Historisch Archief 1877-1940
No. 2558
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
LOF DER WANORDE
DOOR DR. U HUBER NOODT
Gérard Baitër, loge du désordre. Paris,
Hachette, 1Q2Ó
GEEN fijnzinniger, geen verfijnder boekje tevens
is er nog verschenen in de aardige reeks ironische
moraliseeringen, waar Hachette eenigen tijd geleden
de uitgave van begonnen is. Allerlei ondeugden worden
in die serie geprezen: lichtzinnigheid en coquetterie,
snoepzucht en egoïsme. Bekende essayisten verleenden
of beloofden hun medewerking. Zoo zijn het luchtige
bundeltjes geworden, smaakvol gedacht en gedrukt.
Opzet en uitvoering doen achttiende-eeuwsch aan.
Maar tenslotte zijn ze vermakelijk en zonder venijn.
Onder zijns gelijken neemt het laatstverschenen op
stel een eigen plaats in. Want het is zeker het meest
actueel en dartelt ongestoord om het felstbrandend
vraagstuk der huidige Fransche politiek. De staat
kundige oppositie beschuldigt de regeering van de
Derde Republiek heftig en onafgebroken van gebrek
aan stabiliteit, gebrek aan regelmaat, gebrek aan lijn.
Tegenover de hopeloos verwarde parlementaire toe
standen en de zeker niet minder troebele financiën
en economie, heeft rechts en uiterst links gemakkelijk
gelegenheid voor een overtuigd en soms ook over
tuigend gebaar: dat (het bestaande stelsel) is de wan
orde, dus de zwakheid, dus het onheil; wij (d.w.z.
óf Maurras, of Valois, óf Taittinger dan wel
Cachin) vertegenwoordigen de orde en bijgevolg de
energie en het geluk. En zoo zou men het
schematiseeren der staatkundige situatie kunnen beginnen met
een streep dwars over het papier; twee groepen: orde
en wanorde, systeem en handelen-op-goed-geluk-af.
Wanneer nu Baué'r (die medewerkt aan de rechtsche
Echo de Paris) loftuitingen komt kwinkelen als
god Pan op het titelbladvignet , aan het adres der
wanorde, dan zoeken we onwillekeurig naar een
politieken ondergrond. Dien we trouwens al spoedig ont
waren.
Niet in de verhandeling zelf, maar in den opzet
ervan, in het eerste hoofdstuk: Preambule, dat het
meest doorwerkt, het diepst en het best geslaagd is.
Aan tafel vertelt de schrijver aan de gastvrouw en
een bejaard heer, dat hij bezig is met een Lof der
Wanorde, van het gebrek in onzen aard, van onze
machteloosheid de juiste vormen in acht te nemen bij
onze verhouding tot de dingen. Hij zal, zegt hij, de
politiek er buiten laten; want zong hij den lof van den
communistischen staat, dan zou hij het tegenover
gestelde van zijn taak volbrengen. In de maatschappij
immers noemen de menschen orde dien staatsvorm,
die hun het beste past. Zooals Bergson het heeft
gedefinieerd :,,De idee wanorde zou voor het gemak
der uitdrukking de ontgoocheling objectiveeren van
een geest, die een orde aantreft, welke verschilt van
die, waaraan hij behoefte heeft". Wat wij orde noemen
eischt gebiedend zulk een symmetrie, zulk een auto
matisme, dat politieke dogma's die haar aanvaarden,
van een levend wezen een ding maken. Nu is de be
staande orde verwekt door de revolutie, d.i. de wan
orde, en de vroegere orde kan alleen maar worden
hersteld door een nieuwe revolutie, dus eveneens door
wanorde. Deze is dan, volgens Bonalds vermaarde
definitie, een poging der maatschappij, om tot de
orde terug te keeren". Zoo is de wanorde weldadig,
maar onaangenaam tevens, daar de eenige aangename
wanorde die is, welke men zelf schept en onbeperkt
beheerscht.Door dit axioma is in de maatschappij iede
re lof der wanorde uitgesloten. De verstandige burger
ondergaat haar, maar schept haar niet, lijdt er onder,
maar geniet er niet van, kan haar dus ook niet prijzen.
Op die wijze wenscht de auteur dan ook van harte,
dat er in den staat, waar hij leeft, de grootste orde
heersene.
Deze bladzijden zijn tegelijkertijd een verzwakking
van het geheele essay. Baué'r schakelt het politieke
element van zijn verhandeling uit, niet dan na het
duchtig, en uitvoeriger dan mijn resuméaangeeft, te
hebben besproken. Maar wanneer hij op
staatkundigwijsgeerig gebied nu eenmaal een principieel aanhanger
der orde is, dan kan hij deze denkwijze bij andere ge
vallen niet zoo maar dadelijk over boord werpen.
Wij zetten ons dus aan de lezing der andere hoofd
stukken, nadat de auteur zelf 't ons eerst grondig heeft
ingestampt, dat wij ze volstrekt niet au sérieux mogen
of zelfs: kunnen nemen. Toch wil de geest van
het boekje, dat men zich laat overtuigen, zij het dan
ook voor een oogenblik, dat de schrijver oprecht is.
Dit wordt ons nu wel heel moeilijk gemaakt, en de ver
klaring aan het eind (,,lk geloot', dat ik u tenslotte
zou overtuigen, terwijl ik toch slechts een neiging van
me wilde vergoelijken uit hoogmoed en uit scherts")
lijkt vrijwel overtollig.
De voorkeur verdient het dan ook, het eerste hoofd
stuk achteraan te plaatsen. Men kan zich dan geheel
HINDENBURC EN HET REFERENDUM
Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer door L. J. Jordaan
HET adres voor prima
PARKETVLOEREN
tegen sterk concurreerende prijzen is
FRED. MEIJER ~ Amsterdam
v. Baerlestraat 160 - Tel. 25615 - Gev. 1908
ALS |E NIET GEVEN WILT TER WILLE VAX HET RECHT EN DE TRADITIE. DOE HET DAN
L'[T DANKBAARHEID . . ."
laten gaan bij het meedenken van het betoog, en tevens
naar hartelust sommige algemeen-gehouden passages
toepassen op politieke toestanden. Vergis ik me niet,
dan is Bauër met zevenmijlslaarzen op weg naar wat
men het fascisme" pleegt te noemen. Hoort zijn
trots: ,,De wanorde is een onmiddellijke oplossing voor
die wezens, die geen tijd hebben om zich te onderwer
pen aan de dwingelandij der lagere soorten van orde !"
Hoort zijn geestdrift: Maar het aanvaarden van de
kans. de teekenen van moed en edelmoedigheid vindt
men geregelder bij de menschen zonder orde dan bij de
andere. Daarom misschien is de wanorde een gebrek
der jeugd !" Zulke uitingen loopen volkomen even
wijdig met de meesleepende phraseologie van jonge
of jeugdige publicisten in Frankrijk en elders.
Niettemin is de ' Eloge dn Déstirtlre gelukkig geen
staatkundig schotschrift. Ik heb willen wijzen op die
zijde van het boekje, omdat zij een strooming ken
schetst, die alom, ten deele onbemerkt, ten deele on
bewust, doorbreekt. Het gebied, dat de schrijver be
handelt, is wijder, raakt het leven op velerlei terrein.
Herder zou ik van een etude de niocurs willen spreken,
beknopt en raak. Heerscht de wanorde niet overal en
op alle manieren? Op de geheele maatschappij werpen
wij een blik. Wij zien de oude juffrouw in de provincie.
die eindjes touw verzamelt in een lade, en daar een
papier opplakt met de woorden: liüiü/cs tiiu\r, die
nergens tne kunnen dienen. Terwijl daarnaast ons ver
klapt wordt, dat Maurice Barrès van den simpclcn iep,
door Taine op den square des Invalides getoond aan
een personage der Dcrueinc* als een type van l'etre
Mim pur excellence, stoutmoedig, Uien hem dit op de
historische plek zelf door zijn model, l'aul Bourget,
HOTEL DESPAYS-BAS
Wagenstraat 102 D E N HAAG.
Rustig familieliotel. - - Kond en warm stroomend
water op alle kamers. Aanhev. J. M. v. d. SANDE.
verteld werd.... een plataan maakte. Een wan
orde", die wel goed te praten valt '.
Bauër is een meester van het woord. Zijn taal is
soepel en delicaat. Zijn proza doet me denken aan dat
van Lasserre of van Jules Lemaitre. Doch dit is van
bijkomstige beteekenis, wanneer de inhoud niet daar
mee in overeenstemming is. De gedachten zijn al even
elegaul als de zinswendingen. En over lange jaren,
als de voortschrijdende ver'.cdiniseering onzer cultuur
de wanorde in het dagelijksch leven tot een onver
standig anachronisme heeft gemaakt, en nis uit de
staatkundige wanorde een nieuwe orde zal zijn ont
staan, dan /.al men glimlachend op den auteur de
woorden toepassen, die hij zelf heeft gevonden om zijn
bewondering voor Barrès weer te geven: // r u MUIS
ronilnkitinn de ces prusex de'ïordunnèex d'udmiruble^
seiihiilles (////' /ès'ei'unt et ciiiiiiiiiiiii'/iici'iiiit luir^teinpf uu
//'r/v /<'(//> pai'fuins renuin'cle's.
QQKTFRED:.IPOESK£
ZANDBLAD-StCARENd*n10cts.