Historisch Archief 1877-1940
10
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2559
(Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer" door
B. van Vlijmen)
IVANS
MR. DR. J. VAN SCHEVICHAVEN
DOOR PROF. DR. J. BOEKE
'T) E Redactie verzoekt mij, enkele woorden te
?'-' voegen bij het portret, waarmede zij ter ge
legenheid van zijn zestigsten verjaardag onzen
Hollandschen Conan Doyle wil huldigen.
Met hoeveel graagte voldoe ik daaraan! Niet alleen
uit persoonlijke vriendschap en dankbaarheid, maar
ook omdat ik weet, hoe talloos velen in den lande
elk woord van waardeering voor Ivans, uit hoe be
scheiden en onoordeelkundige pen ook gevloeid,
zullen toejuichen en beamen, zullen medevoelen,
omdat ook hun dankbaarheid voor wat Ivans hun
schonk, daarin wordt vertolkt.
Jaren ouder dan ik, was Ivans (hij was toen nog
onder den meer bescheiden naam van Jaapie"
bekend) reeds afgestudeerd, toen ik aankwam, maar
in ons dispuutgezelschap U.N.I.C.A., waarvan hij
een zeer gewaardeerd honorair lid was, leefde zijn
naam nog voort als een van die legendarische my
thische personen, wier heldendaden ons
jong-studenten inspireerden tot zwakke navolging. Bij een
lustrumviering placht hij zich dan te materialiseeren
tot een allergenoegelijksten, jong gebleven
oudstudent, die al onze fuiven met onvermoeibare
geestkracht tot het einde toe meemaakte. En zoo is
hij gebleven. Zijn haar moge, zooals uit bovenstaand
portret blijkt, door den tijd wat bepoeierd zijn ge
worden, zijn jeugdige energie en levenslust heeft hij,
niettegenstaande alle zorgen, die ook hem waarlijk
niet bespaard zijn gebleven, volop behouden.
Litterair was hij toen reeds op den voorgrond
getreden. Een tooneelstuk van zijn hand, Zons
opgang", werd met Bouwmeester in de hoofdrol, ter
gelegenheid ~van de troonsbestijging van onze Ko
ningin, in den Stadsschouwburg in Amsterdam op
gevoerd. Ook kleinere schetsen werden gelezen en
herlezen.
Maar toen kwam Ivans". Het eene boek na het
andere, mysterieus van afkomst, als de Waverley
novels ,,by the author of Waverley".
Die boeken werden gelezen, besproken, herdrukt,
uitverkocht, en eerst langzamerhand merkten wij,
dat onder dien schuilnaam onze oude vriend Jaap van
Schevichaven weer ten tooneele was verschenen.
Als Ivans" is hij populair geworden in den besten
zin van 't woord. En volkomen terecht. In dit genre
toonde hij zich van den aanvang af een meester. *»
Al dweepten wij als jongens met Sherlock Holmes,
VERZUIMT NIET
DE ONAFHANKELIJKEN
MORGEN ZONDAG
LAATSTE DAG
de schepping van Conan Doyle, al lazen wij later met
onverdeelde bewondering the purloined Letter" en
the Murders of the Rue Morgue" van Edgar Allen
Poe, den man, die alle latere schrijvers op dit gebied
ten voorbeeld heeft gestrekt, geen Hollandsch schrij
ver had het nog gewaagd een Hollandschen detective
roman te schrijven. Ivans waagde het en al dadelijk
met volkomen succes. Zijn eerste verhaal, waarin
O. G. en Mr. Hendriks voor het voetlicht traden, is
lang niet het minste van de lange reeks, die daarop
volgde. En het sloegin.Men hadzoo hetgevoel,dat'ter
nu eindelijk was, waar wij zoo lang op hadden gewacht,
de echt Hollandsche detective-roman. Men las en
genoot, en telkens moesten zijn werken worden
herdrukt. Het genre zelf eischt trouwens bijzondere
kwaliteiten. Het complot moet zuiver gesteld zijn en
goed in elkaar zitten, het moet zoo zijn, dat de lezer
als 't ware eerst op de laatste bladzijde merkt, wie
het gedaan heeft en dat hij gedurende het lezen liefst
telkens een andere oplossing voor de meest waar
schijnlijke acht, tot de laatste bladzijde hem de juiste
oplossing brengt. De details, die voor die oplossing
van belang zijn, moeten daarbij zoo aangebrachtzijn,
dat de lezer er niet over heen loopt, maar toch niet
zoo worden aangedikt, dat de harmonie van het
verhaal er onder lijdt. Het geheel moet spannend
zijn en blijven, frisch en aantrekkelijk.
Dat alles heeft Ivans op werkelijk rheesterlijke
wijze weten te verwezenlijken. Hij is welhaast onuit
puttelijk gebleken in het verzinnen van telkens
nieuwe problemen, telkens nieuwe verwikkelingen.
Dat hij een bijzonder goede vondst, zooals de tweeling
broeders in De Man uit Frankrijk" ook later nog
eens gebruikte, zal waarlijk niemand hem kwalijk
nemen. En daarbij zijn er nog tal van eigenschappen,
die zijn werk zoo bijzonder populair gemaakt hebben.
In de eerste plaats wel het echt Hollandsche karakter
van zijn werk. Mr. Hendriks is het echte goede type
van den Hollander, eerlijk, nuchter, gemoedelijk,
scherp waarnemer, kalm en zakelijk. Hij laat zich
niet meer dan noodig is meesleepen door de romantiek
van het geval, en blijft zichzelf gelijk tot aan het einde.
En al mag hij natuurlijk het complot niet direct zoo
helder doorzien als O. G., wij missen in hem toch die
zoo hinderlijke domheid van Dr. Watson, die niet
tegenstaande zijn jarenlange samenwerking met
Sherlock Holmes in elk nieuw verhaal weer laat
blijken, hoe bitter weinig hij van de methoden van zijn
grooten meester begrijpt, hoezeer zelfs de meest
duidelijke verbanden hem een raadsel blijven. Geen
wonder dat Sherlock Holmes dien man steeds als
quantiténégligeable beschouwde. Mr. Hendriks
daarentegen let ter dege goed op, en komt dikwijls
G. G. met scherpzinnige waarnemingen te hulp, al
stuurt hij ook wel eens de boel in de war, wat wij hem
bij zijn eerlijkheid en gemoedelijkheid evenwel nooit
kwalijk nemen. En G. G. zelf, wat heeft Ivans van
hem een aardig type weten te maken, met zijn scherpe
deducties, zijn plotseling omzwaaien en eerlijk
erkennen van ongelijk, met zijn zwakheden en ge
breken (het verraderlijke rukje van het achterhoofd!)
en zijn volkomen betrouwbaarheid. Als wij in moeilijk
heden zitten, wij zouden G. G. er bij willen halen om
ze op te lossen.
Wat verder in al zijn werk zoo te waardeeren valt
trouwens, zij die hem persoonlijk kennen, weten
wel dat dit niet anders kan is, dat hij altijd de
volkomen gentleman blijft. Zijn werk ontaardt nooit
in prikkellectuur, nooit gaat de beschaafde toon
verloren, nooit daalt het niveau van handeling,
dialoog of waarneming onder de streep. Wat helaas
niet voor alle boeken, zelfs voor jongensboeken geldt.
En ten slotte weet hij altijd de locale kleur in zijn
werk vast te houden. Bereisd man als hij is, kan hij
zijn personen steeds laten optreden in een omgeving,
die hij door eigen aanschouwing kent. Het spook
van Vöröshegy kon alleen worden geschreven door
iemand als hij, die Hongarije door eigen lang verblijf
goed kent. En zoo bezitten zijn beschrijvingen die
eigenaardige charme van het zelf doorleefde, van
het werkelijk geziene, die in menig ander werk wordt
gemist.
Zoo is Ivans geworden tot den populairen Holland
schen schrijver, den man, die een geheel aparte plaats
in onze schrijverswereld inneemt, wiens naam bij
talloozen in den lande de herinnering aan vele genot
volle uren te voorschijn roept, en het zal ongetwijfeld
zeer velen met mij verheugen, dat wij, dank zij het
initiatief van den heer Ariens Kappers, in staat zijn
hem op zijn 6()sten verjaardag een blijk van onze
groote waardeering en van onze dankbaarheid voor
wat hij ons geschonken heeft, te kunnen geven.
Utrecht, Juni '26.
VERTAALDE BOEKEN
LUCIANO ZUCCOLI, Munocla. Vrij naar het
Italiaansch door Ellen Forest. Amsterdam, F. N. van
Kampen en Zoon.
CLARENCE E. MUI.I-OKD, Cussidy komt.
Cowboyroman uit het Amerikaanse!] vertaald door J. H.
Akkermans..Zeist, J. T. Swartsenburg.
CLARENCE E. MULFORD, Het Weeskind.
Cowboyroman uit het Amerikaanse!] vertaald door J. H.
Akkermans. Zeist, J. T. Swartsenburg.
SCHILDERKUNST
DOOR A. PLASSCHAERT
Arti, Amsterdam. Etsen, etc
Het moet voor Alma langzamerhand een, zóó niet
benauwend dan toch wat beklemmend gevoel worden-,
dat hij, die zich voor de wandschildering voorbereidt
en voorbereidde, en wiens uitdrukking der dingen
steeds gebaseerd is op de versiering van het muurvlak.
steeds dat muurvlak niet krijgt; steeds zich moet
behelpen met schilderijtjes en met houtsnee etc., en
steeds dus niets kan bewijzen in zijn eenvoudige vol
heid; steeds ietwat schematisch blijft in de uitdruk
king van een geheel, dat op een muur gewijzigd ge
bracht, de kracht zou krijgen van een natuurlijke
functie. Ik bedoel hiermee niet te constateeren, dat
Alma's muurschildering het werk zou overtreffen van
een aantal anderen, die openbare bewijzen gaven van
hun kunnen, en begrip, en phantaisie, maar ik wit
hiermee zeggen, dat het oordeel over den schilder
Alma steeds gehandicapt zal blijven, tot het stads
bestuur van Amsterdam hem een kans geeft, een
muurvlak, of een vertrek, hem overlaat ter versiering
Want wij kunnen nu vermoeden, dat hij dit betei
zal doen dan sommigen, sober, gewisser, maar de
zekerheid daaromtrent is niet te verkrijgen, dan na
Alma's uitgevoerde muurschildering, die een ver
tolking zal zijn van zijn eerbied voor den arbeid, e;
van /.ijn hor.ie tegenover hen, die niet werken, al vree?
ik soms, dat hij onder arbeid alleen die der handen
zou vereeren. Maar dat is voor het stadsbestuur van
Amsterdam geen reden hem te passeeren; Amsterdam
is een totale stad, een complete stad, en zij, zulk een
stad, kan een muurschildering aanvaarden, die slecht?
een deel van haar Activiteit vertegenwoordigt. Uit
het voorgaande volgt van zelf, dat ik de houtsnede
op Arti bezien heb met de hoop op bovengenoemde
gebeurtenis (de gegunde muurschildering !) en dat,.
zóó ik daarvan het landschap (1), de Krantenlezer (2),,
de Bouwers (9), de Balkensjouwers (14) en het
curieuze een Huis (13), een naieve voorstelling, noem .
deze mij meer zekerheid gaven over zijn mogelijkheden
als muurschilder. Wat Alma nu toch maakt is vóór
studie ; het werkelijk feit moet nog komen.
Veldheer heeft meer den aard van een artisan" dei
graphische kunsten, dan dat hij een rijk-bewogen.
kunstenaarschap vertoont, en hij heeft van dien
artisan dat meer bij dezen voorkomende, dat deze
zich soms als het ware op wil wringen boven een hem
gestelden grens, en een grooter allure wil vertoonen
dan zijn beenen hem toestaan. Deze graphicus is hier
vertegenwoordigd door houtsneden, litho's en
teekeningcn, waarin hij soms wat japaniseert zonder 't
werklijk-japansche te bezitten. Veldheer is een degelijk
houtsnijder, die een uitstekend docent zou zijn, ook
door zijn hupsch karakter, en die het wezen van hè!
materiaal genoeg geniet om dat zijn leerlingen bij t L
brengen, zooals Osw. Wenckebach, zoon van een
medicus, en zelf verzot op d'anatoniie, mij aange
wezen lijkt ns een kundig akademieprofessor te
kunnen zijn. Maar is Veldheer dat, een eerbaar-bezig
mensen, hij mist die gave van den kunstenaar, die zóó
groot is, dat zij op erkenning moet wachten, zóó zeer
toch bevreemdt zij de menigte. Veldheer is der massa
'niet vreemd (ge zoudt kunnen zeggen: niet vreemd
genoeg !) en toch wil hij in sommige werken (is dat
dat hijzelf een tekort voelt?) deze massa, deze menigte
vreemd zijn. Dan ontstaan die groote composities.
die boven zijn vermogen liggen, en waarvoor hij
innerlijks mist, tragisch of dramatisch accent. Dal
laatste vindt ge wel in het graphisch werk, soms, van
Willem de Zwart, den impre^ionisi, maar niet hier bij
Veldheer; hij is daarvoor te trouwhartig tegenover de
groote bewegingen van 't leven of van den geest.
Daar-naast heeft hij echter zijn nut: dat is een goed
getal menscnen, zij 't op ietwat eentonige wijze, het
typische der oude stadjes en hun détails bij te brengen
en is dat geen Hollandsen realisme van aanvaardbare
neiging?
B. Esscrs' werk bezit geheel andere elementen; het
is voor een bepaalde groep; dit is voor mij niet
synoniem met voor de Weinigen", al is het werk
misschien voor weinigen. Het is archaiseerend met
smaak en phantaisie, dat beteekent dus: dat het
litterair is (aanvaardbaar dus voor de litteraturen als
literator) dat het sensueel is, en dat het, ge zoudt
kunnen zeggen, liet werk van een graphischen dandy
is. Dit zijn elementen, die het werk sterk verband doen
houden met andere dan de picturale uiting,
wanneer ge deze als een natuurlijke opwelling ten
eerste aanvaardt. Ksser's werk is een werk vol toeleg
en vol souvenirs aan wat andere perioden maakten;
alles wat het b.'vat is meer van een zwierigen geest
dan van een rijk getroffen hart; zelfs de sensualiteit
er in heeft een cerebralcn inslag, al mist ze de schrille
spanning van Karel de Néree's werk. Esser is aan
gewezen als illustrator voor die werken, die als ken
merken vertoonen een zekere afzonderlijke houding
tusschen hun tijdgenooten, een afzondering daarvan,
en die, van wezen retrospectief, de zinnelijkheid meer
hersenziniielijkheid zien dan openbare dwang van liet
bloeiend lichaam.
J. S. MEUWSEN, Hofl. A'dam?R'dam?Den Haag.
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND