De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 12 juni pagina 5

12 juni 1926 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2558 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND LOF DER WANORDE DOOR DR. U HUBER NOODT Gérard Baitër, loge du désordre. Paris, Hachette, 1Q2Ó GEEN fijnzinniger, geen verfijnder boekje tevens is er nog verschenen in de aardige reeks ironische moraliseeringen, waar Hachette eenigen tijd geleden de uitgave van begonnen is. Allerlei ondeugden worden in die serie geprezen: lichtzinnigheid en coquetterie, snoepzucht en egoïsme. Bekende essayisten verleenden of beloofden hun medewerking. Zoo zijn het luchtige bundeltjes geworden, smaakvol gedacht en gedrukt. Opzet en uitvoering doen achttiende-eeuwsch aan. Maar tenslotte zijn ze vermakelijk en zonder venijn. Onder zijns gelijken neemt het laatstverschenen op stel een eigen plaats in. Want het is zeker het meest actueel en dartelt ongestoord om het felstbrandend vraagstuk der huidige Fransche politiek. De staat kundige oppositie beschuldigt de regeering van de Derde Republiek heftig en onafgebroken van gebrek aan stabiliteit, gebrek aan regelmaat, gebrek aan lijn. Tegenover de hopeloos verwarde parlementaire toe standen en de zeker niet minder troebele financiën en economie, heeft rechts en uiterst links gemakkelijk gelegenheid voor een overtuigd en soms ook over tuigend gebaar: dat (het bestaande stelsel) is de wan orde, dus de zwakheid, dus het onheil; wij (d.w.z. óf Maurras, of Valois, óf Taittinger dan wel Cachin) vertegenwoordigen de orde en bijgevolg de energie en het geluk. En zoo zou men het schematiseeren der staatkundige situatie kunnen beginnen met een streep dwars over het papier; twee groepen: orde en wanorde, systeem en handelen-op-goed-geluk-af. Wanneer nu Baué'r (die medewerkt aan de rechtsche Echo de Paris) loftuitingen komt kwinkelen als god Pan op het titelbladvignet , aan het adres der wanorde, dan zoeken we onwillekeurig naar een politieken ondergrond. Dien we trouwens al spoedig ont waren. Niet in de verhandeling zelf, maar in den opzet ervan, in het eerste hoofdstuk: Preambule, dat het meest doorwerkt, het diepst en het best geslaagd is. Aan tafel vertelt de schrijver aan de gastvrouw en een bejaard heer, dat hij bezig is met een Lof der Wanorde, van het gebrek in onzen aard, van onze machteloosheid de juiste vormen in acht te nemen bij onze verhouding tot de dingen. Hij zal, zegt hij, de politiek er buiten laten; want zong hij den lof van den communistischen staat, dan zou hij het tegenover gestelde van zijn taak volbrengen. In de maatschappij immers noemen de menschen orde dien staatsvorm, die hun het beste past. Zooals Bergson het heeft gedefinieerd :,,De idee wanorde zou voor het gemak der uitdrukking de ontgoocheling objectiveeren van een geest, die een orde aantreft, welke verschilt van die, waaraan hij behoefte heeft". Wat wij orde noemen eischt gebiedend zulk een symmetrie, zulk een auto matisme, dat politieke dogma's die haar aanvaarden, van een levend wezen een ding maken. Nu is de be staande orde verwekt door de revolutie, d.i. de wan orde, en de vroegere orde kan alleen maar worden hersteld door een nieuwe revolutie, dus eveneens door wanorde. Deze is dan, volgens Bonalds vermaarde definitie, een poging der maatschappij, om tot de orde terug te keeren". Zoo is de wanorde weldadig, maar onaangenaam tevens, daar de eenige aangename wanorde die is, welke men zelf schept en onbeperkt beheerscht.Door dit axioma is in de maatschappij iede re lof der wanorde uitgesloten. De verstandige burger ondergaat haar, maar schept haar niet, lijdt er onder, maar geniet er niet van, kan haar dus ook niet prijzen. Op die wijze wenscht de auteur dan ook van harte, dat er in den staat, waar hij leeft, de grootste orde heersene. Deze bladzijden zijn tegelijkertijd een verzwakking van het geheele essay. Baué'r schakelt het politieke element van zijn verhandeling uit, niet dan na het duchtig, en uitvoeriger dan mijn resuméaangeeft, te hebben besproken. Maar wanneer hij op staatkundigwijsgeerig gebied nu eenmaal een principieel aanhanger der orde is, dan kan hij deze denkwijze bij andere ge vallen niet zoo maar dadelijk over boord werpen. Wij zetten ons dus aan de lezing der andere hoofd stukken, nadat de auteur zelf 't ons eerst grondig heeft ingestampt, dat wij ze volstrekt niet au sérieux mogen of zelfs: kunnen nemen. Toch wil de geest van het boekje, dat men zich laat overtuigen, zij het dan ook voor een oogenblik, dat de schrijver oprecht is. Dit wordt ons nu wel heel moeilijk gemaakt, en de ver klaring aan het eind (,,lk geloot', dat ik u tenslotte zou overtuigen, terwijl ik toch slechts een neiging van me wilde vergoelijken uit hoogmoed en uit scherts") lijkt vrijwel overtollig. De voorkeur verdient het dan ook, het eerste hoofd stuk achteraan te plaatsen. Men kan zich dan geheel HINDENBURC EN HET REFERENDUM Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer door L. J. Jordaan HET adres voor prima PARKETVLOEREN tegen sterk concurreerende prijzen is FRED. MEIJER ~ Amsterdam v. Baerlestraat 160 - Tel. 25615 - Gev. 1908 ALS |E NIET GEVEN WILT TER WILLE VAX HET RECHT EN DE TRADITIE. DOE HET DAN L'[T DANKBAARHEID . . ." laten gaan bij het meedenken van het betoog, en tevens naar hartelust sommige algemeen-gehouden passages toepassen op politieke toestanden. Vergis ik me niet, dan is Bauër met zevenmijlslaarzen op weg naar wat men het fascisme" pleegt te noemen. Hoort zijn trots: ,,De wanorde is een onmiddellijke oplossing voor die wezens, die geen tijd hebben om zich te onderwer pen aan de dwingelandij der lagere soorten van orde !" Hoort zijn geestdrift: Maar het aanvaarden van de kans. de teekenen van moed en edelmoedigheid vindt men geregelder bij de menschen zonder orde dan bij de andere. Daarom misschien is de wanorde een gebrek der jeugd !" Zulke uitingen loopen volkomen even wijdig met de meesleepende phraseologie van jonge of jeugdige publicisten in Frankrijk en elders. Niettemin is de ' Eloge dn Déstirtlre gelukkig geen staatkundig schotschrift. Ik heb willen wijzen op die zijde van het boekje, omdat zij een strooming ken schetst, die alom, ten deele onbemerkt, ten deele on bewust, doorbreekt. Het gebied, dat de schrijver be handelt, is wijder, raakt het leven op velerlei terrein. Herder zou ik van een etude de niocurs willen spreken, beknopt en raak. Heerscht de wanorde niet overal en op alle manieren? Op de geheele maatschappij werpen wij een blik. Wij zien de oude juffrouw in de provincie. die eindjes touw verzamelt in een lade, en daar een papier opplakt met de woorden: liüiü/cs tiiu\r, die nergens tne kunnen dienen. Terwijl daarnaast ons ver klapt wordt, dat Maurice Barrès van den simpclcn iep, door Taine op den square des Invalides getoond aan een personage der Dcrueinc* als een type van l'etre Mim pur excellence, stoutmoedig, Uien hem dit op de historische plek zelf door zijn model, l'aul Bourget, HOTEL DESPAYS-BAS Wagenstraat 102 D E N HAAG. Rustig familieliotel. - - Kond en warm stroomend water op alle kamers. Aanhev. J. M. v. d. SANDE. verteld werd.... een plataan maakte. Een wan orde", die wel goed te praten valt '. Bauër is een meester van het woord. Zijn taal is soepel en delicaat. Zijn proza doet me denken aan dat van Lasserre of van Jules Lemaitre. Doch dit is van bijkomstige beteekenis, wanneer de inhoud niet daar mee in overeenstemming is. De gedachten zijn al even elegaul als de zinswendingen. En over lange jaren, als de voortschrijdende ver'.cdiniseering onzer cultuur de wanorde in het dagelijksch leven tot een onver standig anachronisme heeft gemaakt, en nis uit de staatkundige wanorde een nieuwe orde zal zijn ont staan, dan /.al men glimlachend op den auteur de woorden toepassen, die hij zelf heeft gevonden om zijn bewondering voor Barrès weer te geven: // r u MUIS ronilnkitinn de ces prusex de'ïordunnèex d'udmiruble^ seiihiilles (////' /ès'ei'unt et ciiiiiiiiiiiii'/iici'iiiit luir^teinpf uu //'r/v /<'(//> pai'fuins renuin'cle's. QQKTFRED:.IPOESK£ ZANDBLAD-StCARENd*n10cts.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl