De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 3 juli pagina 10

3 juli 1926 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

BE CaiÖNE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Nó. 2561 : l'l fc: PREEKZAAL Mijnheer de Redacteur, De laatste weken verschenen in Uw weekblad *«nkele artikelen van Herman de Man, die een felle philippica tegen de molens en speciaal tegen het op treden van onze Vereeniging de Hollandsche Molen" 1 hield. Naar aanleiding daarvan verzoeken wij opneming van het volgende. Onze bedoeling met deze bijdrage is slechts om het karakteristiek der bestrijdingsmethode van den heer de Man aan te .tponen, riiet om met den schrijver een gedachtenwisseling te openen over het door hem be.handelde onderwerp, want eventueele verdere pole miek zullen wij naast ons neerleggen. Dat de schrijver er lust in heeft om met een woor denvloed te betoogen, dat voor hem de schoonheid t.van het polderland zonder molens even groot, zoo niet . nog schoener is, moet hij zelf weten het is zijn goed recht wij willen hem niet overtuigen. Het zien en liefhebben van een molen in het Hollandsche land schap kan zijn heele theorie omver gooien; en nimmer zullen wij trachten het gevoel voor schoonheid bij te brengen aan dengeen, die niet intuïtief voelt, welk een - merkwaardige en karaktervolle factor voor de schoon heid de molen in het landschap uitmaakt , maar wij willen den argeloozen lezer wel waarschuwen tegen het-aanvaarden van de argumenten van den heer de Man, die van verdachtmakende strekking zijn. Hij spreekt van heerenbeweging uit de stad, van de minnaren in bonte jassen, van de verleden tijd adora?teurs, van de heeren meulentjesminnaren, van; de natuurbewonderaars met manchetten" en van andere qualificaties van hen, die een eerlijke poging doen om «genen, die over het lot van de molens te beslissen hebben, beter in te lichten over de vraagstukken, die .zich bij de bemaling voordoen dan tot nu toe door ' dikwijls eenzijdige voorlichters. Hij negeert hoe, psychologisch gesproken, onze Vereeniging juist daar om succes heeft, omdat de oogen der overgroote meer derheid van het volk en wij hebben de bewijzen, ~ dat vele boeren en plattelandbewoners daaronder te schikken zijn , werden geopend voor het dreigende gevaar van vernieling van een element der Holland sche schoonheid, hetwelk niet alleen om der schoonheidswille, doch ook om practische en economische redenen gespaard behoort te blijven. Wij verzekeren den heer de Man in tegenstelling met zijn niet ge fundeerde stelling dat het niet alleen buitenstaan ders zijn, doch ook de geïnteresseerden en zij, die over de bemaling te zeggen hebben, welke de hulp van de Vereeniging inroepen tegen het doelloos laten ver dwijnen van molens. Dikwijls ligt het groote gevaar, zooals hierboven gezegd is, bij belanghebbende raad gevers, die van de premisse uitgaan, dat de molen moet plaats maken voor een door hen aangeprezen mechanisch maalwerktuig. En is niet het beste bewijs de belangstelling van de zijde der ingenieurs, die de laatste maanden tot uiting komt in geschrift en ver gadering, waarin voorstanders van mechanische be maling bestreden wordefi door technische argumenten van hen, die het oude maalwerktuig'willen verbeteren waarvoor zij volle bewondering hebben, omdat dit zoo ingenieus technisch werd samengesteld? De heer de Man matigt zich over deze Vereeniging een oordeel aan, noemt Henri Polak voorzitter, enz., doch heeft niet gepoogd zich voldoende op de hoogte te stellen van haar wijze van werken, weet niets van haar als door zijdelingsche mededeelingen van derden, van courantenartikelen, van eigen imaginatie. Zelfs toen hem van de zijde der Vereeniging op zijn verzoek werd meegedeeld, dat hem inlichtingen en gegevens ter beschikking waren, liet hij niets van zich hooren om zich hiervan op de hoogte te stellen. Het verdachtmaken van onze pogingen tegenover de boeren is teekenend voor de wijze van bestrijding, die de heer de Man er op na houdt. Wij zouden molens willen behouden op kosten der boeren, terwijl juist onze Vereeniging als grondslag stelt het goed recht van het bestaan der molens te verdedigen op econo mische, technische en financieele gronden en nooit Werd door ons gepleit voor het behoud van den molen, als het tegen het werkelijke belang van den polder inging. De heer de Man heeft een enquête gehouden onder aesthetici, architecten en schrijvers en teekenend als J. S. MEUWSEN, Hofl. A'dam?R'dam?Den Haag. DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND zijn bestrijding is de vraag, die door hem aan dezen werd gedaan. De antwoorden, ter vergadering van het Kon. Instituut voorgelezen, beginnen zoo goed als alle met de restrictie van aannemende, dat verbete ring niet is aan te brengen zonder het hoofdmotief der windbemaling door den molen aan te tasten, en derhalve een soort camouflage toe te passen", dan is het behoud van den molen niet verdedigbaar, en het zal den heer de Man zeker wel vreemd lijken, dat de rrieesten van ons de meening van de ondervraagde aesthetici kunnen onderschrijven. Hij had echter bij zijn vraag behooren te vermelden, dat de hulpkracht slechts diende om bij windstilte de bemaling te doen geschieden, want door de hulpkracht blijft de molen intact wat de windbemaling betreft en hij schiet slechts te kort, als de wind niet waait. Met evenveel recht zou afgekeurd kunnen worden een badkamer met warmwatergeleiding te bouwen in een oud, architectonisch schoon en goed geconserveerd bouwwerk ter voldoe ning van moderne eisenen, of het plaatsen van een motor in een zeilschip Wordt daardoor het ge bouw onoogelijk of verandert het zeilschip door den motor van karakter als zeil vaartuig? Wij doen den heer de Man te veel eer aan, wanneer wij onze beschouwingen, die toch reeds lang zijn ge worden, verder voortzetten. Hij moge doorgaan met zijn Malle Meulenbeweging", trachten schoonheid geen schoonheid te noemen, maar moge hij in zijn bestrijding voortaan onbevlekter strijdwijze bezigen dan verdachtmakingen te slingeren naar de heeren der groote steden", met complimenten aan het adres der plattelandsbevolking om bij de boeren in het gevlei te komen. Zijn overkropt gemoed zal hierdoor misschien ietwat tot rust komen.' Namens het Bestuur, P. G. VAN TIENHOVEN, Voorzitter. A. LOOSJES, Secretaris. * l v 3 . ? l STANDAARD Cassettes GE.RO: ? ZILVER ALPACCA Het succes dnzer Jubileum-Cassettes, die wij gedurende ons jubileumjaar bij aankoop van den volledigen inhoud ten geschenke aangeboden hebben, heeft bewezen, welke groote waarde aan een dergelijke verpakking gehecht wordt. Hierin heeft elk artikel een vaste plaats, zoodat beschadiging of ontvreemding is uitgesloten. Dank zij nu de belangrijk mindere kosten. verbonden aan den verkoop van dergelijke gestandariseerde collecties, dank zij ook de medewerking der winkeliers, zijn wij in staat ook in het vervolg bij Standaard-collecties de cassette zonder berekening bij te leveren. Bovendien is het aantal collecties aanmerkelijk uitgebreid, in prijzen geschikt voor iedere beurs zoodat thans verwezenlijkt kan worden: in elk Hollandsch huisgezin een Gero Standaardcassette Vraagt onze brochures bij Uwen leverancier. GEROFABRIEK - ZEIST. Hebt U reeds gelezen het mooie boek van SUZANNE LENGLEN? LIEFDESPEL Prijs fraai gebonden in geïllustr. omslag f 2.50 ALOM VERKRIJGBAAR Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORF's Uitgevers-Maatschappij Amsterdam AMSTERDAM-DEN HAAG

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl