Historisch Archief 1877-1940
No. 2559
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VOOR VROUWEN
CAPEL HOME FOR
THEATRE GIRLS IN PARIJS
DOOR MARIANNE
CAPEL HOME FOR THEATRE GIRLS
OP Montmartre, in de rue Duperré, vlak bij de
Place Pigalle, is eenige jaren geleden een
home geopend voor Engelsche Theatre girls. In een
stad als Parijs, waar zoovele jonge meisjes uit den
vreemde naar toe komen om haar brood te verdienen
in de schitterende vertooningen in music halls,
varietés en dergelijke openbare vermakelijkheden en
?waar de verleiding zoo groot is, is zulk een tehuis een
ware weldaad, zoowel voor hun zedelijk als voor hun
lichamelijk welzijn.
Reverend Anstruther Cardew, chaplain van de
-St. George Church in de rue Vacquerie, is de stichter
en ook tegelijkertijd directeur van het tehuis. Twee
?oude huizen zijn bij elkaar getrokken en men heeft
tot van de kleinste ruimte partij getrokken, om zoo veel
mogelijk jonge meisjes te kunnen herbergen. Natuurlijk
gaan de wenschen uit naar een grooter behuizing,
want men moet zich in vele opzichten behelpen, maar
toch is men er in geslaagd hier reeds vier en veertig
meisjes veilig onder dak te brengen, die anders zouden
zijn aangewezen op kleine goedkoope hotels en
pensions, waar zij met allerlei, soms minder gewenschte
«lementen in aanraking zouden kunnen komen, terwijl
zij zich hier onder landgenooten en eenig toezicht
bevinden. Zooveel mogelijk wordt aan ieder een
?eigen plekje gegeven, door in de groote kamers af
scheidingen te maken door gordijnen, zoodat de
meisjes daar portretten en souvenirs kunnen neer
zetten en sommigen weten haar hokje heel aardig
te arrangeeren. Verder is er een flinke eetkamer waar,
-behalve de inwonenden, ook meisjes van buitenaf
haar maaltijden kunnen komen gebruiken. En suite
met de eetkamer, een paar treedjes af, is een ruime
conversatiezaal gemaakt door de vroegere binnen
plaats van het huis met glas te overdekken. Het is
«r dus licht en vroolijk, hoewel in het voorjaar als de
verwarming is stopgezet soms wel eens wat koud,
maar men is jong en maakt dan maar eens een dansje
tegen de koude voetjes. Er staan canapés met vroolijk
gekleurde kussens, gemakkelijke en gewone stoelen
rond tafeltjes met aardige kleedjes en nu, in het
voorjaar, vazen met bloemen en groote bouquetten
van enkel groen in de hoeken der zaal. Ook een piano
ontbreekt niet en op rekken in de muren aangebracht
liggen Engelsche boeken, couranten en tijdschriften,
het geheel maakt een vriendelijken indruk.
Eiken Vrijdagmiddag wordt hier door een der
?damespatronessen aan de meisjes een thee gegeven,
waarbij de Reverend Cardew zelden ontbreekt; hij
praat gezellig en eenvoudig met hen en zet zich tegen
2es uur aan de piano, dan wordt er gezamenlijk een
hymn gezongen, waarna de Reverend een goed woord
spreekt (volstrekt niet altijd alleen op godsdienstig
gebied) met een tweede hymn wordt besloten; volgt
nog,het uitspreken van den zegen en het allen tezamen
zeggen van het Onze Vader". Het is een kleine, ge
moedelijke ceremonie, die door haar huiselijkheid het
gevoel van in den vreemde zijn eenigszins wegneemt.
Behalve op deze Vrijdagmiddagen houdt Reverend
Hotel Duin en Daal" - Bloemendaal
Str. koud en warm water op alle kamers
PRIVÉBADKAMERS Telefoon 22223
Cardew ook voeling met de meisjes te midden van
haar werkkring en bezoekt hen met de welwillende
medewerking van de direkteuren, in de theaters
gedurende de entre-actes, vereenigt hen om zich heen,
stelt belangstellende vragen en houdt ze zoodoende
van minder gewenschte aanspraakjes terug.
Hoewel de meisjes een groote mate van vrijheid
genieten, zijn zij toch aan eenige regels gebonden, o.a.
moeten zij naafloop der voorstelling naar huis komen
en wie later wil uitblijven moet daartoe des avonds
vóór acht uur aan de directrice verlof vragen. De
betrekking van directrice in dit tehuis is geen ge
makkelijke, zij moet zeer veelzijdige kwaliteiten in
zich vereenigen; behalve haar moedertaal moet zij
vloeiend Fransch kunnen spreken, een puike huis
houdster zijn, de inkoopen der voedingsmiddelen
regelen,hetgeen in een vreemde stad, speciaal Parijs,
geen lichte taak is, daar de Parijsche
keukenprinsessen gaarne e n metgrootgemak?ransedu panier" 1)
laten dansen, hetgeen in een dergelijk tehuis waar de
grootste zuinigheid in acht moet genomen worden,
niet kan worden toegestaan. Bovendien moet zij veel
menschenkennis en takt hebben, vereenigd met een
warm voelend hart, tevens sympathie gevoelen voor
en vertrouwen wekken bij deze hardwerkende
meisjes die allen zeer jong zijn, er aardig uitzien en
ver van huis in geheel vreemde omgeving haar brood
op het tooneel moeten verdienen.
De pensionprijs per week is voor kost en inwoning
frs. 100, niet inwonenden hebben frs. 5 per maaltijd
te betalen en zij die dit wenschen, kunnen bij thuis
komst na afloop der voorstelling nog supper a raison
van frs. 2 krijgen, ,,een nachtmoeder" zorgt voor deze
consumptie die uit soep, chocolade of limonade
bestaat. Natuurlijk kan het huis van deze inkomsten
niet bestaan en moet het budget door giften en contri
buties worden aangevuld. De presidente van deze
stichting is de Countess of Westmorland, die het
betrekken der twee huizen mogelijk heeft gemaakt
door zeer grooten financieelen steun; verder bestaat
het bestuur uit een comitévan eenige mannelijke
leden en vele damespatronessen, terwijl een
housecommittee de directrice in haar dagelijks
weerkeerende moeielijkheden bijstaat. De
dienstbodenkwestie is ook hier acuut en een moeielijk op te lossen
vraagstuk, want de meisjes artisten zelven hebben
zeer weinig tijd voor huishoudelijk werk (dat bepaalt
zich voor een ieder tot het opmaken van eigen bed),
repetities, onderhoud van kleeren, wasschen en
strijken van ondergoed, waarvoor een goede gelegen
heid is ingericht en dat de meisjes veel geld uitspaart,
nemen het grootste deel van den beschikbaren tijd in
beslag. Bij al deze bezigheden heerscht er een goede
stemming in het home, waar kleine feestelijkheden
met Kerstmis en andere gedenkdagen het gevoel van
saamhoorigheid vcrhoogen en de bewoonsters helpen
te leven naar den geest van het aardige Engelsche
rijmpje boven de piano in de conversatiezaal:
Talk a little
Lauqh o little
Don t forget t o proy
Be a bit of merry sunshinc
All the hlessed doy.
Work a iittle
sing a little
Whistle and bc gav
Kead a little
Play a lillle
Busv all the dav.
1) Faire danser l'anse du panier =-- meer in reke
ning brengen dan men heeft uitgegeven.
HET JONGE ZUSTERTJE
DOOR E. TIERIE?HOGERZEIL
ZIJ hebben hem op haar zaal gebracht, 't jon
gentje, dat 's middags was opgenomen. Ach,
'n geval al zoo heel gewoon voor 'n ziekenhuis. Een
vijfjarig kind, spelend op straat, 'n armoejongentje,
dat daar loopt en huppelt, vrij en vroolijk in z'n spel,
alsof de drukke straat 'n open weide is, waar niets
hem deren kan.
Hij heeft vergeten auto's, fietsen en zwaar snor
rende trams. Niemand kon 't helpen, de bestuurder
heeft nog geremd, geremd en toch gingen de zware
wielen wreed hun eigen loop.
Uit opeens al 't vroolijke loopen van 't kind. Men
heeft hem opgeraapt, een klein hoopje, armoekleertjes
vol bloed, 't hoofdje opzij, hing als geknakt. Zoo heeft
ze hem zien binnen dragen 't jonge zustertje, naarde
operatiezaal. Heel den verderen dag is dit haar bij
gebleven. Hél erg was 't, hadden de zusters die er bij
geweest waren haar ingelicht, 't beentje hoog afgezet,
'n gevaarlijke wond aan 't hoofdje. Nu hebben ze hem
gebracht op haar zaal, waar zij de nacht moet waken.
Hij zou télastig voor de kinderen van de kinderzaal
wo'rden, als hij 's nachts uit z'n verdooving wakker
werd. Hij, verminkt jongentje, in 'n groot meiischeiibed
tusschen de bedden van vrouwen, oud en jong. 't Is
of hij al ver weg is uit dit leven, zoo strak als van
ersen
bonbons
marmer, koud het gezichtje, de oogen zoo diep, stijf
gesloten.
In de zaal is 't nu nachtstil en bijna donker. Alleen
op de tafel van de zuster 'n zacht licht, dat schijnt
flauw over de bedden. Ze luistert naar de ademha
lingen van de zieken, ze gaan onregelmatig op en neer.
Telkens staat ze op, onhoorbaar gaan haar voeten naar
't bed van 't kind. 't Is of hij zich wil omgooien, of hij
wakker wordt en opeens slaat hij z'n oogen groot,
bang op.
Ze heeft zich dicht over hem neergebogen. ,,St....
fluistert haar stem, ,,ga nu slapen".
Kom je bij me in bed", hel snerpt z'n stemmetje
door de zwartheid van de zaal.
't Zustertje weet, hij is uit 'n groot gezin van negen
kinderen, natuurlijk is hij gewend, thuis met twee of
drie samen te slapen.
Toe dan", dwingt hij weer.
Ze moet hem stil houden; als de oude vrouw naast
hem wakker wordt, is ze boos, gaat uit balloorigheid
hard snurken om de anderen te hinderen.
Ik ben dicht bij je, daar waar 't lichtje is".
Hoort hij haar al niet meer, onrustig schudt z'n
hoofdje. O! hoe gloeit nu 't gezichtje in koorts. Ze
legt haar hand koel over z'n oogen. Ze moet denken,
hoe ze als kind eens 'n hond had, haar hond, hoe hij
haar springend naliep; 'n auto uit opeens, dood
weg. Als dit jongentje beter wordt, voor altijd ver
minkt, zoo verder leven.... was 't dan niet beter....
Hij slaapt, ze gaat weer naar haar tafeltje, 'n jonge
vrouw gooit zich kreunend om, elk geluid hoort ze.
't Is of alles intenser in den nacht leeft. O! die adem
halingen, zoo onrustig gaan ze door elkaar, alsof ze
benauwend dicht op haar aandringen. Ze wil er niet
naar luisteren, 't maakt haar bang.
't Jongentje begint weer te woelen en ze weet, stil
moet hij liggen voor 't verband. Als zij naast hem staat,
is 't of hij 't dadelijk voelt.
Niet weggaan en z'n handje, heet als vuur, houdt
stijf haar vingers omsloten. Pijn, pijn" klaagt zt o
droevig, zoo indroevig z'n stemmetje.
Ach --- haar hand kan niet zachter streelen, haar
oogen vol van deernis kunnen niet helpen. Steeds
vaster grijpt z'n handje haar vingers.
Ik blijf wel bij je hoor". Als hij niet rustig wordt,
moet ze de hoofdzuster wel roepen. Onbewegelijk ligt
hij nu of hij diep slaapt. Toch moet ze hem loslaten,
de oude vrouw roept, als die lastig wordt ! Moeilijk
gaat het uit z'n vastgeklemde vingertjes los te
komen. Gelukkig hij blijft doorslapen.
Ze fluistert de vrouw over het jongentje, dat hél
ziek is.
,,'t Schaap, zegt 't bolle hoofd op het kussen en jij
zoo jonk, je mot 't maar altemaal anzien".
Het zustertje is gerustgesteld, weet nu, dat de oude
vrouw zich stil zal houden, terwille van het kind.
O, als hij nu maar door bleef slapen, wat 'n nacht
voor zoo'n kereltje.
Weer staat ze naast z'n bed, 't is of hij op wil
staan, zwak valt z'n hoofdje tegen haar aan; ze laat
hem op haar arm rusten, even lacht hij, of hij 't zoo
hél goed vindt.
De morgen is er bijna, denkt ze. 't Licht komt
langzaam en steeds meer door de hooge ramen. Vaag
ziet 't zustertje de gezichten van de zieken,grauw in
't vroege licht. Ze wordt moe van 't gebogen staan,
maar ze kan niet gaan, 't is of ze wordt vastgehouden.
Altijd weer staren haar oogen naar 't kindergezicht,
11 u weer zoo wit, als uitgebloeid.
Ze schrikt op, de lipjes gaan van elkaar, 'n hoog
blij stemmetje:
De tram zei niet ting, ting".
e zieken draaien zich, worden wakker, allen zien
naar 't bed van 't kind. Wat riep hij, vragen nieuws
gierig hun oogen?
Teeder, eerbiedig legt 't zustertje 't kind neer. Ze
weet, z'n laatste woorden heeft ze van hem gehoord.
De nacht is voorbij.
De voeding van een zuigeling
met KARNEMELK van
OUD BUSSEM
-j- kost 30 cent per dag
'tKerkstraat 187 Telefoon 49344