Historisch Archief 1877-1940
18
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2559
AALTJE'S CROQUANTE CROQUETJES
DOOR ALIDA ZEVENBOOM
? K weet niet hoe
het u gaat, maar
vertrouwt u al die
vreemde oorlogssche
pen in onze ha
ven? Ik moet
over het alge
meen niets van
zeevolk hebben,
want het is door
den regel nog al los van zeden, al
heb ? ik pas gelezen dat Michiel de
Ruyter/f nooit een onvertogen woord
gezegd heeft en zelfs niet vloekte. Maar
eerst die Zweden en daarna die
Amerikaansche admiraal en nu weer drie
Deensche duikbooten ik zeg maar als
daar maar niets achterzit. En ik heb diep
medelijden met onzen burgemeester,
want die moet al die vreem de snoeshanen
verwelkomen in hun moedertaal. Het is
al erg genoeg dat hij in den Raad het
Russisch van Wijnkoop moet aanhooren
en beantwoorden en ik had er van de
week een apartje met meneer over, want
mevrouw is naar het Feministen-congres
in Parijs en nog altijd niet terug en ik
vind dat dat wel wat erg lang duurt,
maar het zijn mijn zaken niet. Een
vrouw alleen naar Parijs neen, ik kan
het niet helpen, maar dat doet geen nette
vrouw. Ik vind als ik door de
Kalverstraat loop, dat de duivel al op me loert
en hoe moet dat dan wel in dat moderne
Babel wezen, waar de zonde van de heele
wereld bij elkaar komt om zijn lusten
bot te vieren?
Aal, zei meneer, je hebt toch wel
een gezonden kijk op de dingen, want
het .is mtj ook opgevallen al dat
' vreemde bezoek achter elkaar aan onze
haven. En als je mij vraagt, dan geloof
ik dat het een doorgestoken kaart is van
onze Marine en die andere. Nu ze in den
Haag de Marine bij de Landmacht
willen onderbrengen, en ze van de vloot
net zoo iets willen maken als de
Haagsche politie van de brandweer gemaakt
heeft iedere agent is daar in den tijd
van een paar minuten in een brandweer
man veranderd zoodat je het nog za!
zien gebeuren dat, als de nood aan den
man komt, onze infanteristen in een
handomdraaien zeeziekvrije matrozen
zijn en dat eene oorlogstank, die wij
nog niet hebben, door een hefboom om
te gooien, omgetooverd wordt in een
lichte kruiser nu zou het me niets
verwonderen dat onze admiraals al de
vlooten ter 'wereld op bezoek hebben
uitgenoodigd om ons Amsterdammers
ie toonen wat een heerlijk bezit een
goed uitgeruste vloot is en wat een
reclame er van dit vlagvertoon uitgaat.
Spreek me niet van ontwapening, want
er is niets dat de volkeren zoo ver
broedert als een vlootbezoek. Heb jij
wel eens een echten Zweed of Amerikaan
gesproken, Aal?
Neen, meneer, zei ik.
Natuurlijk niet. Het volk komt
met andere naties nooit in contact of
het moet op het slagveld zijn. En dan
is het wat al te innig. Jaarlijks worden
wij hier overstroomd door
Amerikaansche millioenairs, maar daalt er
ooit een tot den man in de straat af?
Nooit, Aal. Wij blijven vreemden voor
elkaar. Maar met zoo'n eskader is dat
anders. De officieren gaan naar Coutu
rier en drinken Bruderschaft met den
Burgemeester en met meneer den
Exter en Baas en Zachie Jansen en van
Lingen en juffrouw Crielars en krijgen
zoodoende al een heel frisschen kijk op
ons Amsterdamsche volk en daar bij
zulke gelegenheden altijd de nationale
E. J. Van Schaick
MAKELAAR
Korte Jansstraat 25büUtrecht
WONINGBUREAU
Assuranties Telefoon 125
dranken geschonken worden bij de
Zweden de goddelijke punch, bij de
Amerikanen de cocktail en bij de Denen
het ,,aqua vita" laat de stemming
niets te wenschen over. Zoo ontplooien
zich de edelste eigenschappen in de
vertegenwoordigers onzer burgerij en
de voortreffelijke naam dien wij in het
buitenland genieten, Aal, is voor een
groot deel alleen daaraan te danken.
En als er dan nog een klein dansje na
wordt gedaan en de vice-admiraal de
Charlesto.n opent met mevrouw Tilanus
en de Burgemeester zijn arm om de
leest van Mevrouw Blitz-Bon legt, neen,
Aal, dat is beter in zijn zegenrijke ge
volgen dan een vierdaagsche zeeslag, al
duurde die veertien dagen. En dan
krijgen wij het contra-bezoek op het
admiraalsschip, met een thé-thee, Aal,
met witte puntjes, dat begrijp je, en ook
weer een dansje, want zeelui zijn dol op
dansen en je begrijpt wat een opoffering
het voor onzen burgemeester moet zijn
mee te dansen, maar wie zou ten slotte
niet zijn dierbaarste principes op het
altaar van het vaderland neerleggen als
hij den roep van zijn land en volk er
mee dienen kan? Dat zijn nog maar de
officieren, Aal. Maar neem nu eens de
bemanning. Die loopt de loopplank af
en wordt direct opgewacht door den
bloem der natie, die ze biertjes offreert
en aangezien er ook vrouwelijke bloemen
onder zijn, gaat men naar de Stad
Hamburg" op de Zeedijk en net als in
Couturier, maakt men er ook een
danspasje in eer en deugd, al heeten de
cavaliers er Koperen Pruis",
Drie-elMie", de Botte",?Aal-op-een-paaltje",
neen, het is geen familie van je, ver
onderstel ik en",,Rinus de Drop". Je
begrijpt als we later eens slaags raken
met zoo'n vloot die hier zijn vlag ver
toond heeft, het vechten veel hartelijker
gaat dan tegen wildvreemden en daarom,
Aal, als je Zondag niets te doen hebt,
zou ik je aanraden eens een van die
schepen te bezoeken. Je maakt je ver
dienstelijk voor het vaderland en je
stad en als dochter van een zeevarende
natie zal het je goed doen weer eens het
pek en het harpuis te ruiken".
Ik heb Zondag mijn bruine zijdie
aangedaan en ben naar het Zweedsclie
schip de Tapperheten" gegaan dat
andere schip vond ik een beetje raren
naam hebben en ik moet zeggen dat
meneer niet overdreven heeft. Het was
er erg gezellig. De matrozen hadden al
hun Amsterdamsche vriendinnetjes aan
boord en het ging er echt ongegeneerd
toe,enalseen ooggetuige aan het Volk"
schrijft dat het er een liederlijke boel
was, dan zeg ik dat het laster is. Er werd
wel een klein glaasje op de nadere
kennismaking gedronken, maar is dat
nu zoo erg? Dat doen ze in Couturier
ook en de rooden doen er hard aan mee.
En er werd gedanst. Dat doen ze in
Couturier ook. En toen een knappe
bootsman me de werking van een
twintigdtiimer uitlegde, gaf hij me een klein
zoentje in me hals en is dat nu om over
te schreeuwen? Of ze dat in Couturier
ook doen, weet ik niet, maar mag ik als
na-dochter van Tromp en de Ruyter
me dat niet laten welgevallen ter
meerdere eere van onze reputatie in het
buitenland? En tot slot hadden we een
kleine maskerade, want een der
Zeeijksche dames trok een matrozenpakje
aan en ik weet niet of ze dat ook bij
Couturier doen, maar hier gaf het
heelemaal geen aanstoot en als u mij
gezien had met een Zweedsch Kiepie op,
dan zou u met mij zeggen: Aal, een
mensch moet wat voor zijn vaderland
over hebben, net als de Burgemeester.
Dat zeg ik maar....
NI EU WE
UITGAVEN
JEAN DEMETS, 79^6", met twee
iinu's van A. (ionzales ddla Pastnre.
eniiinmerde oplage van 250 stuks,
waarvan de exemplaren genummerd
1 25 niet in den handel zijn. Uitge
ver Jack Krul, 's Qraveiihage.
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
DE ZWARTE SPIN
(Naar aa/7/e/c//m* van hel cjr//Ac/
,.ln t/c ^eva/TtJen/.s '. in hel
ror/o'e nummer)
I oen hij zeven /aren cel-straf
Voor zijn moord Ie boelen had
' En er fusschen kale wanden
Eenzaam sleeds te peinzen zal,
Keek hij naar het grijze vensier
Mei een mal en droevig ooi)',
Waar dieht hij de ijzeren spijlen
Zich een zwarte spin bewoog.
led ren dag was er dit leven.
Dalend, rijzend, afin zijn draad
En na maanden van /wee eenheid
Werd de spin zijn kameraad.
Toen de spin zijn doode uren
Tof iets /evends had gemaakt.
Kwam de cel-cipier eens gluren
En hel pralen werd gestaakt.
Want de ijzeren bewaker
Doodde zonder groot gerucht
Deze spin toen nummer negen
/.ren buiten werd ..gelucht."
Toen de ander in zijn cel weer
Loom terug treid in het licht.
Zocht hij naar hel levend wezen
Met zijn oog omhoog gericht.
Van de stuk-gerukte webbe
Naar den wand en elke plek,
Van den hemel naar den grond toe.
Vond zijn oog een donk re vlek.
Ileeff lui maanden-lang getobd
ANS I1ULLE.\\.\\