ach. ware de maatschappij als deze Maatschappij, welk een paradijs ! En dan zegt men nog dat geleerden en literatoren niet regeeren kunnen.... PROF. DR. PIL S. VAN RONKEL DR. R. VAN DF.R MEULEN HZN.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl