Historisch Archief 1877-1940
No. 2559
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VAN DE BASKEN
DOOR STEFAAN COUWENBERG
O ATO katua, sato" roept het
i}1^ schrille stemmetje; maar de zwarte
kater komt niet bij het jongetje. Lui
ligt hij saamgevouwen op het oude
varkenshok, in de schaduw van het
breede dak van Etchcverria, daar waar
druivewingerd neerrankt langs vervallen
balcons.
Het groote Etcheverria, het eeuwen
oude; breed en blank, blakend in de
Baskische zon, nobel als een adellijk
erfgoed en simpel als een boerenhoeve.
Het Huis van landbouwers die edelen
zijn.
't Kleine jongetje dat de poes wilde
plagen troost zich nu met de kuikens
op de mestvaalt. Hij, Piartsume
Etchverria zal eenmaal heerschen als de
Heer des Huizes en met zijn zonen
aan den haard zitten als een pontifex
met zijn getrouwen, terwijl de vrouwen
bescheidenlijk uit en in gaan.
Simpel en archaïsch is het leven der
Basken, Eskualdunac; als nergens in
Europa.
Schoon is de Baskische eenvoud, als
een stilgeurende bloem van het Oosten.
Hoe zoet klinkt het morgenliedje van
onzen buurman Cachaurra. In mystieke
woorden, oud als sanskrit, vloeit het
lied, blij-kweelend, uit; een puur ge
bed in den ijlen levenden ochtend.
De bergen trillen in blauwe nevelen.
,Ene maïtea", gegroet mijn liefje,"
zingt Qachaurra nu.
Gachaurra denkt aan zijn liefje,
waarmee niemand hem ooit heeft
samen gezien noch ook zien zal. Nu
niet, en niet wanneer zij eenmaal zijn
Vrouw, de edele Etcheco?Andrea zal
zijn en heerschen over zijn huishouding.
Maar de nacht, de Zuidelijke fluiste
rende nacht dekt zijn minnespel.
Op dansfeesten en jaarmarkten zullen
de gelieven van zoo groote reserve zijn
dat zelfs geen vonk hun oogen ontschiet.
Als zij elkander toebehooren zal geen
fandango hen meer in blijde
contredansen vereenigen; en later, oud ge
worden en gebogen, zullen zij zelfs
niet eenmaal samen ter kerke gaan.
Gachaurra is van het oosten. Alle uiting
van gevoel in het openbaar is hem ver
achtelijk; goed voor den vreemdeling.
Maar niets belet Cachaurra, toevallig
te zingen als hij voorbij het huis van
zijn liefje komt.
En wat hij zingt is dan vol zoeten
amor, vol overmoed en
ondeugendheden.
Zoo iemand is Gachaurra.
En Corali, het liefje. Hoe zal haar
leven zijn?
Zij zal baren vele zonen en dochteren.
Zij zal, hoewel rijk en hooggeboren,
de gansche week barrevoets gaan,
arbeiden op den akker met de mannen,
het eten bereiden bij het groote haard
vuur, Surondoa. Zij zal staande haar
man en haar zonen bedienen. Zij zal
het linnengoed wasschen uren lang in
de ijskoude beek en hakken het hout
bij het opgaan der zon.
In zwarte kleederen zal zij alleen
ter vroegmis gaan en als de mannen
pelote spelen en drinken en groote
sommen verwedden zal zij nederig thuis
zitten, bij de wieg.
Maar zij is de Etcheco?Andrea, de
ziel van het groote Huis.
Niemand van de kinderen of knechten
zal haar weerspreken.
Haar waardigheid wordt gevoeld zoo
hoog alsof zij bij haar leven reeds in
reuk van heiligheid stond.
En als zij gestorven zal zijn zal haar
kutcha, haar kleederkist, als een relikwie
bewaard blijven.
,,Ama" heet zij: Moeder.
En haar laatste levensjaren zal zij
slijten bij het haardvuur, met kinderen
en kleinkinderen om haar heen in huis
en hof.
De oerliefde van den feilen trotscheii
teederen Gachaurra zal besloten liggen
in haar hart.
Zoo is Zij, Corali; Ama.
Gachaurra heeft de geel-blanke sterke
ossen voor den wagen gespannen. Zacht
ratelend de antieke houtend iscuswielen,
gaat het span bergafwaarts.
Luchtig, blootsvoets in de lichte
linnen rouwsandalen, slank en
heupwiegelend, gaat Cachaurra vlak voor
zijn ossen het bergpad af. Zijn gang
is als die van een lenig dier; geluidloos.
Strak sluit de béret om zijn fijnen
terke i raskop. Feller straalt de zon.
De laatste nevelen vervagen. De ma
svelden liggen blond trillend tegen de
glooiende zachte bergen aan. Daar
boven de rossige rotsen en het lichtgroen
was der bergvarens. De hemel is blauw,
blauw. En daarachter glanst de wijde
Golf van Biskaje, de Concha van de
Bidassoa; blauw, diep blauw.
De landhuizen, de boerenhoeven der
Basken, een paar duizend maar, ver
spreid over de glooiende Pyreneeën,
blank neerliggend als zeemeeuwen met
uitgespreide vleugelen, zooals hun dich
ter Francis Jammes dat zegt, zijn alle
groot en eeuwenoud.
Nimmer werd het groot grondbezit
aangetast. Altijd weer groepeerden de
jongere kinderen zich als arme knechten
om den oudsten, den Heer van het
heilig Goed, den Etcheco-Yaunna. En
tot Napoleons dagen droegen de be
woners den naam van het huis dat zij
bewoonden; Elissaldea, Mayotenia,
Gurutzia, Etschevcrria, Etcheona,
Semaldegia, Gastambidia.
Het oudste kind erfde het huis,
onbezwaard; ook als het een meisje was met
jongere broers.
Dan werd haar man de Meester van
het Huis, waarvan hij den naam kreeg
bij zijn huwelijk.
'En nog in deze moderne tijden staan
de jongere kinderen bijna altijd hun
rechten af en vergenoegen zich met een
klein erfdeel in geld, waarmee ze dan
naar Zuid-Amerika uitwijken, als ze
niet als simpele knechten hun vaderhuis
dienen blijven.
In de zeer groote bovenzaal, waar het
zomer- en winterbrandend haardvuur
is, staan de oude meubelen van donker
kerse- en lichtbruin pere-hout langs de
wanden.
Versierd met wat sober, zacht relief
van bloem-motieven op een rand of
in 't hart van een paneel, waarbij de
swastika zoo dikwijls voorkomt als een
overblijfsel van de vóór-Christelijke
tijden.
Boven het groot dressoir: de zacht
gele blanke, achtkante borden. Ook
aardewerk met volle ingetogen bloem
motieven, waartusschen oud-Vlaamsch
tin en bontkleurig Delftsch.
Het fijne sterk gedreven smeedwerk.
De lange lage eettafel,Mahaïna genaamd,
middeleeuwsch als in een refter, bedekt
door het helder grof damasten kleed
met diep-blauwe randen en lange
franjes.
En het sobere zuivere slaapvertrek
met de gewitte muren en duistere
geAAN DE INZENDERS
Alle voor het redactioneele gedeelte
bestemde inzendingen moeten
worden geadresseerd
AAN HET SECRETARIAAT DER
REDACTIE VAN
DE GROENE AMSTERDAMMER"
KEIZERSGRACHT 333
AMSTERDAM,
zonder vermelding van persoonsnamen.
D e ge s c H i k t s t e omvang van a r 11 k e Ie n
bedraagt ten Innigste 1800 woorden.
Indien de bijdrage voor illuslreering
met foto's in aanmerking komt, gelieve
de i n /e n der, zoo mogelijk, de lot o's
die niet reeds in andere week- ol dag
bladen mogen zijn j^ereproduceerd
tegelijk met liet artikel in te zenden.
