Historisch Archief 1877-1940
iroene Amsterdammer
zekblad voor Nederland
W. A. URBAN
AUTOSTALLING Frankenslag 12
Handel in auto's en toebehooren
TELEFOON - 50049
SCHEVENINGEN
ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP
Redacteuren: H. BRUGMANS EN TOP VAN RHIJN-NAEFF
Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333
Uitg.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERD', AM
TOE AND HEEL
OPGERICHT IN 1877
No. 2559
ZATERDAG 19 JUNI 192'.
HET REFERENDUM IN
DUITSCHLAND
IN Duitschland worden de verkiezingen altijd op '
een Zondag gehouden; van gemoedsbezwaren
daartegen merk je weinig; op Zondag 20 Juni zullen
intusschen verscheiden millioenen kiezers van de
stembus wegblijven; maar dit zal niet geschieden bij
wijze van protest tegen de schennis van de Zondags
rust.
Wie a.s. Zondag geen gebruik maken van hun
stemrecht, zullen dit doen omdat zij het parool volgen
van de rechtsche partijen, die hun geestverwanten
hebben aangeraden geen deel te nemen aan de stem
ming over het voorstel om de bezittingen der vroegere
regeerende families verbeurd te verklaren.
Indien alle tegenstanders van onteigening zonder
schadeloosstelling" zich aan dit advies houden, zal
er van een geheime stemming geen sprake meer
wezen; het gaan naar de stembus zal dan immers
een bewijs zijn, dat men vóór verbeurdverklaring is;
wie daarvoor, ter wille van zijne broodwinning, niet
uit durft komen, zal thuis moeten blijven.
Tegen deze slinksche manier om het geheim van
de stemming op te heffen is dan ook in Duitschland
zelfs geprotesteerd door tegenstanders van de ont
eigening, die echter van meening zijn dat de kiezers
in vrijheid hunne stem moeten kunnen uitbrengen.
Er zullen dus a.s. Zondag ook wel briefjes met
,,tegen" uit de bus komen; maar verreweg de meeste
tegenstanders van het voorstel zullen den raad tot
onthouding wel opvolgen; de overgroote meerderheid
van hen, die opkomen, zal uit voorstanders van de
verbeurdverklaring bestaan.
Opdat er naar hun wil geschiede, zuilen zij het
echter tot ongeveer 20 millioen stemmen moeten
brengen dat is nog heel wat meer dan de 121/.
millioen stemmen, die in Maart 1.1. zich verklaarde
voor het voorstel, om het plebisciet te laten houden.
Dit aantal viel toen den conservatieven al danig
uit den gis; slechts 4 millioen stemmen waren noodig
geweest om het referendum aan te vragen; ook al
had men aan het bereiken van dit getal niet getwijfeld,
dat het zóó verre werd overtroffen, boorde den
monarchaalgezinden Duitscher toch een priem door
het hart.
Onder hen, die toen vóór stemden, zullen er echter
verscheidenen geweest zijn, die hiermede alleen maar
een waarschuwing bedoeld hebben. De onderhande
lingen over de schadeloosstelling waren toen nog
gaande; de mogelijkheid bestond nog, dat een
regeeringsvoorstel tot toekenning van een billijke ver
goeding een meerderheid in den Rijksdag zou be
halen; welnu, zoo zal menigeen gedacht hebben, hoe
meer stemmen het voorstel tot het houden van een
plebisciet over verbeurdverklaring verwerft, hoe meer
er de schrik zal worden ingebracht; de zaakwaar
nemers van de vroegere regeerende families zullen
begrijpen, dat zij hunne rekening moeten herzien;
de Rijksdag zal er door aangespoord worden om het
bedrag van de schadeloosstelling zooveel mogelijk te
beperken.
Wie gehoopt hadden dit effect te bereiken, zijn
echter bedrogen uitgekomen. Geen enkel voorstel tot
schadeloosstelling heeft het in den Rijksdag tot een
meerderheid gebracht; niet omdat meer dan de helft
der leden voor verbeurdverklaring was, maar omdat
men hst niet eens kon worden over het bedrag der
vergoeding.
Indien dit wél het geval ware geweest, /.ouden de
kansen van het referendum van a.s. Zondag veel
ongunstiger staan; thans echter, nu men alleen weet,
dat de regeering opnieuw een ontwerp aan den Rijks
dag zal voorleggen en, bij verwerping daarvan, tot
ontbinding van deze vergadering zal overgaan, moet
men rekening houden met de mogelijkheid, dat menig
kiezer, gedachtig aan zijn belastingbillet, liever zal
stemmen voor verbeurdverklaring dan de kans te
loopen dat later de schadeloosstelling veel hooger
wordt bepaald dan hij billijk of wenschelijk acht.
Want, als het referendum wordt aangenomen, is de
zaak afgeloopen; de Rijksdag kan dan het besluit
tot verbeurdverklaring niet meer ongedaan maken.
Niemand kan voorspellen, of op 20 Juni 20 millioen
stemmen zich ten gunste van een radicale onteigening
zullen uitspreken; zeker is alleen, dat zoowel vóór
als tegenstanders zich geweldig roeren; de laatsten
hebben zelfs de bisschoppen en de Evangelische Kerk
en Hindenburg tegen het referendum in het geweer
gebracht.
Twee gebeurtenissen hebben den ijver van de
republikeinen nog meer aangejaagd: de kwestie over
de rijksvlag, en de publicatie van een brief van
Hindenburg, waarin hij scherp partij kiest tegen de
verbeurdverklaring.
Zooals men zich zal herinneren, moest de
rijkskanselier Luther de vorige maand aftreden, omdat
hij een verordening van Hindenburg zooal niet uit
gelokt, dan toch had goedgekeurd, waarbij aan de
vertegenwoordigers van het Duitsche rijk in het
buitenland werd voorgeschreven naast de vlag van
de republiek: rood-zwart-goud ook de handelsvlag
te laten waaien: rood-wit-zwart, de kleuren van het
vroegere keizerrijk.
Kenteekenend nu voor de halfslachtigheid van de
Duitsche republiek is het, dat Luther als
rijkskanselier is opgevolgd door Marx, die zich insgelijks een
voorstander van de bedoelde vlagverordening heeft
getoond, ja, zelfs een veel minder conciliant stand
punt daarin heeft ingenomen !
Luther had nog beloofd, dat de verordening niet
dadelijk zou worden uitgevoerd en bovendien in uit
zicht gesteld, dat men er heelemaal van af zou zien,
wanneer men het eens kon worden over een zooge
naamde ,,eenheidsvlag". Desniettemin moest hij zijn
congénemen. Zijn opvolger heeft echter niet afge
wacht, of de vlagcommissie tot een resultaat kwam,
maar sommigen buitenlandschen vertegenwoordigers
van Duitschland reeds gelast om de handelsvlag te
voeren naast die van de republiek ! Om al te grooten
numarchistischen ijver in te toornen om b.v. te
beletten dat zij naast een reusachtige
rood-witzwarte vlag een miniatuur vlaggetje van de republiek
zouden uitsteken is echter uitdrukkelijk voorge
schreven, dat de handelsvlag precies even groot moet
zijn als die van de republiek ! Onpartijdiger kan het
niet !
Men ziet het: ce n'etait pas la peine assiirémcnt,
de changer de gouvernement ! Marx heeft het bij de
republikeinen nog meer verkorven dan Luther; en
geen enkel lid van zijn ministerie is hem wegens zijne
houding in de vlagkwestie afgevallen.
Nog meer ergernis heeft echter bij de republikeinen
de publicatie van den brief van Hindenburj> gewekt.
Deze had in een particulieren brief aan den minister
van Staat von Loebell liet voorstel tot verbeurd
verklaring een ,,inbreuk op de grondslagen van
moraal en recht" genoemd en hen, die er het initiatief
toe namen, beschuldigd van opzweeping van de
instincten der massa's".
INHOUD:
1. Prof. Dr. O. W. Kernkamp, Het referendum
in Duitschland.
2. Herman de Man, Mallemeulenbeiveging.
3. Prof. Ir. J. v. d. Bilt. De Electriciteitsvoorziening
van Nederland Joh. Braakensiek, Het refe
rendum.
4. H. J. M. Walenkamp Czn., Naarden uit zijn isole
ment verlost.
5. Mr. G. H. Arnhardt, Gepromoveerde portiers.
6. Annie Salomons, Bijkomstigheden.
7. Dr. Jac. P. Thïjsse, Uit Je Natuur, Henrik
Scholte, De Herbergierster.
Eüs M. Rogge, Voor Vrouwen.
Prof. Dr. J. Boeke, Ivans, met leekening door
B van Vlijmen A. Plasschaert, Schilderkunst
kroniek.
Mr. M. F. Hennus, Schilderkunstkroniek Con
stant van Wessem, Muziek L,. J. Jordaan,
Briand.
13. Paul Sabel, Het Gedenkboek v. d. Ver. v. d. Effec
tenhandel
Willem van Doorn, Nieuwe Engelsclie boeken.
L J. Jordaan, Bioscopy?J. D. Voskuil, Ten
toonstelling ,,De Sirkel".
17. Corn. Veth, Weleer en Nou H. Middendorp,
Boekbespreking Joh. L., Mijn Film?Kumgra
Nosalis, Rijm,
Alida's Croquante Croquetjes Frans Hulleman,
De Spin Uit het Kladschrift van Jantje.
S. Couwenberg, Von de Basken.
20. Charivarius, Charivaria Cel 2, Telefoontje.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Bij de Jan
Steenherdenking.
9.
10.
11
15.
16.
18.
19.
'Kersen1!
Pralines J
Bijzonder frisschef
genarnesmaa&f
, aan j
Ju cf>
Von Loebell had dezen brief willen publiceeren
maar de Vorwürts, die een afdruk er van in handen
kreeg, was er nog gauwer bij dan hij. Bij de heftige
discussies, zoowel in den Rijksdag als in de pers,
waartoe de/.e publicatie aanleiding gaf, bleek, dat het
plan van von Loebell om den particulieren brief van
den president der republiek algemeen bekend te
maken, niet zonder diens voorkennis was gevormd,
m.a.w. dat Hindenburg goedkeurde, dat er gebruik
van werd gemaakt om de kiezers tegen de verbeurd
verklaring op te zetten.
Niet het schrijven van den brief een ieder kon
weten hoe Hindenburg over het referendum zou
denken ! maar het toelaten, dat hij misbruikt werd
voor politieke bedoelingen, rechtvaardigt de beschul
diging, dat Hindenburg zijn constitutioneele plicht
heeft geschonden. Welk een misbaar zou er bij de
conservatieven niet zijn opgegaan, wanneer Lbert
nog president was geweest en had goedgevonden dat
een particuliere brief, waarin hij zich voor de ver
beurdverklaring uitsprak, als aanbeveling voor het
referendum diende !
..Onthoudt u bij het referendum van 20 Juni !"
staat thans in Duitschland overal te lezen op
aanplakbilletten mei het portret van l liiulenburg en een
uittreksel uit zijn brief aan von Loebell. Het is best
mogelijk, dat de meerderheid der kiezers dien raad
opvolgt; maar het getal onthouders" zou vermoe
delijk nog grooter zijn geweest, als Hindenburg had
gezwegen.
KEKNKA.MI'