De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 12 juni pagina 2

12 juni 1926 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2558 IN DE GEVANGENIS DOOR J, HAAITSMA Directeur der strafgevangenis te Rotterdam T_T ET is een opmerkelijk verschijnsel, dat vooral * ?*? sedert de laatste jaren het gevangeniswezen in het algemeen en het gevangenisregime in het bijzonder de algemeene belangstelling trekken. Meer en meer toch is men gaan letten op de wijze, waarop de door de Rechtelijke Colleges uitgesproken vrijheidsstraffen in de daarvoor bij de Wet aange wezen gestichten worden ondergaan en, hoewel vooral door de ruime gelegenheid tot toelating van velen, die zich op het gebied der reclasseering bewegen, het geheimzinnige waas, waarin die strafinrichtingen tal van jaren zijn gehuld gebleven, aanmerkelijk is verijld, tóch vormen die groote gebouwen met hunne getraliede vensters, hunne hoogopgetrokken ringmuren, zware deuren en wat daarbinnen werkt en leeft, voor ettelijk velen nog een ondoorgrondelijk mysterie. Wanneer op den huldigen dag, gelijk heel vroeger wel eens het geval placht te zijn, op daarvoor gezette tijdstippen de gevangenissen hare deuren zouden mogen openen om aan het groote publiek de gelegen heid te bieden door bezichtiging van het interieur en wat dies meer zij, zijne nieuwsgierigheid te bevredigen, dan, maak ik me sterk, zouden tal van personen ,,van diverse positie" van die gelegenheid een gretig gebruik maken. En toch, hoe ontnuchterd zouden zij in vele op zichten worden ! Daargelaten dan de omstandigheid, dat een strafgevangenis a.h.w. een wereldje op zich zelve vormt. Wanneer zij echter zouden meenen daarin schepsels te ontmoeten, die opmerkelijk afwijken van de gewone menschheid, wat uiterlijk- zoowel als innerlijk heid betreft, hoe bedrogen zouden de toeschouwers uitkomen en hoe zou de teleurstelling misschien op veler gelaat zijn te lezen. Zij, die daar in die strafinrichtingen voor korteren of langeren tijd noodgedwongen moeten verblijven, zijn in doorsnee genomen, menschen vrijwel gelijk aan het meerendeel der vrije burgers". Misschien soms wat onevenwichtiger, wat impulsiever, wat minder berekend en, aan den anderen kant, wellicht zich meer blootgevend en niet zoo benepen als velen hunner voor-het-oog-van-vrouwe-Justitia niet ge vallen mede-menschen. En het treft mij telkens en telkens weer, wanneer ik die lieden hier spreek en bestudeer, hoe onder hen zijn verscheidenen, aan wie een zekere flinkheid, rondborstigheid en juist daardoor sympathieke karaktertrekken, naast hunne afwijkende eigen schappen, niet kunnen worden ontzegd. Wonderlijk raadsel van menschelijke psyche, warnet van goed en kwaad, wien is het gegeven die zielen te doorgronden, wie bezit de Hoogere macht te lezen in hunne harten? Wien lukt het in dien doolhof den weg te vinden naar de toch bij ieder menschenkind aanwezige kern van het betere-ik, vooral wanneer die kern is gepantserd door een dichte laag van velerlei ongerechtigheden? Een puzzle, welker oplossing ook den reclasseerders wordt voor gelegd ! Zoo menigmaal dan philosopheer ik' hoe jammer dat de betere eigenschappen niet op een andere, der wereld althans bevredigende wijze, zijn benut ge worden. Hoe geheel anders en gelukkiger zou hun leven zijn geweest; het heeft hun waarschijnlijk ontbroken aan de zoo noodige wilskracht om het goede te dcen ' zegevieren over het kwade. Voor hoeveel schade en schande zouden zij zijn bewaard gebleven. Laten wij dan ook niet téhard oordeelen over verschillende hunner labiele naturen als zij zijn maar eerder trachten hun wat meer ruggegraat en zelfvertrouwen bij te brengen. Mooie taak, weggelegd voor allen, die uit hoofde van ambt of als celbezoeker met hen in aanraking komen. Prachtig daarom ook het instituut der voor waardelijke veroordeeling, dat, ondanks hetgeen is gepasseerd, in meer en meer voorkomende gevallen, nog genade voor recht wil doen gelden, met dien verstande dat de overtreder zich onderwerpe aan wijselijk, en zuiver in zijn belang, gestelde voor waarden. Voorwaarden, voor zoover mij gebleken, met eenigen goeden wil en met vaak moreelen steun van een toezichthouder, heusch wel na te komen. Hetzelfde geldt, zij net dan ook niet met preven tieve werking, voor de voorwaardelijke invrijheid stelling, welke mogelijkheid, vergeleken bij 1886 en volgende jaren, heel wat is verruimd. Daarnaast moet het ieder welmeenende een gevoel van voldoening geven, te weten, dat zoo succes sievelijk en vooral in den laatsten tijd, in de strafgestichten is gekomen een geest van verzoening, van humaniteit, welke zonder daarom te ontaarden in laksheid of sentimentaliteit, toch