Historisch Archief 1877-1940
No. 2558
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
UIT DE NATUUR:
VOGELS VAN DEN HAAG
DOOR DR. JAC. P. THIJSSE
Het Haagsche Vogelboeh, Avifauna fiagana
Publicatie jVo. / van de Vereeniging voor
Vogelbescherming 's-Cravenhage en Om
streken. Uitgave van hel Neder/andsch
Instituut voor Handelsvoorlichting.
Scheveningen IQ26, 48 p.p. rijk geïllustreerd.
Prijs niet genoemd.
DE titel is wat weidsch, maar dat ligt nu eenmaal
in het karakter van onze mooie residentie. Het
boekje is er een van een reeks van vier of vijf, die
met elkander een beeld zullen trachten te geven van
de vogelbevolking en de vogelbeweging in en om
Den Haag. Het eerste deeltje, dat thans voor mij
ligt, handelt over de vogels van het duingebied
tusschen Den Haag en Wassenaar. Het tweede
deeltje zal geven de vogels van de bosschen om en
in de stad, het derde geeft een relaas over de weide
vogels tot Monster toe en in het vierde deel komen
de strand- en trekwaarnemingen. Als het goed gaat,
zullen er nog wel meer deeltjes moeten verschijnen.
Reeds nu kondigt de auteur van Noord al aan, dat
hij aan de meeuwenkolonie van Wassenaar nog een
afzonderlijke aflevering zal wijden. Eigenlijk, denk ik,
krijgen we niet zoozeer een Haagsch vogelboek" als
wel een reeks van Haagsche vogelboekjes en daartui
groeit dan mettertijd een Avifauna Hagana.
»< Ik denk dat de Haagsche Vereeniging met de uit
gave van dergelijke boekjes een zeer goed werk'doet
en juich het ook toe, dat zij er een bestendig karakter
aan verleent door de uitmuntende verzorging. Dit
eerste deeltje ziet er zeer aantrekkelijk uit. Het is
gedrukt op mooi papier, gelukkig niet te zwaar en
niet te glanzig, maar toch zoo, dat de vele fraaie
foto's onberispelijk zijn afgedrukt. Jammer alleen,
dat het formaat van sommige typografisch niet door
den beugel kan; daar had de drukker op moeten
letten. Fostma, Dietz, van Tinbergen, Gijzen, van
Beusekom, zij hebben prachtige genre-stukjes ge
leverd van de vogels in 't Haagsche duin.
Volgens dit boekje broeden er in de duinen en
bosschen tusschen Scheveningen, Wassenaar en den
Leidschen straatweg een kleine tachtig verschillende
soorten van vogels. Het aantal is nooit precies op
te geven, want er zijn altijd eenige soorten, die het
eene jaar wel, het andere niet opkomen. De roek en
de reiger schijnen uit dit gebied verdwenen te zijn,
de griel staat er ook slecht voor, van den duinpieper
werd slechts een nest waargenomen aan het
Wassenaarsche slag en zoo zijn er nog een paar soorten
zoo schaars vertegenwoordigd, dat een pessimist de
tachtig al heel gauw zou kunnen terugbrengen op
zeventig of nog minder. Een optimist daarentegen
zou de hoop kunnen uitspreken, dat in een zoo
prachtig landschap bij goede verzorging en organi
satie het aantal der broedende soorten wel op negentig
gebracht kan worden, evengoed als dit het geval is
in het Kennemerduin.
Het zou de moeite waard zijn, daarvoor te zorgen,
want den Haag begint te ontwaken. De auteur van
dit boekje, de heer J. Bouma zegt heel bescheiden,
dat wat zin voor natuurstudie betreft, den Haag
tegenwoordig wel de tweede plaats inneemt, na
Haarlem. Wel, er zijn onder de Haarlemmer jongeren
uitmuntende werkers, maar als ik zie, wat Schierbeek
bereikt met zijn onderzoek van Meyendel en wat de
Haagsche Vereeniging voor vogelbescherming doet
en wil doen, en wat daarbuiten nog door andere
Hagenaars wordt verricht, dan moet ik toch heusch
de eerepalm toekennen aan het Haagje.
Deze belangstelling komt net bijtijds. De om
streken van Den Haag behooren tot het mooiste,
wat er in ons land te zien is, zoowel door de
algemeene structuur van het landschap, als door de
bijzonderheden van zijn flora en fauna. Vijftig jaar
geleden was dat allemaal nog veel mooier en veel
rijker, doch slechts weinigen hadden er erg in. In die
halve eeuw is ontzettend veel verloren gegaan, soms
onvermijdelijk, soms onnoodig en onbedacht. Zoowel
ten noorden als ten zuiden van de stad zijn duinen
bebouwd en afgegraven en is het nog niet in beslag
genomen gedeelte veranderd in een woestenij, akelig
om te aanschouwen. Uitgestrekte landgoederen zijn
in het be/.it geraakt van bouwspeculanten in de
dagen, toen het gemeentebestuur er nog niet aan
durfde te denken om land aan te koopen buiten de
grenzen der gemeente. Oorlog en Financiën hebhen
het duin niet anders beschouwd dan als bodem,
ruimte en zand. En om het erge nog erger te maken,
is nu Wassenaar voor den dag gekomen met zijn
ergerlijk uitbreidingsplan, wegen leggende door het
J O S. HARTOG Opticien
Hoofdsteeg 17 Nobelstraat 28
Rotterdam Utrecht.
landgoed Raaphorst, door Oud-Clingendaal en andere
mooie landgoederen, die eigenlijk toch geen andere
bestemming mochten hebben dan die van ontspan
ningsoord voor de bewoners van een stad met weldra
een millioen inwoners. De parken voor die stad liggen
om zoo te zeggen kant en klaar in al die mooie
landgoederen, al die mooie duinen. Voor de woningen
is zeker plaats genoeg te vinden, zonder het aller
mooiste te _ verstoren.
Het is téhopen, dat de activiteit der Haagsche
natuurminraars de Overheid moge aansporen en
aanmoedigen, om in wijden krirg rondun de resi
dentie het natuurscl'don waardig te verzorgen.
l* Tot voor een paar jaar geleden heeft men in Den
Haag de vernietiging van het natuurschoon vrijwel
lijdelijk aangezien. Tegen de mishandeling van de
duinen en boschjes van Poot heeft indertijd de
afdeeling Den Haag van de Nederlandsche Natuur
historische Vereeniging geprotesteerd, doch zij had
destijds maar een zwak geluid. Thans wordt dat
anders; er komt meer moed en levenslust in de
Hagenaars en ook in hun gemeentebestuur.
Die levenslust eischt ruimte van beweging. Heel
aardig vertelt Bouma, hoe thans de Haagsche
vogelaars elkander al in den weg loopen, vooral in
het Wassenaarsche duin bij de kolonie der zilver
meeuwen: Je kunt er zoo vroeg niet komen, of je
treft er wel een paar menschen aan met foto-toe
stellen en kijkers, in de weer bij een of ander nest,
bezig een schuilhutje te bouwen of een toestel te
maskeeren. Of iemand komt op je afdraven, met het
verzoek, een bepaald boschje of valleitje links te
laten liggen, of een paar honderd meter om te loopen,
omdat daar een electrisch toestel bij een nest staat,
of een van zijn vrienden verdekt zit opgesteld."
Men vraagt zich af, of die groote belangstelling
ook schadelijk zou kunnen zijn voor de vogels. Wel,
ik twijfel er niet aan, of menig nest mislukt, doordat
het te veel bekeken of gefotografeerd wordt. Menig
nest heeft er ook geen hinder van. Wij moeten ons
verheugen over de belangstelling en tegelijk uitzien
naar middelen, om te maken, dat zij niet schaadt.
Het mooiste natuurschoon van de wereld is niets
waard, als er geen menschen zijn, om er van te ge
nieten en nu is het de taak van de natuurvrienden,
om er voor te zorgen, dat het natuurgenot en het
natuurschoon niet met elkaar in conflict komen
Daarom is het voor de vogelvrienden van belang
dat zij hun belangstelling niet beperken tot de nestjes
en de eieren, maar ook gaan letten op den /ang der
vogels, hun spel en dans, het lustige leven dor jongen
in het begin van de groote vacantie en de indruk
wekkende en geheimzinnige trekbewegingen. Hier
over hoop ik in de volgende deeltjes van de Avifauna
Hag.'ina veel (e vinden en de auteurs mogen «'el
beseffen, dat hoe heter zij hun taak vervullen, des
te meer kans er bestaat, dat hun studieveld. de
omstreken van Den Haag, nog mooier en rijker kan
worden.
4 P.K. 2-T ACT NERACAR voor f
DAT WIL ZEGGEN:
Met
ELEGTRISCHE VERLICHTING,
BALLONBANDEN,
Hoorn, nummerplaten en gereedschappen]
4 P.K. 4-tact BLACKBURNE
?775.
Tcchnisch Handelsbureau E. EKKER Jr, Hengelo, Tel 130,