De cop^v moet m machineschni t zijn
ges r lire ven, terwijl slefhf s n zi/de
van het papier mag zijn gebruikt.
Indien inzenders prijs stellen op terug
zending van ongevraagde bijdragen,
wanneer deae niet worden geplaatst,
dan moet tl a a r v o o r p o r t o w ord e n
ingesloten.
polijste kisten, het reusachtige antieke
hemelbed met zijn voorname gordijnen
van donkerblauw en blank gevlamd
zwaar linnen.
Aan de wanden niets dan een enkel
klein heiligenprentje, een palmtakje,
een crucifix.
Duister geboende vloeren van zwaar
kastanjehout. Hooge vensters met kleine
ruiten, zonder gordijnen.
Aan de balkenzoldering: de roode
pimento-trossen, blond knoflook,, zware
hammen.
Op de schouw glanzen de koperen
antieke kandelabres. Daar geurt ook
een bos veldbloemen.
Wat lange banken; een enkele, hoog
van rugleuning en glanzend geboend:
de eercplaats. Het is al.
Zwaar is de landarbeid.
Duister is het Baskisch bloed.
De feesten zijn fel. Koel vloeit de
donkere wijn in de hittige kelen.
Liederen en twisten in herbergen.
Spelen en wedden. Mannevreugd.
En 's avonds in de bosschages, in het
dal: de meisjes. De liefde.
In het Baskenland is het mooie
tengere meisje voor elk welgeschapen
man.
Maar de vrouw, eenmaal getrouwd,
is alleen voor haar Huis, voor haar
eigen echtgenoot. Het spel is voor haar
voorbij. Om haar wordt niet meer
geworven.
Zij is uitverkoren: Ama.
En de vroolijke cortègcs der
fandangodansers gaan haar hoog huis voorbij,
waar zij, zacht glimlachend, op den
drempel staat.
Het.is twaalf uur in den middag. Bij
het beekje, diep in de vallei, staat
Corali en slaat in regelmatigen takt
het linnengoed tegen den waschsteen.
Zij werkt al vier uren, het tengere li
chaam onvermoeid, het ovale gezichtje
gaaf en fijn overbloosd, de groote oogen
amandelvormig en heel even schuin
geplaatst als bij een Aziatische prinses.
De jukboog even rondend. De armen
fijn en rank. De bloote boenen lang.
De kleine borsten opstaand onder het
simpele linnen kleedje. Nausikaa....
Nu hurkt zij neer aan den kant en
eet haar maïsbrood.
Drinkt een slokje water. Zij zal niet
gestoord worden.
De vliegen zoemen in 't rond. Het is
heet, zomerwarm.
INFORMEER EENS
NAAR HET MODERN
NOTEN SLAAPKAMER-AMEUBLE
MENT, MET WORTELHOUTEN
PANEELEN VAN Fl. 590.?BIJ
J, J, ZIJFERS & CO,
MODELHUIS: KEIZERSGRACHT 523
MAGAZIJN : P. C. HOOFTSTR. 47
VOOR
TAFELZILVER
(HANDWERK)
EN
IMITATIE ANTIEK
ZILVERWERK
IN DEN SILVEREN
MOLENBEECKER"
AMSTERDAM DEN HAAG
Kal verst raat 32 Hoogstraat 31
Cliché's
Van Leer
Amsterdam
Complete Badkamer
van af f 285 .
Prima drukautomaat. Bad, Kranen Bidet,
Waschtafel met marmer en spiegel.
G, J, DE KONING 6 ZOON
Keizersgracht 447, A'dam
N. V. PAERELS
JN4euoileering - .M.ij.
AMSTERDAM
COMPLET E
dl e u b i l e e r i n g
BA
c l J nu lij e r 3 JTI g t- n
Rokin 128, Tel.