den gevangenen het besef en de overtuiging moet bijbrengen, dat zij niet zijn nummers zonder meer, paria's der maat schappij, wezens aan wie door hunne misdrijven niets meer zou zijn te verbeteren.... Wanneer ik nu terugdenk aan de tijden, toen alles in de gevangenissen was even somber, kil en doodsch, grauw van buiten en stroef van binnen en ik vergelijk dien toestand met dien van het huidige oogenblik, dan moet ik met waardeering en warme sympathie verwijlen bij allen, die daartoe het hunne hebben bijgedragen. Niet dat de gevangenis momenteel zou zijn een ideaal-philanthropische inrichting; dat zal en moet zij mijns inziens ook nimmer worden, maar men is thans op den goeden weg om, naast vrijheidsberooving, welke toch voor menigeen op-zich-zelf reeds een zware straf is (lauwen en onverschilligen, wie het niets kan schelen of zij zijn opgesloten of niet, alles went per slot van rekening buiten beschouwing gelaten), verzachting van het oorspronkelijke regime aan te brengen. Den veroordeelde niet te stijven in zijne verbittering tegen alles wat gezag uitoefent, maar hem het gevoelen trachten bij te brengen, dat ook aan hem wordt gedacht en dat op zijne belangen van mensch-zijn wordt gelet, zonder daarom ook maar eenigermate in een ziekelijke overdrijving te vervallen. Dit laatste immers zou uit den booze zijn en niet opbouwend, paedagogisch werken, doch het doel, verbetering van den gevallene te betrachten, voorbij streven. De gevangenen mogen niet als troetelkinderen worden behandeld, dat zij verre ! (Ik heb expres het woord kinderen" gebezigd, wijl er zijn, wier teerhartigheid zoo ver gaat, dat zij gevangenen willen zien behandeld als groote kinderen). Het systeem moet zijn opbouwend, maar nochtans sober en het karakter van straf niet verliezen. Terwijl ik dit nederschrijf, is het nog geen uur geleden, dat ik heb bijgewoond het zangonderricht, 't welk onder de bekwame leiding van een hier ter stede populair dirigent of zijn assistent, con amore aan een 12-tal daarvoor speciaal uitgekozen gevan genen sinds eenige weken wordt gegeven. Bij de keuze dier aspirant-zangers is op antecedenten, aanleg, enzoovoort, in het bijzonder gelet. Het is dan ook een onderscheiding, dat zij daarvoor in de termen mochten vallen. Hebben zij van die les weder om genoten, ik zeker niet minder, al ware het slechts enkel door de animo en den ernst, waarmede zij hun taak" opvatten. Aandoenlijk is het vaak te hooren de antwoorden, welke men krijgt als men eens informeert, hoe die afwijking van het gewone regime hun bevalt. Allen enthousiast, opgewekt en bovenal.... dankbaar. Dankbaar voor het feit, dat zij zich, zij het dan ook maar n enkel uur per week, eens mogen geven. Zich uitleven in die eenvoudige, maar daarom toch met veel gevoel en warmte gezongen liederen uit den bekenden bundel: Kun je nog zingen, zing dan mee", van Veldkamp en De Boer. Of als daar zijn enkelen, wien door een vriendelijk belangstellend stadgenoot onderricht wordt gegeven in de elementaire begrippen van het edele schaakspel. Informeert eens naar hunne vorderingen en ziet dan die stralende oogen en die glundere gezichten, als zij u antwoorden, dat ze het al zoo'n beetje beginnen te snappen en zich in hun ledige uren verder be kwamen door het oplossen van eenvoudige schaakproblemen. Dan kunnen die volwassen, soms groote en stoere kerels, zoo kinderlijk naief en blij zijn. Straks zal het damspel ook wel zijn weg in de strafgestichten vinden. En nu moge een Nurks met minachtig voor derge lijk, in zijne oogen, sentimenteel gedoe de schouders optrekken, hij weet niet en kan niet bevroeden, dat juist door dergelijke nuttige gunstbewijzen bij menig een dier van de buitenwereld afgeslotenen, een ge voelige snaar in de ziel wordt geroerd en ontspannen. Nogmaals: wonderlijke, psychologische raadselen, welke die menschen in hun diepste wezen in zich dragen; zoo weinig is er soms noodig om hun beter-ik wakker te schudden. Ze zijn vaak zoo vatbaar voor een geringe attentie, gevoelig voor een goed, op tijd gesproken woord. En die zelfde lieden buiten? Dikwijls zoo onverschillig, n stuk bravour, of ook wel futloos en slap. Is het daarom niet toe te juichen, dat meer en meer de opvoedingsgedachte veld wint bij de strafuit voering? Geen verbittering kwee ken door star optreden, waar, met eenige tegemoetkoming, meerdere malen veel betere resultaten zijn te bereiken. Vóór alles echter, orde en tucht, niet voortgekomen uit vrees voor straf, maar gevoeld en begrepen als iets noodzakelijks, als van zelf sprekend. Ook dat is opvoeden. Hetzelfde geldt voor boetseeren, teekenen, samen stellen van legkaarten, puzzles, houtsnijder! en meer dergelijke afleiding. Daarin zit eveneens een paeda gogisch systeem. Het zijn alle voorrechten, of af wijkingen, zooals de Minister van Justitie die heeft genoemd, welke successievelijk kunnen worden verkregen. En dan het aankweeken van liefde voor de natuur in den vorm van bloemen, aquaria en vogels. Ontroerend is het, somwijlen te constateeren de genegenheid, waarmede de celbewoners ze verzorgen. Een enkel staaltje slechts uit vele: eenige jaren geleden is het hier voorgekomen, dat een man een groote zwarte spin geheel met zich vertrouwd had gemaakt. Het beestje kende zijn genoot en hij kende haar. Op een kwaden dag ziet een hulpbeambte, die van die verhouding onkundig was en bij afwezigheid van den bewoner zijne cel inspecteerde, het in zijne oogen BATENBURG & FOLMER (G. W. FOLMER) DEN HAAG, HUYGENSPARK 22 BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS MET SAFE-INRICHTING VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE INTERNATIONALE TRANSPORTEN ongure insect. Logisch gevolg: dooden. Toen de man na eenigen tijd in zijn kamertje terugkwam en het diertje, waaraan hij zich zoo had gehecht, platgetrapt op den vloer vond liggen, was hij ontroostbaar van smart en wrok. Later is dat verdriet natuurlijk weer geluwd, ofschoon hij er nog dagen over heeft getobd. De vrouwelijke verpleegden doen hier veel aan handwerken en maatknippen en tounen daarvoor vaak aanleg en ambitie te bezitten. Vriendelijke dames laten van hare belangstelling. daarin door toezending van kleine benoodigdheden wel eens blijken. Enkele bijzonder bevoorrechten mogen sommige weekbladen lezen, terwijl allen ter lezing ont vangen het Weekblad", speciaal geredigeerd voor de strafinrichtingen; velen maken van de gelegen heid gebruik, bijdragen daarvoor in te zenden aan de redactie te Veenhuizen. Bijdragen soms heel goed, doch ook veeltijds niet geschikt voor opneming; doch, wie meent iets ten beste te kunnen geven, wordt daartoe in de gelegenheid gesteld. Teleurstelling over niet opneming is wel eens het gevolg, want het gaat ook hier als in de maatschappij: Ieder ziet zijn uil gaarne voor een valk aan." Niettemin is de humor vaak kostelijk en de ernst aandoenlijk, juist door zijn eenvoud. De bibliotheek is goed voorzien en de onderwijzers houden zooveel mogelijk rekening met aanleg, be hoefte en smaak, zonder de algemeen gestelde regel? bij de verstrekking der lectuur uit het oog te verliezen. Particulieren verrijken die bibliotheek ook wel eens met eenige werken. Zij, die hun wensen daartoe te kennen geven, kunnen zich door zelfstudie, meteenige voorlichting, bekwamen in moderne talen, boekhouden, handels rekenen, enz. Zoo wordt dus ook de verdere verstandelijke ont wikkeling, naast het gewone lagere onderwijs, niet uit het oog verloren. Voor aankweeken van Godsdienstzin zorgen kerk gang, celbezoek van de Godsdienstleraren en jaarlijksche retraite speciaal voor de Roomsch-Katholieken. De Godsdienstoefeningen worden dikwijls opgeluis terd door het zingen van gewijde liederen, waarvoor verschillende zangers (zangeressen) zich gaarne beschikbaar stellen. Ook van zang- en muziekuitvoeringen, welke voor en na worden gegeven en van lezingen en voordrachten, al dan niet verduidelijkt door lichtbeelden, gaat een weldadige en opbouwende invloed uit. Treffend is het te zien, hoe de (voor het oog der wereld) meest: onbewogene die muziek en voordrachten volgt, daarin opgaat en daarvan geniet. Vrengdebliiempjes dun gezaaid, maar juist daardoor te meer gewaar deerd ! Het spontaan applaus is de beste dank, welke den executanten of den sprekers kan worden gebracht. Naast de mogelijkheid tot het lezen van vakbladen en het nemen van een abonnement op een sportblad, is ook eenigermate de gelegenheid tot het koopen van z.g. kantineartikelen uit het verdiende loon, verruimd geworden. Verdere verbeteringen van materieelen aard zijn ingevoerd, waaronder in zekeren zin ook valt, onder bepaalde omstandigheden, het gebruik mogen maken van een scheer-apparaat. Het familiebezoek vindt als regel plaats in nette, behoorlijk ingerichte kamers, waarin allen aan dezelfde tafel plaats nemen. Het toezicht geschiedt tactvol en niet stuitend. Zooals gezegd, in de cellulaire gevangenissen is doorgedrongen een meer humane, menschlieveiide geest, welke zijn terugslag vindt ook in het toezicht houdend personeel. Wat voor eenige jaren nog onmogelijk scheen, en naar het rijk der utopieën moest worden verwezen, is mogelijk geworden. Kon. Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER 6 Co. CVD GXB o-s DEN HAAG Gss <**> ^ AMSTERDAM - ARNHEM Verz. van Tentoonstellinggoederen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl