Historisch Archief 1877-1940
16
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 25CO
C O M O E D I A
DOOR HENRIK SCHOLTE
Vereenigd Tooneel: ,,De Huizen van den
Weduwnaar", door Bernard Shaw.
"7 OEKT de directie van het Vereenigd Tonneel
" door Juni-premières en een répertoirelijst der
laatste twee jaren voor-in 't programma de publieke
opinie gunstig te stemmen, Bernard Shaw daaren
tegen zoekt zeer duidelijk ruzie met ons, zonder dat
het hem evenwel gelukt om zijn toeschouwers, gelijk
dertig jaar geleden, met deze sociale satyre nog op
stang te jagen. Integendeel, men heeft zich van
schellinkje tot stalles blijkbaar wel vermaakt; Shaw's
ransige humor bleek duurzamer dan 't oorspronkelijk
venijn.
Toch houd ik dit stuk zijn debuut als
tooneelschrijver stellig voor het zwakste en onsympa
thiekste der unpleasant plays". Zwak om zijn ten
dentieuze probleemstelling, die grove toevalligheden
en onwaarschijnlijkheden niet afwees om theatraal
effect te verkrijgen en tenslotte toch, topzwaar van
redeneerzucht, verliep in een weinig-geslaagde
vastenavondsgrimas. Onsympathiek bovendien om den
vernuftigen, maar harteloozen dialoog, waarin Shaw,
in die ziekelijke ijdelheid van een halfwassen jongen
om door hatelijkheden te willen opvallen, zijn werkelijk
vinnige paradoxen zoo verstopt heeft, dat men om 't
een niet vrijuit kan lachen, van 't ander niet de bittere
waarheid proeft. Het woord van Top Naeff, dat de
stukken van Shaw spoedig verouderen, omdat de
geest de ziel doodslaat, is ook op zijn eersteling van
toepassing. In een stuk zonder ethos mist de suggestie
doel.
Zeker is de geschiedenis van den huisjesmelker
Sartorius, die door zijn ontslagen huurophaler
Lickcheese overtroefd wordt en voor den nieuwen job"
in den braven Trench en diens caricaturalen vriend
Cokane willige handlangers vindt, op zichzelf genomen
dramatisch fascineerend. Niet echter in het versleten
salon-socialistisch kader der 90er jaren, dat
geraliseerend in de personen dragers van ideeën, incar
naties van wantoestanden ziet. Niet echter in de
goedkoope compositie van Shaw, die trucks aanwendt,
waarvoor de eerste de beste kluchtschrijver zich zou
schamen: menschen worden naar believen de kamer
uitgestuurd en teruggeroepen, of blijven op ongelegen
oogenblikken onwaarschijnlijk lang weg. Een n.b.
in de ontvangsalon achtergelaten 1), pas ontslagen
huurophaler krijgt op deze wijze gelegenheid om den
huwelijkscandidaat Trench over Mr. Satorius"
profession" in te lichten. Een toevallig vergeten rapport
is op dezelfde wijze oorzaak, dat Blanche de herkomst
van haar vaders fortuin verneemt. En tenslotte,
comble van onwaarschijnlijkheid, blijkt Trench zijn
hypotheek juist op dezelfde gronden gevestigd te
hebben, waarop Sartorius' oude krotten staan, zoodat
dief en diefjesmaat in 't zelfde schuitje varen en
Trench zich willoos moet leenen tot een soort Blikman
& Sartorius in huizen. Shaw had, om fel-satyrisch te
betoogen, dat tenslotte de herkomst van het geld
niet telt (non olet immers !), zijn stukken dichter
bijeen kunnen houden inplaats van te chargeeren.
Het Kleinst Gemeene Veelvoud heeft in zulke ge
vallen dramatisch de krachtigste werking, Pirandello
zou dit later vaak genoeg bewijzen.
Wellicht is de wordingsgeschiedenis, zooals Shaw
die in de inleiding tot The Widowers Houses" ver
haalt, voor tal van zwakheden aansprakelijk. Het
stuk had immers in samenwerking met Archer ge
schreven moeten worden, maar toen diens schema
voor de twee eerste acten klaar was, zegt Shaw, I
perversely distorted it into a grotesquely realistic
exposure of slum landlordism, municipal jobbery,
and the pecuniary and matrimonial ties betwcen
them". Archer trok zich hierna terug en eerst zeven
jaar later schreef Shaw een derde acte. Geen wonder,
dat de drie acten dan ook als drie losse comedies
naast elkaar schijnen te staan. De onschuldige en
zeer geestige idylle aan den Rijnoever te Remagen
(om het grapje overdeApollinaris-kerktepousseeren),
moet plaats maken voor een fraseerend debat over
sociaal recht en onrecht, terwijl in de derde acte Shaw
uit duizend mogelijkheden juist die eene kiest, die
alle spelers tot medeplichtigen maakt. Unpleasant",
inderdaad, maar meer om het wat verschaalde sar
casme dan om de schuldbewuste onbehagelijkheid,
die Shaw zoo graag in ons te voorschijn zou willen
roepen.
Als die eerste acte er niet was, met zijn puntige
analyse van minuut tot minuiit-glossen van oogen
blikken heeft Alphons Kerr dit in zijn Shaw-essay
genoemd , dan zou men over deze wel leesbare.
maar weinig aantrekkelijke en moeilijk te spelen
comedie veel booze dingen moeten schrijven.
Gelukkig heeft de opvoering door het Vereenigd
Tooneel, dank zij kundig spel en regie, het stuk zoo
gunstig mogelijk weergegeven. Van alle personen (die
elk afzonderlijk vaak scherp geteekend zijn, al blijven
zij den ook op en neer wandelende debaters) was Lobo
als Sartorius misschien het zuiverst: op zijn hoede,
domineerend en met een zekere verkillende waardig
heid. Eerens als contrast, wat extatisch in zijn
onnoozele rol, maar niet zonder overtuiging. Nel Stants,
die in Blanche de elementaire vrouw niet altijd aan
kon, had sterke momenten in haar kleine scènes, en
Paul Huf was als Lickcheese voor de metamorphose
dubbel zoo goed als daarna. Prachtig-typeerend
speelde echter Laseur den karakterloozen Cokane,
met zijn gedecideerde meeninkjes, die hij nog door
herhaling tracht te versterken, zijn tallooze
affectaties en zijn overbeterlijke zelf ingenomenheid.
Opvallend was tenslotte de zwakke vertaling, die
nu en dan distinctie miste en een paar der aardigste
woordspelingen verloren deed gaan.
1) In deze opvoering was hij tenminste nog'tijdig
in een ander vertrek geschoven, maar kon toen na
tuurlijk zijn binnenkomen niet motiveeren.
EMIL ALLOS
DOOR AGMKS MAAS VAN DER MOKR
TT ET is al jaren geleden, dat
*--*? (we laat 's avonds nog in
een cabaret in Wiesbaden
waren binnengeloopen. Het
gewone programma werd er
afgedaan; een juffrouw, die
in een halsketting en, als ik
me niet vergis, ook in een
gaasje gekleed was, drukte er
in een dans uit, wat een
stervende lotosbloem voelt;
een clowneske mijnheer ver
telde er, dat bij door zijn
tante gebaard was, omdat
zijn moeder het te druk
DR. ALLOS met de wasch had, en meer
zulke vertooningen. Alles
heel aardig, maar oninteressant, tot we werkelijk ge
grepen werden door het optreden van Emil Allos.
Boven zijn klein harmonium, dat midden op het
tooneel stond, stak zijn fijne, scherpe, markante kop
uit, en wat we te hooren kregen, was speciaal zijn
eigen werk, gezegd in gedicht-vorm, dat hij illu
streerde met zelfgemaakte muziek, op zijn orgeltje.
Eerst: Mcphisto im Himmel, waar dr. Martin Luther,
Bismarck, Freiherr von Stein, der alte Frit/, en
Goethe elkaar ontmoeten en over Duitsche toestanden
discusieeren, tot Mephisto er bij komt en cynisch zijn
kijk op de zaak geeft. Het scherpe, geestig-hekelende
gedicht week zoo af van alles, dat we gewoonlijk op
cabaret-gebied gehoord hadden, dat hij voor goed en
geheel onze aandacht had. Zijn schepping is vaak
philosophisch, maar populair, soms bijtend-satiriek,
luchtig-humoristisch, en dan weer is het een spelende
les, waarvoor hij graag gebruikt de meubels etc. in
een kamer, die tot praten komen.
Hij neemt bijv. op Andersensche wijze het sprookje
te baat, om het ontoereikende van elke wijsbegeerte,
ook het ontoereikende van zijn eigen kunst te toonen.
Jarenlang is dr. Allos, die eigenlijk jurist is, al aan
het cabaret in Duitschland en Oostenrijk verbonden,
en behoort hij er tot de allerbekendsten. Eindelijk
zullen we hem nu hier ook in Holland zien optreden,
n.l. in het cabaret Pisuisse in Scheveningen, 's avonds,
van 15 Juli?l Augustus. Zijn werk verveelt nooit.
Ik heb hem avond aan avond in mijn eigen huis
zijn werk hooren voordragen, altijd was er weer iets
in dat tot denken en bepraten prikkelde. Het lukt
hem vaak, in enkele woorden te zeggen, waar anderen
boeken vol over schrijven om inzicht te geven in
hun zienswijze. Zoo geeft hij bijv. in 2 zinnen weer,
wat Schnitzler in vele come
dies en boeken uitte, het
toppunt van de twijfelzucht:
,,Lieber Gott das heisst
fiir den Fall dasz du bist
Edös meine Seele wenn
's wirklich eine ist . ..."
Eens las hij ons onder
het eten n van zijn nieuwe
compositie's voor: der
Yoghi''. Hij was echter niet
. half zoo voldaan over zijn ge
dicht als wel over de omstan
digheid, dat hij een hoofddek
sel had uitgevonden, dat
zoowel voor den ouden als
den jongen Yoghi kon die
nen ! Ondanks al zijn intel
lect is het een plezier in zijn
werk óók vaak das spielende
UIT HET KLADSCHRIFT
VAN JANTJE
J. S. MEUWSEN, Hofl. A'dam-R'dam-Den Haag.
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
ALLOS ALS YOGIII
kind /n >ehen", dat hij zelf zoo graag terugvindt in elk
tnensch, en dat hij juist in der Yoghi" uitdrukt.
Er zijn aan zijn werk /nuyeel kanten, dal ieder er
iets iu kan vinden om van te genieten, en /<M> hoop
ik maar, dat de menschen die hem in het cabaret
Pisuisse zullen hooren, even veel plezier aan de voor
drachten van dr. Allos /uilen hebben, aU nuin man
en ik, en de vrienden. :lie hem in ons hui~ hoorden,
er altijd aan hadden.
P E E K & G L O P P E N B U ff!