De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 3 juli pagina 15

3 juli 1926 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ^^^^J^^^^^^^Rw DE ERWTENMARKT MET LINKS DEN FRANSCHEN SCHOUWBURG Ao. 1835 DOORSNEDE VAN DE ZAAL EN HET TOONEEL K F 5*-;: A M-S-TIE-R D A M s c H E S C H OÏU W B U R G E N IN DE 1% EEUW DOOR H. K. TEUNE III, De Fransche Schouwburg op de Erwfenmarkl. ET was in 1784, dat namens het Franschlievende publiek in Amsterdam door eenige vooraanstaande stadgencoten bij de Stedelijke Overheid onzer stad vergunning werd^aange%vraagd tot het bouwen van een schouwburg. Als plaats werd gekozen de Erwtenmarkt (aan den Amstel) naast de Halvemaansteeg. Binnen een jaar tijd waren de daarvoor aangekochte perceelen gesloopt en stond het gebouw, dat zich uitstrekte van den Amstel tot bijna aan de Botermarkt, kant en klaar. Heel eenvoudig was de voorgevel met z'n boogramen en z'n drie ingangen, terwijl achter het perceel Erwtenmarkt hoek Halvemaansteeg, dat men vergeefs had trachten te koopen, een zijingang ?was. De zaal bevatte ongeveer vijfhonderd zit- en staanplaatsen, terwijl het tooneel, hoewel niet groot, genoeg ruimte bood om er groote opera's op te voeren. l September 1785 werd ,,de Genootschaps- choiiwfcurg" (later werd deze naam veranderd in Théatre sur l'Erwtemarkt' zooals de officieele naam luidde) ingewijd en gedurende het laatste gedeelte der .achttiende eeuw, toen ons land en ook Amsterdam meer en meer onder Franschen -invloed raakte, voldeed hij werkelijk aan een lang reeds gevoelde behoefte. In het begin der 19e eeuw was de Fransche Schouw burg, de verzamelplaats van het chique Amsterdam sche publiek, dat er genoot van de leuke Vaudevilles en de nieuwste Opera's. Om half zes werd begonnen met de eerste, ongeveer te acht uur begon de laatste en de> directie's zorgden wel, dat zij steeds superieure krachten aan zich verbonden, vooral ook omdat de abonné's, en dat waren er vele, medezeggingschap hadden bij 't engageeren van nieuwe jonge krachten. Elke zanger of zangeres had drie debuut-avonden en daarna kwamen in den foyer de abonné's en de directie samen, om te beslissen over het engagement. Toch zou geen enkele directie hebben kunnen bestaan, indien de stad niet had gesubsidieerd en deze subsidie werd nog verhoogd door Lodewijk Napoleon en later op bevel van den Keizer, die beval, dat Amsterdam, de 3e stad van het Keizerrijk, 's jaarlijks 36000 francs voor het instandhouden van den Franschen Schouw burg zou betalen. Doch ook hier kwam de debacle. Hoe meer Amsterdam leed door de Keizerlijke overheersching, hoe meer de kunstzin der Amsterdammers ?zich keerde tegen het Fransche tooneel, zoodat in 1813 de zaak misliep en de betalingen werden gestaakt. Op 30Oct. 1813 schrijft Baron d'Alphonse, Intendant de l'intérieur en Höllande" aan den in onze stad zoo beruchten Préfet du département du Zuiderzee", Baron de Celles, dat de Keizer heeft goedgevonden, buiten de subsidie om, uit de stadskas aan de directievan den Franschen Schouwburg eene extra subsidie toe te kennen van 18193 francs, terwijl de subsidie voor 1813?14 dient verhoogd te worden tot 60.000 francs, en 3 commissarissen van toezicht worden benoemd, voor de eerste maal de heeren Vereul, van Slingelandt en Cornelis Apostool. Maar met de ruacht des Keizers is het tien dagen later gedaan en de Celles vlucht. Wel trachten de commissarissen de zaak voort te zetten, doch de artisten staken en de zaak wordt gesloten. Ofschoon op 13 December de commissarissen een schrijven ontvangen van den nieuwen commissaris van het Departement der Zuiderzee, dat, gezien den algemeenen toestand, niets in 't belang der onderneming kan worden gedaan, besluit de raad van Amsterdam toch de toegezegde extra subsidie uit te betalen en op 6 Juni 1814 kan Burgemeester van Boetzelaar ^de commissarissen dechargeeren voor hun beleid. Na de restauratie volgen jaren van voorspoed voor het Fransche Theater, vooral ook, omdat Koning Willem I zich bijzonder voor de Fransche Opera interesseert en telken jare, bij zijn bezoek aan Amsterdam, eene der voorstellingen bijwoont met zijne gemalin en de Koninklijke prinsen. Ja, zoover gaat zijne liefde, dat hij in 1830 bij afzonderlijk decreet het toezicht over de op te voeren stukken en opera's, op verzoek van den Franschen gezant, aan de Stedelijke overheid onttrekt en den Commissaris des Konings in de Provincie Noord-Holland dit toezicht opdraagt. Het is in 1832, dat de bariton Vautrin voor 't eerst als Directeur optreedt en het geheele bestuur van den schouwburg zoo verandert, dat n abonné's n publiek tegen hem samenspannen. Niet alleen dat hij de debuten afschafte, den abonné's geen medezeg gingschap meer geeft, maar hij neemt de kranten tegen zich in, dóór zich in eene circulaire aldus uit te laten: la voix de nos journaux offre plus souvent matière au scandale, qu'a une justification digne et honorable!" Dat wordt den abonné's te erg en in een brochure geven zij hun hart lucht tegen den man, die bij zijn komst in Amsterdam zeide: je n'ai rien, je viens ici pour gagner de l'argent". Als nu ook in 1836 het besluit afkomt, dat voortaan de directie van den Franschen Schouwburg zich dient te plaatsen onder de censuur van de Stedelijke Overheid, wordt het INTERIEUR VAN DEN FRANSCHEN SCHOUW BURG TIJDENS EENE SEANCE VAN DEN^GOOCHELAAR DOBLER Vautrin te machtig en hij verdwijnt met de Noorder zon. Op een oud programma van Maandag 13 Februari 1837 vind ik aangeteekend: Zondag op den 12en Februari 1837 heeft A. Vautrin des avonds als een schurk Amsterdam verlaten", get. C. van Walree. p*Tot het eind van 't seizoen spelen de Artistes réunis du Théatre Francais" met wisselend geluk door; maar zonderling is het, dat na dezen geen enkeldirecteur^het een^geheel jaar volhield, 't Zij hj Coeuriot heette, 't zij Baudet, die in 1839 de Opera afschafte en zijn gezelschap alleen klassieke drama's en blijspelen deed opvoeren, wat de be zoekers deed protesteeren, niets hielp en slechts enkele jaren trokken de Nederlandsche gezelschappen er van Juni?Augustus volle zalen. Alleen wanneer iets bijzonders ? voorviel, kwam het publiek en enkele handige directeuren trokken hier partij van. Zoo traden er in 1836 op de wonderkinderen Oebr. Eichorn, oud 11 en 13 jaar, die reusachtig succes oogstten met duo's voor twee violen, zoo was de beroemdste van alle goochelaars, Döbler, Artiste phys. de S. M. Ie Roi de Prusse, er het voorwerp van groote ovatie's, wanneer hij met n pistoolschot tegelijk honderd lampen deed ontbranden. Ook toen les Hugenots" in 1838 er voor 't eerst werd opge voerd, stroomde heel Amsterdam naar den Franschen Schouwburg. Bij deze opvoering bleek weer eens, hoe kleinzielig de Amsterdamsche censuur was. Telken male, als in het tekstboek het woord Dieu" voor kwam, moest dit veranderd worden in Roi", zoodat de Fransche zangers en zangeressen wel een mal idee zullen hebben gekregen van de artisticiteit der Am sterdamsche overheid. De decors voor Les Hugenots" waren geschilderd door Gustave Prot, den man,die later als directeur en eigenaaf van Frascati in de Plantage, zoovele operettes op schitterende wijze heeft ten tooneele gebracht. In de veertiger jaren wordt de Fransche Schouw burg dan veelal als concertzaal benut, ofschoon nog altijd de Opera domineert. Zoo treedt er in 1841 op de heer J. W. F. Stumpff, grootvader van een bekend Amsterdammer, als solo-fagotist, op een concert, gegeven met de zangeres Mevr. Stoetz, later eene onzer bekendste tooneelspeelsters en geeft in 1842 Ole Buil, de beroemde Noorsche viool-virtuoos er acht concerten, terwijl Henri Vieuxtemps er in-1845 reusachtig succes behaalt. Ook Mevr. de Vries van Os, de beroemde Hollandsche zangeres, te Parijs woonachtig, geeft er in 1847 eenige concerten. Nog eenmaal staat het gezelschap van den Fran schen Schouwburg in de volle belangstelling. Directeur Chotard doet den beroemden komiek David, Soci taire v. d. Comédie Franchise, in Amsterdam gastvoorstellingen geven. Maar midden in 't seizoen ver dwijnt hij en David neemt zelf de directie over. Om het Amsterdamsche publiek te trekken laat deze de beroemdste Fransche tragedienne Rachel naar hier komen, doch niet tevreden met het tooneeltje van den Franschen Schouwburg, weigert ze op te treden, zoodat David verplicht is de hulp in te roepen van zijn collega in den Stadsschouwburg, waar de diva op 2 Juni 1846 hare eerste voorstelling geeft met les Horaces" van Corneille, geassisteerd door 't gezel schap van David. Langzamerhand raakt de Fransche Schouwburg in verval. Is het, omdat men geen vertrouwen meer heeft in de directie's, is het de concurrentie van de Fransche Opera uit den Haag, genoeg zij 't, dat in 1854 geen enkele directeur meer te vinden is en twee Hollanders, van Bienne en Kapper de directie over nemen en er, in concurrentie met van Lier: Neues HochdeutschesTheater,Dir.Goldmann,"laten optreden met den entreeprijs: ?-l met vertering. Dit is de laatste stuiptrekking, om 't gebouw in stand te houden. Met l September 1855 gesloten, wordt Ie Théatre sur l'Erwtenmarkt" op 12 November 1855 door Notaris Schimmel in publieke veiling gebracht en voor 24700 gulden verkocht aan den makelaar P. Baay, in opdracht van een kerkgenootschap. Nog bestaat het gebouw, nu Salvatori; weer is het een concertzaal, waar ook nu groote kunstenaars aan 't volk hun kunst geven; maar door een bijzondere bepaling in een later verkoopcontract kan het nooit meer een schouwburg zijn. Amsterdam. ? '4 .*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl