De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 19 juni pagina 17

19 juni 1926 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2559 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 17 WELEER EN NOU door, en mei leekeningen voor ,,d e Groene Amsterdammer" van C o r n e l i s V e i h XIII. DE GENEESHEER Ik zal u nog maar weer eens aderlaten, En als dat dan nief dadelijk wil baten, Zal k u nog eens een lavementje zetten. We moeien erg op de on t'las ting letten. Van avond breng k bloedzuigers voor u mee, U was a/lang dood a/s ik da! niet dee. hoefde in 't geheel niet ziek te zijn, U eet te lekker, en drinkt te veel wijn. Kom schaf uw au/o ef, loop naar kanfoor. Ik schrijf u heel geen medicijnen voor, Adieu, ik heb voor u niet langer tijd: Doe wat ik zeg, u bent uw kwalen kwijt. BOEKBESPREKING A. S. M. Hutchinson. Het wenkende licht. Vert. v. Chr. Moresco-Brants. Amsterdam z. /. Van Holkema en Warendorf. Wanneer wij den tijd, dien wij beleven, vergelijken met de laatste jaren voor den oorlog, dan is het op vallend, dat een aantal vraagstukken van ethischen en maatschappelijken aard nu anders bekeken en besproken worden dan toen. Als men tot de kern teruggaat, komt de aard van die vraagstukken ongeveer op 't zelfde neer. Maar de appreciatie is totaal anders geworden. Vroeger besprak men die dingen gemoedelijk, en in den regel zonder veel per soonlijke interesse; nu is het karakter van die vragen anders geworden, kwaadaardig bijna. Het individu wordt er meer persoonlijk door aangeraakt. In onzen tijd van verdwazing en ontreddering zoekt menigeen een houvast, bekommerd, om in de angstwekkende scheuren van de algemeene ontbinding onder te gaan. Het succes van de boeken van Hutchinson is onge twijfeld voornamelijk toe te schrijven aan het feit, dat sociale en ethische vraagstukken van onzen tijd de kernpunten zijn, waaromheen zijn romans zich bewegen; n dat hij, synthetisch van aard, voor vele van die vragen een soort van oplossing heeft. Hij draagt een populaire, practische wijsbegeerte voor in een aantrekkelijke!! vorm. Dat die oplossing in veel gevallen een schijn-oplossing is, vooral waar de schrijver terugvalt in oude, verloopen betrekkelijkheden, valt niet te ontkennen. Maar de schrijver weet die betrekkelijkheden boeiend en suggestief voor te stellen in een belichting, alsof ze nieuw zijn. Ook de groote roman Het wenkende licht" moet op die manier opgevat worden. De wijze, waarop de toestanden van dezen tijd inwerken op verschillende levens, en vooral op de drie broers, die de hoofd personen zijn van het verhaal, maakt weer duidelijk, dat Hutchinson terug gaat op oude, voor den oorlog gangbare vormen. Het boek bevat geen enkele nieuwe gedachte, maar het is uiterst leesbaar ge schreven. Het bewijst opnieuw, dat de Engclschen zeldzaam knappe vertellers zijn, en dat is ook wat waard. HERMAN MIDDENDORP M IJ N F I L M TV/T EN hoort gewoonlijk zeer weinig uit die wereld *?**? van lachende Cavaliers, die kunsthandel heet. Ze gaat ook vrijwel buiten ons om, wijl er dikwijls maanden verloopen zonder dat we een ton of zoo te besteden hebben aan het een of andere eenvoudige kunstwerk. Gelukkig staan handel en industrie nog niet stil daarom. Rembrandt en Hals zijn van die benijdenswaardige kunstenaars, die post mortem bijna nog meer schilderijen vervaardigen dan vóór hun dood, hetwelk zeer gelukkig is. Want in Amerika wordt eiken dag iemand millinnair, maar ik heb niet gelezen dat er iedeien dag een Rembrandt sterft, of het zou van den honger moeten zijn. Het is te be grijpen dat deze millionairs ook wenschen te bewijzen dat er met die millioenen tegelijkertijd iets anders in hun leven gekomen is. hetwelk hen gunstig onder scheidt van die anderen, die nog niet aan hun eerste millioen toe zijn, en het is duidelijk dat ze daartoe niets hebben aan een taientvollcn schilder die nog niet duur is en niet dood zelfs. Daarom hebben Rembrandt en Hals het zoo onbehoorlijk druk, zij het ook dat ze thans heel wat beter betaald worden dan in hun tijd, toen er over hun origineelen minder woorden vuil gemaakt werden dan nu over de slechtste copieën. Is nu dat vak van iemand die bijna net zoo goed schildert als Hals en Rembrandt en die de/e Meesters zelfs zóó vereert dat hij van eigen auteurschap vrijwillig af stand doet, ten einde den Meester te erkennen en ook zijn markt niet te bederven, gelijk te stellen met dat van oplichter? Hoever gaat dal en hoe lang blijft iemand oplichter? Kr zijn copie'en die zelfs door beroemde deskundigen voor echt werden gehouden, dat wil zeggen: nóg een ietsje beter, en zelfs Rem brandt zou er ingeloopen zijn. Heeft dus zoo'n Ameri kaan geen waar voor zijn geld en loopt hij zelfs aan het dikste milliairdairsdiner gevaar voor minder echt gehouden te worden dan zijn Hals of zijn Rembrandt V Ik maak geen enkele toespeling op een geruchtmakend geval in den Nederlandschcn kunsthandel, zoolang ik niet weet welke Cavalier hier met zijn ongewasschen hals /.al blijven zitten en welke Cavalier het laatst zal lachen, maar als de Trompen en de De Ruyters hier bij elke nationale gelegenheid moeten leven, zie ik niet in waarom de Halsen en de Rembrandts met alle geweld dood moeten blijven, \Vant die brengen ten minste hun geld <ip.... IOII. L ZOMER Op een winterschen dag in hel lente-seizoen trad de Zomertijd in (voor de steden: veel dorpen zijn wars van hel nieuwe talsoen en van s/eedsche gewoonten en zeden: -??dies waren die dorpen focn landelijk groen. en hield er het dorpsvolk zijn nacht en /.ijn noen zooals Adam en Eva da! deden): op een winterschen dag in het lente-seizoen trad de Zomertijd in. en we hebben sinds loert om de koms! van den zomer gebeden '. Op een middag, /oen t zonnetje meer dan een uur door geen wolken of wind zich liet lellen om stad en natuur, al bleef 'l grimmig en guur, in een waterig schijnsel te zeilen, toen ging, in dat lijdvak, dat kort was van duur, de Vrouw zich me! vuur (ze behoefde wel vuur') aan l onthullen in zomcrioilcllen: op een dag, dat de zon scheen, wel meer dan een uur kwam het Zomertoilel. en sinds deze onguur bh'//! de zomer /.ijn inkomst verzetten! Op den datum, dal eindlijk, zi/n dra/en /en /.oen. naar hel woord van den wijzen kalender straks 'l y.omer^eizocn hier zijn intree zal doen. is l bekende ons n o g onbekender. /Je almanak piedikl /.i/n zonicrsermoen belrellende l ingaan van l zomerse/zoen. doch wij werden die preek sleeds gewender: l is de datum van aanvang van t y.omerscizocn, en wat wc reeds deden, dal blijven we doen : irc wachten te nacht, en we wachten Ie noen. dat de Zomer eens aanzeg/: ..Ik ben dr' l\'tl.\\GKA .YCXS. \US GRANDS VINS DE CHAMPAGNE - POL ROGER 6 Cie, Agent General: JAGER GERLINGS, Haarlem.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl