De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 19 juni pagina 16

19 juni 1926 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

16 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2559 B I O S C O P Y DOOR L. J. JORDAAN EEN BEZOEK AAN DE PARIJSCHE AVANTGARDE" ,,De Cinéma des Ursulines" \X7" ANNEER je den overigens alwetenden Pav* rijsenen taxi-chauffeur te kennen geeft, naar de Cinéma des Ursulines te willen rijden, dan zegt-ie Connais-pas !" en hervat zijn meditaties het aan je beleefdheid overlatend hem nader in te lichten. Ook de dienstvaardige hotel-portier kan je tientallen bioscopen opnoemen, maar van de Ursulines" heeft-ie nooit gehoord. Zoo bleef mij dus niets anders over, dan naar de Rue des Ursulines een zijstraat van de Rue Oay-Lussac te rijden en zelf uit te vinden, waar zich deze cinéma des avant-gardes verschool. Nu is over het algemeen het uiterlijk schoon der Parijsche ciné's niet om over te schreeuwen en de interieurs, voor zoover ik ze zag, zijn op een enkele uitzondering na, vrij armoedig en goor. In zooverre een getrouwe afspiegeling van het groote bioscoopleven, dat den indruk maakt, in de ville-lumière verre van geavanceerd te zijn. Men vreet er meer nog dan hier-?met de grootste gelijkmoedigheid rijp en groen door elkaar en ik zag op een der voornaamste boulevard-theaters met veel ophef de ten onzent jammerlijk gevallen en bijna vergeten Pola Negri-film Males" aangekondigd terwijl een andere groote bioscoop pronkte met Watt en Half-Watt", het twijfelachtig komieken-paar, dat in onze eerste lichttempels nog steeds niet vermocht door te dringen. De Swanson's en de Talmadge's tieren er minstens zoo welig als bij ons en de film Rêves et Hallucinations" avec Conrad Weidt et Bernhardt Goëtzke" bleek bij nader inzien geen spoor van Goëtzke" te bevatten, maar door... Reinhold Schünzel te zijn gespeeld?een enormiteit, die in Holland stellig niet mogelijk zou zijn. Kortom het film-leven maakt den indruk, veel sterker dan bij ons, nog op het niveau van ordinair kermis-plezier te staan en zooals ik reeds zei de inrichting dertheaterss, die ik zag, is hiermee volkomen in overeenstemming. Het illustere etablissement, waar de meergemelde film avec Conrad Weidt et Bernhardt Goëtzke" ging een vrij groote cinéaan den boulevard Bonne Nouvelle was inwendig niet veel meer, dan een boerenherberg-zaaltje. De scène vertoonde een fries van ruwe, op linnen geschilderde poppen en de loge's waren nauwe houten hokken met een paar kreupele stoelen er in. Het eenige comfort bood de W.C., die je op den reuk af kon vinden.... ! Zoo was ik dus niet al te verwonderd, toen de cinema des Ursulines zich aan mij voordeed als een verveloos en vrij smerig particulier huis, waar niet alleen films vertoond, maar ook kamers verhuurd werden. Een plakkaat aan de muren, riep de intellectueelen en studenten van het Quartier Latin op, de Cinema des Ursulines te steunen, die zich ten doel stelt de schund te weren en alleen de werkelijke filmkunst te brengen. Ik was dus terecht en weldra ontdekte ik een pro gramma, dat de film aankondigde, die ik reeds zoolang zocht: Opus 11 un film absolue de Walther Ruttmann". Het zaaltje was der traditie getrouw kaal en onherbergzaam, maar het programma daarentegen om van te watertanden. Stel u voor geen variété-ellende en geen irri teerend advertentie-gedaas ! Geen bijprogramma' met komische Fordjes en crèpe Georgette ! Geen stamelende conferencier en geen voetbal-opnamen uit den staat Ohio ! Alleen film film en nog eens film.... maar van het eerste tot het laatste nummer belangwekkend en goed. Het opende met Cinq minutes avant la gnerre", een serie journaal-opnamen van omstreeks 1910, en niets stemt nadenkender, dan te zien, hoe wonderlijk antiek een tijd aandoet, die zoo kort achter ons ligt. Het is eenvoudig een andere wereld, waarin deze brave menschen met hun kolossale hoeden, lange rokken en buitensporig getailleerde jassen leven en het kost de grootste moeite te realiseeren, dat je daar zelf tusschenin hebt gescharreld met een platte, breed-gerande matelot en een voor-historischen knevel. Na een voortreffelijke film documentaire" uit Nederlandsch Indië, kregen we een drama, eveneens uit den begintijd der cinematografie. Ik heb naar ik meen o.a. bij het jubileum der Nordisk-film reeds meermalen aangedrongen op de reprise van dergelijke werken en het is frappant, dat deze ernstige beoefenaars der film-kunst, dit eveneens als buiten gewoon nuttig studie-materiaal beschouwen. Het bleek een liefdes-drama a grand spectacle te zijn en de vergelijking van deze super-film van twintig minuten lang met onze celluloid-dreadiiuughts ITUYNENBURG wuvs JSCHILDERSI van tegenwoordig was allerinteressantst. Niet alleen om de primitieve techniek en den kinderlijken inhoud maar vooral om de machtige innerlijke omwenteling, die zich bij het lichtspel blijkt te hebben voltrokken. De intrige was zeer eenvoudig: De schitterende Don Juan, die aller vrouwen harten steelt een aanval waagt op de deugd eener getrouwde dame en flagrant délit door den echtgenoot gesnapt en als een verachtelijke lafaard aan de kaak gesteld en ter deure uitgewerkt wordt. Ziedaar het gegeven, dat in al zijn simpelheid den grondslag is voor vele dramatische liefdesconflicten van oude en nieuwe tijden. Een van de eerste dingen, die in dit oude werkje worden gemist, is de.... auto ! Bij zoo'n reprise uit de oude doos, merk je eerst recht welk een belangrijke rol, de grimmige mechanische god onzer dagen: de machine, speelt in het maatschappelijke en psychische leven van dezen tijd en (in onafwijsbare conse quentie daarvan) in zijn artistieke uiting. Het jagende tempo, de nerveuze onrust, de flitsende alomtegen woordigheid zijn nu eenmaal van onzen tijd en vinden hun natuurlijke weerspiegeling in het film-spel. Men 'kan dit betreuren en dienovereenkomstig klagen over vervlakking" het feit valt niet te loochenen, dat de gemoedelijke stijve bries der oude windmolens heeft plaats gemaakt voor den radio-aether, en wij zullen ons alle archaïstische elegieën ten spijt ook geestelijk hebben aan te passen bij het rhythme der komende ktiltuur. De auto alzoo, mankeert en daarmee de universali teit en gelijktijdigheid" der moderne film. Alle gebeuren neemt behoorlijk zijn tijd en beweegt zich als een slak in hetzelfde milieu. Maar het merkwaardigste is de opvatting van het spel". Dit is wel echt en degelijk het gefotogra feerde tooneel". De spelers hebben nog geen notie van de intensiteit en de subtiliteit, die de close-up" biedt. Zij gaan zich te buiten aan armzwaaien en boezemjagen, slaan zich voor het hoofd en wankelen, .... kortom, bedrijven een emotic-gymnastiek, die buitengewoon lachwekkend aandoet. Het is wel ken merkend voor de ontwikkeling der cinematografie, dat zoo'n drama, waarnaar het gewone bioscoop publiek twintig jaar geleden in vollen ernst keek, door diezelfde menschen tegenwoordig als een voor treffelijke parodie zou worden beschouwd. Tenslotte de Ruttmann-film. Ruttmann is een schilder, die zich in het cinematografische vraagstuk heeft verdiept, evenals Fiitz Lang, Hij was zelfs diens medewerker in de Nibelungen-film en de merkwaar dige en schoone Droom" van Kriemhild (de Arend en de Duif) was zijn creatie. Hij heeft zijn opvatting van het bewegende, expressionistische beeld, dat in het Nibelungen"-fragment reeds tot uiting kwam, met ijzeren consequentie doorgevoerd en het resultaat was dan dit Opus 11 film absolue". Ofschoon ik persoonlijk de toekomst-film zie, als volkomen geëmancipeerd zonder muziek en zonder tekst kan ik niet zeggen, door deze richting be vredigd te worden en wel in hoofdzaak omdat zij te abstract is. Het geheel is een elementaire strijd tusschen licht en donker dit is het oer-element, het drama. Cirkels en rechthoeken van dreigend zwart en somber grijs, zwellen aan tot geweldige massa's, die het lichtveld dreigen te overstelpen. Zij worden echter plotseling doorsneden door felle lichtflitsen, die steeds in kracht en hevigheid toenemen uitvloeien tot machtige lichtvlakken. Een oogenblik van heftigen strijd in een wir-war van ketsende lichtstralen, van deinende, golvende duisternis een laatste over spoeling, door het giftige zwart en plotseling blijft het lichtveld stralend wit.... de film is uit. Ik heb grooten eerbied voor dezen ernstigen en consequenten arbeid, die e ven ver afstaat van de ,,amusetnents"-film, als een Kandynski van een pers foto.... maar ik heb tegen de principes van zoo'n geometrische bataillc toch ernstige bezwaren. Deze richting beperkt zich willens en wetens te veel. Zij sluit zich, door het verwaarloozen van alle concrete, realiteits-motieven, opzettelijk buiten het rijke, bonte, afwisselende leven. Haar negatie van de oude, wijze les van den ouden (ïoethe om uur hinein zu greifen" moet zich onverbiddelijk wreken door monotoniteit en tenslotte door volslagen uitputting. Toch is een dergelijk experiment van groote beteekenis en het ware zeer toe te juichen, wanneer een Amsterdamsche bioscoop-directie zich er eens aan wilde wagen. Tenslotte nog een opmerking. Wanneer zullen wij in Amsterdam eens een dergelijk theater rijk zijn, dat de film om der wille van de filmkunst geeft? Waar wij veilig zijn voor al den rommel, die de bioscoop van tegenwoordig vrijwel ontoegankelijk maakt voor den ernstigen film-liefhebber? ' « CORRESPONDENTIE Dr. r. B. h' U. - C. Sc/ir, te R. W. W. /. !c A. Het spijt mij u te moeten teleurstellen, maar'ik vind geen aanleiding op het wilde en luidruchtige geschrijf van dezen Teiegraaf'-tnedewerkcr in te gaan. Inderdaad ik heb de beide artikelen over ,, oldrush" en Knias Potjamkin" gelezen en ik kan er met de beste wil van de wereld niets anders in zien, dan een krampachtig streven naar originaliteit. Deze heer zegt ongevraagd, ongeweigerd - zijn nicening over internationale criminaliteit Zwitsersch hotel wezen, AbdelKrim en likdoorn-tinctuur. . . . waarom zou-ie het ook niet eens over de film mogen doen? Stil laten praten ! IIUS HEERENGRACHT 5OO ^ AMSTERDAM MEUBELEN TAP'JTEPI TOEGEPASTE KUNST * DOOR |AN D. VOSKUIL ,,De Sirkel" te 'sGravenhagc De kunsthandel de Sirkel" bezoekt men gaarrrc, omdat er in de rustige en ruime vertrekken altijd nieuw en frisch werk te zien is, dat steeds met smaak tentoongesteld wordt. Thans heeft men hier arbeid van Er ie Wichman geëxposeerd. Wil men deze sierkunst ten volle waardeeren, dan dient men de prin cipes over kunst, waarmede gewoonlijk ieder mensen. behebt schijnt te zijn, zooveel mogelijk uit de ge dachten te bannen. Dit lijkt inderdaad gemakkelijker dan het in werkelijkheid is, want zij het dan ook vaak onbewust, de stelregels van traditioneelen aard, zoowel als die der richtingen van dezen tijd, welke laatsten wellicht voor bepaalde groepen van belang zijn, maar algemeen toegepast fnuikend kunnen werken, hebben ons in vele gevallen zoo geheel en al in beslag genomen en als 't ware met een dichte haag omgeven, dat ons het uitzicht op de wijde verschieten daarbuiten, dikwijls ontnomen zijn. Eerst de erken ning van de onbegrendsheid der mogelijkheden in de kunst kan voeren tot een min of meer zuivere be schouwing. Wanneer men zich dan ontvankelijk gesteld heeft voor het werk van Wichman en met. aandacht zijn bij de Koninklijke Begeer" te Voor schoten uitgevoerde zilveren fruitschaal ziet, diein een eenvoudige vitrine op deze tentoonstelling goed tot haar recht komt, dan bemerkt men, in de schijnbaar toevallige golvingen van het edel metaal wel degelijk een organischen groei, geïnspireerd wel licht op het ontstaan der ideeën, welke voortvloeien, rijzen, zich vertakken en verdwijnen, om even later weder in allerlei gedaanteverwisselingen aan de opper vlakte te komen. Telkens ook draagt het aspect van het voorwerp het karakter van het materiaal, waaruit het gemaakt werd en van de techniek volgens welke men het vervaardigde. Zoo treedt duidelijk een ver schil naar voren, wanneer men de gedreven en de gegoten fruitschaal met elkander vergelijkt. Van dezelaatste zijn de vormen, door den groveren aard van het gieten, veel zwaarder gehouden, dan die der eerst genoemde, met haar lage reliëfs vol fijne lichtsprankelingen, waarin men het nobele handwerk herkent, dat door het onmiddellijk contact met den mensen ue schoonheid der kunstenaarsziel in eindelooze schakeeringen weet weer te geven op de dunne en uiterst gevoelige zilveren plaat. Ook het aardewerk, eenige vazen en pullen uit de vrije hand opgekneed, bezit eveneens die eigenaardige gedaanten en tintelingen, die Wichman eigen zijn en waarin het chaotisch van de scli;-ppi,ig, naar het schijnt, in het teeder componeeren van kleuren en vormen verwezenlijkt is. En telkens weer zijn het de techniek en de materie, die de gedachten leiden. Eenige pressepapiers in, brons, zooals een paar maskers, geven van die /onder linge verbeeldingen weer, welke men weieens al.fantomen plotseling achter de gezichten ziet ver schijnen en waarin zich die zielsconflicten uitdrukken, welke meestal verborgen blijven, omdat zij zich vol trekken in de duistere hoeken van het nienscheliike hart ! Voorts vindt men hier einaille schilderijen, waregedichten in kleur, glas-in-lood ramen, «route maskers zooals ,,de ; iM der dooden" en de tragische dom heid". Verder ziet men hier naast veel teeken- en schilder werk fijne glazen va/en vol prachtige kleuren van de bekende glasfabriek ..Leerdam" en ontworpen iloor A. l>. Ctii'icr, terwijl een in groote vormen gehouden albasten vogel van U', r. il. \Vinkel eveneens sterk de aandacht trekt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl